Untitled
49 Questions
2 Views

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to Lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Welke van de volgende kenmerken onderscheidt het adaptieve immuunsysteem van het aangeboren immuunsysteem?

  • Het adaptieve immuunsysteem is aanwezig bij alle organismen.
  • Het adaptieve immuunsysteem vertoont immunologisch geheugen. (correct)
  • Het adaptieve immuunsysteem is niet specifiek voor bepaalde antigenen.
  • Het adaptieve immuunsysteem reageert onmiddellijk op pathogenen.

Wat is de primaire functie van T-cellen in de cellulaire immuniteit?

  • Het activeren van de complement cascade.
  • Antilichamen produceren om antigenen te neutraliseren.
  • Het presenteren van antigenen aan B-cellen.
  • Direct binden aan en vernietigen van geïnfecteerde lichaamscellen. (correct)

Hoe activeert een B-cel de antilichaam-gemedieerde immuunrespons?

  • Door cytokines af te scheiden die de ontsteking bevorderen.
  • Door te binden aan een specifiek vreemd antigeen. (correct)
  • Door direct een geïnfecteerde cel te fagocyteren.
  • Door T-cellen te activeren via antigeenpresentatie.

Wat is de rol van antilichamen in de immuunrespons?

<p>Het binden aan antigenen om micro-organismen te neutraliseren of te vernietigen. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is de functie van geheugen B-cellen?

<p>Het versnellen van de antilichaam-gemedieerde immuniteit bij een tweede infectie met hetzelfde micro-organisme. (D)</p> Signup and view all the answers

Hoe presenteren fagocyten antigenen aan T-cellen?

<p>Door de antigenen op het oppervlak van hun celmembraan te tonen. (B)</p> Signup and view all the answers

Waar worden de lymfocyten geproduceerd?

<p>In het beenmerg en de thymus. (A)</p> Signup and view all the answers

Een patiënt is geïnfecteerd met een nieuw virus. Welk aspect van het adaptieve immuunsysteem is cruciaal voor een effectieve, langdurige bescherming tegen dit virus?

<p>De ontwikkeling van immunologisch geheugen door B- en T-cellen. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is de functie van de mediale geniculate nucleus in auditieve angstconditionering bij ratten volgens het onderzoek van LeDoux?

<p>Het doorgeven van auditieve signalen van de thalamus naar de amygdala, essentieel voor angstconditionering. (C)</p> Signup and view all the answers

Welke uitspraak beschrijft correct de rol van de amygdala in angstconditionering zoals beschreven door LeDoux?

<p>De amygdala ontvangt input van alle zintuiglijke systemen en is essentieel voor het leren en behouden van de emotionele betekenis van zintuiglijke signalen. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is het gevolg van bilaterale laesies in de amygdala op auditieve angstconditionering bij ratten?

<p>Een blokkade van auditieve angstconditionering, waardoor de rat geen angstreactie meer vertoont op de geconditioneerde stimulus. (C)</p> Signup and view all the answers

Hoe beïnvloeden laesies van de auditieve cortex de auditieve angstconditionering met simpele tonen?

<p>Ze hebben geen significant effect op de angstconditionering. (D)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende reacties wordt direct geëliciteerd door een pathway van de amygdala naar de periaqueductale grijs (periaqueductal gray) van de middenhersenen?

<p>Passende defensieve reacties. (B)</p> Signup and view all the answers

Welke respons wordt geactiveerd door signalen van de amygdala naar de laterale hypothalamus, bij angstconditionering?

<p>Passende reacties van het sympathische zenuwstelsel. (A)</p> Signup and view all the answers

Hoeveel paden lopen er van de mediale geniculate nucleus naar de amygdala en wat is hun functie?

<p>Twee paden: een direct pad en een indirect pad via de auditieve cortex, beide in staat om angstconditionering te mediëren. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is het effect van een laesie in de directe route van de mediale geniculate nucleus naar de amygdala, terwijl de indirecte route via de auditieve cortex intact blijft, op de auditieve angstconditionering?

<p>De angstconditionering verloopt normaal. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is de primaire functie van adrenocorticotroop hormoon (ACTH) in de stressrespons volgens Selye's theorie?

<p>Het stimuleren van de afgifte van glucocorticoïden uit de bijnierschors. (A)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende beweringen over de theorie van Selye is correct?

<p>Selye stelde dat zowel fysieke als psychologische stressoren dezelfde algemene stressrespons veroorzaken. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is een voorbeeld van een fysiologische reactie op stress die in de jaren '90 werd ontdekt en een rol speelt bij ontstekingsreacties?

<p>Een toename van de bloedspiegel van cytokinen. (D)</p> Signup and view all the answers

Hoe verschilt de moderne kijk op stress van Selye's oorspronkelijke theorie?

<p>Moderne theorieën erkennen de rollen van zowel het anterior hypofyse-bijnierschorssysteem als het sympathisch zenuwstelsel-bijniermergsysteem. (A)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende factoren beïnvloedt de exacte aard van de stressrespons?

<p>De stressor, timing, aard van de gestreste persoon en hoe de persoon reageert. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is, volgens de tekst, de meest gebruikte fysiologische maat voor stress?

<p>Het niveau van circulerende glucocorticoïden. (B)</p> Signup and view all the answers

Een studie onder vrouwen die wachten op een operatie voor mogelijke borstkanker toonde aan dat lagere stressniveaus geassocieerd waren met:

<p>Het hebben van de overtuiging dat ze geen kanker konden hebben of dat zorgen maken contraproductief was. (C)</p> Signup and view all the answers

Welke rol spelen cytokines in de fysiologische reactie op stress?

