Ethische Stromingen Hoofdstuk 2

Een ethische benadering die een stelling inneemt over wat ethisch juist is.

Een ethische benadering die alleen de situatie beschrijft, zonder een moreel oordeel te geven.

Ethische stromingen die de nadruk leggen op de uitkomst van een handeling.

Ethische stromingen die zich baseren op vooraf bepaalde principes bij het nemen van ethische beslissingen.

De ethische stromingen die afhangen van de persoon die de handeling uitvoert.

Ethische stromingen die geen rekening houden met de persoon die handelt, maar focussen op de handeling zelf.

Bij beginselethiek wordt gekeken naar de intentie achter een handeling en of die voldoet aan ethische principes.

Het is niet altijd mogelijk om de intentie van iemand te achterhalen.

Een goede intentie garandeert niet altijd een ethisch juiste handeling.

Deugdethiek kijkt naar de persoon die handelt en niet naar de handeling zelf.

Discoursethiek focust op de interactie tussen mensen en hoe ethische beslissingen tot stand komen in de dialoog.

Het ethisch juiste wordt in discoursethiek bepaald tijdens de communicatie tussen mensen.

Het ethisch juiste wordt in de deugdethiek gelijkgesteld met de persoon die handelt.

Een moreel principe dat stelt dat je moet handelen op een manier waarvan je zou willen dat het een universele wet wordt.

Een ethische theorie die stelt dat we onze morele plichten moeten volgen, ongeacht de gevolgen.

Een imperatief die afhangt van specifieke omstandigheden of doelen.

De vraag of een handeling ethisch is, wordt beantwoord door te bepalen of het een algemene wet kan worden.

Een Duitse filosoof die bekend staat om zijn werk over ethiek, metafysica en kennisleer.

Een wereld waarin iedereen steelt en eigendom niet meer veilig is.

Een wereld waarin niemand steelt en eigendom veilig is.

De morele waarde van een handeling is gebaseerd op de intentie van de persoon die handelt, niet op de gevolgen.

Deugdenethiek is een ethische benadering die zich richt op het karakter en de deugden van een persoon, in plaats van op specifieke regels of gevolgen van acties.

Morele deugden zijn goede karaktereigenschappen die iemand helpen om ethisch te handelen, zoals eerlijkheid, moed en verantwoordelijkheid.

Intellectuele deugden zijn vaardigheden en eigenschappen die je helpen om te denken en te leren, zoals wijsheid, kennis en kritisch denkvermogen.

Volgens Aristoteles kan je een deugdelijk bestaan leiden door te streven naar zowel morele als intellectuele deugden.

Het utilitarisme is een ethische theorie die stelt dat de beste handeling degene is die het meeste geluk voor het grootste aantal mensen oplevert.

Het argument van de calculus in het utilitarisme legt de nadruk op het kwantificeren van geluk, wat kan leiden tot het negeren van belangrijke ethische kwesties.

Een ethische theorie moet rekening houden met aspecten die niet meetbaar zijn, zoals emoties en intuïtie.

Het utilitarisme kan te snel aandacht besteden aan oppervlakkige kwesties en belangrijke ethische vraagstukken over het hoofd zien.

Deze ethische vraag onderzoekt of het nastreven van eigen genot een basis kan zijn voor goed handelen.

Een kosten-baten analyse die de korte en lange termijn gevolgen van een handeling beoordeelt. Het doel is om de keuze te vinden die het meeste genot of nut oplevert voor de meeste mensen.

Een van de twee basisprincipes van het utilitarisme. Het morele nut van een handeling wordt beoordeeld op basis van de daadwerkelijke uitkomsten. Alle andere overwegingen, zoals intenties of deugdzaamheid, zijn irrelevant.

Een van de twee basisprincipes van het utilitarisme. Het grootste geluk voor zoveel mogelijk mensen moet het doel zijn. Algemeen welzijn is de optelsom van individueel welzijn.

Volgens Bentham is lust en onlust meetbaar. De eigenschappen van deze ervaringen, zoals intensiteit, duur en gevolgen, kunnen gekwantificeerd worden.

Het utilitarisme is pragmatisch en gericht op het bereiken van een nuttig doel.

Het utilitarisme kan nuttig zijn voor het publieke beleid om reële lotsverbetering te realiseren voor zoveel mogelijk mensen.

Het beginsel van wederkerigheid stelt dat we ons moeten afvragen of we zelf zouden willen dat onze handelingen een universele wet zouden zijn, met andere woorden: behandel anderen zoals je door hen behandeld wilt worden.

Het beginsel van universaliteit stelt dat jouw handelen een aanvaardbare universele regel moet kunnen zijn die door ieder weldenkend mens gewaardeerd wordt.

Dit beginsel stelt dat we de mens nooit als een middel, maar altijd als een doel op zich moeten zien. Ieder mens heeft intrinsieke waarde en verdient respect.

Een casus waarin iemand moet kiezen tussen liegen om een ander te beschermen en de waarheid vertellen, ondanks de mogelijke negatieve gevolgen.

Het voordeel van de categorische imperatief is dat het een duidelijke richting geeft aan hoe we moeten handelen, door altijd toepasbare verplichtingen te creëren.

Een nadeel van de categorische imperatief is dat het in sommige situaties kan leiden tot ongewenste uitkomsten, zoals in het geval van de Casus 8: Liegen of ik schiet!.