Economie: Kosten en Mededinging
48 Questions
0 Views

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Wat gebeurt er met de gemiddelde totale kosten (GTK) als er meer geproduceerd wordt in het geval van schaalvoordelen?

  • GTK blijven gelijk
  • GTK dalen (correct)
  • GTK stijgen
  • GTK fluctueren
  • De minimum efficiënte schaal (MES) is de grootste hoeveelheid waarbij de gemiddelde totale kosten minimaal zijn.

    False

    Wat zijn de totale constante kosten (TCK)?

    Constante kosten van niet-variabele (vaste) input.

    De kortetermijn totale kostenfunctie is gelijk aan _______ + _______.

    <p>TVK(Q), TCK</p> Signup and view all the answers

    Koppel de kostenfuncties aan hun beschrijvingen:

    <p>TVK = Totale kosten van variabele productiefactoren TCK = Vaste kosten die niet variëren met output KTK = Totale kosten bij productie met minimale kosten GK = Gemiddelde totale kosten per eenheid output</p> Signup and view all the answers

    Wat is de relatie tussen de KTK curve en de GK curve?

    <p>De GK curve vormt een envelop rond de set van verschillende KTK curves</p> Signup and view all the answers

    De KMK(Q) is de afgeleide van KTK(Q) en geeft de helling van de korte-termijn totale kostenfunctie aan.

    <p>True</p> Signup and view all the answers

    Wat zijn toepassingsvoordelen?

    <p>Wanneer de totale kosten bij productie van 2 goederen door 1 onderneming lager zijn dan door 2 ondernemingen.</p> Signup and view all the answers

    Wat is de belangrijkste voorwaarde voor een onderneming om winst te maximaliseren in een situatie van volledige mededinging?

    <p>De prijs moet gelijk zijn aan de marginale kosten (P = MK).</p> Signup and view all the answers

    In een oligopolie zijn er veel aanbieders die allemaal dezelfde producten aanbieden.

    <p>False</p> Signup and view all the answers

    Wat betekent het dat een onderneming prijsnemer is?

    <p>De onderneming kan de marktprijs niet beïnvloeden en moet de prijs accepteren die de markt biedt.</p> Signup and view all the answers

    De __________ zijn kosten die niet afhankelijk zijn van de productiehoeveelheid Q.

    <p>vaste kosten</p> Signup and view all the answers

    Koppel de kenmerken van volledige mededinging aan hun beschrijving:

    <p>Gefragmenteerde industrie = Veel vragers en aanbieders, geen invloed op marktprijs Homogeen product = Producten zijn identiek en uitwisselbaar Perfecte informatie = Alle actoren hebben toegang tot dezelfde informatie Gelijke toegang tot middelen = Toegang tot dezelfde technologie en productiefactoren</p> Signup and view all the answers

    Wat gebeurt er als de prijs groter is dan de marginale kosten in winstmaximalisatie?

    <p>De onderneming kan de productie verhogen om de winst te vergroten.</p> Signup and view all the answers

    Verzonken kosten zijn kosten die niet veranderd kunnen worden door de productiehoeveelheid aan te passen.

    <p>True</p> Signup and view all the answers

    Wat is het doel van een onderneming in een competitieve markt?

    <p>Winstmaximalisatie.</p> Signup and view all the answers

    Wat betekent de term 'invisible hand' in de context van een markt van volledige mededinging?

    <p>Het is het idee dat de markt spontaan optimale uitkomsten bereikt</p> Signup and view all the answers

    Deadweight loss (DWL) ontstaat als gevolg van een efficiënte allocatie van middelen.

    <p>False</p> Signup and view all the answers

    Wat zijn de twee componenten van totale welvaart op de markt?

    <p>Consumentenoverheid (CS) en producentensurplus (PS)</p> Signup and view all the answers

    Accijns is een belasting op een specifiek product, waarbij de producent een vast bedrag per verkochte eenheid aan de overheid afdraagt, zoals bij ______.

    <p>benzine</p> Signup and view all the answers

    Koppel de volgende overheidsinterventies aan hun effecten:

    <p>Belastingen = Vermindert totale welvaart Subsidies = Verhoogt vraag Maximumprijzen = Beperkt de aanbod Minimumprijzen = Verhoogt de productie kosten</p> Signup and view all the answers

    Wat is het gevolg van overheidsinterventies in markten van volledige mededinging?

    <p>Afwijkingen van de uitkomsten onder volledige mededinging</p> Signup and view all the answers

    Marktefficiëntie is een maat voor het procentuele welvaartsverlies door afwijkingen van het evenwicht in perfecte competitie.

    <p>True</p> Signup and view all the answers

    Wat is de primaire reden voor de overheid om te interveniëren in markten van volledige mededinging?