<p>Ze veroorzaken ontstekingen en koorts. (D)</p> Signup and view all the answers

Welk mechanisme ligt ten grondslag aan de preventieve werking van vaccinaties?

<p>Het creëren van een geheugen in het adaptieve immuunsysteem, zodat het bij een echte infectie snel kan reageren. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is de term voor het proces waarbij immuniteit wordt opgebouwd door middel van vaccinatie?

<p>Immunisatie (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is een belangrijk verschil tussen acute en chronische stress volgens Segerstrom en Miller (2004)?

<p>Acute stress verbetert de functies van het aangeboren immuunsysteem, terwijl chronische stress het adaptieve immuunsysteem negatief beïnvloedt. (D)</p> Signup and view all the answers

Welk van de volgende voorbeelden is een vorm van eustress?

<p>Een presentatie geven voor een publiek. (A)</p> Signup and view all the answers

Waarom is het idee dat stress altijd een negatief effect heeft op het immuunsysteem, vanuit evolutionair oogpunt, problematisch?

<p>Omdat organismen constant aan stress worden blootgesteld en een altijd negatieve reactie op stress niet adaptief zou zijn. (C)</p> Signup and view all the answers

Welke tak van het immuunsysteem profiteert doorgaans het meest van kortdurende stress?

<p>Het aangeboren immuunsysteem. (B)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende beweringen beschrijft het beste hoe Blanchard en Blanchard agressief en defensief gedrag bij ratten bestudeerden?

<p>Door de interacties tussen een dominante mannelijke rat en een kleinere indringer in een gevestigde kolonie te observeren. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is de definitie van distress in de context van stress en gezondheid?

<p>Stress die de gezondheid of het functioneren negatief beïnvloedt. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is de primaire reactie van een alfa mannetje rat wanneer hij een indringer in zijn kolonie tegenkomt?

<p>De indringer wegjagen en herhaaldelijk in de rug bijten tijdens de achtervolging. (B)</p> Signup and view all the answers

Welke strategie gebruikt een indringer rat typisch wanneer hij niet langer kan vluchten van een alfa mannetje?

<p>Op de achterpoten staan, de aanvaller confronteren en de voorpoten gebruiken om de aanval af te weren. (C)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende situaties is een voorbeeld van chronische stress die het adaptieve immuunsysteem negatief kan beïnvloeden?

<p>Langdurig zorgen voor een familielid met een chronische ziekte. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is de 'laterale oriëntatie' die een alfa mannetje rat aanneemt bij de confrontatie met een verdedigende indringer, en wat is het doel ervan?

<p>Een positie innemen waarbij de zijkant van zijn lichaam loodrecht op de indringer staat, om deze uit evenwicht te duwen. (B)</p> Signup and view all the answers

Hoe reageert een indringer rat typisch op een 'laterale aanval' van een alfa mannetje?

<p>Door op zijn achterpoten te draaien in dezelfde richting als de aanvaller beweegt, om frontaal te blijven en een beet in de rug te voorkomen. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat was de belangrijkste conclusie van Pellis en collega's (1988) na het bestuderen van het gedrag van katten jegens muizen?

<p>Katten die met muizen 'speelden', vertoonden eigenlijk een afwisseling tussen aanvals- en verdedigingsgedrag. (D)</p> Signup and view all the answers

Hoe droeg het onderzoek van Pellis en collega's (1988) bij aan het begrip van agressief en defensief gedrag bij katten?

<p>Het leverde gedetailleerde observaties van interacties tussen katten en muizen, die leidde tot de herinterpretatie van 'spel' als wisselend aanvals- en verdedigingsgedrag. (D)</p> Signup and view all the answers

Waarom is het belangrijk om vage, subjectieve concepten zoals agressie en angst te overwinnen in biopsychologisch onderzoek?

<p>Om de zoektocht naar neurale mechanismen te baseren op duidelijke, objectieve beschrijvingen van relevant gedrag. (A)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende beweringen beschrijft het meest nauwkeurig hoe reserpine de niveaus van dopamine beïnvloedt volgens de dopaminehypothese van schizofrenie?

<p>Reserpine vermindert de dopamine niveaus door de synaptische blaasjes af te breken waarin dopamine is opgeslagen. (C)</p> Signup and view all the answers

Hoe dragen drugs zoals amfetamine en cocaïne bij aan de ondersteuning van de dopaminehypothese van schizofrenie?

<p>Ze verhogen de extracellulaire niveaus van dopamine en andere monoaminen, wat kan leiden tot symptomen die lijken op schizofrenie. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat was de onverwachte bevinding van Carlsson en Lindqvist bij het onderzoeken van de effecten van chloorpromazine op dopamine niveaus?

<p>Chloorpromazine veranderde de extracellulaire dopamine niveaus niet, maar verhoogde wel de niveaus van dopamine metabolieten. (C)</p> Signup and view all the answers

Hoe verschilt het mechanisme van chloorpromazine van dat van reserpine bij het beïnvloeden van de dopamine transmissie?

<p>Chloorpromazine blokkeert dopaminereceptoren, terwijl Reserpine de hersenen uitput van dopamine. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat betekent het dat chloorpromazine een receptorblokker is bij dopamine synapsen?

