Economie: Kosten en Mededinging

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to Lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson
Download our mobile app to listen on the go
Get App

Questions and Answers

Wat gebeurt er met de gemiddelde totale kosten (GTK) als er meer geproduceerd wordt in het geval van schaalvoordelen?

  • GTK blijven gelijk
  • GTK dalen (correct)
  • GTK stijgen
  • GTK fluctueren

De minimum efficiënte schaal (MES) is de grootste hoeveelheid waarbij de gemiddelde totale kosten minimaal zijn.

False (B)

Wat zijn de totale constante kosten (TCK)?

Constante kosten van niet-variabele (vaste) input.

De kortetermijn totale kostenfunctie is gelijk aan _______ + _______.

<p>TVK(Q), TCK</p> Signup and view all the answers

Koppel de kostenfuncties aan hun beschrijvingen:

<p>TVK = Totale kosten van variabele productiefactoren TCK = Vaste kosten die niet variëren met output KTK = Totale kosten bij productie met minimale kosten GK = Gemiddelde totale kosten per eenheid output</p> Signup and view all the answers

Wat is de relatie tussen de KTK curve en de GK curve?

<p>De GK curve vormt een envelop rond de set van verschillende KTK curves (C)</p> Signup and view all the answers

De KMK(Q) is de afgeleide van KTK(Q) en geeft de helling van de korte-termijn totale kostenfunctie aan.

<p>True (A)</p> Signup and view all the answers

Wat zijn toepassingsvoordelen?

<p>Wanneer de totale kosten bij productie van 2 goederen door 1 onderneming lager zijn dan door 2 ondernemingen.</p> Signup and view all the answers

Wat is de belangrijkste voorwaarde voor een onderneming om winst te maximaliseren in een situatie van volledige mededinging?

<p>De prijs moet gelijk zijn aan de marginale kosten (P = MK). (A)</p> Signup and view all the answers

In een oligopolie zijn er veel aanbieders die allemaal dezelfde producten aanbieden.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Wat betekent het dat een onderneming prijsnemer is?

<p>De onderneming kan de marktprijs niet beïnvloeden en moet de prijs accepteren die de markt biedt.</p> Signup and view all the answers

De __________ zijn kosten die niet afhankelijk zijn van de productiehoeveelheid Q.

<p>vaste kosten</p> Signup and view all the answers

Koppel de kenmerken van volledige mededinging aan hun beschrijving:

<p>Gefragmenteerde industrie = Veel vragers en aanbieders, geen invloed op marktprijs Homogeen product = Producten zijn identiek en uitwisselbaar Perfecte informatie = Alle actoren hebben toegang tot dezelfde informatie Gelijke toegang tot middelen = Toegang tot dezelfde technologie en productiefactoren</p> Signup and view all the answers

Wat gebeurt er als de prijs groter is dan de marginale kosten in winstmaximalisatie?

<p>De onderneming kan de productie verhogen om de winst te vergroten. (D)</p> Signup and view all the answers

Verzonken kosten zijn kosten die niet veranderd kunnen worden door de productiehoeveelheid aan te passen.

<p>True (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is het doel van een onderneming in een competitieve markt?

<p>Winstmaximalisatie.</p> Signup and view all the answers

Wat betekent de term 'invisible hand' in de context van een markt van volledige mededinging?

<p>Het is het idee dat de markt spontaan optimale uitkomsten bereikt (C)</p> Signup and view all the answers

Deadweight loss (DWL) ontstaat als gevolg van een efficiënte allocatie van middelen.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Wat zijn de twee componenten van totale welvaart op de markt?

<p>Consumentenoverheid (CS) en producentensurplus (PS)</p> Signup and view all the answers

Accijns is een belasting op een specifiek product, waarbij de producent een vast bedrag per verkochte eenheid aan de overheid afdraagt, zoals bij ______.

<p>benzine</p> Signup and view all the answers

Koppel de volgende overheidsinterventies aan hun effecten:

<p>Belastingen = Vermindert totale welvaart Subsidies = Verhoogt vraag Maximumprijzen = Beperkt de aanbod Minimumprijzen = Verhoogt de productie kosten</p> Signup and view all the answers

Wat is het gevolg van overheidsinterventies in markten van volledige mededinging?

