Podcast
Questions and Answers
Wat is de belangrijkste functie van mitose?
Wat is de belangrijkste functie van mitose?
- Het genereren van energie voor de cel.
- Het vernieuwen van de celwand.
- De scheiding van chromosomen om identieke kernen te vormen. (correct)
- Het verdubbelen van cellulaire organellen.
Wat gebeurt er tijdens de profase?
Wat gebeurt er tijdens de profase?
- Centrosomen migreren naar het evenaarsvlak.
- Chromosomen worden zichtbaar en het kernmembraan verdwijnt. (correct)
- Spoeldraden worden gevormd.
- Chromosomen worden gedupliceerd.
Wat vormt zich tijdens de metafase?
Wat vormt zich tijdens de metafase?
- De centriolen zijn volledig zichtbaar.
- De chromosomen zijn gealigneerd op het metafaseplaat. (correct)
- De zusterchromatiden worden gedupliceerd.
- De nucleolus begint zich opnieuw te vormen.
Wat is de rol van het kinetochoor?
Wat is de rol van het kinetochoor?
Welke fase volgt direct op de anafase?
Welke fase volgt direct op de anafase?
Wat is een kenmerk van de G2 fase?
Wat is een kenmerk van de G2 fase?
Wat is de rol van het centrosoom tijdens mitose?
Wat is de rol van het centrosoom tijdens mitose?
Wat gebeurt er met de zusterchromatiden tijdens de anafase?
Wat gebeurt er met de zusterchromatiden tijdens de anafase?
Wat gebeurt er tijdens de anafase van de mitose?
Wat gebeurt er tijdens de anafase van de mitose?
Wat kenmerkt de telofase in de mitose?
Wat kenmerkt de telofase in de mitose?
Wat is het resultaat van mitose?
Wat is het resultaat van mitose?
Wat gebeurt er tijdens cytokinese in dierlijke cellen?
Wat gebeurt er tijdens cytokinese in dierlijke cellen?
Welk proces vindt al plaats tijdens de telofase?
Welk proces vindt al plaats tijdens de telofase?
Wat is de functie van de celplaat tijdens cytokinese in plantencellen?
Wat is de functie van de celplaat tijdens cytokinese in plantencellen?
Wat gebeurt er vlak na of deels tijdens de mitose?
Wat gebeurt er vlak na of deels tijdens de mitose?
Wat gebeurt er met de chromosomen aan het einde van de anafase?
Wat gebeurt er met de chromosomen aan het einde van de anafase?
Wat zijn gameten in de context van bevruchting?
Wat zijn gameten in de context van bevruchting?
Wat is een zygote?
Wat is een zygote?
Welke invloed heeft mitose op de ontwikkeling van een organisme?
Welke invloed heeft mitose op de ontwikkeling van een organisme?
Wat gebeurt er na mitose met de cellen?
Wat gebeurt er na mitose met de cellen?
Waarom is de regulatie van de celcyclus belangrijk?
Waarom is de regulatie van de celcyclus belangrijk?
Wat is een morula?
Wat is een morula?
Wat is het resultaat van de samensmelting van twee gameten?
Wat is het resultaat van de samensmelting van twee gameten?
Wat is het belangrijkste kenmerk van mitose?
Wat is het belangrijkste kenmerk van mitose?
Wat is het totale aantal mogelijke combinaties bij de menselijke haploïde cellen?
Wat is het totale aantal mogelijke combinaties bij de menselijke haploïde cellen?
Wat gebeurt er tijdens crossing-over?
Wat gebeurt er tijdens crossing-over?
Waarschijnlijk hoeveel eicellen rijpen tijdens de puberteit bij een vrouw?
Waarschijnlijk hoeveel eicellen rijpen tijdens de puberteit bij een vrouw?
Wat is het resultaat van spermatogenese bij de man?
Wat is het resultaat van spermatogenese bij de man?
Wanneer vindt oögenese plaats?
Wanneer vindt oögenese plaats?
Wat is de rol van willekeurige bevruchting in genetische variatie?
Wat is de rol van willekeurige bevruchting in genetische variatie?
Hoeveel chiasmata zijn gemiddeld per chromosoom aanwezig tijdens crossing-over?
Hoeveel chiasmata zijn gemiddeld per chromosoom aanwezig tijdens crossing-over?
Wat is het belangrijkste doel van de meiose?
Wat is het belangrijkste doel van de meiose?
Wat is de uitkomst van onafhankelijke segregatie van chromosomen?
Wat is de uitkomst van onafhankelijke segregatie van chromosomen?
