Biologie: Cellen en hun Kenmerken
96 Questions
2 Views

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to Lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Wat is de maximale lengte van bacteriële cellen?

  • 100 μm
  • 10 μm (correct)
  • 1 μm
  • 5 μm
  • Eukaryote cellen zijn altijd kleiner dan prokaryote cellen.

    False (B)

    Noem de twee basistypes van cellen.

    prokaryote en eukaryote cellen

    Plantencellen zijn vaak _____ groter dan bacteriële cellen.

    <p>tien keer</p> Signup and view all the answers

    Koppel de celtype aan het juiste kenmerk:

    <p>Prokaryote cel = Geen echte kern Eukaryote cel = Bevat een echte kern Bacteriële cel = Meestal kleiner dan 10 μm Plantencel = Heeft chloroplasten</p> Signup and view all the answers

    Wat is een belangrijk kenmerk van eukaryote cellen?

    <p>Ze hebben een celkern. (B)</p> Signup and view all the answers

    Bloedcellen en spiercellen zijn voorbeelden van gespecialiseerde cellen.

    <p>True (A)</p> Signup and view all the answers

    Noem twee voorbeelden van eencellige eukaryote organismen.

    <p>Pantoffeldiertjes en gisten</p> Signup and view all the answers

    Eukaryote cellen zijn gemiddeld zo’n _____ keer groter dan prokaryote cellen.

    <p>tien</p> Signup and view all the answers

    Koppel de celtypen aan hun kenmerken:

    <p>Bloedcel = Speciaal voor zuurstoftransport Spiercel = In staat tot samentrekking Wortelcel = Vervoer van water en mineralen Bladcel = Fotosynthese uitvoeren</p> Signup and view all the answers

    Welke van de volgende organismen behoren tot de eukaryoten?

    <p>Planten (A), Schimmels (C)</p> Signup and view all the answers

    Archaea en bacteriën zijn voorbeelden van eukaryote cellen.

    <p>False (B)</p> Signup and view all the answers

    Noem een type cel dat behoort tot de prokaryoten.

    <p>Bacterie</p> Signup and view all the answers

    Eukaryoten worden onderscheiden in drie rijken: dieren, planten en ______.

    <p>schimmels</p> Signup and view all the answers

    Wat is een kenmerk van prokaryote cellen?

    <p>Hun erfelijk materiaal ligt vrij in het cytoplasma. (B)</p> Signup and view all the answers

    Koppel de termen aan hun juiste beschrijvingen:

    <p>Eukaryoten = Organismen met een celkern Prokaryoten = Eenvoudige organismen zonder celkern Celorganellen = Grote intracellulaire structuren Cytoplasma = Vloeistof in de cel waar organellen zich bevinden</p> Signup and view all the answers

    Planten behoren tot de prokaryoten.

    <p>False (B)</p> Signup and view all the answers

    Wat zijn protisten?

    <p>Organismen die eukaryoten zijn maar te verschillend om in één groep samen te brengen.</p> Signup and view all the answers

    In prokaryote cellen ontbreken __________ die door membranen omgeven zijn.

    <p>celorganellen</p> Signup and view all the answers

    Eukaryote cellen zijn gemiddeld kleiner dan prokaryote cellen.

    <p>False (B)</p> Signup and view all the answers

    Wat zijn de drie rijken waarin eukaryoten worden onderscheiden?

    <p>dieren, planten, schimmels</p> Signup and view all the answers

    Een type eencellig eukaryoot is een _____ .

    <p>pantoffeldiertje</p> Signup and view all the answers

    Koppel de verschillende soorten cellen aan hun kenmerken:

    <p>Bloedcel = Gespecialiseerde cel voor zuurstoftransport Spiercel = Gespecialiseerde cel voor beweging Wortelcel = Cel die nutriënten opneemt uit de grond Bladcel = Cel die fotosynthese uitvoert</p> Signup and view all the answers

    Wat beschrijft het verschil tussen actief en passief transport?

    <p>Actief transport vereist energie, terwijl passief transport dat niet doet. (B)</p> Signup and view all the answers

    De celwand is een onderdeel van alle cellen.

    <p>False (B)</p> Signup and view all the answers

    Noem een functie van het celmembraan.

    <p>Reguleren van stoffen die de cel in en uit gaan.</p> Signup and view all the answers

    Het ______ is verantwoordelijk voor de productie van energie in de cel.

    <p>mitochondrium</p> Signup and view all the answers

    Koppel de celorganellen aan hun functies:

    <p>Nucleus = Bevat genetisch materiaal en reguleert de cel Ribosoom = Producent van eiwitten Golgi-apparaat = Verwerkt en distribueert eiwitten Lysosoom = Afbreker van afvalstoffen binnen de cel</p> Signup and view all the answers

    Wat beschrijft de functie van biologische membranen?