<p>Het bindt aan dopaminereceptoren zonder ze te activeren, waardoor dopamine niet in staat is dit te doen. (B)</p> Signup and view all the answers

Welke invloed heeft de blokkade van dopaminereceptoren door chloorpromazine op de presynaptische neuron?

<p>Het verhoogt de afgifte van dopamine. (D)</p> Signup and view all the answers

Waarom was de ontdekking van chloorpromazine als receptorblokker significant voor de psychofarmacologie?

<p>Het was de eerste geïdentificeerde receptorblokker, wat het begrip van de werking van psychoactieve medicijnen veranderde. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is de belangrijkste conclusie die kan worden getrokken over de dopaminehypothese van schizofrenie op basis van de werking van reserpine en chloorpromazine?

<p>Schizofrenie is gerelateerd aan een verstoring van de dopamine transmissie, die op verschillende manieren kan worden beïnvloed. (A)</p> Signup and view all the answers

Signup and view all the answers

Flashcards

Kolonie-indringer model

Het bestuderen van interacties tussen de dominante mannetjesrat en een kleinere indringer om agressief en defensief gedrag te begrijpen.

Agressief gedrag (rat)

Het gedrag van de alfa-mannetjesrat waarbij hij de indringer wegjaagt en in de rug bijt.

Defensief gedrag (rat)

Het gedrag van de indringende rat waarbij hij op zijn achterpoten staat en de aanval afweert.

Laterale oriëntatie/aanval

Een zijwaartse beweging van de alfa-mannetjesrat om de indringer uit balans te brengen.

Signup and view all the flashcards

Snelle uitval

Een snelle beweging van de alfa-rat om de verdediger in de rug te bijten.

Signup and view all the flashcards

Pivoteren

Het draaien van de verdedigende rat om een frontale positie ten opzichte van de aanvaller te behouden.

Signup and view all the flashcards

Vacilleren (kat)

De conclusie dat katten die met muizen 'spelen' eigenlijk vacilleren tussen aanval en verdediging.

Signup and view all the flashcards

Belang van observatie

Nauwkeurige beschrijvingen van gedrag die leiden tot een beter begrip van neurale mechanismen.

Signup and view all the flashcards

Angstconditionering

Een proces waarbij een neutrale stimulus geassocieerd wordt met een aversieve stimulus, wat leidt tot een angstreactie op de neutrale stimulus.

Signup and view all the flashcards

Amygdala

Een structuur in de hersenen die cruciaal is voor het leren en onthouden van de emotionele betekenis van sensorische signalen.

Signup and view all the flashcards

Auditieve angstconditionering

Angstconditionering waarbij een geluid wordt gebruikt als een voorwaardelijke stimulus.

Signup and view all the flashcards

Mediale geniculate nucleus

Een kern in de thalamus die auditieve informatie doorgeeft aan de auditieve cortex en de amygdala.

Signup and view all the flashcards

Laesies van de mediale geniculate nucleus

Beschadigingen hieraan blokkeren de auditieve angstconditionering, wat aantoont dat het cruciaal is voor dit proces.

Signup and view all the flashcards

Laesies van de amygdala

Beschadigingen hieraan blokkeren de auditieve angstconditionering, wat aantoont dat het essentieel is voor dit proces.

Signup and view all the flashcards

Periaqueductale grijs (PAG)

Een gebied in de hersenen dat signalen van de amygdala ontvangt en defensieve reacties initieert.

Signup and view all the flashcards

Mediale geniculate nucleus naar de Amygdala

Er zijn twee routes van hier naar de amygdala: een directe en een indirecte route via de auditieve cortex.

Signup and view all the flashcards

ACTH (Adrenocorticotroop Hormoon)

Hormoon vrijgegeven door de hypofyse bij stress.

Signup and view all the flashcards

Glucocorticoïden

Hormonen, vrijgegeven door de bijnierschors, die betrokken zijn bij de stressrespons.

Signup and view all the flashcards

Circulerende glucocorticoïden

Fysiologische maat, vaak gebruikt om stress te meten.

Signup and view all the flashcards

Epinefrine en Norepinefrine

Hormonen vrijgegeven door het bijniermerg tijdens stress.

Signup and view all the flashcards

Selye's theorie

Het idee dat zowel fysieke als psychologische stressoren dezelfde algemene stressrespons veroorzaken.

Signup and view all the flashcards

Cytokinen

Hormonen die vrijkomen bij ontstekingen en immunologische reacties.

Signup and view all the flashcards

Anterior hypofyse-bijnierschors systeem

Systeem dat ACTH vrijgeeft uit de hypofyse, wat leidt tot de afgifte van glucocorticoïden uit de bijnierschors.

Signup and view all the flashcards

Sympathisch zenuwstelsel-bijniermerg systeem

Systeem dat epinefrine en norepinefrine vrijgeeft uit het bijniermerg.

Signup and view all the flashcards

Immunisatie

Het proces waarbij immuniteit wordt gecreëerd door vaccinatie.

Signup and view all the flashcards

Distress

Een reactie op een stressor die de gezondheid of het functioneren negatief beïnvloedt.

Signup and view all the flashcards

Eustress

Een reactie op een stressor die de gezondheid of het functioneren positief beïnvloedt.

Signup and view all the flashcards

Acute stressoren

Korte stressoren (minder dan 100 minuten) zoals spreken in het openbaar of sportwedstrijden.

Signup and view all the flashcards

Chronische stressoren

Langdurige stressoren, zoals de zorg voor een ziek familielid of werkloosheid.

