Filosofie Glossarium Hoofdstuk 2

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to Lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Welke filosoof staat bekend om de uitspraak dat de oerstof water is?

  • Plato
  • Thales (correct)
  • Socrates
  • Zeno

Stoïcisme is gericht op het nastreven van passies en het vermijden van onberoerdheid.

False (B)

Wat is een teleologische verklaring?

Een verklaring vanuit doelgerichtheid.

Volgens Plato is de ______ de transcendente wereld waarin het prototype van dingen bestaat.

<p>Vormenwereld</p> Signup and view all the answers

Koppel de volgende filosofen aan hun belangrijkste bijdragen:

<p>Pythagoras = Wiskundige structuur van de wereld Socrates = Onderwijst sofisten over definities Seneca = Stoïcijnse filosofie Zeno = Illustratie van niet-bestaande beweging</p> Signup and view all the answers

Wat is de centrale idee van het epicurisme?

<p>Het streven naar genot zonder overdaad en het uitbannen van vrees. (B)</p> Signup and view all the answers

Heraclitus geloofde dat alles constant verandert.

<p>True (A)</p> Signup and view all the answers

Noem de grondlegger van het neoplatonisme.

<p>Plotinus</p> Signup and view all the answers

De opvatting van Protagoras stelt dat __________ de maat is van alle dingen.

<p>de mens</p> Signup and view all the answers

Koppel de volgende filosofen aan hun belangrijkste opvattingen:

<p>Aristoteles = Ervaring en haalbare verbeteringen Plato = Vormenwereld en dualistische mensvisie Parmenides = Verandering is schijn Protagoras = Relativiteit van waarheid</p> Signup and view all the answers

Wat is een kenmerk van een gesloten samenleving volgens Popper?

<p>Er wordt gestreefd naar kritiekloze perfectie. (B)</p> Signup and view all the answers

Inductie houdt in dat men generaliseert vanuit specifieke observaties.

<p>True (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is de betekenis van ataraxia?

<p>Onverstoordheid</p> Signup and view all the answers

Wie is de natuurfilosoof die de oerstof lucht als onveranderlijk beschouwde?

<p>Anaximenes (B)</p> Signup and view all the answers

Aristoteles was een leerling van Socrates.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is de visie van Leucippus en Democritus met betrekking tot objecten?

<p>Atomisme</p> Signup and view all the answers

Volgens Augustinus vergt verlossing uit de erfzonde de genade van ______.

<p>God</p> Signup and view all the answers

Koppel de filosofen aan hun belangrijkste theorie:

<p>Aristoteles = Teleologische wereldvisie Anaximander = Onbepaalde oerstof Boethius = Probleem van het kwaad Aquino = Filosofie als dienstmaagd van theologie</p> Signup and view all the answers

Wat bedoelt de term 'dubbele waarheid' in de filosofie?

<p>Wat in de filosofie waar is, kan onwaar zijn in de theologie (D)</p> Signup and view all the answers

Cynisme benadrukt materiële rijkdom als essentieel voor geluk.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

De ontologische bewijsvoering van Anselmus stelt dat God het grootste is wat _____ kan worden gedacht.

<p>gedacht</p> Signup and view all the answers

Flashcards

Stoïcisme

Een school die streeft naar redelijkheid en onberoerdheid door zich boven de passies en tegenslagen te verheffen.

Vormen (Plato)

De volmaakte prototypes van alle dingen in de wereld, volgens Plato. Ze bestaan in de Vormenwereld en we kunnen ze herinneren tijdens onze tijd op aarde.

Universaliaprobleem

De vraag of naast concrete objecten, die niet op meerdere plaatsen tegelijk kunnen zijn, ook eigenschappen bestaan die dat wel kunnen.

Vormenwereld

Volgens Plato is dit een transcendente wereld waar de perfecte Vormen bestaan.

Signup and view all the flashcards

Socrates

De leraar van Plato, bekend om zijn socratische dialoogmethode, waarbij hij sofisten ondervroeg over hun definities.