    <p>Reguleren de in- en uitstroom van stoffen. (C)</p> Signup and view all the answers

    Eiwitten kunnen alleen door passief transport de cel in en uit.

    <p>False (B)</p> Signup and view all the answers

    Wat maakt het mogelijk om submicroscopische structuren van cellen te bestuderen?

    <p>De elektronenmicroscoop (B)</p> Signup and view all the answers

    De bruine kikker legt eitjes die intern worden bevrucht.

    <p>False (B)</p> Signup and view all the answers

    Wat is het zwarte puntje in elk eitje van de bruine kikker?

    <p>Eicel</p> Signup and view all the answers

    ‘Submicroscopisch’ betekent dat de deeltjes zo klein zijn dat ze niet meer zichtbaar zijn met een _______ microscoop.

    <p>lichtmicroscoop</p> Signup and view all the answers

    Welke van de volgende planten zorgt voor de productie van linnen?

    <p>Vlasplant (C)</p> Signup and view all the answers

    De microscopische studie van vezels is alleen nuttig voor de textielindustrie.

    <p>False (B)</p> Signup and view all the answers

    Welke vergroting wordt genoemd voor het waarnemen van vezels in de microscopische studie?

    <p>200x</p> Signup and view all the answers

    De elektronenmicroscoop werd uitgevonden in het jaar _______.

    <p>1933</p> Signup and view all the answers

    Protisten zijn een groep organismen die allemaal eukaryoten zijn.

    <p>False (B)</p> Signup and view all the answers

    Noem een voorbeeld van een prokaryote cel.

    <p>Bacterie</p> Signup and view all the answers

    De erfelijke informatie in prokaryote cellen ligt ______ in het cytoplasma.

    <p>vrij</p> Signup and view all the answers

    Koppel de soorten cellen aan hun kenmerken:

    <p>Prokaryote cellen = Erfelijk materiaal vrij in cytoplasma Eukaryote cellen = Bevatten celorganellen met specifieke functies Bacteriën = Eenvoudig van structuur Schimmels = Behoren tot het rijk van de eukaryoten</p> Signup and view all the answers

    Welke van de volgende is géén kenmerk van prokaryote cellen?

    <p>Ze hebben celorganellen. (A)</p> Signup and view all the answers

    Eukaryoten hebben altijd een ingewikkelder celstructuur dan prokaryoten.

    <p>True (A)</p> Signup and view all the answers

    Wat zijn de drie rijken van eukaryoten?

    <p>Dieren, planten, schimmels</p> Signup and view all the answers

    Wat is de belangrijkste reden waarom protisten niet in één groep kunnen worden samengebracht?

    <p>Ze verschillen te sterk onderling. (A)</p> Signup and view all the answers

    Wat is een kenmerk van bacteriële cellen?

    <p>Ze zijn omgeven door een celwand. (C)</p> Signup and view all the answers

    Bacteriën hebben een delingssysteem dat vergelijkbaar is met dat van eukaryote cellen.

    <p>False (B)</p> Signup and view all the answers

    Wat geven de fimbriae bacteriën?

    <p>aanhechtingsmogelijkheden</p> Signup and view all the answers

    Het erfelijk materiaal van bacteriën is _____ omgeven door een kernmembraan.

    <p>niet</p> Signup and view all the answers

    Koppel de onderdelen van de bacteriële cel aan hun functie:

    <p>Celwand = Geeft steun en bescherming Celmembraan = Ligt onder de celwand Fimbriae = Bieden aanhechtingsmogelijkheden Erfelijk materiaal = Bevat genetische informatie</p> Signup and view all the answers

    Welke van de volgende structuren ligt onder de celwand van een bacteriële cel?

    <p>Celmembraan (D)</p> Signup and view all the answers

    Bacteriën hebben geen celwand.

    <p>False (B)</p> Signup and view all the answers

    Wat is de functie van het celmembraan in een bacteriële cel?

    <p>Reguleert de in- en uitstroom van stoffen</p> Signup and view all the answers

    Bacteriën hebben geen _____ die door membranen omgeven zijn.

    <p>kern</p> Signup and view all the answers

    Wat is de rol van fimbriae bij bacteriën?

    <p>Zij geven aanhechtingsmogelijkheden. (D)</p> Signup and view all the answers

    Wat is de functie van het ruw endoplasmatisch reticulum?

    <p>Synthese van eiwitten (B)</p> Signup and view all the answers

    Ribosomen zijn verantwoordelijk voor de synthese van nucleïnezuren.