<p>Afwijkingen van de uitkomsten onder volledige mededinging (D)</p> Signup and view all the answers

Marktefficiëntie is een maat voor het procentuele welvaartsverlies door afwijkingen van het evenwicht in perfecte competitie.

<p>True (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is de primaire reden voor de overheid om te interveniëren in markten van volledige mededinging?

<p>Sociale of politieke redenen</p> Signup and view all the answers

Wat gebeurt er met een bedrijf bij een prijs lager dan de shut-down prijs?

<p>Het bedrijf stopt met produceren. (C)</p> Signup and view all the answers

Bij lange termijn evenwicht kan een bedrijf economische winst maken.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Wat impliceert de lange termijn evenwicht voor de minimale efficiënte schaal (MES)?

<p>Het aantal ondernemingen in evenwicht is gelijk aan de marktvraag gedeeld door de minimum efficiënte schaal.</p> Signup and view all the answers

In de korte termijn, wanneer de prijs gelijk is aan de _____, maximaliseert het bedrijf zijn winst.

<p>marginale kosten</p> Signup and view all the answers

Match de termen met hun beschrijvingen:

<p>Shut-down prijs = De prijs onder welke een bedrijf stopt met produceren Kortetermijn aanbodcurve = Toont de aangeboden hoeveelheid bij elke mogelijke marktprijs Lange termijn evenwicht = Situatie waarin alle kosten te vermijden zijn Economische winst = Winst boven de normale winst</p> Signup and view all the answers

Wat is een gevolg als een bedrijf verlies maakt op de korte termijn?

<p>Het bedrijf kan de productie blijven handhaven. (B)</p> Signup and view all the answers

Alle kosten zijn te vermijden bij lange termijn evenwicht.

<p>True (A)</p> Signup and view all the answers

Bij volledige mededinging, wat is de relatie tussen vraag en aanbod in het competitieve evenwicht?

<p>Vraag is gelijk aan aanbod.</p> Signup and view all the answers

Wat is een voorbeeld van een handelsbelemmering?

<p>Importquota van 0 (A)</p> Signup and view all the answers

Een monopolist kan winst maximaliseren door een prijs onder de marginale kosten te zetten.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is de helling van de vraagcurve voor een monopolist?

<p>Negatief</p> Signup and view all the answers

De formule voor winstmaximalisatie voor een monopolist is Max pi(Q) = ______(Q) - TK(Q).

<p>TO</p> Signup and view all the answers

Koppel de volgende termen aan hun beschrijvingen:

<p>Mark-up = Verschil tussen prijs en marginale kosten Lerner Index = Maatstaf voor marktmacht Marginale opbrengst = Afgeleide van de totale opbrengst Prijselasticiteit van de vraag = Gevoeligheid voor prijsveranderingen</p> Signup and view all the answers

Wanneer is de optimale prijs voor een monopolist meestal hoger dan de marginale kosten?

<p>Als de monopolist geen verliezen lijdt (D)</p> Signup and view all the answers

Een monopolist kan geen positieve economische winst realiseren.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Wat gebeurt er met de totale opbrengst als de marginale opbrengst gelijk is aan 0?

<p>Totale opbrengst is maximaal.</p> Signup and view all the answers

Wat is een voorbeeld van een structurele toetredingsbelemmering?

<p>Schaalvoordelen (B)</p> Signup and view all the answers

Een monopolie is altijd voordeliger voor consumenten.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Wat moet de kosten van het produceren van de laatste eenheid in plant 1 gelijk zijn aan?

<p>Kosten in plant 2</p> Signup and view all the answers

Een _____ is een groep ondernemingen die samenwerkt om de prijs en productie op een markt te bepalen.

<p>kartel</p> Signup and view all the answers

Koppel de verschillende soorten toetredingsbelemmeringen aan hun voorbeelden:

<p>Structurele = Schaalvoordelen Wettelijke = Patenten Strategische = Reputatie</p> Signup and view all the answers

Wat is de optimale allocatie tussen productie-eenheden?

<p>MK1 = MK2 (C)</p> Signup and view all the answers

Maximale winst kan verhoogd worden door productie te heralloceren naar de productie-eenheid met lagere marginale kosten.

