Podcast
Questions and Answers
Welke van de volgende beweringen over het atoommodel van Democritus is correct?
Welke van de volgende beweringen over het atoommodel van Democritus is correct?
- Atomen bestaan uit positieve ladingen met ingebedde elektronen.
- Atomen zijn minuscule, ondeelbare deeltjes. (correct)
- Atomen zijn massief en hebben een constante massa.
- Atomen zijn bolvormig met een positieve kern en bewegende elektronen.
Welke van de volgende experimentele bevindingen leidde tot de ontwikkeling van het atoommodel van Thomson?
Welke van de volgende experimentele bevindingen leidde tot de ontwikkeling van het atoommodel van Thomson?
- Experimenten met gouden folie en alfadeeltjes.
- De ontdekking van elektronen in kathodestraalbuizen. (correct)
- De ontdekking van de radioactiviteit van bepaalde elementen.
- De observatie van emissiespectra van verhitte elementen.
Wat is een belangrijk verschil tussen het atoommodel van Bohr en het atoommodel van Rutherford?
Wat is een belangrijk verschil tussen het atoommodel van Bohr en het atoommodel van Rutherford?
- Het Bohr-model introduceerde het concept van een positieve kern.
- Het Rutherford-model postuleerde een massieve, ondeelbare atoomkern.
- Het Bohr-model plaatste elektronen in discrete energieniveaus. (correct)
- Het Rutherford-model beschreef elektronen die zich in specifieke banen bevinden.
Welke waarneming leidde Sommerfeld tot de conclusie dat energieniveaus verder zijn opgesplitst?
Welke waarneming leidde Sommerfeld tot de conclusie dat energieniveaus verder zijn opgesplitst?
Wat is de betekenis van het hoofdkwantumgetal (n) in de kwantummechanische beschrijving van een elektron?
Wat is de betekenis van het hoofdkwantumgetal (n) in de kwantummechanische beschrijving van een elektron?
Wat stelt het Pauli-verbod?
Wat stelt het Pauli-verbod?
Wat is de regel van Hund?
Wat is de regel van Hund?
Welke van de volgende elektronenconfiguraties is een schending van de regel van Hund?
Welke van de volgende elektronenconfiguraties is een schending van de regel van Hund?
Waarom vertoont koper (Cu) een afwijkende elektronenconfiguratie ([Ar] 4s¹ 3d¹⁰) in plaats van ([Ar] 4s² 3d⁹)?
Waarom vertoont koper (Cu) een afwijkende elektronenconfiguratie ([Ar] 4s¹ 3d¹⁰) in plaats van ([Ar] 4s² 3d⁹)?
Wat is het effect van het verwijderen van een elektron om een positief ion te vormen op de grootte van de ionstraal?
Wat is het effect van het verwijderen van een elektron om een positief ion te vormen op de grootte van de ionstraal?
Welk van de volgende atomen heeft de grootste ionisatie-energie?
Welk van de volgende atomen heeft de grootste ionisatie-energie?
Wat is het verband tussen elektronenconfigratie, positie in het periodiek systeem en chemisch gedrag?
Wat is het verband tussen elektronenconfigratie, positie in het periodiek systeem en chemisch gedrag?
Waarom is fluor (F) reactiever dan jood (I)?
Waarom is fluor (F) reactiever dan jood (I)?
Welke van de volgende beweringen over oxidatiegetallen (OG) is correct?
Welke van de volgende beweringen over oxidatiegetallen (OG) is correct?
Wat is de trend van de metaaleigenschappen binnen een periode van het periodiek systeem, van links naar rechts?
Wat is de trend van de metaaleigenschappen binnen een periode van het periodiek systeem, van links naar rechts?
Hoe verandert de eerste ionisatie-energie in het periodiek systeem?
Hoe verandert de eerste ionisatie-energie in het periodiek systeem?
Welke van de volgende elementen is een halogeen?
Welke van de volgende elementen is een halogeen?
Waarom is de straal van een positief ion (kation) kleiner dan de straal van het overeenkomstige neutrale atoom?
Waarom is de straal van een positief ion (kation) kleiner dan de straal van het overeenkomstige neutrale atoom?
Welke van de volgende combinaties van kwantumgetallen is mogelijk voor een elektron in een atoom?
Welke van de volgende combinaties van kwantumgetallen is mogelijk voor een elektron in een atoom?
Beschouw de elektronenconfiguratie van stikstof (N): 1s² 2s² 2p³. Welke bloknotatie is correct voor de 2p orbitalen?
Beschouw de elektronenconfiguratie van stikstof (N): 1s² 2s² 2p³. Welke bloknotatie is correct voor de 2p orbitalen?
Wat is de verkorte elektronenconfiguratie voor chroom (Cr)?
