Podcast
Questions and Answers
Wat doet hij om 17u10?
Wat doet hij om 17u10?
- Hij ontspant
- Hij kijkt naar tv
- Hij doet boodschappen (correct)
- Hij kookt
Hoe laat gaat zij slapen?
Hoe laat gaat zij slapen?
- Om 23u30 (correct)
- Om 22u
- Om middernacht
- Om 23u
Wat eet hij (in de middag) met zijn collega’s?
Wat eet hij (in de middag) met zijn collega’s?
- Een broodje (correct)
- Fruit
- Een warme maaltijd
- Boterhammen
Hoe laat begint hij met werken?
Hoe laat begint hij met werken?
Hoe laat komt hij thuis?
Hoe laat komt hij thuis?
Wat doet zij 's morgens voordat ze gaat werken?
Wat doet zij 's morgens voordat ze gaat werken?
Wanneer heeft hij lunchpauze?
Wanneer heeft hij lunchpauze?
Wat doet An als eerste in de ochtend?
Wat doet An als eerste in de ochtend?
Hoe laat is An's lunchpauze?
Hoe laat is An's lunchpauze?
Op welke dag kijkt An naar haar favoriete tv-serie?
Op welke dag kijkt An naar haar favoriete tv-serie?
Wat doet An om 20u?
Wat doet An om 20u?
Wanneer gaat An slapen?
Wanneer gaat An slapen?
Wat doet An na haar werk?
Wat doet An na haar werk?
Wat bedoelt men met de vraag 'Wat doe jij graag?'
Wat bedoelt men met de vraag 'Wat doe jij graag?'
Wanneer vraag je 'Wanneer doet hij boodschappen?'?
Wanneer vraag je 'Wanneer doet hij boodschappen?'?
Wat is een correct antwoord op de vraag 'Ga jij graag naar de cinema?'?
Wat is een correct antwoord op de vraag 'Ga jij graag naar de cinema?'?
Hoe laat vraag je doorgaans als je wilt weten wanneer iemand opstaat?
Hoe laat vraag je doorgaans als je wilt weten wanneer iemand opstaat?
Wat is de juiste manier om te antwoorden op 'Wanneer luister jij naar de radio?'?
Wat is de juiste manier om te antwoorden op 'Wanneer luister jij naar de radio?'?
Hoe laat gaan de kinderen slapen?
Hoe laat gaan de kinderen slapen?
Wat is een mogelijke vraag die je kunt stellen over de dagelijkse routine van een ander?
Wat is een mogelijke vraag die je kunt stellen over de dagelijkse routine van een ander?
Wat is een activiteit die An 's morgens doet voordat ze naar haar werk gaat?
Wat is een activiteit die An 's morgens doet voordat ze naar haar werk gaat?
Wat is een negatief antwoord op 'Zwem jij graag?'?
Wat is een negatief antwoord op 'Zwem jij graag?'?
Wat wil de vraag 'Hoe laat ga jij slapen?' verduidelijken?
Wat wil de vraag 'Hoe laat ga jij slapen?' verduidelijken?
Hoe laat komt An thuis na het werk?
Hoe laat komt An thuis na het werk?
Wanneer ontbijt An?
Wanneer ontbijt An?
Om hoe laat staat An 's morgens op?
Om hoe laat staat An 's morgens op?
Wat doet An als eerste na het opstaan?
Wat doet An als eerste na het opstaan?
Wanneer heeft An haar lunchpauze?
Wanneer heeft An haar lunchpauze?
Welke activiteit onderneemt An om 20u30?
Welke activiteit onderneemt An om 20u30?
Wat is de sluitingstijd voor An's werkdag?
Wat is de sluitingstijd voor An's werkdag?
Hoe laat eet de persoon warm?
Hoe laat eet de persoon warm?
Wat doet de persoon in de voormiddag?
Wat doet de persoon in de voormiddag?
Wat leert de persoon op school?
Wat leert de persoon op school?
Wat doet de persoon tussen kwart voor vijf en kwart over vijf?