<p>True (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is de rol van de overheid bij een monopolie?

<p>Interventie op de productmarkt</p> Signup and view all the answers

Flashcards

Schaalvoordelen

De gemiddelde totale kosten (GTK) dalen naarmate de productieomvang toeneemt. Dit komt door specialisatie en ondeelbare productiefactoren.

Schaalnadelen

De gemiddelde totale kosten (GTK) stijgen naarmate de productieomvang toeneemt. Dit komt door managementproblemen en inefficiëntie bij grotere organisaties.

Minimum Efficiënte Schaal (MES)

De kleinste hoeveelheid productie waarbij de gemiddelde totale kosten (GTK) het laagst zijn.

Totale variabele kostenfunctie (TVK)

De productiefunctie die de totale kosten weergeeft van variabele productiefactoren om een bepaalde hoeveelheid (Q) te produceren tegen minimale kosten.

Signup and view all the flashcards

Totale constante kosten (TCK)

De constante kosten die niet veranderen met de productieomvang.

Signup and view all the flashcards

Korte-termijn totale kostenfunctie (KTK)

De totale kosten om een hoeveelheid (Q) te produceren met de korte-termijn kostenminimaliserende combinatie van inputs.

Signup and view all the flashcards

Gemiddelde totale kosten (KGK)

De gemiddelde totale kosten (KGK) berekend als de som van de gemiddelde variabele kosten (GVK) en de gemiddelde constante kosten (GCK).

Signup and view all the flashcards

Marginale kosten (KMK)

De marginale kosten (KMK) zijn de verandering in de totale kosten wanneer de productie met één eenheid toeneemt.

Signup and view all the flashcards

Marginale opbrengst (MO)

De verandering in de totale opbrengst als gevolg van een verandering in het productievolume.

Signup and view all the flashcards

Winstmaximaliserende output (Q*)

De winstmaximaliserende output voor een onderneming, waarbij MO gelijk is aan MK. Dit betekent dat de extra opbrengst van het produceren van een extra eenheid gelijk is aan de extra kosten van het produceren van die eenheid.

Signup and view all the flashcards

Shut-down prijs (Ps)

De prijs waarbij een bedrijf net genoeg variabele kosten dekt om te blijven produceren.

Signup and view all the flashcards

Verzonken kosten (sunk costs)

De kosten die al gemaakt zijn en niet meer terug te verdienen zijn, ongeacht of er geproduceerd wordt of niet.

Signup and view all the flashcards

Niet-verzonken kosten

De vaste kosten die wel vermijdbaar zijn, afhankelijk van de productie.

Signup and view all the flashcards

Volledige mededinging

Een model dat de markt beschrijft met veel aanbieders en vragers, elk met een verwaarloosbaar klein marktaandeel, waardoor individuele bedrijven geen invloed kunnen uitoefenen op de marktprijs.

Signup and view all the flashcards

Shut-down Point

Een bedrijf maakt verlies als de prijs lager is dan de gemiddelde variabele kosten. De onderneming zal dan stoppen met produceren om verdere verliezen te voorkomen, ook al worden de vaste kosten niet terugverdiend.

Signup and view all the flashcards

Korte-termijn marktaanbodcurve

De aangeboden hoeveelheid in de markt voor iedere mogelijke marktprijs, waarbij alle ondernemingen hun korte-termijn beslissingen nemen. Dit is de horizontale sommatie van de individuele korte-termijn aanbodcurves van alle bedrijven in de markt.

Signup and view all the flashcards

Lange-termijn marktaanbodcurve

De aangeboden hoeveelheid in de markt voor iedere mogelijke marktprijs, waarbij alle bedrijven hun lange-termijn beslissingen nemen. Alle lange-termijn aanpassingen zijn gemaakt (zoals het intreden of uittreden van bedrijven).

Signup and view all the flashcards

Korte-termijn evenwicht

De winstmaximaliserende outputbeslissing van een bedrijf op de korte termijn. De bedrijf produceert waar de marginale kosten gelijk zijn aan de prijs.

