Podcast
Questions and Answers
Welke van de volgende mechanismen ligt ten grondslag aan de ontwikkeling van atherosclerose volgens de 'response to injury' theorie?
Welke van de volgende mechanismen ligt ten grondslag aan de ontwikkeling van atherosclerose volgens de 'response to injury' theorie?
- Een chronische ontstekings- en genezingsreactie op endotheelbeschadiging. (correct)
- Een acute allergische reactie op circulerende lipiden.
- Een directe infectie van de arteriële vaatwand door bacteriën.
- De directe depositie van calciumzouten in de vaatwand zonder voorafgaande ontsteking.
Welke van de volgende beweringen over atheromateuze plaques is correct?
Welke van de volgende beweringen over atheromateuze plaques is correct?
- Ze zijn altijd asymptomatisch en veroorzaken geen obstructie van de bloedstroom.
- Ze ontstaan door een acute infectie van de vaatwand en zijn niet gerelateerd aan chronische processen.
- Ze bestaan uitsluitend uit gladde spiercellen en collageen.
- Ze bevatten een zachte, geklonterde kern van lipiden, voornamelijk cholesterol en cholesterolesters, bedekt met een vezelachtig kapsel. (correct)
Welke van de onderstaande factoren draagt NIET bij aan het verhoogde risico op atherosclerose?
Welke van de onderstaande factoren draagt NIET bij aan het verhoogde risico op atherosclerose?
- Hypertensie.
- Hyperlipidemie.
- Hypotensie. (correct)
- Roken.
Welke van de volgende beweringen over de prevalentie van ischemische hartziekten is correct?
Welke van de volgende beweringen over de prevalentie van ischemische hartziekten is correct?
Welke van de volgende risicofactoren voor atherosclerose kan worden beschouwd als niet-modificeerbaar (constitutief)?
Welke van de volgende risicofactoren voor atherosclerose kan worden beschouwd als niet-modificeerbaar (constitutief)?
Waarom zijn premenopauzale vrouwen over het algemeen beschermd tegen atherosclerose in vergelijking met mannen van dezelfde leeftijd?
Waarom zijn premenopauzale vrouwen over het algemeen beschermd tegen atherosclerose in vergelijking met mannen van dezelfde leeftijd?
Welke van de volgende mechanismen is NIET een manier waarop roken het risico op atherosclerose verhoogt?
Welke van de volgende mechanismen is NIET een manier waarop roken het risico op atherosclerose verhoogt?
Welke van de volgende aanvullende risicofactoren wordt vaak gemeten aan de hand van een verhoogde CRP-waarde?
Welke van de volgende aanvullende risicofactoren wordt vaak gemeten aan de hand van een verhoogde CRP-waarde?
Wat is het belangrijkste effect van statines op het cholesterolgehalte in het bloed?
Wat is het belangrijkste effect van statines op het cholesterolgehalte in het bloed?
Welke stap in de vorming van atherosclerose wordt gekenmerkt door de accumulatie van lipiden in macrofagen, waardoor foamcellen ontstaan?
Welke stap in de vorming van atherosclerose wordt gekenmerkt door de accumulatie van lipiden in macrofagen, waardoor foamcellen ontstaan?
Wat is de rol van gladde spiercellen bij de ontwikkeling van atherosclerose?
Wat is de rol van gladde spiercellen bij de ontwikkeling van atherosclerose?
Op welke plaatsen in de bloedvaten ontstaan plaques meestal bij atherosclerose?
Op welke plaatsen in de bloedvaten ontstaan plaques meestal bij atherosclerose?
Wat zijn dyslipoproteïnemieën?
Wat zijn dyslipoproteïnemieën?
Welke cytokine speelt een cruciale rol bij de ontstekingsreacties in atherosclerotische laesies?
Welke cytokine speelt een cruciale rol bij de ontstekingsreacties in atherosclerotische laesies?
Welke van de volgende processen draagt bij aan de progressieve toename van atherosclerotische laesies?
Welke van de volgende processen draagt bij aan de progressieve toename van atherosclerotische laesies?
Wat is het belangrijkste gevolg van het doodgaan van cellen in atherosclerotische plaques?
Wat is het belangrijkste gevolg van het doodgaan van cellen in atherosclerotische plaques?
Wat is een aneurysma in de context van atherosclerose?
Wat is een aneurysma in de context van atherosclerose?
Wat houdt kritieke stenose in bij atherosclerose?
Wat houdt kritieke stenose in bij atherosclerose?
Welke bewering over trombose bij atherosclerose is correct?
Welke bewering over trombose bij atherosclerose is correct?
Welke factor kan vasoconstrictie op plaatsen van een atheroom stimuleren?
Welke factor kan vasoconstrictie op plaatsen van een atheroom stimuleren?
Wat is het primaire doel van behandeling met medicamenten bij atherosclerose?
Wat is het primaire doel van behandeling met medicamenten bij atherosclerose?
Wat is het werkingsmechanisme van statines?
Wat is het werkingsmechanisme van statines?
Welk effect heeft grapefruitsap op de werking van statines?
Welk effect heeft grapefruitsap op de werking van statines?
Wat is het werkingsmechanisme van PCSK9-remmers?
Wat is het werkingsmechanisme van PCSK9-remmers?
Wat is het belangrijkste effect van Ezetimibe op de cholesterolhuishouding?
