Podcast
Questions and Answers
Wat is het belangrijkste doel van ATP in de cellen?
Wat is het belangrijkste doel van ATP in de cellen?
- Het vermenigvuldigen van DNA
- Het produceren van glucose
- Het opslaan van zuurstof
- Het uitvoeren van processen (correct)
Welke soort plastide is verantwoordelijk voor het opslaan van pigmenten in plantaardige cellen?
Welke soort plastide is verantwoordelijk voor het opslaan van pigmenten in plantaardige cellen?
- Chloroplasten
- Leukoplasten
- Chromoplasten (correct)
- Thylakoïden
Wat is een kenmerk van chloroplasten?
Wat is een kenmerk van chloroplasten?
- Ze hebben enkelvoudige membranen
- Ze bevatten chlorofyl en zijn betrokken bij fotosynthese (correct)
- Ze zijn aanwezig in alle cellen
- Ze hebben geen eigen DNA
Wat is de functie van het stroma in de chloroplast?
Wat is de functie van het stroma in de chloroplast?
Welke uitspraak over plastiden is ONJUIST?
Welke uitspraak over plastiden is ONJUIST?
Wat is de functie van het celmembraan?
Wat is de functie van het celmembraan?
Welke celorganellen zijn enkel in eukaryote cellen te vinden?
Welke celorganellen zijn enkel in eukaryote cellen te vinden?
Wat is de belangrijkste functie van ribosomen?
Wat is de belangrijkste functie van ribosomen?
Wat is de rol van het Golgi-apparaat in de cel?
Wat is de rol van het Golgi-apparaat in de cel?
Welke structuur bevindt zich tussen de celmembraan en de kernmembraan?
Welke structuur bevindt zich tussen de celmembraan en de kernmembraan?
Welk type cel heeft geen celwand?
Welk type cel heeft geen celwand?
Wat vormt de basisstructuur van de celmembraan?
Wat vormt de basisstructuur van de celmembraan?
Welke functie heeft lysosoom binnen een dierlijke cel?
Welke functie heeft lysosoom binnen een dierlijke cel?
Wat is het belangrijkste kenmerk van het endoplasmatisch reticulum?
Wat is het belangrijkste kenmerk van het endoplasmatisch reticulum?
Wat is de functie van mitochondriën in de cel?
Wat is de functie van mitochondriën in de cel?
Wat gebeurt er met voedseldeeltjes in lysosomen?
Wat gebeurt er met voedseldeeltjes in lysosomen?
Welke eigenschap van de celwand is belangrijk voor plantaardige cellen?
Welke eigenschap van de celwand is belangrijk voor plantaardige cellen?
Wat is een functie van membraaneiwitten binnen het celmembraan?
Wat is een functie van membraaneiwitten binnen het celmembraan?
Wat is de functie van leukoplasten in plantencellen?
Wat is de functie van leukoplasten in plantencellen?
Welke van de volgende functies wordt niet vervuld door vacuolen in plantaardige cellen?
Welke van de volgende functies wordt niet vervuld door vacuolen in plantaardige cellen?
Wat is een kenmerk van centriolen in dierlijke cellen?
Wat is een kenmerk van centriolen in dierlijke cellen?
Welke stamcellen kunnen zich differentiëren tot alle soorten lichaamscellen, behalve die van de placenta?
Welke stamcellen kunnen zich differentiëren tot alle soorten lichaamscellen, behalve die van de placenta?
Wat is de functie van het cytoskelet in eukaryote cellen?
Wat is de functie van het cytoskelet in eukaryote cellen?
Wat klopt er niet over prokaryote cellen?
Wat klopt er niet over prokaryote cellen?
Wat is een kenmerkend type weefsel dat voorkomt in meercellige organismen?
Wat is een kenmerkend type weefsel dat voorkomt in meercellige organismen?
Welke functie vervullen kloppende vacuolen in eencellige eukaryoten?
Welke functie vervullen kloppende vacuolen in eencellige eukaryoten?
Wat is de rol van meristeem in plantaardige cellen?
Wat is de rol van meristeem in plantaardige cellen?
Welk van de volgende uitspraken is juist over stamcellen?
Welk van de volgende uitspraken is juist over stamcellen?
Welke bewering is juist over de structuur van vacuolen?
Welke bewering is juist over de structuur van vacuolen?
Wat is de belangrijkste functie van epithelial weefsel?
Wat is de belangrijkste functie van epithelial weefsel?
Wat is het gevolg van celdifferentiatie?
Wat is het gevolg van celdifferentiatie?
Flashcards
ATP
ATP
Een belangrijke energiebron voor cellulaire processen, zoals spierbeweging en celgroei.
