Podcast
Questions and Answers
Wat gebeurt er met de budgetlijn bij een inkomensstijging?
Wat gebeurt er met de budgetlijn bij een inkomensstijging?
- De budgetlijn wordt steiler
- De budgetlijn verschuift evenwijdig naar rechts (correct)
- De budgetlijn blijft hetzelfde
- De budgetlijn verschuift evenwijdig naar links
Vaste kosten veranderen niet bij productie verhoging.
Vaste kosten veranderen niet bij productie verhoging.
True (A)
Wat zijn totale kosten (TK) en hoe worden ze berekend?
Wat zijn totale kosten (TK) en hoe worden ze berekend?
TK = TVK + TCK
De formule voor gemiddelde kosten (GK) is GK = TK / _____
De formule voor gemiddelde kosten (GK) is GK = TK / _____
Wat betekent het wanneer marginale opbrengsten gelijk zijn aan marginale kosten?
Wat betekent het wanneer marginale opbrengsten gelijk zijn aan marginale kosten?
Een onderneming is winstgevend als de totale kosten hoger zijn dan de totale opbrengsten.
Een onderneming is winstgevend als de totale kosten hoger zijn dan de totale opbrengsten.
Noem een voorbeeld van variabele kosten.
Noem een voorbeeld van variabele kosten.
De formule voor totale opbrengsten (TO) is TO = P * _____
De formule voor totale opbrengsten (TO) is TO = P * _____
Koppel de kosten met hun beschrijvingen:
Koppel de kosten met hun beschrijvingen:
Welke van de volgende uitspraken is waar met betrekking tot marktonderzoek?
Welke van de volgende uitspraken is waar met betrekking tot marktonderzoek?
Wat wordt het nominale bbp genoemd?
Wat wordt het nominale bbp genoemd?
Het bruto nationaal product (bnp) houdt alleen rekening met de toegevoegde waarde binnen het land.
Het bruto nationaal product (bnp) houdt alleen rekening met de toegevoegde waarde binnen het land.
Wat is de functie van de indifferentiecurve?
Wat is de functie van de indifferentiecurve?
Het _____ gefocust op regio's waar bedrijven uit dezelfde sector innovaties doen.
Het _____ gefocust op regio's waar bedrijven uit dezelfde sector innovaties doen.
Match de termen met hun juiste beschrijving:
Match de termen met hun juiste beschrijving:
Waarom is het belangrijk om onderscheid te maken tussen bbp in lopende prijzen en bbp in volume?
Waarom is het belangrijk om onderscheid te maken tussen bbp in lopende prijzen en bbp in volume?
Alle bedrijven binnen één cluster zijn van dezelfde grootte.
Alle bedrijven binnen één cluster zijn van dezelfde grootte.
Wat toont de budgetlijn aan?
Wat toont de budgetlijn aan?
Bruto nationaal inkomen (bni) is gelijk aan _____.
Bruto nationaal inkomen (bni) is gelijk aan _____.
Welke van de volgende clusters is niet genoemd als belangrijk in België?
Welke van de volgende clusters is niet genoemd als belangrijk in België?
Flashcards
Bruto binnenlands product (bbp)
Bruto binnenlands product (bbp)
De totale toegevoegde waarde in een land, berekend over een bepaalde periode (meestal 1 jaar), inclusief de productie van bedrijven en de overheid.
Bbp in lopende prijzen
Bbp in lopende prijzen
Het bbp berekend met de prijzen van het desbetreffende jaar (nominale bbp).
Bbp in volume (vaste prijzen)
Bbp in volume (vaste prijzen)
Het bbp berekend met de prijzen van een referentiejaar (reële bbp).
