Besturingssystemen en Hypervisors Quiz

Een bestand dat de grootte van de virtuele schijf van de virtuele machine vertegenwoordigt.

Alle schijfblokken worden bij het aanmaken van de virtuele schijf toegewezen.

De schijfblokken worden nulgemaakt tijdens het schrijven van data.

Alle schijfblokken worden bij het aanmaken nulgemaakt.

Er wordt een bestand aangemaakt om de virtuele schijf te vertegenwoordigen.

De schijfblokken worden pas nulgemaakt wanneer er data naar wordt geschreven.

De virtuele machine begint steeds met dezelfde schijf.

Een schijf die bij het opnieuw opstarten van de virtuele machine leeg is.

De verzameling instructies die beschikbaar is voor een proces. Hoe lager het ringnummer, hoe meer instructies er beschikbaar zijn.

Een systeemmode, waarbij het besturingssysteem volledige toegang tot alle instructies van het systeem heeft.

Een gebruiksmode, waarbij applicaties alleen toegang hebben tot een beperkt deel van de instructieset.

Overgang van User Mode naar System Mode, veroorzaakt door een illegale instructie van een proces.

Een techniek om meerdere processen te laten delen op één CPU door ze snel te wisselen.

Een systeem met meerdere processors (CPUs) die processen tegelijkertijd kunnen uitvoeren.

Een systeem met meerdere processen die tegelijkertijd kunnen draaien op meerdere CPUs.

Een systeem met meerdere CPUs die processen kunnen uitvoeren, maar niet altijd tegelijkertijd.

Een techniek die processen aan bepaalde CPU's koppelt om cache-wisselingen te verminderen.

Een centrale beheerder die bepaalt hoe CPU-tijd verdeeld wordt tussen processen op verschillende systemen.

Fragmentatie treedt op wanneer geheugenruimte in verschillende stukjes wordt verdeeld, wat resulteert in verspilde ruimte.

Een techniek waarbij meerdere systemen hun CPU's combineren om gezamenlijk processen uit te voeren.

Een verzameling harde schijven die samen één grote opslagpool vormen, die als één logische eenheid wordt gezien.

Een fysieke behuizing waar meerdere opslagapparaten, zoals harde schijven (HDD's) of Solid State Drives (SSD's), worden geplaatst en beheerd.

Een verzameling van schijven die als één logische eenheid geconfigureerd zijn. RAID biedt verbeterde betrouwbaarheid, prestaties en/of capaciteit.

Een logische schijf of een groep schijven die als één enkele schijf aan een server worden gepresenteerd. Elk LUN wordt door het besturingssysteem van de server herkend als een fysieke harde schijf.

Een methode waarbij schijfruimte wordt toegewezen aan een server, waarbij de server alleen toegang heeft tot de specifiek toegewezen schijven.

Een methode waarbij data wordt opgeslagen en over het netwerk wordt gedeeld via bestanden en mappen.

Een server die toegankelijk is via een netwerkprotocol, zoals SMB/CIFS of NFS, waardoor gebruikers en servers over het netwerk bestanden kunnen delen.

Een netwerk dat is ontworpen specifiek voor dataopslag en -overdracht tussen servers, waardoor een snellere communicatie van de data wordt gegarandeerd.

De maximale bandbreedte die een poort tijdelijk kan gebruiken, bovenop de standaard bandbreedte.

De standaard bandbreedte die een poort normaal gesproken gebruikt.

De maximale bandbreedte die een poort kan gebruiken, ook tijdens burst.

Een techniek die de bandbreedte van een poort regelt, door de burst size en peak bandwidth te beheren.

Een groep van meerdere netwerkkaarten die als één kaart functioneren.

Een techniek om network-falen te detecteren en actie te ondernemen.

Een techniek om de bandbreedte van een NIC team gelijkmatig te verdelen over de verschillende kaarten.

De identificatie van de poort van de virtuele machine, gebruikte voor Load Balancing.

Een netwerkarchitectuur die het verkeer tussen virtuele machines van verschillende klanten isoleert, terwijl ze dezelfde gateway en DNS-server gebruiken.

Een type secondary VLAN in een Private VLAN-configuratie, waar alle virtuele machines volledig geïsoleerd zijn van elkaar en van andere VLANs.

Een type secondary VLAN in een Private VLAN-configuratie, waar virtuele machines van dezelfde klant kunnen communiceren, maar geen toegang hebben tot virtuele machines van andere klanten.

Een speciale poort in een switch die al het verkeer van een VLAN kan ontvangen en verzenden.

Een storage-protocol voor block-level data, dat wordt gebruikt om blokken data van SAN-apparaten te beheren.