Diarree - Algemeen en Anamnese
37 Questions
0 Views

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Wat is de definitie van diarree?

  • De passage van ontlasting met bloed of slijm.
  • De passage van gewone ontlasting meer dan normaal voor het individu.
  • De passage van 5 of meer stevige ontlasting per dag.
  • De passage van 3 of meer losse of vloeibare ontlasting per dag. (correct)
  • Welke van de volgende risicofactoren kan wijzen op een ernstig beloop bij diarree?

  • Aanhoudende of hoge koorts. (correct)
  • Occasionele misselijkheid zonder braken.
  • Hoofdpijn zonder verdere symptomen.
  • Normale eet- en drinkgewoonten.
  • Wat is een belangrijke preventieve maatregel tegen diarree bij kinderen?

  • Het reduceren van voedselinname.
  • Veilig drinkwater en goede sanitaire voorzieningen. (correct)
  • Onvoldoende sanitatie en hygiene.
  • Het vermijden van fysieke activiteit.
  • Welke symptomen kunnen aanwijzingen geven voor dehydratie?

    <p>Frequentie van diarree en mentale status.</p> Signup and view all the answers

    Wanneer is het aangewezen om fecesonderzoek aan te vragen?

    <p>Bij zieke patiënten met hoge koorts en bloed bij de ontlasting.</p> Signup and view all the answers

    Wat is de belangrijkste oorzaak van cholera en hoe wordt het overgedragen?

    <p>Bacteriën door besmet voedsel en water</p> Signup and view all the answers

    Welke symptomatische klacht is het meest kenmerkend voor een cholera-infectie?

    <p>Waterige diarree tot 40x per dag</p> Signup and view all the answers

    Wat is een veelvoorkomende complicatie bij een infectie met Campylobacter jejuni?

    <p>Guillain-Barré syndroom</p> Signup and view all the answers

    Wat is de incubatietijd voor Campylobacter jejuni-infecties?

    <p>1-7 dagen</p> Signup and view all the answers

    Wat is de eerste stap in de behandeling van cholera?

    <p>Rehydratatie</p> Signup and view all the answers

    Welke van de volgende is een serotype van Vibrio cholerae dat geassocieerd wordt met ernstige cholera?

    <p>Serotype O1</p> Signup and view all the answers

    Wat zijn de symptomen van een milde infectie met non O1-O139 serotypes van Vibrio?

    <p>Milde gastro-enteritis</p> Signup and view all the answers

    Welke van de volgende behandelingen is terecht bij een matig tot ernstig beloop van cholera?

    <p>Antibiotica zoals azitromycine</p> Signup and view all the answers

    Wat is een veelvoorkomende complicatie van Shigella-infectie?

    <p>Hemolytisch Uremisch Syndroom (HUS)</p> Signup and view all the answers

    Wat is een belangrijke transmissiewijze van Shigella?

    <p>Feco-orale route</p> Signup and view all the answers

    Welke antibiotica worden gebruikt bij een ernstig beloop van Shigella-infectie?

    <p>Ciprofloxacine</p> Signup and view all the answers

    Wat is een kenmerk van non-tyfeuze Salmonella-infecties?

    <p>Zelflimiterend en klachten houden 3-7 dagen aan</p> Signup and view all the answers

    Wat is de incubatietijd voor non-tyfeuze Salmonella?

    <p>6-48 uur</p> Signup and view all the answers

    Welke serotype van Salmonella is niet geassocieerd met tyfeuze koorts?

    <p>Salmonella dysenteriae</p> Signup and view all the answers

    Wat is een symptoom van tyfeuze Salmonella tijdens de eerste week van ziekte?

    <p>Stepwise fever en bacteriemie</p> Signup and view all the answers

    Welke van de volgende opties is een belangrijke observatie tijdens lichamelijk onderzoek bij een patiënt met Shigella-infectie?

    <p>Hydratietoestand</p> Signup and view all the answers

    Wat is de belangrijkste virulentiefactor van Enterohemorrhagic E.coli (EHEC)?

    <p>Shiga toxin</p> Signup and view all the answers

    Welke van de volgende symptomatologie is kenmerkend voor Enteropathogenic E.coli (EPEC)?

    <p>Geen toxineproductie</p> Signup and view all the answers

    Wat is de mortaliteit zonder gebruik van antibiotica bij de voorgestelde behandeling van een Salmonella typhi infectie?

    <blockquote> <p>15%</p> </blockquote> Signup and view all the answers

    Welk symptoom is niet typisch voor Enteroaggregative E.coli?

    <p>Ernstige buikpijn</p> Signup and view all the answers

    Wat is de aanbevolen behandeling voor een infectie met Salmonella typhi?

