Biochemie: Koolhydraten

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to Lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson
Download our mobile app to listen on the go
Get App

Questions and Answers

Welke van de volgende termen is een synoniem voor koolhydraten?

  • Sacharide (correct)
  • Lipide
  • Amine
  • Proteïne

Wat is de algemene formule voor koolhydraten?

  • CnH2n+1On
  • CnHn+1On
  • CnH2nOn (correct)
  • CnHnOn

Wat is de relatie tussen glyceraldehyde en dihydroxyaceton?

  • Het zijn constitutionele isomeren. (correct)
  • Het zijn diastereoisomeren.
  • Het zijn enantiomeren.
  • Het zijn epimeren.

Wat is het verschil tussen enantiomeren?

<p>Ze zijn elkaars spiegelbeeld en <strong>niet</strong>-superponeerbaar. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is essentieel voor een molecuul om diastereoisomeren te kunnen vormen?

<p>Het molecuul moet minstens twee chirale centra hebben. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is een kenmerk van epimeren?

<p>Ze verschillen in configuratie bij slechts één chiraal centrum. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is het resultaat van ringsluiting bij suikers?

<p>De vorming van een nieuw chiraal centrum. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat zijn anomeren?

<p>Stereoisomeren die verschillen in configuratie alleen bij het anomere koolstofatoom. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is het verschil tussen een pyranose en een furanose?

<p>Pyranosen hebben een ring met zes atomen, furanosen met vijf. (C)</p> Signup and view all the answers

Welke binding komt voor in maltose?

<p>α-1,4-glycosidische binding (D)</p> Signup and view all the answers

Wat wordt bedoeld met de termen 'mono', 'di', 'tri' en 'poly' met betrekking tot sachariden?

<p>Het aantal suikereenheden in een koolhydraat. (D)</p> Signup and view all the answers

Tot welke groep koolhydraten behoort sucrose (tafelsuiker)?

<p>Disachariden (D)</p> Signup and view all the answers

Waardoor verschilt amylose van amylopectine?

<p>Amylopectine heeft vertakkingen, amylose niet. (D)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende structuren bevat β-1,4-glycosidische bindingen?

<p>Cellulose (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is de primaire functie van amylopectine in planten?

<p>Energieopslag (C)</p> Signup and view all the answers

Waar in een plantencel vind je cellulose?

<p>In de celwand (C)</p> Signup and view all the answers

Hoe verschilt cellulose structureel van amylose?

<p>Cellulose heeft β-1,4-bindingen en amylose heeft α-1,4-bindingen (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is een belangrijke functie van adenosinetrifosfaat (ATP)?

<p>Belangrijkste energiedrager in cellen (C)</p> Signup and view all the answers

Welke rol speelt ribose in RNA?

<p>Ribose is een structureel onderdeel van de nucleotiden in RNA. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is de functie van UDP-glucose bij de synthese van glycogeen?

<p>Het transporteren van glucose voor inbouw in glycogeen. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is glycosaminoglycaan?

<p>Een structureel polysaccharide in dierlijk weefsel. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat houdt eiwit glycosylering in?

<p>Het toevoegen van suikers aan een eiwit. (C)</p> Signup and view all the answers

Welke functie kan glycosylering van eiwitten vervullen?

<p>Het stabiliseren van de eiwitstructuur (D)</p> Signup and view all the answers

Welke rol spelen glycoproteïnen bij bloedgroepen?

<p>Ze bepalen de bloedgroep antigenen op rode bloedcellen. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is de functie van suikers bij de aanhechting van ziekteverwekkers?

<p>Ze dienen als herkenningspunten voor aanhechting. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is lacto-N-tetraose?

<p>Een onafbreekbare suiker in moedermelk die dient als prebioticum en de groei van gunstige bacteriën stimuleert. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is het doel van glucuronidering?

<p>Het verhogen van de oplosbaarheid van toxische stoffen, zodat ze uitgescheiden kunnen worden. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is een belangrijke functie van koolhydraten in cellen?

<p>Vorming van structurele componenten en energieopslag (B)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende functies is geen functie van koolhydraten?

<p>Eiwitsynthese (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is de consequentie van de diastereoisomerie?

<p>De moleculen hebben verschillende fysische eigenschappen. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is het gevolg van het feit dat L-glyceraldehyde niet goed in triokinase past, terwijl D-glyceraldehyde dat wel doet?

<p>D-glyceraldehyde wordt op de juiste manier omgezet in de stofwisseling, maar L-glyceraldehyde niet. (D)</p> Signup and view all the answers

Waarom is het onderscheid tussen chirale vormen van belang in biologische systemen?

<p>Omdat enzymen vaak slechts één chirale vorm van een molecuul herkennen. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is de relatie tussen α-D-glucose en β-D-glucose?

