Celonderzoek en waarneming
12 Questions
2 Views

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to Lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Wat is de belangrijkste functie van lysosomen?

  • Bewaren van pigmenten
  • Afbraak van celmateriaal en pathogenen (correct)
  • Energieproductie
  • Opslag van vetzuren
  • Vacuolen zijn voornamelijk aanwezig in dierlijke cellen.

    False (B)

    Welke structuur in plantencellen is verantwoordelijk voor fotosynthese?

    Chloroplasten

    Peroxisomen zijn vooral actief in de _____ voor detoxificatie.

    <p>levercellen</p> Signup and view all the answers

    Koppel de organellen aan hun functies:

    <p>Mitochondriën = Energieproductie door aerobe ademhaling Lysosomen = Afbraak van celmateriaal Plastiden = Opslag van pigmenten en fotosynthese Vacuolen = Stevigheid en opslag van stoffen</p> Signup and view all the answers

    Wat is de functie van het Golgi-apparaat?

    <p>Bewerkt, sorteert en verpakt eiwitten en lipiden (C)</p> Signup and view all the answers

    De celwand is aanwezig in dierlijke cellen.

    <p>False (B)</p> Signup and view all the answers

    Wat is de rol van ribosomen in de cel?

    <p>Synthese van eiwitten</p> Signup and view all the answers

    De ______ is de grootste celstructuur en bevat DNA.

    <p>nucleus</p> Signup and view all the answers

    Wat zijn microtubuli?

    <p>Dynamische buisjes van tubuline die organellen transporteren (A)</p> Signup and view all the answers

    Het plasmamembraan is volledig doorlatend voor alle stoffen.

    <p>False (B)</p> Signup and view all the answers

    Wat is de functie van microfilamenten in de cel?

    <p>Contractie en celdeling</p> Signup and view all the answers

    Flashcards

    Lysosomen

    Organellen die krachtige enzymen bevatten om celmateriaal of pathogenen af te breken.

    Vacuolen (planten)

    Grote organellen in plantencellen die stevigheid, opslag en afbraak van moleculen mogelijk maken.

    Mitochondriën

    Energiecentrales van de cel, die ATP produceren door aerobe ademhaling.

    Chloroplasten (planten)

    Organellen in plantencellen die fotosynthese uitvoeren.

    Signup and view all the flashcards

    Peroxisomen

    Organellen die vetzuren afbreken en waterstofperoxide omzetten tot water en zuurstof.

    Signup and view all the flashcards

    Elektronenmicroscoop (EM)

    Essentieel voor het bestuderen van structuren kleiner dan 200 nm; bijvoorbeeld membranen, celorganellen, virussen en kleine prokaryoten. Kan tot 10 miljoen keer vergroten, structuren tot 50 pm bestudeert.

    Signup and view all the flashcards

    Celwand

    Een stevige buitenlaag die plantencellen, algen en schimmels beschermt en ondersteunt. Ze bestaat uit cellulose, hemicellulose, pectine en lignine.

    Signup and view all the flashcards

    Plasmamembraan

    Een dubbele fosfolipidenlaag die de cel omsluit en het transport van stoffen reguleert. Het is halfdoorlatend en bevat eiwitten.

    Signup and view all the flashcards

    Cytoskelet

    Een netwerk van eiwitvezels die de celstructuur en beweeglijkheid ondersteunt. Het omvat microtubuli, microfilamenten en intermediaire filamenten.

    Signup and view all the flashcards

    Nucleus

    De celkern bevat het DNA en reguleert de activiteiten van de cel. Omgeven door een dubbel membraan met kernporiën..

    Signup and view all the flashcards

    Endoplasmatisch Reticulum (ER)

    Een netwerk van membranen; ruw ER maakt eiwitten en glad ER synthetiseert vetten.

    Signup and view all the flashcards

    Golgi-apparaat

    Verwerkt, sorteert en verpakt eiwitten/lipiden afkomstig van het ER en speelt een rol bij de vorming van lysosomen.

    Signup and view all the flashcards

    Study Notes

    Celonderzoek en waarneming

    • Elektronenmicroscoop (EM) is essentieel om structuren kleiner dan 200 nm te bestuderen, zoals membranen, virus en prokaryoten.
    • Het vergroot tot 10 miljoen keer en bestudeert structuren tot 50 pm.