    <p>False (B)</p> Signup and view all the answers

    Wat is de rol van het Golgi-apparaat in de eiwitverwerking?

    <p>Het Golgi-apparaat verwerkt, modificeert en sorteert eiwitten voor transport.</p> Signup and view all the answers

    Eiwitten die via de ribosomen worden gesynthetiseerd, worden vaak vervoerd naar het ___________ voor verdere verwerking.

    <p>Golgi-apparaat</p> Signup and view all the answers

    Welke van de volgende structuren is betrokken bij de synthese van eiwitten?

    <p>Ruw endoplasmatisch reticulum (B)</p> Signup and view all the answers

    Koppel de structuur aan zijn functie:

    <p>Ruw ER = Eiwitsynthese Glad ER = Lipidsynthese Golgi-apparaat = Eiwitmodificatie en sortering Ribosomen = Vertaling van mRNA</p> Signup and view all the answers

    Eiwitten in secretieblaasjes zijn bedoeld voor gebruik binnen de cel.

    <p>False (B)</p> Signup and view all the answers

    Wat is de functie van vrije ribosomen in de cel?

    <p>Vrije ribosomen synthetiseren eiwitten die in het cytoplasma worden gebruikt.</p> Signup and view all the answers

    Wat is de functie van het ruw endoplasmatisch reticulum (RER)?

    <p>Synthese en afwerking van eiwitten (C)</p> Signup and view all the answers

    Ribosomen zijn verantwoordelijk voor de synthese van lipiden.

    <p>False (B)</p> Signup and view all the answers

    Welke twee zijden zijn er te onderscheiden in het Golgi-apparaat?

    <p>Ciszijde en transzijde</p> Signup and view all the answers

    De bestemming van een eiwit wordt aangegeven door een __________.

    <p>signaalpeptide</p> Signup and view all the answers

    Koppel de processen aan hun beschrijvingen:

    <p>Synthese = Productie van eiwitten op ribosomen Afwerking = Aanhechting van suikerketens in het Golgi-apparaat Transport = Vervoer van eiwitten naar hun bestemming Verpakking = Opsluiting van eiwitten in blaasjes</p> Signup and view all the answers

    Wat is de belangrijkste functie van het ruw endoplasmatisch reticulum (RER)?

    <p>Eiwitsyntese (C)</p> Signup and view all the answers

    Ribosomen bevinden zich aan de binnenkant van het ruw endoplasmatisch reticulum.

    <p>False (B)</p> Signup and view all the answers

    Wat gebeurt er met de eiwitten nadat ze in het ruw endoplasmatisch reticulum zijn gevormd?

    <p>Ze worden verpakt in transportblaasjes.</p> Signup and view all the answers

    Het ruw endoplasmatisch reticulum (RER) heeft een _____ uiterlijk door de aanwezigheid van ribosomen.

    <p>ruw</p> Signup and view all the answers

    Wat is een functie van de enzymen in het ruw endoplasmatisch reticulum?

    <p>Vouwen van eiwitten (D)</p> Signup and view all the answers

    Het Golgi-apparaat is verantwoordelijk voor de synthese van ribosomen.

    <p>False (B)</p> Signup and view all the answers

    Welke aminozuursoort helpt bij het vormen van disulfidebruggen in eiwitten?

    <p>Cysteïne</p> Signup and view all the answers

    De eiwitten die door het RER zijn gefabriceerd, worden naar het ______-apparaat vervoerd.

    <p>Golgi</p> Signup and view all the answers

    Wat vormt het endoplasmatisch reticulum als structuur?

    <p>Tuben en afgeplatte zakjes (C)</p> Signup and view all the answers

    Wat is een functie van het glad endoplasmatisch reticulum (SER)?

    <p>Aanmaak van lipiden (A)</p> Signup and view all the answers

    Het ruw endoplasmatisch reticulum (RER) bevat ribosomen.

    <p>True (A)</p> Signup and view all the answers

    Noem een type eiwit dat een functie kan vervullen als enzym.

    <p>Bovendien kunnen enzymen als katalysator fungeren.</p> Signup and view all the answers

    Het ruw endoplasmatisch reticulum is voornamelijk verantwoordelijk voor __________.

    <p>eiwitsynthese</p> Signup and view all the answers

    Wat is de belangrijkste functie van het ruw endoplasmatisch reticulum?

    <p>Eiwitsynthese en -transport (D)</p> Signup and view all the answers

    Welk van de volgende structuren is verbonden met het kernmembraan?

    <p>Glad endoplasmatisch reticulum (D)</p> Signup and view all the answers

    Wat is de rol van ribosomen in de cel?

