Bijzondere Opsporingsmethoden in de Wet

Strafrecht en Strafprocesrecht - Woordenlijst

• Aangifte: Een handeling waarbij iemand een misdrijf meldt aan de overheid. Dit kan ambtelijk (door een ambtenaar) of privé (door een burger) zijn en kan anoniem zijn.
• Aanhouding/Arrestatie: Politie- of parketvrijheidsberoving. Verschilt van een administratieve aanhouding en 'bevel tot aanhouding'. Een 'bevel tot aanhouding' start de voorlopige hechtenis. Binnen 24 uur moet een bevel tot aanhouding worden uitgevaardigd na de arrestatie (verlengbaar met 24 uur). Indien niet gedaan, moet de verdachte worden vrijgelaten.
• Aanwijzingen van schuld: Voorwaarde voor voorlopige hechtenis. Minder streng dan 'bezwaren'.
• Aflopend/ ogenblikkelijk misdrijf: Een misdrijf dat afhangt van een specifieke handeling of nalaten op één moment. De verjaring begint op dat moment (bv. diefstal).
• Afschrift: Kopie van een procesdossier.
• Afzetting: Bijkomende straf, alleen uitgesproken door het hof van assisen. Het straffen met verlies van titels, graden, ambten, etc.
• Akte van beschuldiging: Officiële beschrijving van de feiten in een hof van assisen proces.
• Akte van verdediging: Een geschrift waarin de beschuldigde zijn kant van het verhaal presenteert naar de beschuldigingen. Niet verplicht.
• Alcoholintoxicatie: Een meetbare toestand met een alcoholconcentratie van 0.22mg/l of hoger. Niet gelijk aan dronkenschap.
• Alcoholintoxicatie: 0.22 milligram per liter uitgeademde alcoholafbraakproducten of 0.5 gram per liter bloed.
• Aangifte (autonoom): De aangifte wordt gedaan door een burger die niet tot ambtelijke aangifte verplicht is.
• Alcoholintoxicatie (objectief): De toestand wordt objectief gemeten met meting.
• Alcoholintoxicatie (subjectief): De toestand waarin iemand zich bevindt.
• Alcoholintoxicatie (dronkenschap):  Het is niet gelijk te schakelen aan de staat van dronkenschap waarin een persoon kan verkeren.