<p>Het zijn anomeren. (C)</p> Signup and view all the answers

In welke van de volgende processen speelt ATP geen directe rol?

<p>Vorming van cellulose in planten (D)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende stellingen over de rol van glycosaminoglycanen (GAGs) in het lichaam is correct?

<p>GAGs zijn essentieel voor de structuur en functie van het kraakbeen en andere bindweefsels. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is een belangrijk gevolg van de glycosylering van eiwitten voor de functie van deze eiwitten?

<p>Glycosylering kan de stabiliteit, vouwing en interactie van eiwitten met andere moleculen beïnvloeden. (B)</p> Signup and view all the answers

Waarom zijn onverteerbare oligosachariden in moedermelk gunstig voor de zuigeling?

<p>Ze bevorderen de groei van nuttige bacteriën in de darmen van de zuigeling. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is de belangrijkste reden dat het lichaam toxische stoffen glucuronideert?

<p>Om de toxische stoffen wateroplosbaarder te maken, zodat ze uitgescheiden kunnen worden. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is het belangrijkste onderscheid tussen diastereoisomeren en epimeren van koolhydraten?

<p>Epimeren verschillen slechts in de configuratie rond één chiraal centrum, terwijl diastereoisomeren op meerdere centra verschillen. (A)</p> Signup and view all the answers

Waarom is de α- of β-configuratie van glucose belangrijk bij de vorming van polysachariden zoals cellulose en zetmeel?

<p>De α- of β-configuratie bepaalt de ruimtelijke structuur en dus de functie van het polysacharide. (B)</p> Signup and view all the answers

Hoe beïnvloedt de vertakkingsgraad van amylopectine de opslag en beschikbaarheid van glucose in planten?

<p>Vertakkingen zorgen voor meer uiteinden waar enzymen glucose kunnen afsplitsen, wat leidt tot een snellere beschikbaarheid. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is de functionele rol van UDP-glucose bij de synthese van glycogeen, en hoe draagt dit bij aan de regulatie van de bloedsuikerspiegel?

<p>UDP-glucose fungeert als een geactiveerde vorm van glucose die gemakkelijk kan worden toegevoegd aan de groeiende glycogeenketen, waardoor glucose wordt opgeslagen en de bloedsuikerspiegel daalt na een maaltijd. (C)</p> Signup and view all the answers

Hoe kan de glycosylering van eiwitten leiden tot een verandering in hun functie in het lichaam?

<p>Glycosylering voegt suikerketens toe die de vouwing, stabiliteit, en interacties van eiwitten met andere moleculen beïnvloeden, wat hun biologische activiteit kan veranderen. (A)</p> Signup and view all the answers

Flashcards

Wat is een koolhydraat?

Een koolhydraat is een koolstof (C) hydraat (Hâ‚‚O).

Wat zijn isomeren?

Isomeren zijn moleculen met dezelfde atoombouw, maar een verschillende structuur.

Wat zijn Constitutionele isomeren?

Constitutionele isomeren hebben dezelfde molecuulformule, maar verschillende bindingen.

Wat is een chiraal koolstofatoom?

Een chiraal koolstofatoom is een koolstofatoom dat niet superponeerbaar is op zijn spiegelbeeld.

Signup and view all the flashcards

Wat zijn Enantiomeren?

Enantiomeren zijn spiegelbeelden van elkaar die niet superponeerbaar zijn.

Signup and view all the flashcards

Wat zijn Diastereoisomeren?

Diastereoisomeren zijn stereoisomeren die geen spiegelbeelden van elkaar zijn.

Signup and view all the flashcards

Wat zijn Epimeren?

Epimeren zijn diastereoisomeren die slechts in één chiraal centrum verschillen.

Signup and view all the flashcards

Wat zijn Anomeren?

Anomeren zijn koolhydraten die verschillen in de configuratie van het anomere koolstofatoom.

Signup and view all the flashcards

Wat doet ringsluiting?

Ringsluiting van suikers creëert een nieuw chiraal centrum.

Signup and view all the flashcards

Wat is een pyranose?

Een pyranose is een cyclische suiker met een zesledige ringstructuur.

Signup and view all the flashcards

Wat is furanose?

Een furanose is een cyclische suiker met een vijfledige ringstructuur.

Signup and view all the flashcards

Wat is een glycosidische binding?

Een glycosidische binding is een type covalente binding die een koolhydraatmolecuul aan een andere groep koppelt.

Signup and view all the flashcards

Wat zijn Monosachariden?

Monosachariden zijn de eenvoudigste suikers en kunnen niet verder worden gehydrolyseerd.

Signup and view all the flashcards

Wat zijn Disachariden?

