Podcast
Questions and Answers
Welke van de volgende ontwikkelingen heeft de integratie van genetica in onderzoek vergemakkelijkt?
Welke van de volgende ontwikkelingen heeft de integratie van genetica in onderzoek vergemakkelijkt?
- Toegenomen kosten van genotypering.
- De noodzaak van invasieve procedures om DNA te verkrijgen.
- Complexere statistische tools zoals ANOVA.
- De eenvoudige verkrijging van monsters (zoals speeksel) en dalende kosten van genotypering. (correct)
Welke bewering komt overeen met de opvattingen van Aristoteles over erfelijkheid?
Welke bewering komt overeen met de opvattingen van Aristoteles over erfelijkheid?
- Alleen de moederlijke lijn is verantwoordelijk voor de overdracht van eigenschappen.
- Erfelijkheid speelt geen rol bij de overdracht van eigenschappen.
- De vader levert de materiële bouwstenen, terwijl de moeder de essentiële kenmerken levert.
- Kinderen ontstaan uit een combinatie van 'gezuiverd bloed uit de teelballen' (sperma) en menstruatiebloed. (correct)
Welke van de volgende concepten is NIET direct ontwikkeld of gefundeerd door Francis Galton in zijn onderzoek naar mentale vermogens?
Welke van de volgende concepten is NIET direct ontwikkeld of gefundeerd door Francis Galton in zijn onderzoek naar mentale vermogens?
- De Standaarddeviatie (correct)
- Mediaan
- Percentielen
- Correlaties
Wat was de kern van Francis Galtons bijdrage aan het tweelingonderzoek?
Wat was de kern van Francis Galtons bijdrage aan het tweelingonderzoek?
Hoe verschilde Galtons visie op nature en nurture van de huidige wetenschappelijke consensus?
Hoe verschilde Galtons visie op nature en nurture van de huidige wetenschappelijke consensus?
Welke van de volgende stellingen beschrijft het meest nauwkeurig de impact van gedragsgenetica op andere wetenschappelijke disciplines?
Welke van de volgende stellingen beschrijft het meest nauwkeurig de impact van gedragsgenetica op andere wetenschappelijke disciplines?
Wat was de belangrijkste bijdrage van Antonie van Leeuwenhoek en Nicolaas Hartsoeker aan de wetenschap?
Wat was de belangrijkste bijdrage van Antonie van Leeuwenhoek en Nicolaas Hartsoeker aan de wetenschap?
Wat was de implicatie van Galtons bevinding dat 'een groter aantal uiterst bekwame individuen wordt gevonden onder familieleden dan bij toeval werd verwacht'?
Wat was de implicatie van Galtons bevinding dat 'een groter aantal uiterst bekwame individuen wordt gevonden onder familieleden dan bij toeval werd verwacht'?
Welke van de volgende concepten was een onderdeel van Darwins voorlopige hypothese van pangenese?
Welke van de volgende concepten was een onderdeel van Darwins voorlopige hypothese van pangenese?
Wat is de primaire aanname van het aansprakelijkheidsdrempelmodel met betrekking tot dichotome aandoeningen?
Wat is de primaire aanname van het aansprakelijkheidsdrempelmodel met betrekking tot dichotome aandoeningen?
Wat was een belangrijk inzicht met betrekking tot erfelijkheid vóór Mendel's werk?
Wat was een belangrijk inzicht met betrekking tot erfelijkheid vóór Mendel's werk?
Waarom komen X-gebonden recessieve aandoeningen vaker voor bij mannen dan bij vrouwen?
Waarom komen X-gebonden recessieve aandoeningen vaker voor bij mannen dan bij vrouwen?
Wat is de genetische verwantschap tussen een proband en zijn/haar tweedegraads verwanten?
Wat is de genetische verwantschap tussen een proband en zijn/haar tweedegraads verwanten?
Welke van de volgende uitspraken beschrijft het beste de implicatie van erfelijke variatie voor evolutie?