    <p>Synthese van eiwitten</p> Signup and view all the answers

    Het Golgi-apparaat is verantwoordelijk voor de ______ en het transport van eiwitten.

    <p>verwerking</p> Signup and view all the answers

    Ribosomen zijn alleen betrokken bij de verwerking van eiwitten in het ruw endoplasmatisch reticulum.

    <p>False (B)</p> Signup and view all the answers

    Koppel onderstaande cellulaire structuren aan hun functies:

    <p>Ruw endoplasmatisch reticulum = Eiwitsynthese Golgi-apparaat = Eiwitverwerking en -transport Ribosomen = Vertaling van mRNA Glad endoplasmatisch reticulum = Productie van lipiden</p> Signup and view all the answers

    Wat produceren de enzymen in het glad endoplasmatisch reticulum?

    <p>Lipiden</p> Signup and view all the answers

    De functie van het Golgi-apparaat is __________ en __________ van eiwitten.

    <p>verpakken, verzenden</p> Signup and view all the answers

    Waar wordt mRNA gevormd en gekopieerd?

    <p>In de celkern (D)</p> Signup and view all the answers

    Het glad endoplasmatisch reticulum is betrokken bij eiwitsynthese.

    <p>False (B)</p> Signup and view all the answers

    Koppel de volgende eiwitfuncties aan hun toepassingen:

    <p>Enzym = Versnelling van chemische reacties Boodschapper = Communicatie tussen cellen Structuureiwit = Ondersteuning en vorm Membraneiwit = Deel van celmembranen</p> Signup and view all the answers

    Welke rol speelt het Golgi-apparaat in eiwitverwerking?

    <p>Het sorteren en verpakken van eiwitten voor transport.</p> Signup and view all the answers

    Ribosomen zijn vaak te vinden op het ______ endoplasmatisch reticulum.

    <p>ruw</p> Signup and view all the answers

    Wat vormt een drielettercode die correspondeert met een specifiek aminozuur?

    <p>mRNA (C)</p> Signup and view all the answers

    Flashcards

    Eukaryote cellen

    Grotere en complexere cellen dan prokaryote cellen, met een celkern en celorganellen.

    Celorganellen

    Structuren binnen eukaryote cellen met specifieke functies, bijvoorbeeld energie produceren en moleculen maken.

    Fosfolipidenmembraan

    Een membraan dat sommige celorganellen omsluit.

    Eencellige eukaryote cellen

    Eukaryote cellen die deel uitmaken van een-cellige organismen.

    Signup and view all the flashcards

    Specialisatie van cellen

    Verschillen in vorm, inhoud en functie van cellen, doordat cellen zich aanpassen aan hun taak.

    Signup and view all the flashcards

    Grootte van bacteriële cellen

    Bacteriële cellen zijn klein, tussen 1 en 10 μm lang.

    Signup and view all the flashcards

    Grootte van planten- en dierlijke cellen

    Planten- en dierlijke cellen zijn vaak veel groter dan bacteriële cellen, minstens tien keer zo groot.

    Signup and view all the flashcards

    Prokaryotische cel

    Een type cel zonder een kern en andere membraangebonden organellen.

    Signup and view all the flashcards

    Eukaryotische cel

    Een type cel met een kern en andere membraangebonden organellen.

    Signup and view all the flashcards

    Verschil planten- en dierlijke cellen

    Plantencellen verschillen fundamenteel van dierlijke cellen.

    Signup and view all the flashcards

    Prokaryote cel

    Een cel zonder membraangebonden organellen, zoals een celkern. Het DNA ligt vrij in het cytoplasma.

    Signup and view all the flashcards

    Eukaryotische rijken

    Dieren, planten en schimmels zijn drie voorbeelden van eukaryotische rijken.

    Signup and view all the flashcards

    Protisten

    Organismen (zoals slijmzwammen en groenwieren) die eukaryotisch zijn, maar te verschillend om samen in één rijk te plaatsen.

    Signup and view all the flashcards

    Archea en bacteriën

    Voorbeelden van prokaryotische organismen bestaande uit 1 cel.

    Signup and view all the flashcards

    Prokaryotische structuur

    Klein en eenvoudig van structuur, met DNA los in het cytoplasma.

    Signup and view all the flashcards

    DNA in prokaryoten

    Vrij in het cytoplasma, niet binnen een kernmembraan.

    Signup and view all the flashcards

    Membraangebonden celorganellen

    Organellen met een membraan om ze heen.

    Signup and view all the flashcards

    Enzym

    Een eiwit dat een specifieke chemische reactie versnelt in een levend organisme.

    Signup and view all the flashcards

    Substraat

    De specifieke molecule waarop een enzym inwerkt.