Signup and view all the flashcards

Geheugen van het adaptieve immuunsysteem

Het vermogen van het adaptieve immuunsysteem om eerdere bedreigingen te herkennen en sneller te reageren.

Signup and view all the flashcards

Vaccinatie

Het toedienen van een verzwakte vorm van een virus om het immuunsysteem voor te bereiden.

Signup and view all the flashcards

Stress en immuunfunctie

Het resultaat van de reacties van het immuunsysteem op stress hangt af van het type stress.

Signup and view all the flashcards

Adaptief immuunsysteem

Verschilt van het aangeboren immuunsysteem; het is recenter, trager, specifiek en heeft een geheugen.

Signup and view all the flashcards

Lymfocyten

Gespecialiseerde witte bloedcellen; de belangrijkste cellen van het adaptieve immuunsysteem.

Signup and view all the flashcards

Lymfocyten: productie & opslag

Geproduceerd in beenmerg en thymus, opgeslagen in het lymfestelsel tot activatie.

Signup and view all the flashcards

Cellulaire immuniteit

Immuniteit gemedieerd door T-cellen; gericht op geïnfecteerde cellen.

Signup and view all the flashcards

Antigeen

Een molecuul dat een immuunreactie uitlokt.

Signup and view all the flashcards

Humorale immuniteit

Immuniteit gemedieerd door B-cellen; gebruik van antilichamen.

Signup and view all the flashcards

Antilichamen

Lethale receptormoleculen geproduceerd door B-cellen; neutraliseren antigenen.

Signup and view all the flashcards

Geheugen B-cellen

Langdurige B-cellen; zorgen voor snellere reactie bij herinfectie.

Signup and view all the flashcards

Dopaminetheorie van schizofrenie

De theorie dat schizofrenie wordt veroorzaakt door te veel dopamine in de hersenen.

Signup and view all the flashcards

Reserpine

Een antipsychoticum dat dopamine en andere monoaminen afbreekt door synaptische blaasjes te vernietigen.

Signup and view all the flashcards

Amfetamine en cocaïne

Middelen die episodes kunnen uitlokken die lijken op schizofrenie door de dopamine niveaus te verhogen.

Signup and view all the flashcards

Metabolieten

Substanties die ontstaan door de afbraak van een andere stof in cellen.

Signup and view all the flashcards

Chloorpromazine

Een antipsychoticum dat zich bindt aan dopaminereceptoren zonder ze te activeren, waardoor dopamine wordt geblokkeerd.

Signup and view all the flashcards

Receptorblokker

Een stof die zich bindt aan een receptor zonder deze te activeren, waardoor de receptor wordt geblokkeerd.

Signup and view all the flashcards

Eerste receptorblokker

Chloorpromazine was de eerste identificeerde receptorblokker, en de ontdekking veranderde de psychofarmacologie.

Signup and view all the flashcards

Feedbacksignaal

Blokkade van dopaminereceptoren stuurt een signaal terug naar het presynaptische neuron, waardoor de afgifte van dopamine toeneemt.

Signup and view all the flashcards

Study Notes

Biopsychologie van Emotie, Stress en Gezondheid

  • Het hoofdstuk behandelt de biopsychologie van emotie, stress en gezondheid, met een focus op angst.
  • Angst is een belangrijk adaptief mechanisme dat helpt bij het vermijden van bedreigende situaties en is een veel voorkomende bron van stress.
  • Het hoofdstuk behandelt hersenstructuren die betrokken zijn bij emotie en hoe stress de vatbaarheid voor ziekte beïnvloedt.

Inleiding tot de Biopsychologie van Emotie

  • De module geeft een overzicht van klassieke ontdekkingen, de rol van het autonome zenuwstelsel, en gezichtsuitdrukkingen bij emotie.
  • Een vroeg voorbeeld in het onderzoek naar emotie is de zaak van Phineas Gage uit 1848.
  • In 1994 reconstrueerden Damasio en collega's Gage's hersenbeschadiging met behulp van een röntgenfoto en computermodellen, waarbij schade aan de mediale prefrontale kwabben werd vastgesteld.
  • Deze kwabben zijn cruciaal voor planning, besluitvorming en emotie.

Darwins Theorie van de Evolutie van Emotie

  • Een belangrijke gebeurtenis is de publicatie in 1872 van Darwins boek "The Expression of Emotions in Man and Animals".
  • Darwin stelde dat emotionele reacties, zoals gezichtsuitdrukkingen, dezelfde emotionele toestanden in alle leden van een soort begeleiden.
  • Darwin geloofde dat emoties, net als gedrag, producten zijn van evolutie en probeerde ze te begrijpen door verschillende soorten te vergelijken.
  • Darwins evolutietheorie van emotionele expressie bestaat uit drie hoofdideeën:
    • Emotionele expressies evolueren uit gedragingen die aangeven wat een dier waarschijnlijk zal doen.
    • Als signalen van gedrag voordelig zijn, zullen ze evolueren om hun communicatieve functie te verbeteren, waardoor hun oorspronkelijke functie verloren kan gaan.
    • Tegengestelde boodschappen worden vaak door tegengestelde bewegingen en houdingen gesignaleerd, bekend als het principe van antithese.
  • Dreigingsvertoningen evolueerden van gevechtsgedrag naar signalen van dreigende agressie, waardoor aanvallers effectiever konden intimideren zonder daadwerkelijk te vechten.

