Biologie: Plastiden en ATP in cellen
31 Questions
0 Views

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to Lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Wat is het belangrijkste doel van ATP in de cellen?

  • Het vermenigvuldigen van DNA
  • Het produceren van glucose
  • Het opslaan van zuurstof
  • Het uitvoeren van processen (correct)

Welke soort plastide is verantwoordelijk voor het opslaan van pigmenten in plantaardige cellen?

  • Chloroplasten
  • Leukoplasten
  • Chromoplasten (correct)
  • Thylakoïden

Wat is een kenmerk van chloroplasten?

  • Ze hebben enkelvoudige membranen
  • Ze bevatten chlorofyl en zijn betrokken bij fotosynthese (correct)
  • Ze zijn aanwezig in alle cellen
  • Ze hebben geen eigen DNA

Wat is de functie van het stroma in de chloroplast?

<p>Het omgeven van de thylakoïden (D)</p> Signup and view all the answers

Welke uitspraak over plastiden is ONJUIST?

<p>Plastiden komen alleen voor in dierlijke cellen (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is de functie van het celmembraan?

<p>Communicatie en selectieve doorlaatbaarheid (D)</p> Signup and view all the answers

Welke celorganellen zijn enkel in eukaryote cellen te vinden?

<p>Mitochondriën (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is de belangrijkste functie van ribosomen?

<p>Eiwitsynthese (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is de rol van het Golgi-apparaat in de cel?

<p>Verpakken en transporteren van moleculen (D)</p> Signup and view all the answers

Welke structuur bevindt zich tussen de celmembraan en de kernmembraan?

<p>Cytoplasma (C)</p> Signup and view all the answers

Welk type cel heeft geen celwand?

<p>Dierlijke cellen (A)</p> Signup and view all the answers

Wat vormt de basisstructuur van de celmembraan?

<p>Dubbele laag fosfolipiden (D)</p> Signup and view all the answers

Welke functie heeft lysosoom binnen een dierlijke cel?

<p>Afbraak van moleculen (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is het belangrijkste kenmerk van het endoplasmatisch reticulum?

<p>Het is ingericht voor eiwitsynthese en metabolisme (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is de functie van mitochondriën in de cel?

<p>Energieleverancier (C)</p> Signup and view all the answers

Wat gebeurt er met voedseldeeltjes in lysosomen?

<p>Ze worden afgebroken door verteringsenzymen (D)</p> Signup and view all the answers

Welke eigenschap van de celwand is belangrijk voor plantaardige cellen?

<p>Ondersteuning en bescherming (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is een functie van membraaneiwitten binnen het celmembraan?

<p>Communicatie en receptorfunctie (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is de functie van leukoplasten in plantencellen?

<p>Zij slaan zetmeel, vet of eiwitten op. (B)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende functies wordt niet vervuld door vacuolen in plantaardige cellen?

<p>Fotosynthese. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is een kenmerk van centriolen in dierlijke cellen?

<p>Bestaan uit negen groepen van drie microtubuli. (A)</p> Signup and view all the answers

Welke stamcellen kunnen zich differentiëren tot alle soorten lichaamscellen, behalve die van de placenta?

<p>Pluripotente stamcellen. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is de functie van het cytoskelet in eukaryote cellen?

<p>Het biedt stevigheid en structuur aan de cel. (A), Het is betrokken bij de celdeling. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat klopt er niet over prokaryote cellen?

<p>Zij zijn altijd groter dan eukaryote cellen. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is een kenmerkend type weefsel dat voorkomt in meercellige organismen?

<p>Epitheelweefsel. (C)</p> Signup and view all the answers

Welke functie vervullen kloppende vacuolen in eencellige eukaryoten?

<p>Afstoten van vocht en afvalstoffen. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is de rol van meristeem in plantaardige cellen?

<p>Genereren van verschillende soorten weefsels. (B)</p> Signup and view all the answers

Welk van de volgende uitspraken is juist over stamcellen?

<p>Totipotente stamcellen kunnen zich tot een volledig organisme ontwikkelen. (C)</p> Signup and view all the answers

Welke bewering is juist over de structuur van vacuolen?

