Frans examen theorie Hoofdstukken 1 en 2
8 Questions
0 Views

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to Lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Wat moet je doen bij de schrijfoefening?

  • Je moet een fictief verhaal over een sporter schrijven.
  • Je moet een sport kiezen en jouw mening daarover geven. (correct)
  • Je moet je favoriete sport uitleggen.
  • Je moet een verslag schrijven over sportgeschiedenis.
  • Welke elementen moeten worden ingevuld bij de tekst over sporten?

  • Spelers, scores, soort sport en clubnaam.
  • Naam, spelers, teams en soort sport. (correct)
  • Naam, leeftijd, sport en trainingsschema.
  • Soort sport, locatie, spelers en coach.
  • Wat moet je niet doen bij het communiceren?

  • Onthouden wie de zender en ontvanger zijn.
  • Formele zinnen gebruiken als de situatie informeel is. (correct)
  • Jezelf voorstellen aan de ontvanger.
  • Zorgvuldig letten op het evaluatiekader.
  • Wat is een belangrijk aspect bij het combineren van zinnen?

    <p>De juiste pronom relatif moet gebruikt worden. (B)</p> Signup and view all the answers

    Wat is een reproche in de context van het examen?

    <p>Het maken van verwijten. (C)</p> Signup and view all the answers

    Welke optie is een correcte structuur voor het uitleggen van een spel?

    <p>Stappen geven in volgorde van het spelverloop. (B)</p> Signup and view all the answers

    Wat moet je NIET doen als je positief of negatief reageert op een uitnodiging?

    <p>Formeel blijven ongeacht de situatie. (C)</p> Signup and view all the answers

    Wat moet je doen bij het ordenen van prentjes van een spel?

    <p>Ze in de volgorde van spelverloop zetten. (D)</p> Signup and view all the answers

    Flashcards

    Frans examen

    Een Frans examen zonder toezicht, waarbij je twee hoofdstukken moet kennen. Het eerste hoofdstuk helemaal en het tweede hoofdstuk alleen ER1-2.

    Vragen over sport

    Je moet prenten van sporten herkennen, een sport kiezen en uitleggen waarom, en een tekst over sporten analyseren. Je moet ook fiches invullen met informatie zoals naam, spelers en soort sport.

    Tekst analyse

    Zinnen uit een tekst over sporten combineren tot een nieuwe zin met een correct pronom relatif. Het moet inhoudelijk correct zijn.

    Tekst vragen

    Antwoorden op vragen over een sporttekst en verantwoorden wanneer het antwoord fout is. (waar/fout)

    Signup and view all the flashcards

    Bericht sturen

    Een bericht schrijven met een duidelijke structuur en correct gebruik van formele/informele communicatie. Gebruik geen "le nom est..." of "le nombre de est...".

    Signup and view all the flashcards

    Reageren op iets

    Positief of negatief reageren op een uitnodiging.

    Signup and view all the flashcards

    Spellen uitleggen

    Spelletjes uitleggen aan de hand van foto's of nederlandse woorden en de volgorde van het spel.

    Signup and view all the flashcards

    Communicatiemodel

    De structuur van een bericht/communicatie, rekening houdend met formele/informele aspecten. Gebruik het evaluatiekader om te structureren. Een kladblok als eerste stap, gevolgd door een fiche technique.

    Signup and view all the flashcards

    Study Notes

    Frans examen theorie

    • Het examen heeft geen toezicht.
    • Twee hoofdstukken moeten gekend zijn.
    • De eerste helemaal en de tweede (alleen ER1-2).
    • Schrijfopdracht: kies een sport en geef uitleg waarom je die sport zou willen beoefenen.
    • Prentjes van sporten: benoem de sporten.
    • Text over sporten: vul fiches met informatie over de sport.

    Vragen

    • Naam.
    • Spelers.
    • Ploegen.
    • Soort sport.
    • Twee stukken tekst over sporten combineren.
    • Zinnen combineren met correcte pronoms relatifs.
    • Vraagjes over de tekst (juist/fout).
    • Rechtvaardigen waarom een antwoord fout zou zijn.
    • Bericht sturen: communicatiemodel formeel/informeel.

    Andere punten uit examen theorie

    • Evaluatiekader bekijken.
    • Fiche technique: teksten maken voor structuur.
    • Woordenboek (vocabulaire) voor activiteiten.
    • Reacties op uitnodigingen (positief/negatief) formuleren.
    • Klachten (reproches) formuleren.
    • Conditioneel passé gebruiken.
    • Spelletjes: foto's of woorden.
    • Spelverloop uitleggen.
    • Kaartspel uitleggen in stappen.
    • Prentjes in volgorde plaatsen.
    • Stappen van een spel verwoorden.
    • Introducties voor een minder bekend sport uitleggen.
    • Oefeningen maken.
    • Oefeningen controleren op volledigheid van vragen/leerstoflijst.

    Studying That Suits You

    Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

    Quiz Team

    Related Documents

    Description

    Bereid je voor op het Frans examen met deze quiz over de theorie van hoofdstukken 1 en 2. Je loopt door verschillende onderwerpen, zoals het combineren van teksten en het formuleren van klachten. Leer alles wat je nodig hebt om te slagen, van vervoegingen tot sportterminologie.

    More Like This

    Use Quizgecko on...
    Browser
    Browser