Celorganel Plastide
Celorganel Plastide
Een celorganel alleen in plantaardige cellen en groene algen, met een dubbele membraan en eigen DNA en ribosomen. Er zijn drie soorten: chloroplasten, chromoplasten en leukoplasten.
Chloroplast
Chloroplast
Een type plastide, verantwoordelijk voor fotosynthese. Het bevat chlorofyl en is essentieel voor de opname van energie uit zonlicht.
Fotosynthese
Fotosynthese
Signup and view all the flashcards
Chlorofyl
Chlorofyl
Signup and view all the flashcards
Cel: basiseenheid leven
Cel: basiseenheid leven
Signup and view all the flashcards
Celmembraan
Celmembraan
Signup and view all the flashcards
Fosfolipiden
Fosfolipiden
Signup and view all the flashcards
Celwand (planten)
Celwand (planten)
Signup and view all the flashcards
Celkern (nucleus)
Celkern (nucleus)
Signup and view all the flashcards
Ribosoom
Ribosoom
Signup and view all the flashcards
Endoplasmatisch reticulum (ER)
Endoplasmatisch reticulum (ER)
Signup and view all the flashcards
Golgi-apparaat
Golgi-apparaat
Signup and view all the flashcards
Lysosoom
Lysosoom
Signup and view all the flashcards
Mitochondrion
Mitochondrion
Signup and view all the flashcards
Cytoplasma
Cytoplasma
Signup and view all the flashcards
Eiwitsynthese
Eiwitsynthese
Signup and view all the flashcards
Celdifferentiatie
Celdifferentiatie
Signup and view all the flashcards
Macroscopisch niveau
Macroscopisch niveau
Signup and view all the flashcards
Microscopisch niveau
Microscopisch niveau
Signup and view all the flashcards
Submicroscopisch niveau
Submicroscopisch niveau
Signup and view all the flashcards
Carotenoïden
Carotenoïden
Signup and view all the flashcards
Carotenen (oranje)
Carotenen (oranje)
Signup and view all the flashcards
Xanthofyllen (geel tot rood)
Xanthofyllen (geel tot rood)
Signup and view all the flashcards
Leukoplast
Leukoplast
Signup and view all the flashcards
Amyloplasten
Amyloplasten
Signup and view all the flashcards
Elaioplasten
Elaioplasten
Signup and view all the flashcards
Proteïnoplasten
Proteïnoplasten
Signup and view all the flashcards
Vacuole (plantencel)
Vacuole (plantencel)
Signup and view all the flashcards
Tonoplast
Tonoplast
Signup and view all the flashcards
Turgordruk
Turgordruk
Signup and view all the flashcards
Cytoskelet
Cytoskelet
Signup and view all the flashcards
Centriool
Centriool
Signup and view all the flashcards
Stamcellen
Stamcellen
Signup and view all the flashcards
Meristeem
Meristeem
Signup and view all the flashcards
Vaatweefsel (xyleem, floëem)
Vaatweefsel (xyleem, floëem)
Signup and view all the flashcards
Study Notes
Cel als bouwsteen van het leven
- De cel is de fundamentele bouwsteen en functionele eenheid van leven
- Organismen hebben gelijkaardige structurele kenmerken met een gemeenschappelijk basisplan.
- Maar organismen verschillen sterk in opbouw en complexiteit.
Leven bestuderen op verschillende niveaus
- Macroscopisch niveau: Grote organismen (bv. een mens), zichtbaar met het blote oog.
- Microscopisch niveau: De meeste prokaryote en eukaryote cellen, zichtbaar met een lichtmicroscoop.
- Submicroscopisch niveau: Celorganellen, zichtbaar met een elektronenmicroscoop.
- Cellen zijn zichtbaar van 100nm tot 100-200μm
Cytoplasma
- Cytosol en celorganellen vormen het cytoplasma
- Inhoud tussen celmembraan en kernmembraan.
- Cytosol is vloeibaar en bevat water en chemische reacties.
- Celorganellen zijn gespecialiseerde onderdelen met specifieke functies.
Celbegrenzing
- Celmembraan: Scheidt intracellulaire vloeistof (cytosol) en extracellulaire vloeistof.
- Structuur: Dubbele laag fosfolipiden (hydrofiele kop, hydrofobe staart)
- Cholesterol: Voeg flexibiliteit toe aan het membraan.
- Membraaneiwitten: Transmembraan eiwitten over de dubbele lipidenlaag, transportfunctie, perifere eiwitten.
- Sachariden: Glycolipiden en glycoproteïnen voor herkenning en interacties.
- Vloeibaar mozaïekmodel: De moleculen in het membraan bewegen vrij (in de breedte).
Celwand
- Plantaardige cellen, schimmels, bacteriën en archaea: Hebben een celwand.
- Structuur:
- Plantaardig cellen: Opgebouwd uit cellulose.