Signup and view all the flashcards

Abstractie (Aristoteles)

Kennis van vormen ontstaat door ervaring met onvolmaakte benaderingen en door het abstraheren van hun verschillen.

Signup and view all the flashcards

Apeiron (Anaximander)

Een onbepaalde oerstof die aan de basis ligt van alle verandering.

Signup and view all the flashcards

Anaximenes

Lucht is de oerstof en verandering ontstaat door verdunning of verdichting van lucht.

Signup and view all the flashcards

Anselmus

Een ontologisch godsbewijs: God wordt eerst gedefinieerd als het grootste denkbare. Vervolgens wordt beargumenteerd dat het grootste denkbare niet alleen als denkobject, maar ook als reëel object moet bestaan. Want anders zou God niet het grootste denkbare zijn.

Signup and view all the flashcards

Aquino

De filosofie staat in dienst van de theologie. Theologie is de uiteindelijke basis voor alle andere disciplines.

Signup and view all the flashcards

Aristoteles

Aristoteles geloofde dat Vormen in de dingen zelf bestaan, en had een teleologische wereldvisie (alles streeft naar een doel) en een pragmatische ethiek en politiek.

Signup and view all the flashcards

Augustinus

Naast goede daden en boetedoening is Gods genade nodig voor verlossing van de erfzonde. Taalverwerving is voornamelijk gebaseerd op ostensieve definities.

Signup and view all the flashcards

Atomisme (Leucippus & Democritus)

Objecten, inclusief de ziel, bestaan uit tijdelijke clusters van ondeelbare atomen.

Signup and view all the flashcards

Epicurisme

De filosofische stroming die streeft naar genot zonder overdaad en het wegnemen van angst, om zo onverstoordheid (ataraxia) te bereiken.

Signup and view all the flashcards

Ervaring (Aristoteles)

De ervaring die door ouder te worden en veel mee te maken te krijgen, inzicht creëert.

Signup and view all the flashcards

Gesloten samenleving

De idee dat een perfecte samenleving kan worden gecreëerd die niet meer evolueert en kritiek onderdrukt.

Signup and view all the flashcards

Heraclitus

De natuurfilosoof die gelooft dat alles constant verandert, niets blijft hetzelfde.

Signup and view all the flashcards

Inductie

De gedachtegang waarbij men vanuit specifieke ervaringen algemene conclusies trekt.

Signup and view all the flashcards

Logica

De tak van de filosofie die onderzoekt hoe ons denken gestructureerd moet zijn om tot juiste conclusies te komen.

Signup and view all the flashcards

Natuurfilosofen

Filosofen die probeerden te begrijpen wat het onveranderlijke is dat ten grondslag ligt aan alle verandering.

Signup and view all the flashcards

Neoplatonisme

De filosofische school die, met Plotinus als grondlegger, beargumenteert dat God volmaakt en in eeuwige rust is, en dat de werkelijkheid een uitstorting van God is.

Signup and view all the flashcards

Study Notes

Glossarium Hoofdstuk 2

  • Abstractie (Aristoteles): Kennis van vormen wordt verkregen door onvolmaakte waarnemingen te analyseren en hun verschillen te negeren.

  • Anaximander: Natuurfilosoof die geloofde dat het onveranderlijke beginsel van alle verandering een onbepaalde oerstof is (apeiron).

  • Anaximenes: Natuurfilosoof die geloofde dat lucht het onveranderlijke beginsel was en verandering optrad door verdunning of verdichting ervan.

  • Anselmus: Scholastische filosoof die een ontologisch godsbewijs ontwikkelde. Het argument gaat uit van de gedachte dat God het grootste denkbare is en dat het grootste denkbare ook echt moet bestaan.

  • Aquino: Scholastische filosoof die de filosofie als instrument/opvolger van de theologie zag. Theologie was de hoogste wetenschap.

  • Aristoteles: Leerling van Plato die meer gericht was op praktische ervaring. Geloofde dat Vormen alleen in de dingen zelf bestonden en had een teleologische kijk op de wereld.

  • Augustinus: Vroeg-middeleeuwse filosoof die geloofde dat verlossing van de erfzonde zowel door goede daden als Gods genade verkregen kan worden.