Wat is de verkorte elektronenconfiguratie voor chroom (Cr)?
Wat is de elektronenconfiguratie van het ion O²⁻?
Wat is de elektronenconfiguratie van het ion O²⁻?
Hoe verandert de metaalsterkte in het periodiek systeem?
Hoe verandert de metaalsterkte in het periodiek systeem?
Wat zal de laagste oxidatietoestand zijn van atomen uit de stikstofgroep?
Wat zal de laagste oxidatietoestand zijn van atomen uit de stikstofgroep?
Welke van de volgende elementen is het meest elektronegatief?
Welke van de volgende elementen is het meest elektronegatief?
Welke van de volgende energieniveaus is het hoogst in energie?
Welke van de volgende energieniveaus is het hoogst in energie?
Hoeveel subniveaus zijn er in de hoofdschil n=4?
Hoeveel subniveaus zijn er in de hoofdschil n=4?
Welke valentieschilconfiguratie is het meest stabiel?
Welke valentieschilconfiguratie is het meest stabiel?
Welk van de volgende ionen heeft een edelgasconfiguratie?
Welk van de volgende ionen heeft een edelgasconfiguratie?
Welke van de volgende geeft de correcte volgorde van toenemende atoomstraal?
Welke van de volgende geeft de correcte volgorde van toenemende atoomstraal?
Welke van de volgende heeft het meest metaal karakter?
Welke van de volgende heeft het meest metaal karakter?
Beschouw een reeks elementen in dezelfde periode. Wat is de algemene trend voor de elektronegativiteit als men van links naar rechts gaat?
Beschouw een reeks elementen in dezelfde periode. Wat is de algemene trend voor de elektronegativiteit als men van links naar rechts gaat?
Welke van de volgende beschrijvingen komt het best overeen met ionisatie energie?
Welke van de volgende beschrijvingen komt het best overeen met ionisatie energie?
Welke van de volgende edelgassen heeft de kleinste atoomstraal?
Welke van de volgende edelgassen heeft de kleinste atoomstraal?
Welke van de volgende beschrijvingen komt het beste overeen met het concept van elektronegativiteit?
Welke van de volgende beschrijvingen komt het beste overeen met het concept van elektronegativiteit?
Welke van de onderstaande atoomconfiguraties vertegenwoordigt de grondtoestand van een atoom?
Welke van de onderstaande atoomconfiguraties vertegenwoordigt de grondtoestand van een atoom?
Flashcards
Wat zijn atomen?
Wat zijn atomen?
Materie is opgebouwd uit zeer kleine, ondeelbare deeltjes.
Hoe is een atoom opgebouwd?
Hoe is een atoom opgebouwd?
Niet massief en ijl; positieve kern met elektronenw cloud.
Wat is de grondtoestand?
Wat is de grondtoestand?
De laagste energietoestand van een elektron.
Wat is een aangeslagen toestand?
Wat is een aangeslagen toestand?
Signup and view all the flashcards
Wat is een emissiespectrum?
Wat is een emissiespectrum?
Signup and view all the flashcards
Wat is een schil?
Wat is een schil?
Signup and view all the flashcards
Hoeveel elektronen per schil?
Hoeveel elektronen per schil?
Signup and view all the flashcards
Wat zijn subniveaus?
Wat zijn subniveaus?
Signup and view all the flashcards
Wat is dualiteitsprincipe?
Wat is dualiteitsprincipe?
Signup and view all the flashcards
Wat is een orbitaal?
Wat is een orbitaal?
Signup and view all the flashcards
s-orbitaal uitleg.
s-orbitaal uitleg.
Signup and view all the flashcards
p-orbitaal uitleg.
p-orbitaal uitleg.
Signup and view all the flashcards
Hoofdkwantumgetal (n).
Hoofdkwantumgetal (n).
Signup and view all the flashcards
Nevenkwantumgetal (l).
Nevenkwantumgetal (l).
Signup and view all the flashcards
Magnetisch kwantumgetal (m).
Magnetisch kwantumgetal (m).
Signup and view all the flashcards
Spinkwantumgetal (ms).
Spinkwantumgetal (ms).
Signup and view all the flashcards
Wat is het Pauli-verbod?
Wat is het Pauli-verbod?
Signup and view all the flashcards
Elektronenconfiguratie?
Elektronenconfiguratie?
Signup and view all the flashcards
Regel van Hund.
Regel van Hund.
Signup and view all the flashcards
Stabiliteitsregels?
Stabiliteitsregels?
Signup and view all the flashcards
Wat zijn groepen?
Wat zijn groepen?
Signup and view all the flashcards
Wat zijn perioden?
Wat zijn perioden?