    <p>Sociale of politieke redenen</p> Signup and view all the answers

    Wat gebeurt er met een bedrijf bij een prijs lager dan de shut-down prijs?

    <p>Het bedrijf stopt met produceren.</p> Signup and view all the answers

    Bij lange termijn evenwicht kan een bedrijf economische winst maken.

    <p>False</p> Signup and view all the answers

    Wat impliceert de lange termijn evenwicht voor de minimale efficiënte schaal (MES)?

    <p>Het aantal ondernemingen in evenwicht is gelijk aan de marktvraag gedeeld door de minimum efficiënte schaal.</p> Signup and view all the answers

    In de korte termijn, wanneer de prijs gelijk is aan de _____, maximaliseert het bedrijf zijn winst.

    <p>marginale kosten</p> Signup and view all the answers

    Match de termen met hun beschrijvingen:

    <p>Shut-down prijs = De prijs onder welke een bedrijf stopt met produceren Kortetermijn aanbodcurve = Toont de aangeboden hoeveelheid bij elke mogelijke marktprijs Lange termijn evenwicht = Situatie waarin alle kosten te vermijden zijn Economische winst = Winst boven de normale winst</p> Signup and view all the answers

    Wat is een gevolg als een bedrijf verlies maakt op de korte termijn?

    <p>Het bedrijf kan de productie blijven handhaven.</p> Signup and view all the answers

    Alle kosten zijn te vermijden bij lange termijn evenwicht.

    <p>True</p> Signup and view all the answers

    Bij volledige mededinging, wat is de relatie tussen vraag en aanbod in het competitieve evenwicht?

    <p>Vraag is gelijk aan aanbod.</p> Signup and view all the answers

    Wat is een voorbeeld van een handelsbelemmering?

    <p>Importquota van 0</p> Signup and view all the answers

    Een monopolist kan winst maximaliseren door een prijs onder de marginale kosten te zetten.

    <p>False</p> Signup and view all the answers

    Wat is de helling van de vraagcurve voor een monopolist?

    <p>Negatief</p> Signup and view all the answers

    De formule voor winstmaximalisatie voor een monopolist is Max pi(Q) = ______(Q) - TK(Q).

    <p>TO</p> Signup and view all the answers

    Koppel de volgende termen aan hun beschrijvingen:

    <p>Mark-up = Verschil tussen prijs en marginale kosten Lerner Index = Maatstaf voor marktmacht Marginale opbrengst = Afgeleide van de totale opbrengst Prijselasticiteit van de vraag = Gevoeligheid voor prijsveranderingen</p> Signup and view all the answers

    Wanneer is de optimale prijs voor een monopolist meestal hoger dan de marginale kosten?

    <p>Als de monopolist geen verliezen lijdt</p> Signup and view all the answers

    Een monopolist kan geen positieve economische winst realiseren.

    <p>False</p> Signup and view all the answers

    Wat gebeurt er met de totale opbrengst als de marginale opbrengst gelijk is aan 0?

    <p>Totale opbrengst is maximaal.</p> Signup and view all the answers

    Wat is een voorbeeld van een structurele toetredingsbelemmering?

    <p>Schaalvoordelen</p> Signup and view all the answers

    Een monopolie is altijd voordeliger voor consumenten.

    <p>False</p> Signup and view all the answers

    Wat moet de kosten van het produceren van de laatste eenheid in plant 1 gelijk zijn aan?

    <p>Kosten in plant 2</p> Signup and view all the answers

    Een _____ is een groep ondernemingen die samenwerkt om de prijs en productie op een markt te bepalen.

    <p>kartel</p> Signup and view all the answers

    Koppel de verschillende soorten toetredingsbelemmeringen aan hun voorbeelden:

    <p>Structurele = Schaalvoordelen Wettelijke = Patenten Strategische = Reputatie</p> Signup and view all the answers

    Wat is de optimale allocatie tussen productie-eenheden?

    <p>MK1 = MK2</p> Signup and view all the answers

    Maximale winst kan verhoogd worden door productie te heralloceren naar de productie-eenheid met lagere marginale kosten.

    <p>True</p> Signup and view all the answers

    Wat is de rol van de overheid bij een monopolie?