    <p>Ceftriaxon of cefotaxim</p> Signup and view all the answers

    Wat zijn de aanbevolen preventiemaatregelen bij het voorkomen van salmonellainfecties?

    <p>Handen wassen na contact met dieren</p> Signup and view all the answers

    Welke eigenschap is niet kenmerkend voor Enteroaggregative E.coli?

    <p>Veroorzaakt altijd ernstige diarree</p> Signup and view all the answers

    Welk percentage van de bloedkweken is positief in gevallen van Salmonella typhi?

    <p>50-70%</p> Signup and view all the answers

    Wat is de belangrijkste oorzaak van waterdunne diarree bij kinderen in ontwikkelingslanden?

    <p>Enterotoxigenische E. coli (ETEC)</p> Signup and view all the answers

    Welke symptomen zijn specifiek voor een infectie met enteroinvasieve E. coli (EIEC)?

    <p>Diarree met bloed en slijm</p> Signup and view all the answers

    Welke behandeloptie is het meest geschikt voor patiënten met milde E. coli-infecties?

    <p>Supportieve zorg is vaak voldoende</p> Signup and view all the answers

    Wat zijn de symptomen van Clostridium difficile infectie?

    <p>Buikpijn, misselijkheid, en anorexie</p> Signup and view all the answers

    Welke soort behandeling kan overwogen worden bij ernstige Clostridium difficile infecties?

    <p>Faeces transplantatie</p> Signup and view all the answers

    Welk type diarree wordt vaak geassocieerd met cholera?

    <p>Rijstwater diarree</p> Signup and view all the answers

    Welke antibiotica zijn meestal aanbevolen voor de behandeling van Clostridium difficile infecties?

    <p>Vancomycine en fidaxomycine</p> Signup and view all the answers

    Wat is een veelvoorkomende complicatie van een Shigella-infectie?

    <p>Hemolytisch-uremisch syndroom (HUS)</p> Signup and view all the answers

    Study Notes

    Diarree - Algemeen

    • Diarree is het passeren van 3 of meer dunne of vloeibare ontlasting per dag, of vaker dan normaal voor de persoon.
    • Diarree is de op een na belangrijkste doodsoorzaak bij kinderen onder de vijf jaar.
    • Diarree is zowel te voorkomen als te behandelen.
    • Elk jaar sterven ongeveer 525.000 kinderen onder de vijf aan diarree.
    • Een aanzienlijk deel van diarreeziekte kan worden voorkomen door veilig drinkwater, goede sanitaire voorzieningen en hygiëne.
    • Wereldwijd zijn er bijna 1,7 miljard gevallen van diarreeziekte bij kinderen per jaar.
    • Diarree is een belangrijke oorzaak van ondervoeding bij kinderen onder de vijf jaar.

    Anamnese (geschiedenis van de ziekte)

    • Frequentie diarree, bloed, slijm, buikpijn
    • Aanwijzingen voor dehydratie: frequentie diarree, eten/drinken, mentale status, diurese, etc.
    • Risicofactoren voor ernstig beloop: blootstelling aan besmettingsbronnen en mate van ziek zijn.

    Lichamelijk onderzoek

    • Koorts, sufheid, verwardheid
    • Ademhaling, pols, bloeddruk
    • Beoordeling abdomen

    Aanvullend onderzoek

    • Faecesonderzoek wordt aangevraagd bij zieke patiënten met aanhoudende of hoge koorts, frequente waterdunne diarree, bloed bij de ontlasting, immuungecompromitteerde patiënten en een verhoogd besmettingsgevaar voor anderen.
    • Diarreeduur langer dan 10 dagen kan ook aanleiding geven tot aanvullend onderzoek.

    Gastro-enteritis

    • Infectie van het spijsverteringskanaal
    • Klachten: buikpijn, diarree, braken, koorts
    • Veroorzaakt door bacteriën, virussen of parasieten

    Vibrio cholerae

    • Gevreesde epidemische ziekte die ‘rijstwater diarree’ veroorzaakt.
    • Transmissie via besmet water en voedsel.
    • Kan tot 14 dagen op voedings middelen overleven.
    • Komma-vormige gram-negatieve bacterie.
    • Produceert een enterotoxine (gifstof) dat tot de secretie van water en elektrolyten leidt.
    • Serotype O1 en O139 veroorzaken de ernstigste vorm.

    Cholera - klachten

    • Incubatietijd 12-72 uur.
    • Waterige diarree (tot 40 keer per dag).
    • Braken.
    • Ernstige dehydratie.
    • Non O1-O139 serotypes: mildere gastro-enteritis.

    Behandeling / Prognose

    • Rehydratie (vloeistoftoediening).
    • Behandeling van elektrolytstoornissen.
    • Antibiotica alleen bij matige tot ernstige ziekte.
    • Mortaliteit 50-70% bij onbehandelde patiënten.