    Celstructuren en membranen

    Celwand

    • Komt voor in plantencellen, algen en schimmels, maar niet in dierlijke cellen.
    • Het geeft stevigheid en bescherming, bestaande uit cellulose, hemicellulose, pectine en lignine.
    • De cellen zijn verbonden via een middenlamel bestaande uit pectine, wat bijdraagt aan de stevigheid.
    • Een secundaire celwand zorgt voor extra stevigheid in houtige planten en bevat lignine.

    Plasmamembraan

    • Een dubbele fosfolipidenlaag met hydrofiele koppen en hydrofobe staarten (vloeibaar mozaïekmodel).
    • Bevat cholesterol voor flexibiliteit en transportproteïnen, glycolipiden en glycoproteïnen voor stabiliteit en identificatie.
    • Het is halfdoorlatend en reguleert de stoffen die de cel binnenkomen en verlaten.

    Cytoskelet

    • Functies: Vorm, stevigheid, intracellulair transport en beweging.
    • Componenten:
      • Microtubuli (25 nm): Transport van organellen, basis voor cilia en flagellen.
      • Microfilamenten (7 nm): Actine-vezels voor contractie en celdeling.
      • Intermediaire filamenten (10 nm): Variëren per celtype en bieden stevigheid en positioneren organellen.

    Celorganellen (pagina 2)

    • Nucleus (celkern): Grootste organel (5-10 µm). Omringd door een dubbel membraan met kernporiën. Bevat DNA (chromatine of chromosomen) en nucleoli die ribosomaal RNA maken en ribosomen assembleren. De DNA-informatie wordt via mRNA naar ribosomen gestuurd voor eiwitsynthese.
    • Ribosomen: Vrij zwevend of gebonden aan ruw ER. Synthese van eiwitten voor cytoplasma of transport naar andere celorganellen.
    • Endoplasmatisch reticulum (ER): Ruw ER: Eiwitsynthese en transport naar Golgi-apparaat. Glad ER: Lipidesynthese, opslag (glycogeen en calciumionen), ontgifting (lever).
    • Golgi-apparaat: Bewerkt, sorteert en verpakt eiwitten/lipiden uit ER,voegt suikergroepen toe (glycosylering) en splitst blaasjes af voor transport of lysosoomvorming.
    • Lysosomen: Bevatten verteringsenzymen voor afbraak van celmateriaal (autofagie) of pathogenen (heterofagie). Voornamelijk in dierlijke cellen.
    • Vacuolen: Groot in plantencellen; tot 90% van het celvolume. Functies: stevigheid (turgor), opslag van stoffen, en afbraak van schadelijke moleculen.
    • Peroxisomen: Afbraak van vetzuren, productie van H2O2 en omzetting tot water en zuurstof. Vooral in levercellen voor detoxificatie.
    • Mitochondriën: Energiecentrales van de cel; produceren ATP door aerobe ademhaling. Bezitten een dubbel membraan en eigen DNA.
    • Plastiden (pagina 3): Chloroplasten: fotosynthese (chlorofyl). Chromoplasten: opslag pigmenten (carotenoïden). Leukoplasten: opslag zetmeel, vetten of eiwitten.

    Specifieke functies en processen (pagina 3)

    • Transportmechanismen: Blaasjes vervoeren eiwitten en organellen. Plasmodesmata in plantencellen verbinden cytoplasma's van naburige cellen.
    • Speciale structuren bij celdeling: Centriolen en centrosomen (dierlijke cellen) organiseren microtubuli voor chromosoomverdeling.

    Studying That Suits You

    Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

    Quiz Team

    Related Documents

    Celonderzoek en waarneming PDF

    Description

    Test je kennis over celstructuren en hun functies, met bijzondere aandacht voor de rol van het elektronenmicroscoop in celonderzoek. Ontdek meer over de celwand, plasmamembraan en andere belangrijke onderdelen van cellen. Dit is een ideale quiz voor studenten biologie.

    More Like This

    Use Quizgecko on...
    Browser
    Browser