Signup and view all the flashcards

Lange-termijn evenwicht

Winst is nul en de prijs is gelijk aan de gemiddelde totale kosten. Dit punt betekent dat de onderneming geen winst meer kan maken, maar ook niet verlies maakt.

Signup and view all the flashcards

Lange-termijn evenwicht in een perfect competitieve markt

Een situatie waarin de marktprijs gelijk is aan de minimum efficiënte schaal (MES). Dit betekent dat er geen winst meer kan worden gemaakt door bedrijven die in de markt toetreden.

Signup and view all the flashcards

Aantal bedrijven in het lange-termijn evenwicht

Het aantal bedrijven in een markt in het lange-termijn evenwicht is gelijk aan de marktvraag in evenwicht gedeeld door de minimum efficiënte schaal (MES).

Signup and view all the flashcards

Wat is een monopolie?

Een monopolist is de enige onderneming die een bepaald goed produceert en verkoopt aan meerdere kopers. Dit betekent dat ze de enige aanbieder zijn en de prijs van het goed kunnen bepalen.

Signup and view all the flashcards

Hoe maximaliseert een monopolist zijn winst?

De winst van een monopolist wordt gemaximaliseerd wanneer de marginale opbrengst gelijk is aan de marginale kosten (MO = MK). Dit punt geeft de optimale hoeveelheid aan die de monopolist moet produceren.

Signup and view all the flashcards

Waarom kan een monopolist de prijs bepalen?

De monopolist kan de prijs van een product bepalen omdat er geen directe concurrenten zijn. De prijs wordt bepaald door de inverse marktvraagcurve en hangt af van de hoeveelheid die de monopolist aanbiedt.

Signup and view all the flashcards

Wat is marginale opbrengst (MO)?

De marginale opbrengst (MO) is de verandering in de totale opbrengst wanneer de hoeveelheid met één eenheid toeneemt. Bij een monopolist is de MO altijd lager dan de gemiddelde opbrengst (GO).

Signup and view all the flashcards

Hoe hoog kan een monopolist de prijs boven de marginale kosten zetten?

Een monopolist kan de prijs hoger zetten dan de marginale kosten. De mate waarin de prijs boven de marginale kosten ligt, hangt af van de prijselasticiteit van de vraag.

Signup and view all the flashcards

Wat is de Lerner Index?

De Lerner Index is een maatstaf voor de marktmacht van een monopolist. De index wordt berekend als het verschil tussen de prijs en de marginale kosten, gedeeld door de prijs.

Signup and view all the flashcards

Wanneer produceert een monopolist?

Een monopolist zal alleen produceren als de gemiddelde totale kosten lager zijn dan de prijs. Dit zorgt ervoor dat de monopolist geen verlies maakt en winst kan maken.

Signup and view all the flashcards

Heeft een monopolist een aanbodcurve?

Een monopolist bepaalt de hoeveelheid en de prijs van het product tegelijkertijd. Dit betekent dat de monopolist geen aanbodcurve heeft, zoals in een perfecte competitieve markt.

Signup and view all the flashcards

Monopolie

Een monopolie is een marktvorm waarbij er slechts één aanbieder is van een product of dienst. Dit geeft de monopolist veel macht om de prijs te bepalen. De consument heeft geen alternatief en moet de prijs accepteren.

Signup and view all the flashcards

Minimum efficiënte schaal en monopolie

De totale vraag moet relatief laag zijn ten opzichte van de minimum efficiënte schaal van de productie. Dit is wanneer de kosten per eenheid het laagst zijn. In deze situatie is het efficiënter om een monopolie te hebben omdat de productie met de laagste kosten kan worden gerealiseerd.

Signup and view all the flashcards

Efficiënte middelenallocatie in perfecte mededinging

In een markt van volledige mededinging worden middelen efficiënt toegewezen wanneer de prijs van een product gelijk is aan de marginale kosten van de productie. Dit betekent dat alle consumenten die bereid zijn de marktprijs te betalen het product kunnen kopen en alle producenten die bereid zijn het product tegen die prijs te verkopen, kunnen produceren.

Signup and view all the flashcards

Monopolie-DWL

Het verschil in welzijn tussen de welvaart van de consument in een perfect concurrerende markt en de welvaart van de consument in een monopolie. Dit betekent dat het monopolie een deel van de welvaart van de consument in beslag neemt door de prijs hoger te zetten dan de marginale kosten.