    Andere vibrio’s

    • Vibrio Parahaemolyticus: veroorzaakt zeevruchten geassocieerde gastro-enteritis.
    • Vibrio Vulnificus: veroorzaakt cellulitis or sepsis (bloedvergiftiging).

    Campylobacter jejuni

    • Gram-negatieve staafbacterie.
    • Groeit het best bij 42°C.
    • Groeimedium: "chocolade agar".
    • Infectie van gedomesticeerde dieren: kip en kalkoen in de supermarkt zijn vaak besmet.
    • Verspreiding via direct contact, besmet vlees of drinkwater.
    • Kan gedood worden door verhitting.
    • Wereldwijd de meest voorkomende oorzaak van bacteriële gastro-enteritis.

    C. Jejuni - kliniek

    • Incubatieperiode 1-7 dagen (gemiddeld 3 dagen).
    • Buikpijn en diarree.
    • Koorts, rillingen, malaise, duizeligheid en verwardheid komen bij een derde van de patiënten voor.
    • Bloederige diarree komt bij 15% van de patiënten voor op de derde dag.
    • Bacteriëmie (bacteriën in het bloed).
    • Late complicaties: reactieve artritis, Guillain-Barré syndroom.

    C. Jejuni - Diagnostiek

    • Faeceskweek.
    • Bloedkweek.
    • PCR faeces (kan langer positief blijven).
    • Serologie (bij late complicaties).

    C. Jejuni - Behandeling

    • Meestal 'self limiting': klachten verdwijnen vanzelf.
    • Rehydratie.
    • Correctie van elektrolytstoornissen.
    • Antibiotica alleen bij ernstig beloop of risico op ernstig beloop.
    • Preventie is belangrijk!

    Shigella

    • Gram-negatieve bacterie.
    • Vier serogroepen: S. dysenteriae, S. flexneri, S. boydii, S. sonnei.
    • Transmissie: feco-orale route (via ontlasting).

    Shigella - Kliniek

    • Incubatietijd 1-5 dagen.
    • Hoge koorts, waterige diarree.
    • Bloederige diarree, buikkrampen na enkele dagen.
    • Late complicaties kunnen optreden.

    Shigella - Complicaties

    • Reactieve artritis / Syndroom van Reiter.
    • Hemolytisch uremisch syndroom (HUS): zeldzaam, nierfalen, lage bloedplaatjes, vaker bij kinderen.

    Shigella - Behandeling

    • Antibiotica alleen bij ernstig beloop.
    • Cotrimoxazol, ciprofloxacine, azitromycine.
    • Resistentie neemt toe!

    Salmonella

    • Gastro-enteritis: Non tyfeuze Salmonella
    • Tyfeuze Salmonella: Salmonella Typhi, Salmonella paratyphi

    Salmonella - Bacteriologie

    • Gram-negatieve staafjes.
    • Enterobacteriaceae familie.
    • Beweeglijk.
    • Non-lactose fermenters.
    • Produceert H2S.

    Non tyfeuze Salmonella

    • Zoönose: overdracht via besmette dierlijke producten.
    • Incubatietijd 6-48 uur.
    • Meer dan 2000 serotypes (verschillen in celwand (O) en flagella (H) antigeen).
    • Twee belangrijkste soorten: Salmonella enterica en S. choleraesuis.

    Non Tyfeuze Salmonella - Mechanisme

    • Invasie van epitheelcellen in de dunne darm.
    • Verspreiding naar epitheelcellen.
    • Vrijkomen van prostaglandines, activatie cAMP, vloeistofsecretie.
    • Diarree (zelfde mechanisme als bij Shigella en Yersinia).

    Non tyfeuze Salmonella - Kliniek

    • Milde gastro-enteritis (ook braken).
    • Geen bloed of slijm.
    • Klachten duren 3-7 dagen.
    • Self limiting (klachten verdwijnen vanzelf).
    • Sepsis (bloedvergiftiging).
    • Orgaanbetrokkenheid (osteomyelitis, pneumonie, meningitis) - let op bij patiënten met HIV.

    Tyfeuze Salmonella

    • Typhoid fever.
    • Carrier state (drager zijn van de bacterie).
    • Sepsis.
    • Gastro-enteritis.

    Typhoid fever (tyfus) - Kliniek

    • Eerste week: "Stepwise fever" (koorts die stapsgewijs stijgt) en bacteriëmie.
    • Tweede week: buikpijn, diarree/obstipatie, "rose spots".
    • Derde week: hepatosplenomegalie (vergrote lever en milt), darmbloedingen en perforaties (hyperplasie van Peyers patches), peritonitis en bacteriëmie.

    Tyfeuze Salmonella - Diagnostiek

    • Bloedkweken (positief in 50-70%).
    • Faeceskweken (positief in 30-40%).
    • Serologie.

