Podcast
Questions and Answers
Wat beschrijft een indifferentiecurve?
Wat beschrijft een indifferentiecurve?
- De voorkeuren van een consument voor productcombinaties die hetzelfde nut opleveren (correct)
- De hoeveelheid goederen die kunnen worden geproduceerd
- De totale kosten van alle producten
- De prijs van een product
Hoe verder de indifferentiecurve van de oorsprong ligt, hoe lager het nut dat de consument ervaart.
Hoe verder de indifferentiecurve van de oorsprong ligt, hoe lager het nut dat de consument ervaart.
False (B)
Wat gebeurt er met de budgetlijn als het inkomen van de consument stijgt?
Wat gebeurt er met de budgetlijn als het inkomen van de consument stijgt?
De budgetlijn verschuift naar rechts.
Een budgetlijn geeft de combinaties van _________ en _________ die een consument kan kopen.
Een budgetlijn geeft de combinaties van _________ en _________ die een consument kan kopen.
Koppel de volgende termen aan hun beschrijving:
Koppel de volgende termen aan hun beschrijving:
Welke van de volgende opties heeft geen invloed op de budgetlijn?
Welke van de volgende opties heeft geen invloed op de budgetlijn?
De consument zal altijd kiezen voor de productcombinatie met het hoogste budget.
De consument zal altijd kiezen voor de productcombinatie met het hoogste budget.
Wat is de 'ceteris paribus'-clausule?
Wat is de 'ceteris paribus'-clausule?
Wat is het doel van investeringsgoederen?
Wat is het doel van investeringsgoederen?
Regionale clustering verwijst naar ondernemingen die actief zijn in verschillende sectoren binnen een bepaalde regio.
Regionale clustering verwijst naar ondernemingen die actief zijn in verschillende sectoren binnen een bepaalde regio.
Wat is een referentiejaar in de context van het BBP?
Wat is een referentiejaar in de context van het BBP?
De ______ curve toont de verschillende combinaties van goederen die een consument kan kopen binnen zijn budget.
De ______ curve toont de verschillende combinaties van goederen die een consument kan kopen binnen zijn budget.
Wat zijn consumptiegoederen?
Wat zijn consumptiegoederen?
Koppel de termen aan hun juiste beschrijving:
Koppel de termen aan hun juiste beschrijving:
Nanotechnologie richt zich op producten die op grote schaal worden geproduceerd.
Nanotechnologie richt zich op producten die op grote schaal worden geproduceerd.
Wat wordt verstaan onder marktvraag?
Wat wordt verstaan onder marktvraag?
Wat is de vraagcurve?
Wat is de vraagcurve?
Vaste kosten veranderen altijd wanneer de productie verandert.
Vaste kosten veranderen altijd wanneer de productie verandert.
Hoe bereken je de break-evenafzet?
Hoe bereken je de break-evenafzet?
Als de verkoopomzet (GO) kleiner is dan de gemiddelde variabele kosten (GVK), dan __________ de producent de productie.
Als de verkoopomzet (GO) kleiner is dan de gemiddelde variabele kosten (GVK), dan __________ de producent de productie.
Koppel de volgende termen aan hun juiste beschrijving:
Koppel de volgende termen aan hun juiste beschrijving:
Wat gebeurt er met de productie als GO = GVK?
Wat gebeurt er met de productie als GO = GVK?
De collectieve vraagcurve toont de totale vraag van alle producten in een economie.
De collectieve vraagcurve toont de totale vraag van alle producten in een economie.
Wat is het doel van een break-evenanalyse?
Wat is het doel van een break-evenanalyse?
Flashcards
Nationaal inkomen
Nationaal inkomen
Het totale inkomen van alle mensen in een land, ongeacht waar ze werken.
(Petro)chemie
(Petro)chemie
Ondernemingen die aardolie verwerken tot producten zoals plastic.
Consumptiegoederen
Consumptiegoederen
Goederen en diensten die gezinnen kopen om hun behoeften te vervullen.