<p>Zij zijn gevuld met celsap en hebben een dubbele laag fosfolipiden. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is de belangrijkste functie van epithelial weefsel?

<p>Bescherming van oppervlakken. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is het gevolg van celdifferentiatie?

<p>Cellen krijgen een specifieke vorm en functie. (C)</p> Signup and view all the answers

Flashcards

ATP

Een belangrijke energiebron voor cellulaire processen, zoals spierbeweging en celgroei.

Celorganel Plastide

Een celorganel alleen in plantaardige cellen en groene algen, met een dubbele membraan en eigen DNA en ribosomen. Er zijn drie soorten: chloroplasten, chromoplasten en leukoplasten.

Chloroplast

Een type plastide, verantwoordelijk voor fotosynthese. Het bevat chlorofyl en is essentieel voor de opname van energie uit zonlicht.

Fotosynthese

Proces waarbij een plant energie uit zonlicht gebruikt om glucose te maken uit koolstofdioxide en water.

Signup and view all the flashcards

Chlorofyl

Groen pigment in chloroplasten dat essentieel is voor fotosynthese.

Signup and view all the flashcards

Cel: basiseenheid leven

De cel is de kleinste structurele en functionele eenheid van levende organismen.

Signup and view all the flashcards

Celmembraan

Een dubbele laag fosfolipiden die de cel omsluit en scheiding creëert tussen intra- en extracellulaire vloeistof.

Signup and view all the flashcards

Fosfolipiden

Vetmoleculen in de celmembraan met een hydrofiele kop en hydrofobe staart.

Signup and view all the flashcards

Celwand (planten)

Een stevige buitenlaag die plantencellen beschermt en ondersteunt, opgebouwd uit cellulose.

Signup and view all the flashcards

Celkern (nucleus)

Het orgaan in eukaryote cellen dat de genetische informatie (DNA) bevat.

Signup and view all the flashcards

Ribosoom

Celorganel dat betrokken is bij de eiwitsynthese.

Signup and view all the flashcards

Endoplasmatisch reticulum (ER)

Een netwerk van membranen betrokken bij eiwit- en lipidesynthese.

Signup and view all the flashcards

Golgi-apparaat

Celorganel dat betrokken is bij het sorteren, verpakken en transporteren van eiwitten.

Signup and view all the flashcards

Lysosoom

Celorganel dat afvalstoffen afbreekt en recycleert.

Signup and view all the flashcards

Mitochondrion

Het energiefabriekje van de cel, maakt energie uit voedingsstoffen.

Signup and view all the flashcards

Cytoplasma

De vloeibare inhoud van de cel, tussen celmembraan en kern.

Signup and view all the flashcards

Eiwitsynthese

Proces waarbij nieuwe eiwitten worden gemaakt op basis van genetische code.

Signup and view all the flashcards

Celdifferentiatie

Het proces waarbij cellen zich specialiseren naar een bepaald type en functie.

Signup and view all the flashcards

Macroscopisch niveau

Niveaus van het leven die zichtbaar zijn met het blote oog.

Signup and view all the flashcards

Microscopisch niveau

Niveau van het leven dat zichtbaar is met een lichtmicroscoop.

Signup and view all the flashcards

Submicroscopisch niveau

Niveau van het leven dat zichtbaar is met een elektronenmicroscoop.

Signup and view all the flashcards

Carotenoïden

Pigmenten die oranje en geel tot rood gekleurd zijn, gevonden in planten.

Signup and view all the flashcards

Carotenen (oranje)

Een type carotenoïde met een oranje kleur.

Signup and view all the flashcards

Xanthofyllen (geel tot rood)

Een type carotenoïde met een geel tot rood kleur.

Signup and view all the flashcards

Leukoplast

Een plastide zonder pigment dat reservestoffen opslaat.

Signup and view all the flashcards

Amyloplasten

Leukoplast die zetmeel opslaat.

Signup and view all the flashcards

Elaioplasten

Leukoplast die vet opslaat

Signup and view all the flashcards

Proteïnoplasten

Leukoplast dat eiwitten opslaat.

