Frans - Nederlands Vocabulary Quiz

Wat is de juiste vertaling van 'le mariage'?

Wat betekent 'souvent' in het Nederlands?

Hoe vertaal je 'je n'ai pas faim' naar het Nederlands?

Wat is de betekenis van 'sympa'?

Wat betekent 'là-bas'?

Wat is de correcte vertaling van 'regarder'?

Wat betekent 'on vient'?

Wat is de Nederlandse vertaling van 'tout le monde'?

Wat betekent 'changement' in het Nederlands?

Wat is de vertaling van 'mignon(ne)'?

Frans - Nederlands vocabulary

le mariage - het huwelijk
la fête - het feest
le cousin, la cousine - de neef, de nicht
tout le monde - iedereen
j'attends - ik wacht (op)
un/une autre - een ander(e)
là-bas - daar(ginds)
à coté de - naast
souvent - vaak
parfois - soms
mignon(ne) - schattig
pénible - lastig
sympa - aardig, leuk
le/la pauvre - de arme ziel
en train de - bezig met
on vient - we komen
je n'ai pas faim - ik heb geen honger
regarder - kijken (naar)
partager - delen
changer - veranderen

Questions and Answers

Tu as des frères et sœurs? - Heb jij broers en zussen?
Oui, j'ai une petite sœur de dix ans. - Ja, ik heb een zusje van tien.
Elle est comment? - Hoe is zij?
Elle est adorable. Mais, parfois elle est pénible. - Ze is schattig. Maar soms is ze lastig.
Qu'est-ce que vous aimez faire ensemble? - Wat doen jullie graag samen?
On aime regarder la télé. - We kijken graag tv.

Test je kennis van Franse en Nederlandse woordenschat met deze quiz. Je zult vocabulaire leren dat je helpt om zinnen correct te vertalen. Probeer zoveel mogelijk vragen goed te beantwoorden!