Welke van de volgende uitspraken beschrijft het beste de implicatie van erfelijke variatie voor evolutie?
Wat was de belangrijkste focus van Galton's onderzoek met betrekking tot gedrag?
Wat was de belangrijkste focus van Galton's onderzoek met betrekking tot gedrag?
Een individu is heterozygoot voor een bepaald gen, waarbij het ene allel normaal is en het andere een mutant recessief allel. Wat is de meest waarschijnlijke fenotypische uitkomst voor dit individu?
Een individu is heterozygoot voor een bepaald gen, waarbij het ene allel normaal is en het andere een mutant recessief allel. Wat is de meest waarschijnlijke fenotypische uitkomst voor dit individu?
Welke van de volgende beweringen beschrijft het beste de wet van onafhankelijke assortiment volgens Mendel?
Welke van de volgende beweringen beschrijft het beste de wet van onafhankelijke assortiment volgens Mendel?
Waarom wordt gezegd dat de gedragsgenetica een lang verleden maar een korte geschiedenis heeft?
Waarom wordt gezegd dat de gedragsgenetica een lang verleden maar een korte geschiedenis heeft?
Wat betekent de term 'polygeen' in de context van genetische eigenschappen?
Wat betekent de term 'polygeen' in de context van genetische eigenschappen?
Wat is de betekenis van een stamboom in de context van genetica?
Wat is de betekenis van een stamboom in de context van genetica?
Volgens de eerste wet van Mendel, wat gebeurt er met de 'elementen' van erfelijkheid tijdens de voortplanting?
Volgens de eerste wet van Mendel, wat gebeurt er met de 'elementen' van erfelijkheid tijdens de voortplanting?
Een onderzoeker meet de correlatie tussen twee genetische markers en vindt een waarde van 0. Wat betekent dit?
Een onderzoeker meet de correlatie tussen twee genetische markers en vindt een waarde van 0. Wat betekent dit?
In Mendel's experimenten, wat betekent het als een van de 'elementen' van een eigenschap 'domineert'?
In Mendel's experimenten, wat betekent het als een van de 'elementen' van een eigenschap 'domineert'?
Welke methode wordt genoemd om de kans op verbanden tussen normaal en abnormaal tijdens een heel leven te onderzoeken?
Welke methode wordt genoemd om de kans op verbanden tussen normaal en abnormaal tijdens een heel leven te onderzoeken?
Tijdens meiose vindt recombinatie plaats. Welke van de volgende uitspraken beschrijft de frequentie en meting van recombinatie het meest nauwkeurig?
Tijdens meiose vindt recombinatie plaats. Welke van de volgende uitspraken beschrijft de frequentie en meting van recombinatie het meest nauwkeurig?
Koppelingsanalyse wordt gebruikt om de samenhang tussen een DNA-merker en een kenmerk te beoordelen. Welke van de volgende beschrijvingen geeft het doel van koppelingsanalyse het beste weer?
Koppelingsanalyse wordt gebruikt om de samenhang tussen een DNA-merker en een kenmerk te beoordelen. Welke van de volgende beschrijvingen geeft het doel van koppelingsanalyse het beste weer?
Nadat een gen dat betrokken is bij een aandoening is geïdentificeerd, welke van de volgende stappen zijn typische vervolgstappen in het onderzoek?
Nadat een gen dat betrokken is bij een aandoening is geïdentificeerd, welke van de volgende stappen zijn typische vervolgstappen in het onderzoek?
Gezien de vooruitgang in de genetica, welke van de volgende uitdagingen wordt momenteel beschouwd als een van de belangrijkste voor wetenschappers?
Gezien de vooruitgang in de genetica, welke van de volgende uitdagingen wordt momenteel beschouwd als een van de belangrijkste voor wetenschappers?
Wat is de meest accurate definitie van een 'allel'?
Wat is de meest accurate definitie van een 'allel'?
Wat is het belangrijkste verschil tussen een dominant en een recessief allel?
Wat is het belangrijkste verschil tussen een dominant en een recessief allel?