Wat gebeurt er met de eicellen tijdens de embryonale ontwikkeling?
Wat gebeurt er met de eicellen tijdens de embryonale ontwikkeling?
Hoeveel combinaties kunnen er worden gevormd door een willekeurige zaadcel?
Hoeveel combinaties kunnen er worden gevormd door een willekeurige zaadcel?
Wat zijn poollichaampjes?
Wat zijn poollichaampjes?
Wat is een kenmerk van meiose II?
Wat is een kenmerk van meiose II?
Wat beschrijft het begrip 'aneuploïdie' het best?
Wat beschrijft het begrip 'aneuploïdie' het best?
Wat is een gevolg van non-disjunctie tijdens de celdeling?
Wat is een gevolg van non-disjunctie tijdens de celdeling?
Wat gebeurt er met het Y-chromosoom in het syndroom van Turner?
Wat gebeurt er met het Y-chromosoom in het syndroom van Turner?
Wat is een gevolg van de afwezigheid van het tweede X-chromosoom in het syndroom van Turner?
Wat is een gevolg van de afwezigheid van het tweede X-chromosoom in het syndroom van Turner?
Bij welk syndroom is er sprake van 47, XXY?
Bij welk syndroom is er sprake van 47, XXY?
Wat is een kenmerk van het 'triplo X syndroom'?
Wat is een kenmerk van het 'triplo X syndroom'?
Wat wordt verstaan onder het 'NIP-test'?
Wat wordt verstaan onder het 'NIP-test'?
Wat is een gevolg van trisomie 21?
Wat is een gevolg van trisomie 21?
Welke van de volgende syndromen resulteert uit non-disjunctie van chromosoom 13?
Welke van de volgende syndromen resulteert uit non-disjunctie van chromosoom 13?
Wat is een typisch kenmerk van het Edwardssyndroom?
Wat is een typisch kenmerk van het Edwardssyndroom?
Wat is het resultaat van de meiose in termen van chromosoomaantallen?
Wat is het resultaat van de meiose in termen van chromosoomaantallen?
Wat vindt plaats tijdens profase I van de meiose?
Wat vindt plaats tijdens profase I van de meiose?
Wat is een chiasma in het proces van meiose?
Wat is een chiasma in het proces van meiose?
Tijdens welke fase van de meiose worden homologe chromosomen uit elkaar getrokken?
Tijdens welke fase van de meiose worden homologe chromosomen uit elkaar getrokken?
Wat is het belangrijkste kenmerk dat meiose onderscheidt van mitose?
Wat is het belangrijkste kenmerk dat meiose onderscheidt van mitose?
Wat gebeurt er aan het einde van meiose II?
Wat gebeurt er aan het einde van meiose II?
Welke fase van meiose lijkt het meest op mitose?
Welke fase van meiose lijkt het meest op mitose?
Welke van de onderstaande beweringen is waar over meiose I?
Welke van de onderstaande beweringen is waar over meiose I?
Wat gebeurt er tijdens metafase I in de meiose?
Wat gebeurt er tijdens metafase I in de meiose?
Wat beschrijft het proces van crossing-over het beste?
Wat beschrijft het proces van crossing-over het beste?
Wat zijn de haploïde dochtercellen die worden gevormd na meiose bekend?
Wat zijn de haploïde dochtercellen die worden gevormd na meiose bekend?
Wat is de rol van microtubuli tijdens metafase I van de meiose?
Wat is de rol van microtubuli tijdens metafase I van de meiose?
Welke bewering over de overgang tussen meiose I en meiose II is juist?
Welke bewering over de overgang tussen meiose I en meiose II is juist?
Welke van de volgende opties is niet een karakteristiek van meiose?
Welke van de volgende opties is niet een karakteristiek van meiose?
Flashcards
Metafase
Metafase
De fase in de celcyclus waarbij de chromosomen zich in het midden van de cel uitlijnen.
Anafase
Anafase
De fase in de mitose waarbij de zusterchromatiden uit elkaar worden getrokken naar de tegenoverliggende polen van de cel.
Telofase
Telofase
De laatste fase van de mitose, waarin de chromosomen zich ontrollen en de kernmembraan wordt gevormd.
G1-fase
G1-fase
Signup and view all the flashcards
Cytokinese
Cytokinese
Signup and view all the flashcards
Profase
Profase
Signup and view all the flashcards
Prometafase
Prometafase
Signup and view all the flashcards
Metafase
Metafase
Signup and view all the flashcards
Kinetochoor
Kinetochoor
Signup and view all the flashcards
Spoelfiguur
Spoelfiguur
Signup and view all the flashcards
Mitose
Mitose
Signup and view all the flashcards
Wat zijn gameten?