    <p>Interventie op de productmarkt</p> Signup and view all the answers

    Study Notes

    Week 8: Productiefuncties en kostenminimalisatie

    • Bedrijven gebruiken productiefuncties (Q = f(K, L)) om output (Q) te produceren met verschillende combinaties van inputs (K en L).
    • Isoquanten: punten op een lijn die dezelfde output (Q) leveren.
    • Lange termijn: alle inputs (K en L) zijn aanpasbaar.
    • Korte termijn: Sommige inputs zijn vast (vaak kapitaal K).
    • Productiekosten: de kostprijs van de inputs (arbeid en kapitaal).
    • Totale kosten (TK): TK = wL + rK (w = prijs arbeid, r = prijs kapitaal).
    • Isokostenlijn: toont combinaties van inputs die dezelfde totale kosten opleveren.
    • Minimalisatieprobleem op lange termijn: bedrijf minimaliseert totale kosten (TK) voor een gegeven productievolume (Q).
    • Interne oplossing: bij optimale productie waarbij beide inputs (K en L) positief zijn
    • Optimaliteitsvoorwaarde: de helling van de isokostenlijn is gelijk aan de helling van de isoquant.
    • Hoekoplossing: bij optimale productie waarbij één input gelijk aan 0 is.
    • Comparatieve statica: analyse van veranderingen in de optimale inputcombinaties bij veranderingen in output of inputprijzen.
      • Normale productiefactor: de inputcombinatie neemt toe bij een stijging in de output.
      • Inferieure productiefactor: de inputcombinatie neemt af bij een stijging in de output.
      • Expansiepad: toont de kostenminimaliserende inputcombinaties bij variërende outputniveaus.

    Korte-termijn kostenminimalisatie

    • Korte termijn: kapitaal (K) is vast.
    • Totale variabele kosten (TVK): kosten van variabele inputs.
    • Totale constante kosten (TCK): kosten van vaste inputs.
    • Totale kosten (TK): TK = TVK + TCK

    Week 9: Productiefuncties en lange-termijn kostenfuncties

    • Lange-termijn kostenfunctie: geeft het verband weer tussen geminimaliseerde totale kosten (TK) en productievolume (Q) voor gegeven inputprijzen.
    • Verandering in factorprijzen: verandering in optimale productie-input-combinaties.
    • Kostenminimalisatie met vaste kapitaalinput: minimale kosten van productie met een vast kapitaalniveau, gebaseerd op veranderingen in de variabelen inputs.
    • Interpretatie van de lange-termijn kostencurve: de relatie tussen de geminimaliseerde totale kosten van een onderneming bij variërende outputniveaus, rekening houdend met constante kosten voor basis inputs.

    Week 10: Volledige Mededinging

    • Volledige mededinging: Markt met veel kleine vragers en aanbieders van hetzelfde product.
    • Prijsnemers: individuele bedrijven hebben geen invloed op de prijs in de markt.
    • Winstmaximalisatie: MO (Marginale opbrengst) = MK (Marginale kosten).
    • Prijsnemer: in volledige mededinging is de prijs bepaald door de markt.
    • Prijs = MO.
    • Evenwicht op korte termijn: individuele producent maximaliseert korte termijn winst.
    • Evenwicht op lange termijn: economische winst is nul, P=GK=MK.

    Week 11: Monopolie

    • Monopolie: markt met slechts één aanbieder.
    • Prijszetter: monopolist bepaalt de prijs.
    • Winstmaximalisatie: MO = MK.
    • Vraagcurve is dalend en MO ligt onder de vraagcurve.
    • Monopolie winsten kunnen voortbestaan als het produceren van het product door slechts één monopolist goedkoper is, dan door meerdere producenten.

    Week 12: Winstmaximalisatie voor monopolie en Prijsdiscriminatie

    • Monopolistische winstmaximalisatie: Monopolisten maximaliseren de winst door het productievolume te kiezen waar MO = MK.
    • Prijsdiscriminatie: Wanneer verschillende consumenten verschillende prijzen betalen voor hetzelfde product.

    Week 13-15: Prijsdiscriminatie en Natuurlijke Monoplies

    • Perfect prijsdiscriminatie: monopolist rekent iedere consument zijn reservatieprijs.
    • Derdegraads prijsdiscriminatie: differentiatie naar groep.
    • Twee-delig tarief: Prijs bestaat uit een vast tarief en een eenheidstarief.
    • Natuurlijke monopolie: Een situatie waarbij een enkel bedrijf de hele markt efficiënt kan bedienen op lange termijn.
    • Regulering van natuurlijke monopolies: De overheid reguleert de prijs en de winst van natuurlijke monopolies om een efficiënt marktevenwicht te behouden.

    Studying That Suits You

    Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

    Quiz Team

    Related Documents

    Description

    Dit quiz behandelt de concepten van gemiddelde totale kosten, schaalvoordelen, en de dynamiek in markten zoals volledige mededinging en oligopolie. Test je kennis over de relatie tussen kostenfuncties en hun beschrijvingen. Ideaal voor studenten die de basis van economische principes willen begrijpen.

    Use Quizgecko on...
    Browser
    Browser