Wat is 'koppeling' in de context van genetica, en welke genetische wet wordt hierdoor beïnvloed?
Wat is 'koppeling' in de context van genetica, en welke genetische wet wordt hierdoor beïnvloed?
Wat is de definitie van een 'locus' in de context van genetica?
Wat is de definitie van een 'locus' in de context van genetica?
Welke van de volgende beweringen beschrijft correct het Hardy-Weinberg-evenwicht (HWE)?
Welke van de volgende beweringen beschrijft correct het Hardy-Weinberg-evenwicht (HWE)?
Wat is de betekenis van de termen p en q in de context van populatiegenetica?
Wat is de betekenis van de termen p en q in de context van populatiegenetica?
Welke conclusie kan worden getrokken als de waargenomen genotypefrequenties in een populatie significant afwijken van de waarden die worden voorspeld door het Hardy-Weinberg-evenwicht?
Welke conclusie kan worden getrokken als de waargenomen genotypefrequenties in een populatie significant afwijken van de waarden die worden voorspeld door het Hardy-Weinberg-evenwicht?
Wat is de essentie van Mendel’s tweede wet, de wet van onafhankelijke assortiment?
Wat is de essentie van Mendel’s tweede wet, de wet van onafhankelijke assortiment?
Wat zijn loci?
Wat zijn loci?
Welke bewering is correct met betrekking tot het aantal chromosomen in eicellen en sperma?
Welke bewering is correct met betrekking tot het aantal chromosomen in eicellen en sperma?
Hoe kan de wet van onafhankelijke assortiment van Mendel worden geschonden?
Hoe kan de wet van onafhankelijke assortiment van Mendel worden geschonden?
Wat is het belang van het in kaart brengen van genen op chromosomen op basis van schendingen van de wet van onafhankelijke assortiment?
Wat is het belang van het in kaart brengen van genen op chromosomen op basis van schendingen van de wet van onafhankelijke assortiment?
Waarom hebben aandoeningen geassocieerd met het Y-chromosoom over het algemeen een kleiner aantal bekende genetische oorzaken in vergelijking met het X-chromosoom?
Waarom hebben aandoeningen geassocieerd met het Y-chromosoom over het algemeen een kleiner aantal bekende genetische oorzaken in vergelijking met het X-chromosoom?
Hoe verhouden de novo-mutaties zich tot de wetten van Mendel?
Hoe verhouden de novo-mutaties zich tot de wetten van Mendel?
Wat is de belangrijkste aanname van het aansprakelijkheidsdrempelmodel bij het bestuderen van genetische aandoeningen?
Wat is de belangrijkste aanname van het aansprakelijkheidsdrempelmodel bij het bestuderen van genetische aandoeningen?
Hoe wordt het aansprakelijkheidsdrempelmodel gebruikt bij het schatten van correlaties met betrekking tot familierisico's?
Hoe wordt het aansprakelijkheidsdrempelmodel gebruikt bij het schatten van correlaties met betrekking tot familierisico's?
In het kader van fenotypisch continue aandoeningen, wat vertegenwoordigt de 'drempel' in het aansprakelijkheidsdrempelmodel?
In het kader van fenotypisch continue aandoeningen, wat vertegenwoordigt de 'drempel' in het aansprakelijkheidsdrempelmodel?
Welke van de volgende beweringen beschrijft het best de relatie tussen het aantal genen op een chromosoom en het aantal ziekten dat eraan is gekoppeld?
Welke van de volgende beweringen beschrijft het best de relatie tussen het aantal genen op een chromosoom en het aantal ziekten dat eraan is gekoppeld?
Hoe verschilt hetconcept van 'aansprakelijkheid' in het aansprakelijkheidsdrempelmodel van een traditioneel Mendeliaans model van genetische overerving?
Hoe verschilt hetconcept van 'aansprakelijkheid' in het aansprakelijkheidsdrempelmodel van een traditioneel Mendeliaans model van genetische overerving?