    Signup and view all the flashcards

    Actieve plaats

    Het gebied op een enzym waar het substraat bindt.

    Signup and view all the flashcards

    Enzym-substraat complex

    De tijdelijke binding tussen een enzym en zijn substraat.

    Signup and view all the flashcards

    Hoe werkt een enzym?

    Een enzym verlaagt de activeringsenergie, de energie die nodig is om een reactie te starten.

    Signup and view all the flashcards

    Factoren die enzymactiviteit beïnvloeden

    Temperatuur, pH en substraatconcentratie kunnen de snelheid van een enzymreactie beïnvloeden.

    Signup and view all the flashcards

    Belang van enzymen

    Enzymen zijn essentieel voor alle biologische processen, zoals spijsvertering, energieproductie en celgroei.

    Signup and view all the flashcards

    Submicroscopische structuur

    De structuur van objecten die zo klein zijn dat ze niet zichtbaar zijn met een lichtmicroscoop.

    Signup and view all the flashcards

    Elektronenmicroscoop

    Een microscoop die elektronen gebruikt om een beeld te creëren, waardoor het mogelijk is om de submicroscopische structuur van objecten te bekijken.

    Signup and view all the flashcards

    Lichtmicroscoop

    Een microscoop die licht gebruikt om een vergroot beeld van een object te creëren.

    Signup and view all the flashcards

    Linnen

    Een stof gemaakt van vezels van de vlasplant.

    Signup and view all the flashcards

    Vlasplant

    De plant waarvan de vezels gebruikt worden om linnen te maken.

    Signup and view all the flashcards

    Vezelanalyse

    De studie van vezels, bijvoorbeeld om een plaats delict te onderzoeken.

    Signup and view all the flashcards

    Eitjes van de bruine kikker

    Eitjes die uitwendig bevrucht worden en beschermd zijn door een gelatineus omhulsel.

    Signup and view all the flashcards

    Uitwendige bevruchting

    Bevruchting waarbij de eicel bevrucht wordt buiten het lichaam van het vrouwtje.

    Signup and view all the flashcards

    Eicel

    De vrouwelijke geslachtscel.

    Signup and view all the flashcards

    Eukaryote organismen

    Levende wezens met cellen die een celkern en andere organellen met een membraan hebben.

    Signup and view all the flashcards

    Prokaryoten

    Levende wezens met cellen die geen celkern en andere organellen met een membraan hebben.

    Signup and view all the flashcards

    Eiwitstructuren

    Structuren aan de buitenkant van prokaryote cellen die helpen bij het hechten aan hun omgeving.

    Signup and view all the flashcards

    Intracellulaire structuren

    Structuren die zich bevinden binnen een cel.

    Signup and view all the flashcards

    Membranen

    Dunne lagen die celorganellen omsluiten en gescheiden houden van het cytoplasma.

    Signup and view all the flashcards

    Biomoleculen

    Organische moleculen die in cellen aanwezig zijn, zoals eiwitten en nucleïnezuren.

    Signup and view all the flashcards

    Verschil in celtypen

    Cellen zoals bloedcellen, spiercellen, wortelcellen en bladcellen verschillen in hun vorm, functie en structuur.

    Signup and view all the flashcards

    Wat kenmerkt een bacteriële cel?

    Bacteriën hebben geen celkern en hun erfelijk materiaal (DNA) is niet omgeven door een membraan.

    Signup and view all the flashcards

    Celwand bij bacteriën

    De celwand van bacteriën geeft steun en bescherming aan de cel.

    Signup and view all the flashcards

    Celmembraan bij bacteriën

    Het celmembraan van bacteriën bevindt zich onder de celwand en is niet zichtbaar onder een microscoop.

    Signup and view all the flashcards

    Bacteriële deling

    Bacteriën hebben hun eigen manier van zich te vermenigvuldigen.

    Signup and view all the flashcards

    Fimbriae

    Fimbriae zijn haarvormige structuren op het oppervlak van bacteriën die helpen bij het aanhechten aan oppervlakken.

    Signup and view all the flashcards

    Wat is het verschil tussen eukaryotische cellen en bacteriën?

    Eukaryotische cellen (zoals planten en dieren) hebben een celkern waarin het DNA zich bevindt, terwijl bacteriën geen celkern hebben en hun DNA vrij in het cytoplasma ligt.

    Signup and view all the flashcards

    Waar bevindt zich het erfelijk materiaal in een bacterie?

    Het erfelijk materiaal van een bacterie bevindt zich in het cytoplasma, niet binnen een kernmembraan.

    Signup and view all the flashcards

    Hoe delen bacteriën zich?