James-Lange en Cannon-Bard Theorieën

  • De eerste fysiologische emotietheorie werd onafhankelijk van elkaar voorgesteld door James en Lange in 1884.
  • Volgens de James-Lange theorie wordt emotie-inducerende sensorische stimuli ontvangen en geïnterpreteerd door de cortex, wat veranderingen in de viscerale organen via het autonome zenuwstelsel en in de skeletspieren via het somatische zenuwstelsel veroorzaakt.
  • De autonome en somatische reacties veroorzaken dan de ervaring van emotie in de hersenen.
  • James en Lange stelden dat autonome activiteit en gedrag die worden geactiveerd door een emotionele gebeurtenis het gevoel van emotie voortbrengen, niet andersom.
  • Cannon stelde rond 1915 een alternatief voor de James-Lange theorie van emotie voor, die vervolgens werd uitgebreid en gepromoot door Bard.
  • Volgens de Cannon-Bard theorie hebben emotionele stimuli twee onafhankelijke exciterende effecten: ze prikkelen zowel het gevoel van emotie in de hersenen als de expressie van emotie in het autonome en somatische zenuwstelsel
  • De Cannon-Bard theorie beschouwt emotionele ervaring en emotionele expressie als parallelle processen zonder een directe causale relatie.
  • De theorieën van James-Lange en Cannon-Bard verschillen in de voorspellingen over de rol van feedback van autonoom versus somatische zenuwstelselactiviteit in emotionele ervaring
  • Volgens James-Lange hangt emotionele ervaring volledig af van feedback van autonoom en somatische zenuwstelselactiviteit; volgens Cannon-Bard is emotionele ervaring volledig onafhankelijk van dergelijke feedback.
  • Patiënten met een dwarslaesie zijn nog steeds in staat tot een volledig scala aan emotionele ervaringen, hoewel met een afname van angst en woede.
  • Autonome en somatische reacties op emotionele stimuli kunnen de emotionele ervaring beïnvloeden.
  • De James-Lange of de Cannon-Bard theorie leidde tot de moderne biopsychologische visie waarin elk van de drie belangrijkste factoren in een emotionele respons elkaar kan beïnvloeden

Woedeaanval (Sham Rage)

  • In de late jaren 1920 ontdekte Bard dat gedecorticeerde katten agressief reageren op de geringste provocatie.
  • Decorticate katten vertonen abnormale agressieve reacties die ongepast ernstig zijn en niet op bepaalde doelen zijn gericht.
  • Dit werd door Bard aangeduid als woede aanval
  • Woedeaanvallen kunnen worden uitgelokt bij katten waarvan de hersenschors is verwijderd tot aan, maar exclusief, de hypothalamus.
  • Bard concludeerde dat de hypothalamus cruciaal is voor de expressie van agressieve reacties en dat de functie van de cortex is om deze reacties te remmen en te sturen.

Het Limbisch Systeem en Emotie

  • In 1937 stelde Papez voor dat emotionele expressie wordt gecontroleerd door verschillende onderling verbonden kernen en banen rond de thalamus.
  • De amygdala, het mammilair lichaam, de hippocampus, de fornix, de cingulate cortex, het septum, de bulbus olfactorius en de hypothalamus zijn de belangrijkste structuren.
  • Papez stelde dat emotionele staten worden uitgedrukt door de actie van de andere structuren van het circuit op de hypothalamus en dat ze worden ervaren door hun actie op de cortex.
  • De theorie van Papez werd in 1952 herzien en uitgebreid door Paul MacLean en werd de invloedrijke limbisch systeemtheorie van emotie.

Het Syndroom van Klüver-Bucy

  • In 1939 constateerden Klüver en Bucy een opvallend syndroom bij apen waarvan de voorste temporale kwabben waren verwijderd.
  • Het syndroom, bekend als het Klüver-Bucy-syndroom, omvat de neiging om alles wat eetbaar is te consumeren, verhoogde seksuele activiteit vaak gericht op ongepaste objecten, een neiging om herhaaldelijk bekende objecten te onderzoeken, een neiging om objecten met de mond te onderzoeken en een gebrek aan angst.
  • Apen die voor de operatie niet konden worden gehanteerd, werden door bilaterale anterieure temporale lobectomie getransformeerd in tamme onderwerpen die absoluut geen angst vertoonden.
  • De symptomen zijn toegeschreven aan schade aan de amygdala. Het syndroom van Klüver-Bucy is waargenomen bij verschillende soorten.

Emoties en het Autonome Zenuwstelsel

  • Onderzoek naar de rol van het autonome zenuwstelsel (AZS) in emotie heeft zich gericht op de mate waarin specifieke patronen van AZS-activiteit geassocieerd zijn met specifieke emoties en de effectiviteit van AZS-metingen bij polygraafie (leugendetectie).
  • De James-Lange en Cannon-Bard theorieën verschillen in hun opvattingen over de emotionele specificiteit van het autonome zenuwstelsel.
  • De theorie van James-Lange zegt dat verschillende emotionele stimuli verschillende patronen van ANS-activiteit induceren en dat deze verschillende patronen verschillende emotionele ervaringen produceren.
  • Volgens de Cannon-Bard theorie produceren alle emotionele stimuli hetzelfde algemene patroon van sympathische activering, dat het organisme voorbereidt op actie (dwz verhoogde hartslag, verhoogde bloeddruk, pupilverwijding, verhoogde bloedtoevoer naar de spieren, verhoogde ademhaling en verhoogde afgifte van adrenaline en noradrenaline uit het bijniermerg).
  • Experimenteel bewijs suggereert dat de specificiteit van ANS-reacties ergens ligt tussen de extremen van totale specificiteit en totale algemeenheid.