Bruto nationaal product (bnp)
Bruto nationaal product (bnp)
Signup and view all the flashcards
Regionale clustering
Regionale clustering
Signup and view all the flashcards
Indifferentiecurve
Indifferentiecurve
Signup and view all the flashcards
Indifferentieniveau
Indifferentieniveau
Signup and view all the flashcards
Budgetlijn
Budgetlijn
Signup and view all the flashcards
Nut
Nut
Signup and view all the flashcards
Keuzeprobleem
Keuzeprobleem
Signup and view all the flashcards
Verschuiving budgetlijn (inkomen)
Verschuiving budgetlijn (inkomen)
Signup and view all the flashcards
Vaste kosten
Vaste kosten
Signup and view all the flashcards
Variabele kosten
Variabele kosten
Signup and view all the flashcards
Totale Kosten (TK)
Totale Kosten (TK)
Signup and view all the flashcards
Marginale kosten (MK)
Marginale kosten (MK)
Signup and view all the flashcards
Gemiddelde Kosten (GK)
Gemiddelde Kosten (GK)
Signup and view all the flashcards
Totale Opbrengsten (TO)
Totale Opbrengsten (TO)
Signup and view all the flashcards
Winstmaximalisatie
Winstmaximalisatie
Signup and view all the flashcards
Productie stopzetten
Productie stopzetten
Signup and view all the flashcards
Marktonderzoek
Marktonderzoek
Signup and view all the flashcards
Study Notes
Bruto binnenlands product (bbp)
- BBP = Totale toegevoegde waarde in een land, berekend over een jaar.
- Geeft de geaggregeerde productie van alle bedrijven en de overheid weer.
BBP in volume en lopende prijzen
- BBP in lopende prijzen: Berekend met de prijzen van dat jaar.
- Voorbeeld: BBP 2021 met prijzen van 2021 = Nominaal BBP.
- BBP in volume (vaste prijzen): Berekend met prijzen van een referentiejaar.
- Voorbeeld: BBP 2021 met prijzen van 2016 = Reële BBP.
Bruto nationaal product (bnp)
- BNP = Toegevoegde waarde door inwoners van een land, zowel binnen als buiten het land.
- Houdt rekening met grensarbeiders.
- Bruto nationaal inkomen (BNI): Gelijk aan BNP, maar inclusief inkomsten van inwoners die in het buitenland werken.
Regionale clustering
- Regionale clusters: Regio's waar bedrijven uit dezelfde sector veel innovaties en onderzoek doen.
- Voorbeelden in België: Nanotechnologie (Leuven), Biotechnologie (Gent), Petrochemie (Antwerpen).
Het keuzeprobleem
- Consumenten maken keuzes rekening houdend met nut en beschikbaar budget.
De indifferentiecurve
- Toont combinaties van producten met hetzelfde nut.
- Consumenten zijn indifferent tussen combinaties op dezelfde indifferentiecurve.
- Hoe verder van de oorsprong, hoe hoger het nut.
Het budget
- Budgetlijn: Grafische weergave van combinaties die een consument met zijn budget kan kopen.
- Houdt rekening met prijzen en inkomen.
- Bij inkomensstijging verschuift de budgetlijn evenwijdig naar rechts.
Kosten
- Vaste kosten: Blijven gelijk ongeacht de productie (bijvoorbeeld huur, afschrijvingen).
- Variabele kosten: Veranderen met de productieomvang (lonen van werknemers, grondstoffen).
- Totale kosten (TK): De som van vaste en variabele kosten.
Opbrengsten
- Totale opbrengsten (TO): Prijs x hoeveelheid.
- Gemiddelde opbrengsten (GO): Totale opbrengsten gedeeld door hoeveelheid.
- Marginale opbrengsten (MO): Toename in totale opbrengsten bij een toename in productie.
Productie bij winstmaximalisatie
- Maximale winst bij gelijkheid van marginale opbrengst en marginale kosten (MO=MK).
- Totale winst: Verschil tussen totale opbrengsten en totale kosten.