Wat is een fundamenteel verschil tussen het eerste en tweede model van het aansprakelijkheidsdrempelmodel?
Wat is een fundamenteel verschil tussen het eerste en tweede model van het aansprakelijkheidsdrempelmodel?
Flashcards
Gedragsgenetica
Gedragsgenetica
De studie van genetische invloeden op gedrag en eigenschappen.
Overerving
Overerving
Het idee dat eigenschappen van ouders worden doorgegeven aan hun kinderen.
Preformationisme
Preformationisme
De theorie dat organismen ontstaan uit miniaturen van zichzelf.
Pythagoras' idee over overerving
Pythagoras' idee over overerving
Signup and view all the flashcards
Aristoteles' idee over overerving
Aristoteles' idee over overerving
Signup and view all the flashcards
Antonie van Leeuwenhoek
Antonie van Leeuwenhoek
Signup and view all the flashcards
Francis Galton
Francis Galton
Signup and view all the flashcards
Nature vs. Nurture
Nature vs. Nurture
Signup and view all the flashcards
Gemmules
Gemmules
Signup and view all the flashcards
Variatie
Variatie
Signup and view all the flashcards
Inductie van variabiliteit
Inductie van variabiliteit
Signup and view all the flashcards
Grondleggers gedragsgenetica
Grondleggers gedragsgenetica
Signup and view all the flashcards
Galton
Galton
Signup and view all the flashcards
Stambomen
Stambomen
Signup and view all the flashcards
Mendel's Eerste Wet
Mendel's Eerste Wet
Signup and view all the flashcards
Overerving elementen
Overerving elementen
Signup and view all the flashcards
Hardy-Weinberg-evenwicht (HWE)
Hardy-Weinberg-evenwicht (HWE)
Signup and view all the flashcards
Populatiegenetica
Populatiegenetica
Signup and view all the flashcards
Allelfrequentie (p en q)
Allelfrequentie (p en q)
Signup and view all the flashcards
Genotypefrequenties
Genotypefrequenties
Signup and view all the flashcards
Mendels Tweede Wet
Mendels Tweede Wet
Signup and view all the flashcards
Loci
Loci
Signup and view all the flashcards
Chromosoombijdrage
Chromosoombijdrage
Signup and view all the flashcards
Genkoppeling
Genkoppeling
Signup and view all the flashcards
Gen
Gen
Signup and view all the flashcards
Allel
Allel
Signup and view all the flashcards
Genotype
Genotype
Signup and view all the flashcards
Fenotype
Fenotype
Signup and view all the flashcards
Dominant allel
Dominant allel
Signup and view all the flashcards
Recessief allel
Recessief allel
Signup and view all the flashcards
Chromosoom
Chromosoom
Signup and view all the flashcards
Morbiditeitsrisico schatten
Morbiditeitsrisico schatten
Signup and view all the flashcards
Correlatie
Correlatie
Signup and view all the flashcards
Polygeen
Polygeen
Signup and view all the flashcards
Genetische verwantschap
Genetische verwantschap
Signup and view all the flashcards
Aansprakelijkheidsdrempelmodel
Aansprakelijkheidsdrempelmodel
Signup and view all the flashcards
Geslachtsgebonden (X-gebonden)
Geslachtsgebonden (X-gebonden)
Signup and view all the flashcards
Drager
Drager
Signup and view all the flashcards
Wet van onafhankelijke assortiment
Wet van onafhankelijke assortiment
Signup and view all the flashcards
Aantal genen op X en Y
Aantal genen op X en Y
Signup and view all the flashcards
De novo mutaties
De novo mutaties
Signup and view all the flashcards
Chromosomale afwijkingen
Chromosomale afwijkingen
Signup and view all the flashcards
Multifactoriële aandoeningen
Multifactoriële aandoeningen
Signup and view all the flashcards
Continuüm van genetisch risico
Continuüm van genetisch risico
Signup and view all the flashcards
Normale verdeling van risico's
Normale verdeling van risico's
Signup and view all the flashcards
Fenotypisch continuüm
Fenotypisch continuüm
Signup and view all the flashcards
Study Notes
Gedragsgenetica en aangrenzende gebieden
- Gedragsgenetica blijft zich ontwikkelen en omvat nu neurowetenschap, economie, politicologie, onderwijs en sociologie.