Wat doet de persoon tussen kwart voor vijf en kwart over vijf?
Welke activiteit houdt de persoon niet tijdens het weekend?
Welke activiteit houdt de persoon niet tijdens het weekend?
Flashcards
Hoe vaak?
Hoe vaak?
Een vraag die vraagt naar de frequentie van een actie.
Houdt iemand van...? (of) Vindt iemand het leuk...)
Houdt iemand van...? (of) Vindt iemand het leuk...)
Een vraag die vraagt naar de plezierfactor van een actie.
Wanneer?
Wanneer?
Een vraag die vraagt naar de tijd waarop iemand een actie uitvoert.
Hoe laat?
Hoe laat?
Signup and view all the flashcards
Wat doe je?
Wat doe je?
Signup and view all the flashcards
Wat doe jij?
Wat doe jij?
Signup and view all the flashcards
Wat doe je graag?
Wat doe je graag?
Signup and view all the flashcards
Wat doe je niet graag?
Wat doe je niet graag?
Signup and view all the flashcards
Het verbum
Het verbum
Signup and view all the flashcards
Inversie
Inversie
Signup and view all the flashcards
Tijdsaanduiding (time)
Tijdsaanduiding (time)
Signup and view all the flashcards
Rest (rest)
Rest (rest)
Signup and view all the flashcards
Zin met inversie
Zin met inversie
Signup and view all the flashcards
Normale zin
Normale zin
Signup and view all the flashcards
Volgorde Time + Rest
Volgorde Time + Rest
Signup and view all the flashcards
Volgorde Time
Volgorde Time
Signup and view all the flashcards
Wanneer staat An op?
Wanneer staat An op?
Signup and view all the flashcards
Wat eet An voor ontbijt?
Wat eet An voor ontbijt?
Signup and view all the flashcards
Wanneer brengt An haar kinderen naar school?
Wanneer brengt An haar kinderen naar school?
Signup and view all the flashcards
Wanneer begint An met werken?
Wanneer begint An met werken?
Signup and view all the flashcards
Wanneer eet An lunch?
Wanneer eet An lunch?
Signup and view all the flashcards
Wanneer stopt An met werken?
Wanneer stopt An met werken?
Signup and view all the flashcards
Wanneer kookt An?
Wanneer kookt An?
Signup and view all the flashcards
Wanneer gaat An slapen?
Wanneer gaat An slapen?
Signup and view all the flashcards
Time
Time
Signup and view all the flashcards
Rest
Rest
Signup and view all the flashcards
An's dagelijkse routine
An's dagelijkse routine
Signup and view all the flashcards
Volgorde van gebeurtenissen
Volgorde van gebeurtenissen
Signup and view all the flashcards
An's ochtendroutine
An's ochtendroutine
Signup and view all the flashcards
An's middag- en avondroutine
An's middag- en avondroutine
Signup and view all the flashcards
Tijdsbepaling
Tijdsbepaling
Signup and view all the flashcards
Werkwoord
Werkwoord
Signup and view all the flashcards
Persoonlijk voornaamwoord
Persoonlijk voornaamwoord
Signup and view all the flashcards
Tijdswoord
Tijdswoord
Signup and view all the flashcards
Tijd + Rest
Tijd + Rest
Signup and view all the flashcards
Hoe vaak doe je ...?
Hoe vaak doe je ...?
Signup and view all the flashcards
Op welke dag?
Op welke dag?
Signup and view all the flashcards
Study Notes
Brief berichten
- Een bericht aan Tine, waarin de spreker haar bedankt voor het delen van de conversatietafel 1 tot 11.
- De conversatietafel bleek nuttig.
- De spreker bedankt Tine voor haar inspanningen.
- De spreker drukt groetjes uit.
Studying That Suits You
Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.
Related Documents
Description
Deze quiz test je kennis over dagelijkse routines en gewoontes. Beantwoord vragen over wat je doet op verschillende tijdstippen van de dag, zoals werkuren en vrije tijd. Perfect voor het oefenen van spreekvaardigheid in het Nederlands.