Signup and view all the flashcards

Vacuole (plantencel)

Een vocht gevuld blaasje in plantencellen die water, afval en stoffen opslaat.

Signup and view all the flashcards

Tonoplast

De membraan van de vacuole.

Signup and view all the flashcards

Turgordruk

De druk van de vacuole die de celwand stevig maakt.

Signup and view all the flashcards

Cytoskelet

Netwerk van eiwitten in een cel die de vorm, organisatie en beweging bepaalt.

Signup and view all the flashcards

Centriool

Organel in dierlijke cellen die belangrijk is voor celdeling.

Signup and view all the flashcards

Stamcellen

Cellen die zich kunnen ontwikkelen tot andere type cellen.

Signup and view all the flashcards

Meristeem

Groep van delende cellen in planten die verschillende plantweefsels vormen.

Signup and view all the flashcards

Vaatweefsel (xyleem, floëem)

Weefsel in planten dat water en voedingsstoffen transporteert.

Signup and view all the flashcards

Study Notes

Cel als bouwsteen van het leven

  • De cel is de fundamentele bouwsteen en functionele eenheid van leven
  • Organismen hebben gelijkaardige structurele kenmerken met een gemeenschappelijk basisplan.
  • Maar organismen verschillen sterk in opbouw en complexiteit.

Leven bestuderen op verschillende niveaus

  • Macroscopisch niveau: Grote organismen (bv. een mens), zichtbaar met het blote oog.
  • Microscopisch niveau: De meeste prokaryote en eukaryote cellen, zichtbaar met een lichtmicroscoop.
  • Submicroscopisch niveau: Celorganellen, zichtbaar met een elektronenmicroscoop.
  • Cellen zijn zichtbaar van 100nm tot 100-200μm

Cytoplasma

  • Cytosol en celorganellen vormen het cytoplasma
  • Inhoud tussen celmembraan en kernmembraan.
  • Cytosol is vloeibaar en bevat water en chemische reacties.
  • Celorganellen zijn gespecialiseerde onderdelen met specifieke functies.

Celbegrenzing

  • Celmembraan: Scheidt intracellulaire vloeistof (cytosol) en extracellulaire vloeistof.
  • Structuur: Dubbele laag fosfolipiden (hydrofiele kop, hydrofobe staart)
  • Cholesterol: Voeg flexibiliteit toe aan het membraan.
  • Membraaneiwitten: Transmembraan eiwitten over de dubbele lipidenlaag, transportfunctie, perifere eiwitten.
  • Sachariden: Glycolipiden en glycoproteïnen voor herkenning en interacties.
  • Vloeibaar mozaïekmodel: De moleculen in het membraan bewegen vrij (in de breedte).

Celwand

  • Plantaardige cellen, schimmels, bacteriën en archaea: Hebben een celwand.
  • Structuur:
    • Plantaardig cellen: Opgebouwd uit cellulose.
    • Schimmels: Chitine.
    • Bacteriën: Peptidoglycaan.
    • Archaea: Geen peptidoglycaan.
  • Functie: Bescherming, ondersteuning, transport van stoffen (H2O, O2, CO2).
  • Plasmodesmata: Gaatjes in de celwand voor communicatie en stoffen uitwisseling tussen naburige cellen.

Celorganellen

  • Celkern (Nucleus): Enkel in eukaryote cellen.

  • Structuur: Dubbele fosfolipidenlaag; kernporiën, selectieve uitwisseling cytoplasma-celkern. Nucleoplasma; Nucleosol; Chromatine (DNA). Nucleolus

  • Functie: Drager van genetische informatie. Activatie stuk DNA voor taken.

  • Ribosoom: Zowel in prokaryote als eukaryote cellen.

  • Structuur: Twee subeenheden (grote en kleine). Ribosomale eiwitten en Ribosomaal RNA. Geen membraan.

  • Functie: Aanmaak van proteïnen.

  • Twee soorten: Reticulaire ribosomen (gebonden aan ER), Vrije Ribosomen (in cytoplasma).