- Genetisch onderzoek is eenvoudiger geworden door het gemak van het verkrijgen van speekselmonsters, lagere genotyperingskosten en betere statistische hulpmiddelen zoals GWAS en polygene scores.
- Gedragsgenetica wordt steeds belangrijker in de samenleving en is een onderwerp van publiek debat.
Historische perspectieven op erfelijkheid
- In de oudheid bespraken Pythagoras en Aristoteles al de overdracht van eigenschappen van ouders op nakomelingen.
- Pythagoras suggereerde dat de vader de essentiële kenmerken levert en de moeder de materiële bouwstenen.
- Aristoteles dacht dat kinderen werden gemaakt van gezuiverd bloed uit de teelballen (sperma) en menstruatiebloed.
Pioniers in de wetenschap
- Antonie van Leeuwenhoek (1632-1723) en Nicolaas Hartsoeker (1656-1725) waren Nederlandse wetenschappers die de microscoop uitvonden en de microbiologie startten.
- Ze ontwikkelden de theorie van het preformationisme, waarbij individuen ontstaan uit miniatuurversies van zichzelf (homunculus in sperma).
Francis Galton en het onderzoek naar erfelijkheid
- Francis Galton concentreerde zich op de overerving van mentale kenmerken en psychometrie.
- Hij observeerde dat naarmate de familieverwantschap nauwer is, de incidentie van personen met een hoog mentaal vermogen groter is dan door toeval verwacht kan worden.
- Galton ontwikkelde apparaten en procedures en baseerde zich op statistiek, waar de concepten mediaan, percentielen en correlaties werden gefundeerd.
- Galton introduceerde het gebruik van tweelingen om de rol van nature en nurture te beoordelen en bepaalde de essentie van de tweelingmethode.
- Men beschouwde dit als de natuurlijke en logische uitbreiding van Darwins werk.
- Galton stelde dat nature enorm prevaleert boven nurture en suggereerde dat erfelijkheid ten grondslag ligt aan gedragsvariatie.
Charles Darwin en evolutie
- Charles Darwins belangrijkste bijdrage was het boek "On the Origin of Species", gebaseerd op zijn observaties van soorten in hun omgeving tijdens zijn reis rond de wereld.
- Hij ontdekte opmerkelijke aanpassingen van soorten, vooral op de Galapagoseilanden.
- Darwin formuleerde de theorie dat soorten uit elkaar evolueren en dat soorten niet voor eens en altijd zijn ontworpen.
- De evolutietheorie begint met variatie binnen een populatie die deels te wijten is aan erfelijkheid.
- De kern van zijn theorie is dat alle soorten ontstaan door natuurlijke selectie van kleine, overgeërfde variaties die het vermogen van het individu om te overleven en zich voort te planten vergroten.
- Als overleving en voortplanting afhangen van een bepaalde eigenschap, zullen nakomelingen van overlevenden meer van die eigenschap vertonen.
Implicaties en hiaten van Darwins theorie
- Het is moeilijk om het mechanisme te kennen dat evolutionaire veranderingen veroorzaakt.
- Hoewel gedrag niet zo goed conserverend is als fysieke kenmerken, bevindt gedrag zich vaak op het snijvlak van natuurlijke selectie.
- Darwins theorie vertoonde ernstige hiaten omdat het mechanisme van erfelijkheid nog niet werd begrepen totdat Mendel het antwoord gaf.
- De theorie van Darwin is echter nog steeds zeer relevant voor de studie van gedrag.
Pre-Mendeliaanse concepten van erfelijkheid en variatie
- Er was substantieel bewijs van het belang van erfelijkheid, hoewel de wetten onbekend waren.
- Dingen werden gekend door observaties, zoals fokkerij en het bestuderen van zonen.