Methode van Polygraphy

  • Polygraphie, beter bekend als de "leugendetector test", is een ondervragingsmethode die AZS indexen van emotie gebruikt om de waarheidsgetrouwheid van iemands reacties af te leiden.
  • Een mock-crime procedure wordt vaak gebruikt, waarbij vrijwilligers deelnemen aan een mock crime en vervolgens te worden onderworpen aan een polygraaftest door een onderzoeker die zich niet bewust is van hun "schuld" of "onschuld".
  • In de gebruikelijke ondervragingsmethode is de control-vraag techniek, waarin de fysiologische respons op de doelvraag wordt vergeleken met de fysiologische responsen op controlevragen, waarvan de antwoorden bekend zijn.
  • De aanname is dat liegen zal worden geassocieerd met grotere sympathische activering.
  • Ondanks dat het vaak wordt aangeduid als leugendetectie, detecteert polygraphie AZS-activiteit, geen leugens.
  • De techniek van Guilty Knowledge wordt ook wel de verborgen informatietest genoemd en omzeilt dit probleem, in plaats van te proberen de verdachte op een leugen te betrappen, beoordeelt de polygraaf de reactie van de verdachte op een lijst van feitelijke en verzonnen details van de misdaad.
  • Onschuldige verdachten, omdat ze geen kennis hebben van de misdaad, reageren op al die details op dezelfde manier; de schuldigen reageren verschillend.
  • De klassieke studie van de Guilty Knowledge techniek bleek dat zolang de elektrodermale activiteit de enige maatstaf van ANS activiteit (Electrodermal activity) was die in deze studie werd gebruikt, 88 procent van de nep criminelen correct werd geïdentificeerd

Emotie en gezichtsuitdrukking

  • Ekman en zijn collega's domineren het onderzoek naar gezichtsuitdrukkingen.
  • Ze begonnen in de jaren 1960 met het analyseren van honderden films en foto's van mensen die verschillende echte emoties ervaren.
  • Hieruit stelden ze een atlas samen van de gezichtsuitdrukkingen die normaal gesproken geassocieerd worden met verschillende emoties.

Universaliteit Van Gezichtsuitdrukkingen

Verschillende vroege studies vonden dat mensen uit verschillende culturen soortgelijke gezichtsuitdrukkingen maken in soortgelijke situaties en dat ze correct de emotionele betekenis kunnen identificeren van gezichtsuitdrukkingen die worden getoond door mensen uit andere culturen. Het meest overtuigende van deze studies was een studie van de leden van een geïsoleerde stam uit Nieuw-Guinea die weinig of geen contact had gehad met de buitenwereld (zie Ekman & Friesen, 1971). Ekman en Friesen concludeerden dat de gezichtsuitdrukkingen van de volgende zes emoties primair zijn: verrassing, woede, verdriet, walging, angst en geluk. Ze concludeerden verder dat alle andere gezichtsuitdrukkingen van echte emotie zijn samengesteld uit mengsels van deze zes primaire emoties. Heeft het zin om een lachend gezicht op te zetten dan toch zin? Onderzoek suggereert dat dit het geval is. De hypothese dat onze gezichtsuitdrukkingen onze emotionele ervaring beïnvloeden, wordt de facial feedback hypothese genoemd. In een test van de gezichtsuitdrukkingfeedbackhypothese instrueerden Rutledge en Hupka (1985) vrijwilligers om een van de twee patronen van gezichtscontracties aan te nemen terwijl ze naar een reeks dia's keken; de patronen correspondeerden met vrolijke of boze gezichten, hoewel de vrijwilligers zich daar niet van bewust waren. Ze rapporteerden dat de dia's hen gelukkiger en minder boos lieten voelen wanneer ze vrolijke gezichten trokken en minder gelukkig en bozer wanneer ze boze gezichten trokken Er zijn veel redenen om ervoor te kiezen valse uitdrukkingen te vervangen. Sommige daarvan zijn positief (bijvoorbeeld een valse glimlach opzetten om een bezorgde vriend gerust te stellen), en sommige zijn negatief (bijvoorbeeld een valse glimlach opzetten om een leugen te verbergen). In beide gevallen is het moeilijk om een expert voor de gek te houden. Er zijn twee manieren om echte uitdrukkingen te onderscheiden van valse. Ten eerste breken micro-expressies (korte gezichtsuitdrukkingen) van de echte emotie vaak door de valse expressie heen Dergelijke micro-expressies duren slechts ongeveer 0,05 seconden, maar met oefening kunnen ze worden gedetecteerd zonder de hulp van slow-motion fotografie. Ten tweede zijn er vaak subtiele verschillen tussen echte gezichtsuitdrukkingen en valse, die kunnen worden gedetecteerd door bekwame waarnemers. Omdat we vrijwillige controle over onze gezichtsspieren kunnen uitoefenen is het mogelijk om echte vrijwillige en valse gezichtsuitdrukkingen te onderdrukken. De eerste beschrijving van spontane en valse gezichtsuitdrukking werden beschreven door de Franse anatoom Duchenne in 1862. Duchenne zei dat de glimlach van plezier kon worden onderscheiden van opzettelijke glimlachen door rekening te houden met de twee gezichtsspieren die samentrekken tijdens echte glimlachen: orbicularis oculi, die de oogkas omsluit en de huid van de wangen en het voorhoofd naar de oogbol trekt, en zygomaticus major, die de liphoeken omhoog trekt (zie figuur 1.7). Volgens Duchenne kan de zygomaticus major vrijwillig worden aangestuurd, terwijl de orbicularis oculi normaal gesproken alleen bij echt plezier samentrekt. Dus, traagheid van de orbicularis oculi bij het glimlachen ontmaskert een valse vriend een feit dat u zich goed herinnert.