Signup and view all the flashcards

Structurele toetredingsbelemmeringen

Structurele toetredingsbelemmeringen zijn factoren die het voor potentiële concurrenten onmogelijk of erg lastig maken om toe te treden tot een markt. Deze barrières kunnen door de aard van de markt of de branche ontstaan.

Signup and view all the flashcards

De onzichtbare hand

De onzichtbare hand, een concept van Adam Smith, verwijst naar het mechanisme in een vrije markt dat, zonder enige bewuste planning of interventie, zorgt voor een optimale allocatie van middelen. Consumenten en producenten, die enkel hun eigen belang nastreven, creëren onbedoeld een sociaal wenselijke uitkomst.

Signup and view all the flashcards

Multi-plant monopolie

Een multi-plant monopolie is een monopolist die meer dan één productiefaciliteit heeft (plants) om een bepaald product te produceren.

Signup and view all the flashcards

Deadweight loss (DWL)

Deadweight loss (DWL) is het verlies aan welzijn dat optreedt wanneer de hoeveelheid geproduceerde en geconsumeerde goederen lager of hoger is dan de efficiënte hoeveelheid. Dit resulteert in een lagere netto economische baten (consumentensurplus + producentensurplus).

Signup and view all the flashcards

Productiekartel

Een productiekartel is een afspraak tussen twee of meer ondernemingen die samenwerken om de prijs en de productie op een markt te bepalen. De ondernemingen gedragen zich als een monopolie, waardoor de consument de negatieve gevolgen van een monopolie ervaart.

Signup and view all the flashcards

Overheidsinterventies in perfecte mededinging

Overheidsinterventies zoals belastingen, subsidies, maximumprijzen of minimumprijzen kunnen de vrije werking van de markt beïnvloeden en leiden tot een inefficiënte allocatie van middelen, wat resulteert in deadweight loss.

Signup and view all the flashcards

Marginale kosten multi-plant monopolie

De marginale kosten van een monopolie met meerdere fabrieken (multi-plant) worden bepaald door de som van de marginale kosten van elke individuele fabriek. In een multi-plant monopolie worden de producten van de fabrieken toegevoegd om de totale productie te verkrijgen.

Signup and view all the flashcards

Totale welvaart

De totale welvaart in een markt wordt bepaald door de som van het consumentensurplus (CS) en het producentensurplus (PS).

Signup and view all the flashcards

Partiële evenwichtsanalyse

Partiële evenwichtsanalyse richt zich op de prijs en hoeveelheid in één specifieke markt, terwijl de prijzen in andere markten als gegeven worden beschouwd. Deze benadering is een vereenvoudiging van de realiteit.

Signup and view all the flashcards

Optimale allocatie in een multi-plant monopolie

Een monopolist met meerdere fabrieken moet de productie over de fabrieken verdelen om de winst te maximaliseren. De optimale productie-aantallen voor elke fabriek worden bereikt wanneer de marginale kosten van de laatste eenheid in elke fabriek gelijk zijn. Op deze manier worden de kosten efficiënt verdeeld.

Signup and view all the flashcards

Accijns

Een accijns is een belasting die wordt geheven op de productie of verkoop van een specifiek product. De producenten dragen de belasting af, wat kan leiden tot een prijsstijging en een verlaging van de geconsumeerde hoeveelheid.

Signup and view all the flashcards

Marktefficiëntie

Marktefficiëntie meet het procentuele welvaartsverlies dat optreedt door af te wijken van de ideale allocatie van middelen in perfecte mededinging.