Andere termen

• Arrest: Beslissing van een hoger gerecht (bv. Hof van Beroep).
• Autonome probatiestraf: Nieuwe hoofdstraf die natuurlijke personen in 2016 kregen.
• Bemiddeling (dader-slachtoffer): Vrijwillige bemiddeling tussen dader, slachtoffer en belanghebbende door erkende bemiddelaars.
• Benadeelde persoon: Persoon die door een misdrijf schade heeft geleden.
• Beschikking:  Beslissing van een onderzoeksgerecht (bv. raadkamer).
• Beschikking tot gevangenneming:  Aanhouding voor de zitting van het hof van assisen.
• Beklaagde: Persoon die wordt beschuldigd.
• Beklaagde (synoniem):  De verdenkinggestelde.
• Bewijswaarde:  De waardering die de rechter toekent aan bewijsmiddelen.
• Bewijskracht: De geldigheid van informatie in een procesdossier.
• Beveiligingsmaatregel: Straf die niet rechtstreeks op schuld gebaseerd is, maar op bescherming van anderen.
• Bevel tot aanhouding:  Dit start de voorlopige hechtenis.
• Bevel tot verlenging:  Verlenging van de voorlopige hechtenis.
• Bezwaren: Documenten die een vermoeden van schuld in een proces bewijzen.
• Bijzondere opsporingsmethoden: Opsporingsmethoden die door de wet zijn toegelaten (observatie, infiltratie).
• Buitenvervolgingstelling:  Beslissing van een onderzoeksgerecht dat een strafvervolging niet gerechtvaardigd is.
• Burgerlijke partij: Slachtoffer dat schadevergoeding wil.
• Burgerlijke rechtsvordering:  Vraag van een slachtoffer voor schadevergoeding.
• CAP (Civielrechtelijk aansprakelijke partij):  Werkgever of verzekeraar van de veroordeelde.
• Cassatieberoep:  Beroep tegen een vonnis op basis van formele fouten.
• COIV:  Centraal Orgaan voor de Inbeslagneming en de Verbeurdverklaring.
• Collectief misdrijf:  Een misdrijf bestaande uit meerdere, afzonderlijke handelingen, maar met een gemeenschappelijk doel.
• Commissiedelict:  Misdrijf dat bestaat uit een handeling.
• Consigniatie: Geldbedrag door een slachtoffer als garantie ter griffie neergelegd.
• Consitutieve bestanddelen: De benodigde voorwaarden voor elk specifiek misdrijf.
• Contraventionalisering:  Verlagen van een wanbedrijf tot een overtreding.
• Correctionalisering:  Verlagen van een misdaad tot een wanbedrijf.
• Drukpersmisdrijf:  Afzonderlijk strafbaar gesteld schrijven, laster, bedreiging, etc, afhankelijk van de publicatie,
• Daden misdrijf:  Misdrijf dat bestaat, objectief.
• Deelneming:  Bijdragen aan een misdrijf door medewerking.
• Deelnemingsopzet:  Deelnemers inzicht in het misdrijf en de wil om daaraan bij te dragen.
• Delict:  Misdrijf.
• Delictstypiciteit:  De vereiste criteria voor een misdrijf.
• Denaturatie:  Veranderen van de aard van een misdrijf.
• Dwang:   Gedwongen gedragingen.
• Doodslag:   Opzettelijke of onopzettelijke misdrijven.
• Dronkenschap (aan het stuur):   Lichamelijk niet in staat om een voertuig veilig te besturen.
• Dwaling:   Verkeerde interpretatie van feiten of wetgeving.
• Drukpersmisdrijf:  Geweld tegen een politiek of meningsuiting misdrijf.
• Dwaling:  Veroordelende fout van de dader in een zaak.
• Dwang:  Situatie uit dader dwang aan schuld van een wettelijk omschreven misdrijf.
• Dwaling (dwaling in feite):  Een vergissing die iedereen met normale voorzichtigheid in dezelfde situatie ook had gemaakt.
• Dwaling (dwaling in rechte):  De interpretatieve verkeerde inschatting van een bepaalde regel of wet.
• Dwaling (schulduitsluitingsgrond): De fout was niet te vermijden.
• Dwaling (opzetuitsluitende dwaling):  De vergissing, die een rechtsfeit of een constitutieve bestanddelen betreft, maakt dat het misdrijf niet opzettelijk is geweest waardoor het opzet mist.
• Dwang (schulduitsluitingsgrond): De persoon werd gedwongen door een externe macht.
• Dwang (schulduitsluitingsgrond):  De dader had geen keuze.
• Eenheid van opzet:   De reden waarom een reeks acties als een heel misdrijf beschouwd wordt.
• Enkelvoudig misdrijf: Een misdrijf dat bestaat uit één strafbare handeling.
• Externe rechtspositie:  Rechten en plichten van gevangenen die de gevangenis tijdelijk verlaten.
• Externe rechtspositie:  Regels voor gevangenen die de gevangenis tijdelijk verlaten.
• Geestesstoornis:  Een verstoring van mentale functies.
• Geldboete:  Geldstraf, een hoofdstraf die afzonderlijk, of in combinatie met andere straffen kan worden opgelegd.
• Gezag van gewijsde:  Een onherroepelijke rechterlijke beslissing.
• Gewoontemisdrijf:   Herhaaldelijk gedrag dat als misdrijf gezien wordt.
• Gerechtelijk onderzoek:  Onderzoek door de onderzoeksrechter.
• Gerechtelijk onderzoek: Onderzoek naar misdrijven.
• Gezag van gewijsde:  Een definitieve beslissing van een rechtbank.
• Gevaar gevaarlijk:  Eigenschap van een misdadiger die na veroordeling het risico vormt voor de samenleving.
• Geestesstoornis:  Een verstoring van de geestelijke toestand.
• Gevangnisstraf:  De meest voorkomende straf die de rechter kan opleggen.
• Groepsmisdrijf:  Misdrijf gepleegd in een groep.
• Hoofdfeit:   De kern van een misdrijf.
• Hoger beroep:  Processtap tegen een uitspraak.
• Hoofddader:  Degene die het misdrijf leidt.
• Hof van assisen:  Rechtbank die misdaden behandelt.
• Hoofddader:   De leidende figuur in een misdrijf.
• Hoofdstraf:   Een onafhankelijke straf die zonder andere straf kan worden opgelegd.
• Hoofddader :  Degene die de daad uitvoert.
• Huiszoeking:  Onderzoek van een woning d.m.v. een juridische toestemming.
• In dubio pro reo:  "bij twijfel voor de verdachte" - bij twijfel over schuld die voordeel geeft aan de verdachte.
• Inbeschuldigingstelling:  Beslissing van een kamer waarin feiten en kwalificatie van misdrijven staan voor een bepaalde verdachte.
• Inbeslagname: Een opslag van een goed, tijdelijk.
• Inbeslagname:  Een procesmaatregel waar een goed door de overheid wordt ingehouden.
• Interne rechtspositie:  Rechten en plichten van gedetineerden in de gevangenis.
• Internering:  Beveiligingsmaatregel die geldt voor iemand die een ernstige geestesstoornis heeft.
• Internering:  Straf met beperkte vrijheid.
• Inzage:  Recht om een procesdossier te bekijken.
• Inzage:  Toegang tot procesdocumenten.
• Inverdenkinggestelde:  Persoon tegen wie een onderzoek wordt gevoerd.
• Invrijheidstelling:  Vrijlating uit voorlopige hechtenis.
• Invrijheidstelling:  Het proces van loslaten.
• Inzage: Recht om een opsporingsonderzoek of procesdossier te bekijken.
• Invrijheidstelling:  Vrijlating uit detentie.
• Jury:  Lekenjury in het assisenproces.
• Kamer van inbeschuldigingstelling:  Onderdeel van een hof van beroep.
• Kamer voor Bescherming van de Maatschappij:  Specifieke kamer die interneringen beslist.
• Klacht:   Aangifte van misdrijf door het slachtoffer of een gemachtigde.