De Scramble for Africa en de Kongo-Vrijstaat

Een periode van intense concurrentie tussen Europese mogendheden om kolonies in Afrika, tussen 1870 en 1914.

Een bijeenkomst in 1884-1885 van Europese landen om de verdeling van Afrika in kolonies te regelen.

De overtuiging dat de Europese cultuur en manier van leven superieur waren aan die van Afrikanen.

De Europese perceptie van Afrika als een lege ruimte zonder betekenisvolle culturen of beschavingen.

De vestiging van Europeanen in landen in Afrika om deze te beheersen en exploiteren.

Natuurlijke materialen die nodig zijn voor de industrie, zoals rubber, goud en diamanten.

De sterke trots en loyaliteit aan je eigen land en het streven naar macht en invloed.

De ontwikkeling van fabrieken en machines die de productie van goederen versnellen.

De overtuiging dat de eigen cultuur superieur is aan andere culturen, wat leidt tot het verlangen om andere culturen te veranderen naar het eigen beeld.

De blijvende impact van de koloniale periode op de huidige wereld, waaronder sociale, economische en politieke structuren.

De manier waarop mensen Leopold II doorheen de tijd beoordeelden, vaak gebaseerd op hun eigen perspectief en kennis.

De emotionele en intellectuele reactie die het standbeeld van Leopold II oproept bij verschillende mensen.

Het erkennen, bestuderen en confronteren van de negatieve erfenis van het racisme en kolonisatie, met het doel om verantwoordelijkheid te nemen en te streven naar een meer rechtvaardige toekomst.

Leopold II's sterke wens of drang om een kolonie te bezitten voor België, gedreven door economische, politieke en ideologische motieven.

De redenen waarom Europese landen, waaronder België, kolonies stichtten, zoals het verkrijgen van grondstoffen, nieuwe markten en internationaal aanzien.

Leopold II's interesse in Afrika als een potentiële kolonie, net zoals andere Europese landen die op zoek waren naar koloniaal bezit.

Leopold II verwierf controle over Congo via de oprichting van handelsposten, zoals Leopoldstad (het huidige Kinshasa). Hij beloofde tijdens de Conferentie van Berlijn om van Congo een neutraal gebied te maken met vrije handel en de afschaffing van slavernij, waardoor hij de controle over Congo kon krijgen en zich door de AIC liet benoemen als vorst over het gebied.

De Kongo-Vrijstaat was een kolonie in Centraal-Afrika die door Leopold II werd gesticht tijdens de Conferentie van Berlijn. Hij was de enige machthebber over dit gebied.

De ontdekking van rubber door Dunlop creëerde een enorme vraag naar deze grondstof in de ontwikkelende fiets- en auto-industrie. Congo was rijk aan rubberbomen, wat leidde tot een snelle stijging van de rubberwinning en tot de verrijking van de kolonie.

De enorme vraag naar rubber leidde tot gewelddadige ontginning door de Force Publique. Rubber werd gekaderd als een belasting, en zowel de Kongo-Vrijstaat als bedrijven eisten rubber. De gewelddadige ontginning had een grote menselijke kost, met wreedheden in verschillende delen van de Kongo-Vrijstaat.

Het koloniale leger van de Kongo-Vrijstaat, onder leiding van Europese officieren en met lokale bevolking als soldaten. De Force Publique was verantwoordelijk voor het wrede afdwingen van de rubberquota.

De ontwikkeling van de fiets en de auto in de Industriële Revolutie creëerde een grote vraag naar rubber. De ontdekking van rubber in Congo had een grote impact op de industrialisering.

Naast de wrede rubberontginning vonden er ook andere wreedheden plaats in de Kongo-Vrijstaat door de Force Publique. Deze wreedheden waren niet beperkt tot de regio's Equateur en Kasai waar de rubberwinning plaatsvond.

Leopold II zag Centraal-Afrika als een gebied dat in de duisternis van onbeschaving verkeerde en dat door Europa 'geopend' moest worden voor de beschaving.

Leopold II zag het als zijn missie om Centraal-Afrika te 'openen' voor de beschaving, de duisternis te doorbreken en de lokale bevolking te 'verlichten'.

Leopold II's visie op Centraal-Afrika past binnen het domein van het kolonialisme, waarbij Europese machten andere gebieden veroverden en controleerden.

Naast Leopold II's visie speelden ook andere factoren een rol bij de kolonisatie van Centraal-Afrika, zoals economische belangen, de zoektocht naar grondstoffen, de verspreiding van de christelijke religie en de strijd tegen slavernij - hoewel dit vaak een voorwendsel was.

De AIA werd opgericht door Leopold II na de Aardrijkskundige Conferentie van 1876. Deze organisatie had als doel het verkennen van Centraal-Afrika, maar had in werkelijkheid als doel Leopold II's eigen koloniale ambities te bevorderen.

De AIC werd opgericht door Leopold II met als doel controle te krijgen over het gebied rond de Congorivier. Leopold II maakte gebruik van Henry Morton Stanley om verdragen af te sluiten met lokale stammen en handelsposten te stichten.

Henry Morton Stanley werd door Leopold II ingezet om verdragen af te sluiten met lokale stammen in het gebied rond de Congorivier en om handelsposten te stichten. Dit alles diende om de basis te leggen voor Leopolds koloniale heerschappij.

De verdragen die Henry Morton Stanley namens Leopold II met lokale stammen sloot, werden onder dwang gesloten en gaven Leopold II de macht over het gebied. Dit leidde tot de exploitatie van de lokale bevolking en wreedheden die gepaard gingen met de rubberhandel.

Natuurlijke rubber die gewonnen wordt uit rubberbomen in het wild, zoals de Congo-rubberboom. Deze rubber was hoog gewaardeerd in Europa vanwege de sterke kwaliteit.

De hoeveelheid rubber die de Congolese bevolking moest verzamelen voor Leopold II, als onderdeel van de dwangarbeid.

De Congolese bevolking kwam in opstand tegen de gewelddadige rubberontginning door Leopold II's regime. Ze staken missieposten in brand, doodden soldaten van de Force Publique en vluchtten uit hun gebied.

Diverse groepen in Europa waren geschokt door de wreedheden die plaatsvonden in de Kongo-Vrijstaat onder Leopold II's bewind. Zij spraken zich uit tegen de misstanden en eisten hervormingen.

De rubberontginning in Kongo kwam tot een einde rond 1905-1906. Dit was te wijten aan de uitputting van de rubbervoorraden, de opstanden van de bevolking en de groeiende druk vanuit Europa.