Signup and view all the flashcards

Study Notes

Week 8: Productiefuncties en kostenminimalisatie

  • Bedrijven gebruiken productiefuncties (Q = f(K, L)) om output (Q) te produceren met verschillende combinaties van inputs (K en L).
  • Isoquanten: punten op een lijn die dezelfde output (Q) leveren.
  • Lange termijn: alle inputs (K en L) zijn aanpasbaar.
  • Korte termijn: Sommige inputs zijn vast (vaak kapitaal K).
  • Productiekosten: de kostprijs van de inputs (arbeid en kapitaal).
  • Totale kosten (TK): TK = wL + rK (w = prijs arbeid, r = prijs kapitaal).
  • Isokostenlijn: toont combinaties van inputs die dezelfde totale kosten opleveren.
  • Minimalisatieprobleem op lange termijn: bedrijf minimaliseert totale kosten (TK) voor een gegeven productievolume (Q).
  • Interne oplossing: bij optimale productie waarbij beide inputs (K en L) positief zijn
  • Optimaliteitsvoorwaarde: de helling van de isokostenlijn is gelijk aan de helling van de isoquant.
  • Hoekoplossing: bij optimale productie waarbij één input gelijk aan 0 is.
  • Comparatieve statica: analyse van veranderingen in de optimale inputcombinaties bij veranderingen in output of inputprijzen.
    • Normale productiefactor: de inputcombinatie neemt toe bij een stijging in de output.
    • Inferieure productiefactor: de inputcombinatie neemt af bij een stijging in de output.
    • Expansiepad: toont de kostenminimaliserende inputcombinaties bij variërende outputniveaus.

Korte-termijn kostenminimalisatie

  • Korte termijn: kapitaal (K) is vast.
  • Totale variabele kosten (TVK): kosten van variabele inputs.
  • Totale constante kosten (TCK): kosten van vaste inputs.
  • Totale kosten (TK): TK = TVK + TCK

Week 9: Productiefuncties en lange-termijn kostenfuncties

  • Lange-termijn kostenfunctie: geeft het verband weer tussen geminimaliseerde totale kosten (TK) en productievolume (Q) voor gegeven inputprijzen.
  • Verandering in factorprijzen: verandering in optimale productie-input-combinaties.
  • Kostenminimalisatie met vaste kapitaalinput: minimale kosten van productie met een vast kapitaalniveau, gebaseerd op veranderingen in de variabelen inputs.
  • Interpretatie van de lange-termijn kostencurve: de relatie tussen de geminimaliseerde totale kosten van een onderneming bij variërende outputniveaus, rekening houdend met constante kosten voor basis inputs.

Week 10: Volledige Mededinging

  • Volledige mededinging: Markt met veel kleine vragers en aanbieders van hetzelfde product.
  • Prijsnemers: individuele bedrijven hebben geen invloed op de prijs in de markt.
  • Winstmaximalisatie: MO (Marginale opbrengst) = MK (Marginale kosten).
  • Prijsnemer: in volledige mededinging is de prijs bepaald door de markt.
  • Prijs = MO.
  • Evenwicht op korte termijn: individuele producent maximaliseert korte termijn winst.
  • Evenwicht op lange termijn: economische winst is nul, P=GK=MK.

Week 11: Monopolie

  • Monopolie: markt met slechts één aanbieder.
  • Prijszetter: monopolist bepaalt de prijs.
  • Winstmaximalisatie: MO = MK.
  • Vraagcurve is dalend en MO ligt onder de vraagcurve.
  • Monopolie winsten kunnen voortbestaan als het produceren van het product door slechts één monopolist goedkoper is, dan door meerdere producenten.

Week 12: Winstmaximalisatie voor monopolie en Prijsdiscriminatie

  • Monopolistische winstmaximalisatie: Monopolisten maximaliseren de winst door het productievolume te kiezen waar MO = MK.
  • Prijsdiscriminatie: Wanneer verschillende consumenten verschillende prijzen betalen voor hetzelfde product.

Week 13-15: Prijsdiscriminatie en Natuurlijke Monoplies

  • Perfect prijsdiscriminatie: monopolist rekent iedere consument zijn reservatieprijs.
  • Derdegraads prijsdiscriminatie: differentiatie naar groep.
  • Twee-delig tarief: Prijs bestaat uit een vast tarief en een eenheidstarief.
  • Natuurlijke monopolie: Een situatie waarbij een enkel bedrijf de hele markt efficiënt kan bedienen op lange termijn.
  • Regulering van natuurlijke monopolies: De overheid reguleert de prijs en de winst van natuurlijke monopolies om een efficiënt marktevenwicht te behouden.

Studying That Suits You

Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

Quiz Team

Related Documents

Use Quizgecko on...
Browser
Browser