Signup and view all the flashcards
Wat is ionisatie-energie?
Wat is ionisatie-energie?
Signup and view all the flashcards
Wat is metaalkarakter?
Wat is metaalkarakter?
Signup and view all the flashcards
Wat zijn oxidatiegetallen?
Wat zijn oxidatiegetallen?
Signup and view all the flashcards
Study Notes
Hoofdstuk 1: Bouw van een Atoom
- Materie is opgebouwd uit minuscule, ondeelbare deeltjes die atomen worden genoemd. (Democritos)
- Atoommodel van Dalton: Atomen zijn massieve, ondeelbare bolletjes met constante massa en volume.
- Thomson ontdekte dat atomen massief en neutraal zijn en elektronen bevatten die ingebed zijn in een positieve massa.
- Rutherford stelde vast dat atomen niet massief zijn maar ijl, met een harde, positieve kern en daaromheen bewegende elektronen.
- Bohr's model: Elektronen bewegen in specifieke banen of schillen rondom de kern.
Het Atoommodel van Bohr-Rutherford
- Bij vlamproeven zenden metaalionen licht uit, waarbij de kleur specifiek is voor elk element.
- Elk elektron in de elektronenwolk heeft potentiële energie (Ep) die groter is naarmate de afstand tot de kern groter is.
- Bij verhitting verplaatsen elektronen zich verder van de kern, een aangeslagen toestand.
- Bij terugval naar de grondtoestand komt energie vrij in de vorm van een foton (licht).
Energie als Golf
- Kleur van licht hangt af van het energieverschil tussen aangeslagen en grondtoestand.
- Licht is een elektromagnetische golf met een golflengte (λ), amplitude (A) en frequentie (f).
- Correlatie E = h.c/λ met h = constante van Planck (6,63.10-34 J.s)
- Alleen straling met een golflengte tussen 400 nm (blauw) en 700 nm (rood) is zichtbaar.
Emissiespectra en Atoommodel van Bohr
- Stoffen zenden gekleurd licht uit bij energietoevoeging.
- Emissiespectra zijn uniek voor elk element, een soort 'fingerprint'.
- Bohr concludeerde dat elektronen zich in welbepaalde energieniveaus bevinden.
- Een atoom heeft zeven schillen (K, L, M, N, O, P, Q) rondom de kern.
- Elke schil heeft een maximumaantal elektronen van 2n².
Ontwikkelingen in het Atoommodel
- Atomen zenden gekleurd licht uit bij energietoevoeging.
- Verfijnde spectraalanalyse toonde aan dat ‘brede’ spectraallijnen samengesteld waren uit zeer dicht bij elkaar gelegen smalle lijntjes.
- Sommerfeld interpreteerde deze vaststelling als een opsplitsing van 7 energieniveaus in een aantal subniveaus.
- Subniveaus zijn s, p, d en f.
- Maximale bezetting: s(2), p(6), d(10), f(14) elektronen.
Verdere Verfijningen
- Spectrallijnen splitsen verder op in een magnetisch veld, wat verdere elektronovergangen mogelijk maakt
- Subniveaus p, d en f splitsen in magnetische niveaus (respectievelijk 3, 5 en 7).
- Louis de Broglie stelde dat elektronen naast deeltjeskarakter ook een golfkarakter hebben (dualiteitsprincipe).
- Heisenberg's onzekerheidsprincipe: plaats en snelheid van een elektron zijn niet exact te bepalen.
- Schrödinger beschreef elektronen als golven en voorspelde de waarschijnlijkheid om een elektron in een bepaald gebied aan te treffen (orbitaal).
Orbitalen
- Een orbitaal is een denkbeeldig gebied waar de kans om een elektron aan te treffen 95% is.
- Er zijn s-, p-, d- en f-orbitalen.
- S-orbitalen zijn bolvormig.
- P-orbitalen zijn haltervormig en hebben drie oriëntaties (px, py, pz).
- D-orbitalen zijn dubbele halters of halters met ring, vijf vormen.
- F-orbitalen hebben complexere vormen.
Kwantumgetallen
- Kwantumgetallen beschrijven het elektron:
- Hoofdkwantumgetal n bepaalt de grootte van het orbitaal (schilnummer).
- Nevenkwantumgetal l bepaalt de vorm van het orbitaal (s, p, d, f).
- Magnetisch kwantumgetal m bepaalt de ruimtelijke oriëntatie van het orbitaal.
- Spinkwantumgetal ms bepaalt de spinrichting van het elektron.
Pauli-verbod
- Geen twee elektronen in een atoom kunnen dezelfde vier kwantumgetallen hebben.
- Maximaal twee elektronen per orbitaal, met tegengestelde spin
Studying That Suits You
Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.