  • Endoplasmatisch reticulum (ER): Enkel in eukaryote cellen (behalve rode bloedcellen en zaadcellen).

  • Structuur: Netwerk van membranen, twee delen: Ruw ER (RER) met ribosomen, Glad ER (SER) zonder ribosomen.

  • Functie: Eiwit-synthes, Stofwisselingsprocessen, onschadelijk maken van giftige stoffen.

  • Golgi-apparaat: Enkel in eukaryote cellen.

  • Structuur: Cisternen met verbrede uiteinden; dubbele fosfolipidenlaag, cis- en transzijde.

  • Functie: Verpakken en verzenden van moleculen, eiwitafwerking.

  • Lysosoom: Enkel in dierlijke cellen.

  • Structuur: Dubbele fosfolipidenlaag, Klein en rond, bevat verteringseiwitten.

  • Functie: Afbraak van moleculen (autofagie, heterofagie).

  • Mitochondrion: Enkel in eukaryote cellen.

  • Structuur: Groot, ovaal, dubbele laag fosfolipiden, cristae (plooien). Mitochondriaal DNA, Ribosomen. Matrix.

  • Functie: Energiefabriek van de cel (ATP-productie). Spierbeweging en celgroei en metabole reacties.

  • Plastide: Enkel in eukaryote cellen. Enkel in planten en groene algen.

  • Structuur: Dubbele membraan (soms meer). Eigen DNA en ribosomen.

  • Drie soorten: Chloroplasten, chromoplasten, leukoplasten.

  • Chloroplast: Fotosynthese; Bladgroenkorrel.

  • Chromoplast: Opslag van kleurstoffen.

  • Leukoplast: Opslag van reservestoffen (zetmeel, vet, eiwitten)

  • Vacuole: Voornamelijk in plantaardige cellen en eencellige eukaryoten.

  • Structuur: Met vocht (celsap) gevuld blaasje, dubbele laag fosfolipiden (tonoplast).

  • Functie: Opslag van water, afvalstoffen en stoffen. Turgordruk, celdeling, uitstoten van vocht/afval.

  • Cytoskelet: Enkel in eukaryote cellen.

  • Structuur: Netwerk van eiwitvezels, verschillende soorten (actinefilamenten, intermediaire filamenten, microtubuli).

  • Functie: Celvorm, organisatie van celonderdelen, celbeweging en celdeling.

  • Centriool: Enkel in dierlijke cellen.

  • Structuur: Buisvormige organellen, geen membraanstructuur, Negen groepjes van drie (triplet) microtubuli.

  • Functie: Celdeling.

Celdifferentiatie

  • Cellen krijgen een specifieke vorm en functie

  • Stamcellen: kunnen zich differentiëren in verschillende celtypen.

  • Totipotente stamcellen (bv. zygote)

    • Kan zich differentiëren tot een compleet organisme.
  • Pluripotente stamcellen (bv. in embryonale stamcellen)

    • Kan zich differentiëren tot alle soorten lichaamscellen behalve placenta.
  • Multipotente stamcellen.

  • Unipotente stamcellen.

  • Volwassen stamcellen.

  • Weefsel: Groep cellen met dezelfde vorm en functie.

  • Organen: Groep weefsels met specifieke taak (bv. hart).

  • Stelsels: Groep organen die samenwerken op een bepaalde taak (bv. spijsvertering, ademhaling)

Studying That Suits You

Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

Quiz Team

Related Documents

Description

Test je kennis over de rol van ATP en plastiden in cellen. Beantwoord vragen over chloroplasten, pigmentopslag en de functies van verschillende plastiden. Dit quiz helpt je de belangrijke concepten van celbiologie beter te begrijpen.

More Like This

ATP-ADP Cycle Flashcards
12 questions

ATP-ADP Cycle Flashcards

VersatileCopernicium avatar
VersatileCopernicium
Micro Lecture: Quiz on Enzymes and ATP
24 questions
ATP and ADP Molecules Overview
13 questions
Biology: ATP and ADP Functions
18 questions
Use Quizgecko on...
Browser
Browser