- Darwins voorlopige hypothese van pangenese stelde dat gemmules, miniatuurreplica's van de cellen van de ouders, door elke cel werden afgeworpen tijdens de ontwikkeling.
- Erfelijke variatie in elke generatie is noodzakelijk voor evolutie.
- De menghypothese stelde dat de helft van de ouders een middelpunt creëert in de nakomelingen, waardoor de variatie minder wordt.
- Variabiliteit kan op twee manieren worden geïnduceerd, waarbij de omgeving het erfelijke materiaal beïnvloedt.
Samenvatting van de vroege gedragsgenetica
- De geschiedenis van de gedragsgenetica is lang maar ook kort gezien de beperkte tijd dat het is bestudeerd.
- Het begon met Darwin, Galton en Mendel.
- Darwins theorie had een impact op het wetenschappelijk denken.
- Galton bestudeerde de overerving van mentale kenmerken en stelde het nature-nurture-probleem.
- In stambomen geven symbolen de aan- of afwezigheid van een eigenschap weer.
De wetten van Mendel
- Gregor Mendel bestudeerde overerving in erwtenplanten en concludeerde dat er twee elementen van erfelijkheid zijn voor elke eigenschap in elk individu die tijdens de voortplanting worden gescheiden.
- Nakomelingen ontvangen één van de twee elementen van elke ouder.
- Een van deze elementen kan "domineren".
- De niet-dominante (recessieve) factor komt alleen tot uiting als beide elementen recessief zijn.
- Deze conclusies vormen de essentie van de wet van segregatie.
- Na 30 jaar werd zijn werk erkend als een algemeen erfrecht.
- De "elementen" worden nu genen genoemd en kunnen meer dan één vorm hebben, die allelen worden genoemd.
- De combinatie van deze allelen (genotype) bepaalt het fenotype (de waargenomen eigenschappen).
Punnett-vierkant
- Het Punnett-vierkant is een diagram dat wordt gebruikt om de genotypen van een kruising of fokexperiment te voorspellen en om de kans te bepalen dat een nakomeling een bepaald genotype heeft aangezien het handig is.
- Een dominant allel komt tot uiting, zelfs in heterozygote toestand.
- Een recessief allel komt tot uiting als het homozygoot is.
Mendels succes
- Mendel had succes omdat hij verschillende soorten van dezelfde soort gebruikte.
- Mendel bestudeerde eenvoudige eigenschappen door enkele genen en 7 kwalitatieve eigenschappen.
- De overerving van de ene eigenschap wordt niet beïnvloed door de overerving van de andere wat geholpen heeft bij het ontdekken van de genetica middels "Experimenten met plantenhybriden" .
- Mendel had geen erkenning en werd 35 jaar lang genegeerd en stierf zonder de impact van zijn experimenten te kennen.
Hardy-Weinberg-evenwicht (HWE)
- Het Hardy-Weinberg-evenwicht stelt dat de frequentie van allelen en genotypen niet verandert tussen generaties, tenzij krachten zoals natuurlijke selectie of migratie ze veranderen.
- Populatiegenetica bestudeert de krachten die de allelfrequentie veranderen.
- De frequentie van dominante (p) en recessieve (q) allelen zijn ook de kansen van die allelen in de populatie.
- De kans op bevruchting met de allelen p^2 en q^2 is homozygoot; de kans op heterozygoot is 2pq.
- De verwachte genotypen van het nageslacht zijn p^2 + 2pq + q^2.
Mendels tweede wet
- De overerving van het ene gen wordt niet beïnvloed door de overerving van een ander gen; dit is de wet van het onafhankelijke assortiment.
- Genen bevinden zich op chromosomen in de kern van de cel, op plaatsen die loci worden genoemd.
- Eieren en sperma bevatten slechts één exemplaar van elk chromosoompaar.
- Mendel kruiste raszuivere ouders voor dominante en recessieve eigenschappen en vond nakomelingen van alle vier mogelijke typen met de verwachte frequenties.