    Tyfeuze Salmonella - Behandeling

    • Antibiotica zijn belangrijk.

    Tyfeuze Salmonella - Prognose

    • Voor gebruik van antibiotica: mortaliteit >15%, lange duur, 10% terugval, 4% chronisch dragerschap.
    • Met behandeling: mortaliteit lager, maar mogelijk nog 1% na 1 jaar.
    • Hoger risico bij mensen met galstenen.
    • Eradicatie (volledige verwijdering) overwegen bij immuungecompromitteerden en mensen in bepaalde beroepen.

    Preventie

    • Eet geen rauw of onvoldoende gekookt vlees, rauwe eieren.
    • Handen wassen na contact met dieren.
    • Mensen in de voedselindustrie mogen pas werken na negatieve testen.

    E. Coli

    • Gram-negatieve bacterie.
    • Familie Enterobacteriaceae.
    • Meeste vormen leven als commensaal in de darm en veroorzaken geen ziekte.
    • Aantal pathogene stammen.

    Diarreeveroorzakende E. Coli

    • 6 verschillende pathogene mechanismen (met elk eigen epidemiologie):
      • Enteropathogenic E. coli (EPEC)
      • Enterohemorrhagic E. coli (EHEC)
      • Enteroaggregative E. coli (EAEC)
      • Enterotoxigenic E. coli (ETEC)
      • Enteroinvasive E. coli (EIEC)
      • Diffuse-aggregative E. coli (DAEC)

    Enteropathogenic E. Coli (EPEC)

    • Belangrijkste oorzaak van diarree bij kinderen in ontwikkelingslanden.
    • Nauwelijks bij volwassenen.
    • Transmissie via feecaal-orale route.
    • Produceert geen toxinen.

    Enterohemorrhagic E. Coli (EHEC)

    • Produceert "Shiga toxine".
    • Belangrijkste virulentiefactor van deze groep.
    • Kliniek: hemorragische colitis.
    • Hemolytisch uremisch syndroom: acuut nierfalen, anemie, trombocytopenie, neurologische complicaties.
    • Veel serotypes, meest voorkomende is O157:H7.

    Enteroaagregative E. Coli (EAEC)

    • Waterige diarree.
    • Slijm in de ontlasting.
    • Met of zonder bloed.
    • Buikpijn, braken, lage koorts.
    • Meestal acute en self limiting diarree.
    • Soms duur >14 dagen.

    Enterotoxigenic E. Coli (ETEC)

    • Frequente oorzaak van diarree bij kinderen in ontwikkelingslanden en reizigers.
    • Kolonisatiefactoren zorgen voor binding aan celmembraan van de dunne darm.
    • Plasmide-geassocieerde enterotoxines komen vrij.
    • Waterdunne diarree.

    Enteroinvasive E. Coli (EIEC)

    • Invasie van coloncellen.
    • Specifiek voor mucosa van de dikke darm.
    • Endocytose (opname door cel).
    • Verspreiding naar naburige cellen.
    • Weefselvernietiging, ontsteking, necrose en ulceratie.
    • Diarree met bloed en slijm.
    • Moeilijk te onderscheiden van Shigella.

    E. Coli - Behandeling

    • Supportive care (ondersteunende zorg).
    • Meestal self limiting (klachten verdwijnen vanzelf).
    • Antibiotica niet nodig.
    • Bij ernstig zieke patiënten of langdurige klachten: azitromycine of ciprofloxacine.

    Clostridium difficile

    • Sporenvormende, toxine producerende, gram-positieve anaerobe bacterie.
    • Antibiotica geassocieerde colitis (diarree).
    • Meestal uitgelokt door fluorquinolonen, clindamycine, cefalosporines en penicillines.

    Clostridium difficile - Klachten

    • Waterige diarree.
    • Buikpijn.
    • Koorts.
    • Misselijkheid.
    • Anorexie (verminderde eetlust).

    Clostridium difficile - Behandeling

    • Antibiotica: vancomycine, fidaxomycine, metronidazol.
    • Faeces transplantatie: bij ernstige ziekte.

    Faeces Transplantatie

    • Bij ernstige ziekte kan een faeces transplantatie worden overwogen.
    • Via een duodenumsonde of klysma ingebracht.
    • Levert "gezonde bacteriën" aan.

    Studying That Suits You

    Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

    Quiz Team

    Related Documents

    Description

    Dit quiz behandelt de basisinformatie over diarree, inclusief de oorzaak en de impact op kinderen onder de vijf jaar. Daarnaast wordt er aandacht besteed aan de anamnese en lichamelijk onderzoek gerelateerd aan diarree. Test je kennis over dit belangrijke onderwerp en de preventiemogelijkheden.

    More Like This

    Use Quizgecko on...
    Browser
    Browser