  • Atomisme (Leucippus en Democritus): Visie dat objecten en de ziel uit ondeelbare atomen bestaan die zich tijdelijk samenvoegen.

  • Boethius: Vroeg-middeleeuwse filosoof die in zijn werk Over de Vertroosting van de Wijsbegeerte het probleem van het kwaad besprak.

  • Causale verklaring: Verklaring van een gebeurtenis op basis van de oorzaak.

  • Cynisme: Hellenistisch school die zich focussen op zelfgenoegzaamheid en behoefteloosheid. Diogenes was een extreem voorbeeld hiervan.

  • Deductie: Logisch proces waarbij conclusies getrokken worden uit axioma's en premissen.

  • Dubbele waarheid: Idee van Siger van Brabant dat iets waar in filosofie onwaar kan zijn in theologie, en andersom.

  • Epicurisme: School die genot (maar zonder overdaad) en vermijding van angst belangrijk vond voor geluk.

  • Ervaring (Aristoteles): Kennis verkregen door persoonlijke ervaring en observatie.

Vanaf pagina 2

  • Gesloten samenleving (Popper): Een samenleving die geen kritiek tolereert en geen ruimte biedt voor verandering.

  • Heraclitus: Natuurfilosoof die beweerde dat alles in constante verandering is.

  • Inductie: Proces van het generaliseren van observaties tot algemene conclusies.

  • Logica: Discipline die de principes van correct denken bestudeert.

  • Natuurfilosofen: Presocratische filosofen die op zoek waren naar de onveranderlijke beginselen van de natuur.

  • Neoplatonisme: School met Plotinus als grondlegger; wereld is een emanatie/uitstorting van God.

  • Open samenleving (Popper): Samenleving die kritiek, discussie en verandering toelaat.

  • Parmenides: Presocratische filosoof die beweerde dat verandering illusoor is.

  • Plato: Leerling van Socrates die geloofde in een aparte Vormenwereld van perfecte ideeën.

  • Pragmatisch (Aristoteles): Aristoteles' benadering is gebaseerd op observatie en praktische toepassing van kennis.

  • Protagoras: Sofist die beweerde dat waarheid relatief is.

  • Pyrrhonisme: Sceptische school die zich richt op het bereiken van onverstoordheid (ataraxie) door oordelen op te schorten.

  • Pythagoras: Presocratische filosoof die de wereld zag als een wiskundige structuur.

  • Scheermes van Ockham: Methodologische regel die de meest eenvoudige uitleg of theorie verkiest.

  • Socrates: Filosoof die via dialoog mensen probeerde te confronteren met hun eigen onwetendheid en hun eigen kennis.

  • Sofisten: Leraars die retoriek gebruikten om studenten te leren argumenten beter te begrijpen.

Vanaf pagina 3

  • Stoïcisme: Filosofische school die zich focuste op leven in overeenstemming met de natuur. Seneca, Epicurus & Aurelius waren belangrijke vertegenwoordigers.

  • Teleologische verklaring: Verklaring gebaseerd op een doelgericht beginsel/reden.

  • Redelijke ziel (Plato): De eeuwige ziel die kennis heeft verkregen van de perfecte Vormen.

  • Thales: Beschouwt als eerste filosoof die probeerde de oorsprong van de wereld te verklaren en water als universeel beginsel zag.

  • Universaliaprobleem: De vraag of algemene eigenschappen of concepten (universalia) echt bestaan.

  • Vormen (Plato): De perfecte, onveranderlijke prototypes/modellen van dingen in de wereld.

  • Vormenwereld (Plato): De wereld van de perfecte Vormen.

  • Zeno: Leerling van Parmenides die probeerde te bewijzen dat beweging onmogelijk was.

Studying That Suits You

Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

Quiz Team

Related Documents

Glossarium Hoofdstuk 2 PDF

More Like This

Ancient Philosophers on Mind and Body
5 questions
Ancient and Modern Philosophers
13 questions
Philosophy Overview: Ancient to Modern
16 questions
Use Quizgecko on...
Browser
Browser