- De wet van Mendel wordt echter geschonden wanneer genen voor twee eigenschappen dicht bij elkaar op hetzelfde chromosoom liggen.
Recombinatie en koppeling
- Recombinatie gebeurt gemiddeld één keer voor elk chromosoom tijdens meiose.
- De kans op recombinatie tussen twee loci op hetzelfde chromosoom is een functie van de afstand ertussen.
- Koppelingsanalyse beoordeelt of de DNA-marker en de eigenschap in een familie vaker dan verwacht door toeval samenvallen.
- Als een gen eenmaal is gevonden zijn er twee mogelijkheden
- De DNA-variatie kan worden geïdentificeerd om aandoeningen te diagnosticeren.
- Het eiwit gecodeerd door het gen kan worden bestudeerd
Genen en erfelijkheid
- Sleutelbegrippen in de genetica
- Gen = Basiseenheid van erfelijkheid.
- Allel = Alternatieve vorm van een gen.
- Genotype = Combinatie van allelen van een individu op een bepaalde locus.
- Fenotype = Waargenomen of gemeten eigenschappen.
- Dominant allel = Produceert hetzelfde fenotype bij een individu, ongeacht het aantal kopieën.
- Recessief allel = Produceert het fenotype alleen als er twee kopieën aanwezig zijn.
Chromosomen, loci en koppeling
- Chromosoom: Draadachtige structuur die DNA bevat in de celkern.
- Locus (loci): Plaats van een gen op een chromosoom.
- Koppeling: Loci dicht bij elkaar op een chromosoom en zodoende samen overgeërfd.
Recombinatie en Mendeliaanse aandoeningen
- Recombinatie: Uitwisseling van chromosoomonderdelen tijdens meiose.
- Mendeliaanse aandoeningen:
- Ziekte van Huntington:
- Hersenaandoening die cognitieve en fysieke verslechtering veroorzaakt.
- Meestal bij volwassenen (30-45 jaar).
- Symptomen zijn oncontroleerbare bewegingen.
- Wordt veroorzaakt door een dominant allel.
- Beperkt tot latere reproducerende jaren.
- Fenylketonurie (PKU):
- Metabole aandoening veroorzaakt door een tekort aan het leverenzym PAH.
- Oefent schade uit aan het zenuwstelsel.
- Wordt veroorzaakt door een recessief allel.
- Ziekte van Huntington:
Het X-chromosoom
- Het X-chromosoom en geslachtschromosomen:
- Kleurenblindheid komt vaker voor bij mannen.
- Geslachtschromosomen verschillen: mannen (XY) en vrouwen (XX).
- Kenmerk van geslachtsgebonden eigenschap komt vaker voor bij mannen.
- Nieuwe mutaties hebben geen invloed op ouders.
- Andere uitzonderingen zijn chromosomale afwijkingen en genomische inprenting.
- In het aansprakelijkheidsdrempelmodel van aandoeningen wordt een continuüm van genetisch risico verondersteld, waarbij de aandoening optreedt wanneer een bepaalde drempel wordt overschreden.
- Correlatie is een index van de relatie tussen variabelen.
- Een polygeen wordt beïnvloed door meerdere genen.
- Genetische verwantschap verwijdt naar genetisch verwante ouders, broers, grootouders, ooms, tantes , neven en nichten .
- Geslachtsgebonden (X-gebonden) en gebonden is een X- chromosoom.
- Een drager is een individu die is een heterozygoot op een bepaalde locus.
Samenvatting erfelijkheid genen
- Een gen kan in twee of meer verschillende vormen voorkomen.
- Alle twee allel, schenden zich tijdens de vorming van gameten
- Mendel verklaart het niet alle genetisch
Studying That Suits You
Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.
Description
Deze quiz behandelt de basisprincipes van genetica en erfelijkheid, met inbegrip van de bijdragen van Aristoteles, Galton, Van Leeuwenhoek en Darwin. Test je kennis van de belangrijkste concepten en ontwikkelingen in de genetica.