    Bacteriën delen zich door binaire splitsing, waarbij één cel zich in twee identieke cellen splitst.

    Signup and view all the flashcards

    Welke functie hebben fimbriae?

    Fimbriae helpen bacteriën aan te hechten aan oppervlakken, zoals deeltjes in de omgeving of cellen in een organisme.

    Signup and view all the flashcards

    Wat is het verschil tussen een celwand en een celmembraan?

    De celwand is een stugge, beschermende laag buiten het celmembraan, terwijl het celmembraan een dun, flexibel membraan is dat de cel omsluit.

    Signup and view all the flashcards

    Signaalpeptide

    Een korte aminozuursequentie aan het begin van een eiwit dat als adreslabel dient en ervoor zorgt dat het eiwit naar de juiste celorganel wordt vervoerd.

    Signup and view all the flashcards

    Ribosomen

    Celorganellen die verantwoordelijk zijn voor de synthese van eiwitten.

    Signup and view all the flashcards

    Endoplasmatisch Reticulum (ER)

    Een netwerk van membranen in de cel die eiwitten verwerken en lipiden en steroïden produceren.

    Signup and view all the flashcards

    Golgi-apparaat

    Een organel dat eiwitten verpakt en sorteert voor transport naar hun bestemming.

    Signup and view all the flashcards

    Secretieblaasje

    Een blaasje dat gevuld is met eiwitten die buiten de cel worden afgescheiden.

    Signup and view all the flashcards

    Transportblaasje

    Een klein blaasje dat eiwitten vervoert van het ER naar het Golgi-apparaat.

    Signup and view all the flashcards

    Kernporie

    Een opening in het kernmembraan die het transport van stoffen tussen de kern en het cytoplasma reguleert.

    Signup and view all the flashcards

    Celmembraan

    De buitenste laag van de cel die de cel van de omgeving scheidt.

    Signup and view all the flashcards

    Eiwitsynthese

    Het proces waarbij een cel informatie uit het DNA gebruikt om een eiwit te maken. Dit proces omvat transcriptie en translatie.

    Signup and view all the flashcards

    Transcriptie

    De eerste stap in de eiwitsynthese, waarbij een RNA-kopie (mRNA) van een DNA-gen wordt gemaakt.

    Signup and view all the flashcards

    Translatie

    De tweede stap in de eiwitsynthese, waarbij de mRNA-code wordt gebruikt om een eiwit te maken.

    Signup and view all the flashcards

    Messenger-RNA (mRNA)

    Een RNA-kopie van een gen die de code voor een eiwit bevat.

    Signup and view all the flashcards

    Drielettercode

    Een groep van drie opeenvolgende nucleotiden in het mRNA die codeert voor een specifiek aminozuur.

    Signup and view all the flashcards

    RNA-polymerase

    Een enzym dat verantwoordelijk is voor het openen van de DNA-dubbelstreng en het maken van een RNA-kopie.

    Signup and view all the flashcards

    Verschil transcriptie in prokaryoten en eukaryoten

    Transcriptie vindt in beide celtypen plaats, maar de processen verschillen enigszins in de manier waarop de RNA-kopie wordt gemaakt.

    Signup and view all the flashcards

    Eiwitfunctie

    Eiwitten vervullen talloze functies in de cel, zoals het versnellen van chemische reacties (enzymen), transporteren van stoffen, ondersteunen van de celstructuur en het reguleren van processen.

    Signup and view all the flashcards

    Gen

    Een deel van het DNA dat codeert voor een specifiek eiwit.

    Signup and view all the flashcards

    Aminozuur

    Het bouwsteentje van een eiwit.

    Signup and view all the flashcards

    Glad endoplasmatisch reticulum (SER)

    Het SER is een netwerk van membranen in de cel zonder ribosomen. Het is betrokken bij de synthese van lipiden en het transport van stoffen.

    Signup and view all the flashcards

    SER-functies

    Het SER produceert lipiden, zoals cholesterol en fosfolipiden, die nodig zijn voor het bouwen van nieuwe membranen. Het is ook betrokken bij het transport van stoffen door de cel.

    Signup and view all the flashcards

    Verbindingen SER

    Het SER maakt contact met het kernmembraan en andere organellen, inclusief het celmembraan.

    Signup and view all the flashcards

    Plasmacellen

    Plasmacellen zijn gespecialiseerde cellen die veel eiwitten produceren, daarom hebben ze een uitgebreid RER.

    Signup and view all the flashcards

    RER-functie

    Het ruw endoplasmatisch reticulum (RER) is betrokken bij de synthese van eiwitten, vooral die die naar het celmembraan of het buiten de cel worden getransporteerd.