- Schimmels: Chitine.
- Bacteriën: Peptidoglycaan.
- Archaea: Geen peptidoglycaan.
- Functie: Bescherming, ondersteuning, transport van stoffen (H2O, O2, CO2).
- Plasmodesmata: Gaatjes in de celwand voor communicatie en stoffen uitwisseling tussen naburige cellen.
Celorganellen
-
Celkern (Nucleus): Enkel in eukaryote cellen.
-
Structuur: Dubbele fosfolipidenlaag; kernporiën, selectieve uitwisseling cytoplasma-celkern. Nucleoplasma; Nucleosol; Chromatine (DNA). Nucleolus
-
Functie: Drager van genetische informatie. Activatie stuk DNA voor taken.
-
Ribosoom: Zowel in prokaryote als eukaryote cellen.
-
Structuur: Twee subeenheden (grote en kleine). Ribosomale eiwitten en Ribosomaal RNA. Geen membraan.
-
Functie: Aanmaak van proteïnen.
-
Twee soorten: Reticulaire ribosomen (gebonden aan ER), Vrije Ribosomen (in cytoplasma).
-
Endoplasmatisch reticulum (ER): Enkel in eukaryote cellen (behalve rode bloedcellen en zaadcellen).
-
Structuur: Netwerk van membranen, twee delen: Ruw ER (RER) met ribosomen, Glad ER (SER) zonder ribosomen.
-
Functie: Eiwit-synthes, Stofwisselingsprocessen, onschadelijk maken van giftige stoffen.
-
Golgi-apparaat: Enkel in eukaryote cellen.
-
Structuur: Cisternen met verbrede uiteinden; dubbele fosfolipidenlaag, cis- en transzijde.
-
Functie: Verpakken en verzenden van moleculen, eiwitafwerking.
-
Lysosoom: Enkel in dierlijke cellen.
-
Structuur: Dubbele fosfolipidenlaag, Klein en rond, bevat verteringseiwitten.
-
Functie: Afbraak van moleculen (autofagie, heterofagie).
-
Mitochondrion: Enkel in eukaryote cellen.
-
Structuur: Groot, ovaal, dubbele laag fosfolipiden, cristae (plooien). Mitochondriaal DNA, Ribosomen. Matrix.
-
Functie: Energiefabriek van de cel (ATP-productie). Spierbeweging en celgroei en metabole reacties.
-
Plastide: Enkel in eukaryote cellen. Enkel in planten en groene algen.
-
Structuur: Dubbele membraan (soms meer). Eigen DNA en ribosomen.
-
Drie soorten: Chloroplasten, chromoplasten, leukoplasten.
-
Chloroplast: Fotosynthese; Bladgroenkorrel.
-
Chromoplast: Opslag van kleurstoffen.
-
Leukoplast: Opslag van reservestoffen (zetmeel, vet, eiwitten)
-
Vacuole: Voornamelijk in plantaardige cellen en eencellige eukaryoten.
-
Structuur: Met vocht (celsap) gevuld blaasje, dubbele laag fosfolipiden (tonoplast).
-
Functie: Opslag van water, afvalstoffen en stoffen. Turgordruk, celdeling, uitstoten van vocht/afval.
-
Cytoskelet: Enkel in eukaryote cellen.
-
Structuur: Netwerk van eiwitvezels, verschillende soorten (actinefilamenten, intermediaire filamenten, microtubuli).
-
Functie: Celvorm, organisatie van celonderdelen, celbeweging en celdeling.
-
Centriool: Enkel in dierlijke cellen.
-
Structuur: Buisvormige organellen, geen membraanstructuur, Negen groepjes van drie (triplet) microtubuli.
-
Functie: Celdeling.
Celdifferentiatie
-
Cellen krijgen een specifieke vorm en functie
-
Stamcellen: kunnen zich differentiëren in verschillende celtypen.
-
Totipotente stamcellen (bv. zygote)
- Kan zich differentiëren tot een compleet organisme.
-
Pluripotente stamcellen (bv. in embryonale stamcellen)
- Kan zich differentiëren tot alle soorten lichaamscellen behalve placenta.
-
Multipotente stamcellen.
-
Unipotente stamcellen.
-
Volwassen stamcellen.
-
Weefsel: Groep cellen met dezelfde vorm en functie.
-
Organen: Groep weefsels met specifieke taak (bv. hart).
-
Stelsels: Groep organen die samenwerken op een bepaalde taak (bv. spijsvertering, ademhaling)
Studying That Suits You
Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.
Related Documents
Description
Test je kennis over de rol van ATP en plastiden in cellen. Beantwoord vragen over chloroplasten, pigmentopslag en de functies van verschillende plastiden. Dit quiz helpt je de belangrijke concepten van celbiologie beter te begrijpen.