Disachariden bestaan uit twee monosachariden die met elkaar verbonden zijn door een glycosidische binding.

Signup and view all the flashcards

Wat zijn Oligosachariden?

Oligosachariden bevatten een klein aantal monosachariden (3-10) aan elkaar.

Signup and view all the flashcards

Wat zijn Polysachariden?

Polysachariden zijn lange ketens van monosachariden die aan elkaar zijn gebonden.

Signup and view all the flashcards

Wat is Amylose?

Amylose is een lineair glucosepolymeer met α(1→4) glycosidische bindingen.

Signup and view all the flashcards

Wat is Amylopectine?

Amylopectine is een glucosepolymeer met α(1→4) bindingen en α(1→6) vertakkingen.

Signup and view all the flashcards

Functie van amylopectine?

Energieopslag in de vorm van amylopectine.

Signup and view all the flashcards

Wat is Cellulose?

Cellulose is een lineair glucosepolymeer met β(1→4) glycosidische bindingen.

Signup and view all the flashcards

Wat is ATP?

Adenosine Trifosfaat (ATP) is de belangrijkste energiedrager in cellen.

Signup and view all the flashcards

Wat is RNA?

RNA (Ribonucleïnezuur) is een nucleïnezuur dat een rol speelt bij de eiwitsynthese.

Signup and view all the flashcards

Wat zijn Nucleotidesuikers?

Nucleotidesuikers zijn suikers gebonden aan een nucleotide, belangrijk voor biosynthese.

Signup and view all the flashcards

Wat zijn Glycoproteinen?

Glycoproteinen zijn eiwitten waaraan koolhydraten zijn gebonden.

Signup and view all the flashcards

Wat zijn Glycolipiden?

Glycolipiden zijn lipiden waaraan koolhydraten zijn gebonden.

Signup and view all the flashcards

Wat is Eiwitglycosylering?

Eiwitglycosylering is het proces waarbij koolhydraten aan eiwitten worden toegevoegd.

Signup and view all the flashcards

Hoe worden Bloedgroepen bepaald?

Bloedgroepen worden bepaald door de aanwezigheid van bepaalde koolhydraten op het oppervlak van rode bloedcellen.

Signup and view all the flashcards

Wat is de rol van koolhydraten bij het aanhechten van ziekteverwekkers?

Koolhydraten spelen een rol bij het aanhechten van ziekteverwekkers.

Signup and view all the flashcards

Wat zijn de functies van koolhydraten?

Functies van koolhydraten: structuur, energie, herkenning, stabiliteit en oplosbaarheid.

Signup and view all the flashcards

Study Notes

Biochemie – Les 4: Koolhydraten

  • Koolhydratenstructuren in de presentatie zijn getekend in ChemSketch (ACD/Labs – Freeware) en het logo is van SPstudio.com.

Wat je leert in deze les

  • Hoe koolhydraten eruitzien en waar je ze tegenkomt.
  • Definities van koolhydraten, isomeren en bindingen.
  • Waar je koolhydraten vindt en wat hun functies zijn.

Wat zijn koolhydraten

  • Koolhydraten bestaan uit koolstof (C) en water (Hâ‚‚O), waarbij "hydro" Oud Grieks is voor water.
  • De algemene formule voor koolhydraten is CnH2nOn.
  • Synoniemen voor koolhydraten zijn onder andere suiker en sacharide.
  • D-Glyceraldehyde (C3H6O3), D-Glucose (C6H12O6), en Dihydroxyacetone (C3H6O3) zijn voorbeelden van koolhydraten.

Isomeren

  • Isomeren hebben dezelfde atoombouw maar verschillende moleculaire structuren.
  • Glyceraldehyde en dihydroxyaceton hebben dezelfde atoombouw (C3H6O3) maar zijn verschillende moleculen.

Constitutionele Isomeren

  • Constitutionele isomeren zijn glyceraldehyde en dihydroxyaceton.

Asymmetrische Koolstofatomen

  • Een chiraal koolstofatoom heeft een spiegelbeeld dat anders is.
  • Enantiomeren zijn spiegelbeelden van elkaar.
  • D-glyceraldehyde past in de juiste oriëntatie, terwijl L-glyceraldehyde niet goed past.

Triokinase

  • Triokinase site heeft schematische weergave van D-gyceraldehyde in active site van triokinase

D-Aldo-suikers en D-2 Keto Suikers

  • Voorbeelden van D-Aldo-suikers zijn:
  • Triose: D-glyceraldehyde
  • Tetrose: D-threose en D-erythrose,
  • Pentose: D-ribose, D-arabinose en D-xylose
  • Hexose: D-allose, D-altrose, D-glucose, D-mannose, D-gulose, D-idose, D-galactose en D-talose.
  • Voorbeelden van D-2 Keto-suikers zijn:
  • Triose: Dihydroxyaceton
  • Tetrose: D-erythrulose
  • Pentose: D-ribulose en D-xylulose
  • Hexose: D-psicose, D-fructose, D-sorbose en D-tagatose.