    Signup and view all the flashcards

    Cholesterol en fosfolipiden

    Deze lipiden zijn belangrijke componenten van celmembranen.

    Signup and view all the flashcards

    Enzymen in SER

    Het SER bevat enzymen die betrokken zijn bij de synthese van lipiden en andere processen.

    Signup and view all the flashcards

    Plasmamembraan

    Het plasmamembraan omsluit de cel en reguleert wat er in en uit de cel gaat.

    Signup and view all the flashcards

    Eiwittransport

    Het RER speelt een belangrijke rol bij het transport van eiwitten naar hun juiste bestemming in de cel.

    Signup and view all the flashcards

    Wat is de cis-zijde van het Golgi-apparaat?

    De cis-zijde van het Golgi-apparaat is het deel dat het dichtst bij het endoplasmatisch reticulum (ER) ligt.

    Signup and view all the flashcards

    Wat is de trans-zijde van het Golgi-apparaat?

    De trans-zijde van het Golgi-apparaat is het deel dat het verst van het endoplasmatisch reticulum (ER) ligt.

    Signup and view all the flashcards

    Welke belangrijke functie vervult het Golgi-apparaat?

    Het Golgi-apparaat verwerkt en verpakt eiwitten die door het ER zijn geproduceerd.

    Signup and view all the flashcards

    Hoe worden eiwitten aangepast in het Golgi-apparaat?

    Eiwitten kunnen in het Golgi-apparaat worden gemodificeerd door toevoeging van suikerketens, waardoor glycoproteïnen ontstaan.

    Signup and view all the flashcards

    Wat is de rol van een signaalpeptide?

    Een signaalpeptide is een klein peptide dat aangeeft waar een eiwit naartoe moet in de cel.

    Signup and view all the flashcards

    Ruw endoplasmatisch reticulum (RER)

    Een deel van het ER bedekt met ribosomen, betrokken bij de synthese en verwerking van eiwitten. De ribosomen op het RER maken eiwitten aan die vervolgens in het ER terechtkomen.

    Signup and view all the flashcards

    Porie-eiwitten

    Eiwitten in het membraan van het RER die zorgen voor de doorgang van eiwitten vanuit het cytoplasma naar het ER.

    Signup and view all the flashcards

    Eiwitvouwing

    Het proces waarbij polypeptideketens zich vouwen tot een driedimensionale eiwitstructuur met een specifieke functie.

    Signup and view all the flashcards

    Disulfidebruggen

    Koppelingen tussen cysteïneaminozuren in een eiwitketen, die de eiwitstructuur stabiliseren.

    Signup and view all the flashcards

    Afwerking van eiwitten

    Het toevoegen van suikers, vetten of andere modificaties aan eiwitten in het Golgi-apparaat, om hun functie te bepalen.

    Signup and view all the flashcards

    Secretie

    Het afscheiden van stoffen uit de cel, vaak via transportblaasjes die fuseren met het celmembraan.

    Signup and view all the flashcards

    Study Notes

    Samenvatting van de cel

    • Cellen worden beschouwd als de fundamentele bouwstenen van het leven.
    • Ze zijn complex en divers, met een indrukwekkende structuur die zichtbaar is onder een microscoop.
    • Sommige cellen kunnen zelfstandig bestaan (eencellige organismen), terwijl andere cellen verbonden zijn met duizenden andere cellen in meercellige organismen.
    • Voorbeelden van cellen zijn: eencellige parasieten uit het geslacht Trypanosoma (die bijvoorbeeld de Afrikaanse slaapziekte veroorzaken), rode bloedcellen en cellen in oogaanvullingen en groenten.

    Opbouw van cellen

    • Cellen zijn opgebouwd uit moleculen.
    • De basismoleculen van cellen en organismen zijn water, koolstof, zuurstof en stikstof.
    • Verschillende processen vinden plaats in cellen
    • Cellen kunnen stoffen uitwisselen met hun omgeving.

    Organisatieniveaus

    • Organismen zijn complex en bestaan uit verschillende organisatieniveaus.
    • Cellen vormen weefsels, weefsels vormen organen, en organen vormen orgaanstelsels, die bij elkaar een organisme vormen.
    • Elk niveau heeft een grotere complexiteit dan het niveau eronder.

    Cellulaire observaties

    • De meeste cellen zijn te klein om met het blote oog te zien.
    • Microscopen zijn essentieel om cellen te observeren.
    • Lichtmicroscopen kunnen cellen tot 0.2µm waarnemen.
    • Elektronmicroscopen hebben een veel hoger oplossend vermogen van 0.2nm en kunnen veel kleine structuren in de cel weergeven.