Investeringsgoederen
Investeringsgoederen
Signup and view all the flashcards
Nanotechnologie
Nanotechnologie
Signup and view all the flashcards
Referentiejaar
Referentiejaar
Signup and view all the flashcards
Regionale clustering
Regionale clustering
Signup and view all the flashcards
BBP in volume
BBP in volume
Signup and view all the flashcards
Vraagcurve
Vraagcurve
Signup and view all the flashcards
Vraag
Vraag
Signup and view all the flashcards
Break-evenafzet
Break-evenafzet
Signup and view all the flashcards
Break-evenomzet
Break-evenomzet
Signup and view all the flashcards
Vaste kosten
Vaste kosten
Signup and view all the flashcards
Variabele kosten
Variabele kosten
Signup and view all the flashcards
GVK
GVK
Signup and view all the flashcards
GO
GO
Signup and view all the flashcards
Indifferentiecurve
Indifferentiecurve
Signup and view all the flashcards
Indifferentieveld
Indifferentieveld
Signup and view all the flashcards
Budgetlijn
Budgetlijn
Signup and view all the flashcards
Budgetwijziging
Budgetwijziging
Signup and view all the flashcards
Keuzeprobleem
Keuzeprobleem
Signup and view all the flashcards
Ceteris Paribus
Ceteris Paribus
Signup and view all the flashcards
Productcombinaties
Productcombinaties
Signup and view all the flashcards
Study Notes
Economie - Productie en Kosten
- Het bruto binnenlands product (bbp) is de totale toegevoegde waarde die binnen een bepaalde periode (meestal een jaar) wordt gerealiseerd door alle ondernemingen in een land. Het is de totale productie van alle ondernemingen en overheden in een land.
- Het bbp kan worden uitgedrukt in lopende prijzen (bbp in werkelijke prijzen) of in volume (bbp in vaste prijzen). Bbp in lopende prijzen gebruikt de prijzen van het betreffende jaar, terwijl bbp in volume de prijzen van een referentiejaar gebruikt om veranderingen in productie te meten.
- Het bruto nationaal product (bnp) houdt rekening met grensarbeiders. Het meet de toegevoegde waarde gecreëerd door de inwoners van een land, ongeacht waar ze werken.
- Regionale clusters zijn regio's met bedrijven uit dezelfde sector, vaak innovatief en investeerend in onderzoek. Deze clusters dragen vaak een significant deel van het bbp bij.
Economie - Consumentengedrag
- Consumenten maken keuzes rekening houdend met nutsmaximalisatie en hun beschikbaar budget.
- Indifferentiecurves geven grafisch de combinaties van goederen weer die voor een consument evenveel nut hebben. Hoger gelegen curves vertegenwoordigen meer nut.
- De budgetlijn geeft de combinaties van goederen aan die een consument met een bepaald budget kan kopen.
- Een verandering in het budget (inkomen) verandert de helling en positie van de budgetlijn.
- Een prijsverandering van een goed beïnvloedt de helling van de budgetlijn (meer of minder van dat goed kan worden gekocht met hetzelfde budget).
Economie - Producentengedrag
- Kosten: Kosten bestaan uit vaste (constante) kosten (die onafhankelijk zijn van de productie) en variabele kosten (die afhankelijk zijn van de productie). Totale kosten zijn de som van vaste en variabele kosten. Gemiddelde kosten, marginale kosten en variabele kosten worden uitgedrukt per eenheid output.
- Opbrengsten: Totale opbrengsten zijn de totale inkomsten van een producent, berekend als prijs maal afzet. Gemiddelde opbrengsten en Marginale opbrengsten worden uitgedrukt per verkochte eenheid.
- Optimale productie: De optimale productie-uitvoer bevindt zich op het punt waar de marginale opbrengsten gelijk zijn aan de marginale kosten.
- Break-even: Break-even punt = het punt waarbij de totale kosten gelijk zijn aan de totale opbrengsten, geen winst of verlies.
Studying That Suits You
Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.
Related Documents
Description
Deze quiz behandelt de concepten van bruto binnenlands product (bbp) en bruto nationaal product (bnp). Je leert hoe deze economische indicatoren worden berekend en hun invloed op de economie begrijpen. Ontdek ook de rol van regionale clusters in de productie en waardecreatie.