Huidige Perspectieven op Gezichtsuitdrukkingen

  • Ekmans werk aan gezichtsuitdrukkingen begon voordat video-opnames gebruikelijk werden.
  • Video-opnames bieden nu bijna onbeperkte toegang tot natuurlijke gezichtsuitdrukkingen die worden gemaakt als reactie op situaties in het echte leven.
  • Deze technologie heeft bijgedragen aan vier belangrijke kwalificaties van Ekmans oorspronkelijke theorie.
  • Tegenwoordig is het duidelijk dat Ekmans zes primaire gezichtsuitdrukkingen van emotie zelden in pure vorm voorkomen, het zijn idealen met veel subtiele variaties. Ten tweede is het bestaan van andere primaire emoties erkend (zie Whalen et al., 2013). Ten derde: lichaamssignalen, niet alleen gezichtsuitdrukkingen, spelen een grote rol bij het uiten van emoties. Ten vierde is er bewijs dat Ekmans zes primaire gezichtsuitdrukkingen misschien niet zo universeel zijn als oorspronkelijk werd gedacht. Er lijken bijvoorbeeld duidelijke verschillen te bestaan, zowel qua expressie als qua herkenning van gezichtsuitdrukkingen, tussen westerse blanke en Oost-Aziatische individuen (zie Calvo & Nummenmaa, 2015; Jack et al., 2012; Wood et al., 2016). Bovendien geven recente studies van geïsoleerde stammen door Crivelli et al. (2016, 2017) aan dat gezichtsuitdrukkingen van emotie niet zo universeel zijn als eens werd gedacht. het meeste biopsychologische onderzoek naar emotie is gericht op angst en defensief gedrag. Angst is de emotionele reactie op bedreiging; het is de drijvende kracht achter defensief gedrag

Angst, Verdediging en Agressie

  • Defensief gedrag beschermt het organisme tegen bedreiging of schade.
  • Agressief gedrag bedreigt of schaadt.
  • Beschrijvingen van relevante gedrag kunnen vage, subjectieve concepten overwinnen om neurale mechanismen te vinden
  • Neuro wetenschappers hebben namelijk vaak ongegronde culturele aannames over emotie gemaakt

Types van Agressief en Defensief Gedrag

  • Onderzoek van Blanchard en Blanchard naar het kolonie-indringer model van agressie en verdediging bij ratten heeft bijgedragen tot het begrip van agressief en defensief gedrag.
  • Ze hebben rijke beschrijvingen van intraspecifiek agressief en defensief gedrag van ratten afgeleid door de interacties tussen het alfa-mannetje en een klein mannelijk indringer te bestuderen: Bij het tegenkomen van de indringer jaagt het alfa-mannetje hem typisch weg en bijt het herhaaldelijk in zijn rug tijdens het verjagen.
  • Wanneer de indringer uiteindelijk stopt met rennen en zich omdraait om het alfa-mannetje onder ogen te zien, staat hij op zijn achterpoten, nog steeds de aanvaller tegemoet en gebruikt zijn voorpoten om de aanval af te weren.
  • Als reactie daarop verandert het alfa-mannetje in een laterale oriëntatie, met de zijkant van zijn lichaam loodrecht op de voorkant van de verdedigende indringer. Vervolgens beweegt het alfa-mannetje zijwaarts naar de indringer, verdringt hem en probeert hem uit balans te brengen. Als de verdedigende indringer standvastig blijft tegen deze“laterale aanval", reageert de alfa vaak door een snelle aanval rond het lichaam van de verdediger te maken in een poging om in de rug te bijten. In reactie op dergelijke aanvallen draait de verdediger op zijn achterpoten, in dezelfde richting als de aanvaller beweegt, waardoor zijn frontale oriëntatie op de aanvaller wordt gecontinueerd in een poging om de beet in de rug te voorkomen.
  • Uit het onderzoek van Pellis en collega's(1988) naar katten bleek dat sommige katten reageerden defensief, en sommige leken met de muizen te spelen en toonde aan dat als de defensiviteit bij de katten werd verminderd door hen een angstwerend middel werd in de injectie gespoten.

Agressie en Testosteron

  • Het feit dat sociale agressie bij veel soorten vaker voorkomt bij mannen dan bij vrouwen wordt meestal verklaard met verwijzing naar de organisatie- en activeringseffecten van testosteron.
  • De korte periode van testosteronafgifte die rond de geboorte plaatsvindt bij genetische mannetjes, wordt verondersteld hun zenuwstelsel te organiseren langs mannelijke lijnen en zo het potentieel te creëren voor mannelijke patronen van sociale agressie die worden geactiveerd door de hoge niveaus van testosteron die aanwezig zijn na de puberteit.
  • Helaas is onderzoek naar testosteron en agressiviteit bij andere soorten niet zo eenvoudig geweest (zie Carré & Olmstead, 2015).
  • Er is veel vergelijkende onderzoeksliteratuur over testosteron en agressie beoordeeld door (Demas et al., 2005;Munley, Rendon, & Demas, 2018; Soma, 2006).
  • De belangrijkste conclusies zijn: de testosterone verhoogt sociale agressie bij mannetjes; agressie wordt grotendeels afgeschaft met castratie. In sommige soorten heeft castratie geen effect op sociale agressie. De relatie tussen angst en testosterone is moeilijk te interpreteren. Het is onwaarschijnlijk dat mensen een uitzondering vormen op de gebruikelijke betrokkenheid van testosteron bij sociale agressie bij zoogdieren. Bij menselijke mannetjes neemt agressief gedrag niet toe bij de puberteit als de testosteronniveaus in het bloed toenemen; agressief gedrag wordt niet geëlimineerd door castratie; Een paar studies hebben geconstateerd dat gewelddadige mannelijke criminelen neigen hogere waarden te hebben dan normale testen (zie Batrinos, 2012) Het gebrek aan bewijs kan betekenen dat agressie binnen een bepaald ras of groep toenoemen ipv afnemen.