De productie stopzetten
- Productie stopt wanneer de opbrengsten per eenheid lager zijn dan de kosten per eenheid (GO<GK)
- Of wanneer de totale opbrengsten lager zijn dan de vaste kosten (TO<TCK).
Break-evenanalyse
- Break-evenafzet: Het aantal verkochte eenheden waarbij geen winst of verlies wordt gemaakt. Break-evenafzet= vaste kosten / (verkoopprijs - variabele kosten per eenheid)
- Break-evenomzet: De omzet bij break-evenafzet. Break-evenomzet = Break-evenafzet x verkoopprijs
Synthese: De aanbodcurve en het keuzeproces op lange termijn
- Individuele aanbodcurve: Tient de hoeveelheid goederen die een producent tegen verschillende prijzen aanbiedt, bepaald door MK (marginale kosten) en GO (gemiddelde opbrengst). De producent zal aanbieden als GO >= GVK (gemiddelde variabele kosten)
- Collectieve aanbodcurve: De optelsom van individuele aanbodcurves. Marktvevraag verschuift door veranderingen in productiekosten en technologie.
- Lange termijn aanbod verandering: Door schaalvoordelen kunnen kosten dalen, door nieuwe producenten kunnen prijzen dalen.
Groei door te innoveren
- Marktverzadiging zorgt voor innovatie van producten of technologieën.
- Twee vormen van innovatie: productaanpassing (verbetering van bestaande producten) en nieuwe producten (ontwikkeling van complete nieuwe producten).
Groeien door samen te werken
- Samenwerkingsvormen: Fusies (twee ondernemingen vormen één nieuwe), Joint ventures (bedrijven starten samen een project), Overnames (één onderneming koopt een andere).
- Doelen bij samenwerking: Schaalvoordelen, gedeelde risico's, versterkte marktpositie, toegang tot nieuwe technologieën.
Groeimodellen
- Ansoff-model geeft een overzicht van groeistrategieën (Marktpenetratie: bestaande producten op bestaande markten, Productontwikkeling: nieuwe producten op bestaande markten, Marktontwikkeling: bestaande producten op nieuwe markten, Diversificatie: nieuwe producten op nieuwe markten).
- Marktpenetratie = bestaande producten in bestaande markt verbeteren. Productontwikkeling = nieuwe producten in bestaande markt. Marktontwikkeling = bestaande producten in nieuwe markt. Diversificatie = nieuwe producten in nieuwe markt.
Doelgericht ondernemen
- Continue winstgevendheid en doelen bereiken als marktleider. Mogelijke doelstellingen: marktleider worden, assortiment uitbreiden, geografisch uitbreiden, stimuleren van innovatie en tevredenheid van aandeelhouders.
- Belang van duurzaamheid reduceren van grondstoffen en milieuvriendelijk produceren.
Winstgevend of niet?
- Winst is aanwezig als totale opbrengsten hoger zijn dan totale kosten (TO>TK)
Marketingmix
- Marktonderzoek: Begrijpen van potentiële klanten.
- Marketingmix (4 P's): Product (kenmerken), Prijs (concurrentiegericht, inclusief kortingen), Plaats (distributie), Promotie (reclamecampagnes, social media). Uitbreiding naar 7 P's (personeel, proces, Fysieke omgeving)
Resultaten optimaliseren
- Optimalisatie met marketingmix: Analyse van opbrengsten en kosten om gerichte acties te ondernemen (investering in naamsbekendheid, prijsaanpassingen, reclame).
- Optimalisatie door kostenreductie: Lagere kosten (efficiënte processen, technologie, grondstoffen, logistieke optimalisaties.).
Studying That Suits You
Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.
Related Documents
Description
Test je kennis over het bruto binnenlands product (bbp) en het bruto nationaal product (bnp). Deze quiz behandelt de basisprincipes van bbp, inclusief berekeningen in lopende prijzen en volume, evenals regionale clustering van sectoren. Ontdek hoe deze economische indicatoren het nationale welzijn weerspiegelen.