Wat zijn gameten?
Signup and view all the flashcards
Wat is bevruchting?
Wat is bevruchting?
Signup and view all the flashcards
Wat is een zygote?
Wat is een zygote?
Signup and view all the flashcards
Wat is mitose?
Wat is mitose?
Signup and view all the flashcards
Wat gebeurt er na de bevruchting?
Wat gebeurt er na de bevruchting?
Signup and view all the flashcards
Wat is een morula?
Wat is een morula?
Signup and view all the flashcards
Wat is celdifferentiatie?
Wat is celdifferentiatie?
Signup and view all the flashcards
Wat is de celcyclus?
Wat is de celcyclus?
Signup and view all the flashcards
Aneuploïdie
Aneuploïdie
Signup and view all the flashcards
Celdeling
Celdeling
Signup and view all the flashcards
Non-disjunctie
Non-disjunctie
Signup and view all the flashcards
Syndroom van Turner
Syndroom van Turner
Signup and view all the flashcards
Syndroom van Klinefelter
Syndroom van Klinefelter
Signup and view all the flashcards
Triplo-X syndroom
Triplo-X syndroom
Signup and view all the flashcards
XYY-syndroom
XYY-syndroom
Signup and view all the flashcards
Down syndroom
Down syndroom
Signup and view all the flashcards
Patausyndroom
Patausyndroom
Signup and view all the flashcards
Edwardssyndroom
Edwardssyndroom
Signup and view all the flashcards
Diploïde cel
Diploïde cel
Signup and view all the flashcards
Haploïde cel
Haploïde cel
Signup and view all the flashcards
Bevruchting
Bevruchting
Signup and view all the flashcards
Anafase II
Anafase II
Signup and view all the flashcards
Crossing-over
Crossing-over
Signup and view all the flashcards
Chiasma
Chiasma
Signup and view all the flashcards
Meiose II
Meiose II
Signup and view all the flashcards
Metafase II
Metafase II
Signup and view all the flashcards
Telofase II
Telofase II
Signup and view all the flashcards
Onafhankelijke segregatie
Onafhankelijke segregatie
Signup and view all the flashcards
Willekeurige bevruchting
Willekeurige bevruchting
Signup and view all the flashcards
Gametogenese
Gametogenese
Signup and view all the flashcards
Oögenese
Oögenese
Signup and view all the flashcards
Oögenese (ontwikkeling)
Oögenese (ontwikkeling)
Signup and view all the flashcards
Bevruchting (oögenese)
Bevruchting (oögenese)
Signup and view all the flashcards
Spermatogenese
Spermatogenese
Signup and view all the flashcards
Spermatogenese (ontwikkeling)
Spermatogenese (ontwikkeling)
Signup and view all the flashcards
Study Notes
Hoofdstuk 8: Celdeling en celcyclus bij de mens
- De celcyclus is het proces dat begint bij de vorming van een cel uit een ouderlijke cel totdat de nieuwe cel zichzelf in twee genetisch equivalente dochtercellen splitst.
- De celcyclus is essentieel voor het voortbestaan van het leven, zoals voortplanting bij eencelligen, ontwikkeling van een individu uit één cel, en vernieuwing van weefsels bij meercelligen.
- Nieuwe cellen moeten genetische informatie van de ouderlijke cel meekrijgen.
- Genoom replicatie: Het genoom, het volledige genetisch materiaal in het DNA, moet worden gerepliceerd/verdubbeld.
- 'Genoom' = het geheel aan erfelijke informatie vervat in het DNA, ongeveer 3 miljard baseparen.
- Bij eukaryoten is het genoom georganiseerd in chromosomen.
- Coderende delen van genen vormen ongeveer 1-2% van het totale DNA, en bevatten informatie om eiwitten te produceren. De mens heeft ongeveer 25 000 genen.
- Niet-coderende delen vormen ongeveer 98% van het DNA, en hebben een structurele en regelfunctie.
- Bij prokaryoten bevindt het genoom zich in een circulaire DNA-streng, volledig coderend.
- Chromosomen: vorm en opbouw
- Genetisch materiaal: chromatine
- Chromatinestructuur: histoneiwitten en DNA verbonden.
- 20-30% positief geladen aminozuren, 'relaxed' (minder gecondenseerd).
- DNA gewikkeld rond histone octameren vormen nucleosomen.
- Nucleosomen samengepakt tot chromatinevezels.