Neurale Mechanismen van Angst

  • Veel van wat we weten over de neurale mechanismen en angst, is afkomstig van de studie van angstconditionering.
  • Angstconditionering is de opbouw van angst in reactie op een eerder neutrale stimulus (de voorwaardelijke stimulus) door deze, meestal meerdere keren, vóór de toediening van een aversieve stimulus (de onvoorwaardelijke stimulus) aan te bieden
  • Een voorbeeld is een rat die een toon hoort (voorwaardelijke stimulus) en vervolgens een milde elektrische schok aan zijn voeten krijgt (onvoorwaardelijke stimulus). Na verschillende combinaties van de toon en de schok reageert de rat op de toon met een verscheidenheid aan defensief gedrag (bijv. bevriezen en verhoogde gevoeligheid voor schrik) en sympathische reacties van het zenuwstelsel (bijv. verhoogde hartslag en bloeddruk)

De Amygdala en Angstconditionering

  • LeDoux en zijn collega's(2014) hebben het neurale mechanisme in kaart gebracht dat deze vorm van auditieve angstconditionering medieert.
  • Ze begonnen hun zoektocht naar de neurale mechanismen van auditieve angstconditionering (angstconditioning die een geluid als voorwaardelijke prikkel gebruikt) door laesies aan te brengen in de auditieve banen van ratten.
  • Ze ontdekten dat bilaterale laesies aan de mediale geniculaire kern (de auditieve relaiskern van de thalamus) angstconditionering naar een toon blokkeerden, maar bilaterale laesies aan de auditieve cortex niet. Dit gaf aan dat het voor auditieve angstconditionering noodzakelijk is dat signalen die door de toon worden opgewekt, de mediale geniculaire kern bereiken, maar niet de auditieve cortex Dit gaf ook aan dat een pad van de mediale geniculaire kern naar een andere structuur dan de auditieve cortex een sleutelrol speelt bij angstconditionering Dit pad bleek het pad van de mediale geniculaire kern naar de amygdala te zijn. Laesies van de amygdala, zoals laesies van de mediale geniculaire kern, blokkeerden auditieve angstconditionering. De amygdala ontvangt input van alle zintuiglijke systemen en men gelooft dat het de structuur is waarin de emotionele betekenis van sensorische signalen wordt geleerd en vastgehouden Verschillende banen dragen signalen van de amygdala naar hersenstamstructuren die de verschillende emotionele reacties regelen. Een pad naar het periaqueductale grijs van de middenhersenen lokt bijvoorbeeld gepaste defensieve reacties uit (zie Kim et al., 2013), terwijl een ander pad naar de laterale hypothalamus gepaste sympathische reacties uitlokt. Het feit dat laesies aan de auditieve cortex de angstconditionering voor eenvoudige tonen niet verstoren betekenen niet dat de auditieve cortex niet betrokken is bij auditieve angstconditionering Er zijn twee paden van de mediale geniculaire nucleus naar de amygdala: het directe pad, dat u al hebt geleerd, en een indirect pad dat via de gehoorschors loopt. Beide routes zijn in staat om angstwaardering te bemiddelen voor eenvoudige geluiden, maar als er slechts één wordt vernietigd, vordert de conditionering normaal Alleen de corticale route kan echter angstconditionering voor complexe geluiden bemiddelen(zie Chang & Grace, 2015). Figuur 1.9 illustreert het circuit van de hersenen dat vermoedelijk de effecten van angstconditionering op een auditieve voorwaardelijke prikkel bemiddelt (zie Calhoun & Tye, 2015; Herry & Johansen, 2014). Het geluidssignaal van een auditorium voorwaardelijke prikkel reist van de mediale geniculateus van de thalamus om de amygdala direct te bereiken, of indirect via de auditieve cortex De amygdala beoordeelt aan de hand van eerdere ontmoetingen de emotionele betekenis van het geluid en activeert vervolgens de geschikte respons circuits voorbeel, gedragscircuits in het periaqueductale grijs en sympathische circuits in de hypothalamus.

Contextuele Angstwaardering en de Hippocampus

Studying That Suits You

Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

Quiz Team

Related Documents

Biopsychology of Emotion PDF

More Like This

Untitled
110 questions

Untitled

ComfortingAquamarine avatar
ComfortingAquamarine
Untitled
44 questions

Untitled

ExaltingAndradite avatar
ExaltingAndradite
Untitled
6 questions

Untitled

StrikingParadise avatar
StrikingParadise
Untitled Quiz
50 questions

Untitled Quiz

JoyousSulfur avatar
JoyousSulfur
Use Quizgecko on...
Browser
Browser