Diastereoisomeren

  • Diastereoisomeren hebben meerdere chirale centra, zijn stereoisomeren maar geen spiegelbeelden.
  • Voorbeelden van diastereoisomeren zijn D-allose, D-altrose, D-glucose, D-mannose, D-gulose, D-idose, D-galactose en D-talose.

Epimeren

  • Epimeren hebben meerdere chirale centra, zijn wel stereoisomeren, geen spiegelbeelden en verschillen slechts in één chiraal centrum.
  • Voorbeelden van epimeren zijn D-allose, D-altrose, D-glucose, D-mannose, D-gulose, D-idose, D-galactose en D-talose.

Ringsluiting van Suikers

  • Ringsluiting van suikers levert een nieuw chiraal centrum op en vormt anomeren.
  • D-glucose kan ringsluiten tot α-D-glucose of β-D-glucose.
  • Pyraan wordt a-D-glucopyranose en furaan wordt α-D-fructofuranose.

Bindingen

  • Voorbeelden van bindingen zijn: a-D-glucopyranose, alpha,alpha-trehalose, maltose, isomaltose, nigerose, kojibiose.

Oligo- en Polysachariden

  • Monosachariden: mono = 1
  • Disachariden: di = 2
  • Trisachariden: tri = 3
  • Tetra = 4
  • Deca = 10
  • Oligosachariden: minder dan 10
  • Polysachariden: >10

Simpele Suikers in Voeding

  • Voorbeelden van simpele suikers zijn biet/riet suiker (sucrose) en (malto)dextrines (uit zetmeel).
  • Disachariden breken makkelijk af tot energiedragers.
  • Bieten/riet suiker is α-D-glucose-(1-2)-α-D-fructose (sucrose).
  • Melk is β-D-galactose-(1-4)-α-D-glucose (lactose).
  • (malto)dextrines is α-D-glucose-(1-4)-α-D-glucose (maltose).

Complexere Suikers in Voeding

  • Amylose is een α1,4-glucose polymeerketen
  • Amylopectine is een α1,4-glucose polymeerketen met α1,6-vertakkingen.

Amylopectine

  • Amylopectine heeft α-1,6-bindingen voor energieopslag en α-1,4-bindingen .

Planten Celwand

  • Koolhydraatpolymeren in de planten celwand zijn onder andere:
  • Pectine (galacturonzuur, galactose, arabinose, xylose, fucose).
  • Cellulose (glucose).
  • Hemicellulose (glucose, glucuronzuur, mannose, galactose, xylose, arabinose).

Structuur van Cellulose

  • Cellulose vormt de planten celwand en bestaat uit katoenvezels.
  • Cellulose is een β1,4-glucose polymeerketen.

Adenosine Triphosphate (ATP)

  • ATP is een belangrijke energiedrager.
  • Het bestaat uit 3 fosfaatgroepen, ribose en adenine.

RNA

  • RNA (ribonucleïnezuur) bevat D-ribose.

Nucleotidesuikers

  • UDP-glucose wordt gesynthetiseerd vanuit Glucose-1-fosfaat en UTP door UDP-Glc pyrophosphorylase, wat leidt tot Biosynthese van glycogeen.

Functies van Suikers

  • Functies van suikers zijn stabiliteit, energie, herkenning en oplosbaarheid.
  • Suikers spelen rol bij glycosaminoglycan, protein glycosylation, en glycolipiden

Suikerjasje Dierlijke Cel

  • Glycoproteinen: Suiker aan een eiwit, O- en N-glycanen
  • Glycolipiden: Suiker aan lipide

Bloedgroepen

  • Bloedgroepen zijn voorbeelden van glycobiologie.

Aanhechten Ziekteverwekkers

  • Suikers spelen rol bij aanhechten van ziekteverwekkers

Onafbreekbare Suikers in Moedermelk

  • Voorbeelden van onafbreekbare suikers in moedermelk zijn alfa-L-fucose-(1-2)-beta-D-galactose-(1-2)-D-glucose, 2'-fucosyllactose, Lacto-N-tetraose en alfa-N-acetyl-D-neuraminezuur-(2-3)-beta-D-galactose-(1-4)-alpha-D-glucose.

Ontgifting Door Glucuronidering

  • Ontgifting door glucuronidering zet apolaire stoffen (zoals morfine) om in minder apolaire stoffen (morfine-3-glucuronide) met behulp van UDP-glucuronide.

Studying That Suits You

Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

Quiz Team

Related Documents

Use Quizgecko on...
Browser
Browser