    Soorten cellen

    • Er zijn twee basistypes van cellen: prokaryotische en eukaryotische cellen.
    • Prokaryoten zijn eenvoudige cellen, zoals cellen van bacteriën en archaea.
    • Eukaryoten zijn complexere cellen, zoals cellen van dieren, planten en schimmels.
    • Het verschil tussen de twee types komt voornamelijk voort uit de opbouw van de cel.

    De prokaryotische cel

    • Archaea en bacteriën zijn organismen die enkel uit één enkele prokaryotische cel bestaan.
    • Prokaryotische cellen hebben geen kernmembraan.
    • Prokaryotische cellen hebben geen intracellulaire membranen.
    • Prokaryoten hebben een eenvoudiger structuur
    • Ze kunnen snel delen en infecties veroorzaken.

    De eukaryotische cel

    • Eukaryoten zijn complexer dan prokaryoten.
    • Ze hebben een membraan rond de kern met erfelijk materiaal.
    • Ze hebben celorganellen met gespecialiseerde functies en verschillende vormen, maten, inhoud en functie.
    • Voorbeelden van eukaryotische eencelligen zijn amoeben, gisten en pantoffeldiertjes.

    Organische moleculen

    • Cellen bestaan uit een grote verscheidenheid aan moleculen, zowel anorganische als organische.
    • Anorganische moleculen zoals water, zuurstof en stikstof vormen ongeveer 96% van de levende materie.
    • Organische moleculen spelen belangrijke rollen in de structuur en de werking van cellen.

    De vier belangrijke groepen van organische moleculen

    • Suikers (sachariden)
    • Vetten (lipiden)
    • Eiwitten (proteïnen)
    • Nucleïnezuren

    Sachariden

    • Sachariden (suikers) zijn koolstofverbindingen met hydroxylgroepen
    • Monosachariden (enkelvoudige suikers): glucose, fructose.
    • Disachariden (tweevoudige suikers): sucrose, lactose
    • Polysachariden (veelvoudige suikers): zetmeel, glycogeen, cellulose.

    Vetten (lipiden)

    • Vetten zijn ongeloste moleculen in water
    • Voorbeelden zijn triglyceriden, fosfolipiden en steroïden
    • Triglyceriden zijn een energiebron in dieren en zaden, fosfolipiden zijn belangrijke bouwstenen van membranen.
    • Steroïden zoals cholesterol spelen een rol in membranen en als belangrijke hormonen.

    Eiwitten (proteïnen)

    • Eiwitten zijn polymeren opgebouwd uit aminozuren.
    • De volgorde van aminozuren bepaalt de 3D-structuur en daarmee de functie van eiwitten.
    • Eiwitten kunnen aminozuren met een apolaire, polaire of ioniseerbare restgroep hebben
    • Primaire, secundaire, tertiaire en quaternaire eiwitstructuren.
    • Enzymstructuren bestaan uit een actief centrum waardoor enzymen substraten aan elkaar koppelen.

    Nucleïnezuren

    • DNA en RNA zijn polymeren opgebouwd uit nucleotiden.
    • DNA bevat de genetische informatie in de vorm van een dubbele helixstructuur.
    • RNA speelt een centrale rol in de eiwitsynthese en heeft verschillende types, zoals mRNA, tRNA en rRNA.

    Denaturatie van eiwitten

    • Denaturatie van eiwitten vindt plaats wanneer de 3D-structuur verandert door hoge temperaturen, lage pH of hoge zoutconcentraties.
    • Hierdoor verliezen de eiwitten hun functie.

    Regulatie van de enzymactiviteit

    • De activiteit van enzymen wordt gereguleerd om processen in de cel te controleren.
    • Dit kan via de aanmaak van enzymen, of door inhibitoren die de enzymactiviteit remmen.

    Zuurstofgas en koolstofdioxide

    • Zuurstof is nodig voor celademhaling die energie levert.
    • Koolstofdioxide is een product van de celademhaling.
    • Organische moleculen dragen bij tot de opbouw en werking van levende wezens.

    Studying That Suits You

    Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

    Quiz Team

    Related Documents

    Examen Biodeel 1 PDF
    Examen BioGenie Deel 2 PDF

    Description

    Test je kennis over de verschillende celtypes, zoals prokaryote en eukaryote cellen. Dit quiz gaat in op hun kenmerken en grootteverschillen. Ideaal voor studenten biologie die meer willen leren over cellulaire structuren.

    More Like This

    Biology Chapter: Cell Types
    8 questions

    Biology Chapter: Cell Types

    WellBeingRetinalite7292 avatar
    WellBeingRetinalite7292
    Biology Cell Types and Functions Quiz
    5 questions
    Use Quizgecko on...
    Browser
    Browser