- 'Nucleosoom' = 8 histoneiwitten (octameer); DNA helix (140 bp); Via 'linker DNA' verbonden (60 bp).
- Euchromatine: licht gekleurde banden (Giemskleuring), actief DNA.
- Heterochromatine: donker gekleurde banden (Giemskleuring), inactief DNA.
- Chromosomen hebben een p-arm (korte arm) en een q-arm (lange arm).
- Het centromeer is het middelpunt van het chromosoom.
- Telomeren zijn de uiteinden van de chromosomen.
- Chromatiden zijn de identieke kopieën van een chromosoom die verbonden zijn door een centromeer.
- Karyogram: chromosomen gerangschikt naar lengte en vorm, gebaseerd op Giemskleuring van een delende cel.
- Het Y-chromosoom is kleiner dan het X-chromosoom en bevat minder genen.
Celdeling, groei, voortplanting
- Mitose is de ongeslachtelijke celdeling, waarbij een diploïde cel (2n) identieke dochtercellen (2n) produceert.
- Meiose is de seksuele voortplanting, waarbij een diploïde cel (2n) vier haploïde gameten (n) produceert.
Celcyclus
- Interfase (G1, S, G2): de fase van normale celactiviteiten, groei en deling van DNA.
- Mitose (karyokinese): kerndeling met 4 fasen (profase, metafase, anafase, telofase).
- Cytokinese: de deling van het cytoplasma na de mitose.
Interfase
- G1: Eiwit synthese, celgroei, organellen delen, algemene werking
- S: DNA-replicatie, verdubbeling van chromosomaal DNA, chromosomen bestaan uit 2 zusterchromatiden.
- G2: Korte fase, beperkte werking van de cel, eiwitsynthese.
Mitose
- Profase: condensatie chromatine naar chromosomen, centriolen naar polen, nucleolus en kernmembraan verdwijnen.
- Metafase: chromosomen op evenaarsvlak (metafaseplaat), centromeren gealigneerd, zusterchromatiden aan spoeldraden.
- Anafase: centromeren delen, zusterchromatiden naar tegenovergestelde polen getrokken.
- Telofase: chromosomen despiraliseren, spoeldraden verdwijnen, nucleoli en kernmembraan herverschijnen, ouderlijke en cytoplasmatische membranen ontstaan.
Cytokinse
- Dierlijke cellen: vorming groef t.h.v. metafaseplaat, insnoering cel.
- Plantencellen: vorming celplaat vanuit golgi-apparaten, nieuw celwandmateriaal gebracht.
Meiose
- Profase I, Metafase I, Anafase I, en Telofase I: haploïde gameten worden gevormd, homologe chromosomen splitsen up.
- Meiose II: gelijkaardig aan mitose, zusterchromatiden splitsen en vormen 4 haploïde gameten.
Crossing-over
- Tussen twee niet-zusterchromatiden in profase I/metafase I.
- Uitwisseling van genetisch materiaaal.
Onafhankelijke segregatie
- Onafhankelijke verdeling van chromosomen tijdens meiose I
- Aantal mogelijke combinaties van gameten wordt vergroot.
Willekeurige bevruchting
- Willekeurige combinatie van geslachtscellen leidt tot vergroting van de variatie in de afstammelingen.
Geslachtsdifferentiatie
- XX = vrouw, XY = man
- X-chromosoom bevat vele structurele genen, Y-chromosoom bevat enkele genen voor geslachtsontwikkeling (Bv. SRY gen).
- X-inactivatie bij vrouwen: om de expressie van genen op het X-chromosoom in evenwicht te brengen.
- Stadia in de geslachtsdifferentiatie: indien SRY-gen aanwezig, medulla tot testes, anders cortex tot ovaria.
- Verschillende chromosoom afwijkingen: veroorzaakt door fouten in segregatie van chromosomen (non-disjunctie) in meiose I of II.
- Voorbeelden: Turner syndroom (XO), Klinefelter syndroom (XXY), Triple X syndroom (XXX), XYY-syndroom, syndroom van Edward, syndroom van Patau.
- Diagnose van trisomieën: NIP-test, niet-invasieve prenatale test, obv circulerend DNA in bloed van placenta.
Studying That Suits You
Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.
Related Documents
Description
Test je kennis over mitose en de verschillende fasen van de celcyclus. Dit quiz behandelt belangrijke concepten zoals profase, metafase en de rol van het centrosoom. Ontdek wat er gebeurt tijdens elke fase en de functies van zusterchromatiden en het kinetochoor.