Wat is het belangrijkste effect van Ezetimibe op de cholesterolhuishouding?
Welke cellen zijn primair betrokken bij de vorming van 'foam cells' in atherosclerotische plaques?
Welke cellen zijn primair betrokken bij de vorming van 'foam cells' in atherosclerotische plaques?
Wat is de primaire functie van HDL (high-density lipoprotein) in relatie tot atherosclerose?
Wat is de primaire functie van HDL (high-density lipoprotein) in relatie tot atherosclerose?
Welke factor speelt een rol bij de stabilisatie van atherosclerotische plaques?
Welke factor speelt een rol bij de stabilisatie van atherosclerotische plaques?
Welke van de volgende aandoeningen is een direct gevolg van atherosclerose in de benen?
Welke van de volgende aandoeningen is een direct gevolg van atherosclerose in de benen?
Wat is de rol van metalloproteïnasen (MMPs) bij atherosclerose?
Wat is de rol van metalloproteïnasen (MMPs) bij atherosclerose?
Wat is de invloed van diabetes mellitus op het risico op atherosclerose?
Wat is de invloed van diabetes mellitus op het risico op atherosclerose?
Stel, een patiënt heeft een te hoog cholesterolgehalte, ondanks een gezonde levensstijl. Welke medicatie wordt typisch als eerste stap overwogen?
Stel, een patiënt heeft een te hoog cholesterolgehalte, ondanks een gezonde levensstijl. Welke medicatie wordt typisch als eerste stap overwogen?
Welke van de volgende beweringen over de samenstelling van een atherosclerotische plaque is correct?
Welke van de volgende beweringen over de samenstelling van een atherosclerotische plaque is correct?
Waarom wordt het drinken van grapefruitsap afgeraden bij het gebruik van statines?
Waarom wordt het drinken van grapefruitsap afgeraden bij het gebruik van statines?
Wat is het cruciale verschil tussen een stabiele en een instabiele (vulnerable) atherosclerotische plaque?
Wat is het cruciale verschil tussen een stabiele en een instabiele (vulnerable) atherosclerotische plaque?
Flashcards
Wat is atherosclerose?
Wat is atherosclerose?
Verharding van de arteriën door chronische ontsteking en genezingsrespons op endotheelbeschadiging.
Wat is een atheromateuze plaque?
Wat is een atheromateuze plaque?
Een verheven laesie met een zachte geklonterde kern van lipide, bedekt met een vezelachtig kapsel.
Gevolg van een atherosclerotische plaque
Gevolg van een atherosclerotische plaque
Vergroting van de diffusieafstand, wat leidt tot ischemisch letsel en verzwakking van de vaatwand.
Risicofactoren voor atherosclerose
Risicofactoren voor atherosclerose
Signup and view all the flashcards
Constitutionele risicofactoren
Constitutionele risicofactoren
Signup and view all the flashcards
Beïnvloedbare risicofactoren
Beïnvloedbare risicofactoren
Signup and view all the flashcards
Additionele risicofactoren
Additionele risicofactoren
Signup and view all the flashcards
Slecht cholesterol
Slecht cholesterol
Signup and view all the flashcards
Wat is HDL?
Wat is HDL?
Signup and view all the flashcards
Medicatie bij hypercholesterolemie
Medicatie bij hypercholesterolemie
Signup and view all the flashcards
Hypertensie
Hypertensie
Signup and view all the flashcards
Diabetes Mellitus
Diabetes Mellitus
Signup and view all the flashcards
Roken
Roken
Signup and view all the flashcards
Overige risicofactoren
Overige risicofactoren
Signup and view all the flashcards
Pathogenese Atherosclerose
Pathogenese Atherosclerose
Signup and view all the flashcards
Wat zijn foam cellen?
Wat zijn foam cellen?
Signup and view all the flashcards
Wat zijn de belangrijkste processen bij atherosclerose?
Wat zijn de belangrijkste processen bij atherosclerose?
Signup and view all the flashcards
Hoofdcomponenten atherosclerotische plaques
Hoofdcomponenten atherosclerotische plaques
Signup and view all the flashcards
Pathologische veranderingen plaques
Pathologische veranderingen plaques
Signup and view all the flashcards
Gevolgen atherosclerose
Gevolgen atherosclerose
Signup and view all the flashcards
Behandeling Atherosclerose
Behandeling Atherosclerose
Signup and view all the flashcards
Statines
Statines
Signup and view all the flashcards
PCSK9 remmers
PCSK9 remmers
Signup and view all the flashcards
Ezetimibe
Ezetimibe
Signup and view all the flashcards
Study Notes
Atherosclerose
- Atherosclerose betekent letterlijk "verharding van de arteriën".
- Het is een chronische ontsteking met een genezingsreactie van de arteriële vaatwand na endotheelbeschadiging, bekend als de 'response to injury'-theorie.
- Atherosclerose leidt tot verheven plaques in de bloedvaten.
- Het is een belangrijke oorzaak van cardiovasculaire en cerebrale aandoeningen.
- Het veroorzaakt meer ziekte en sterfte in de westerse wereld dan enige andere aandoening, ongeveer de helft van alle sterfgevallen.
- Het risico op atherosclerose hangt af van een combinatie van erfelijke factoren, zoals mutaties in het LDL-receptorgen, en verworven risicofactoren, zoals hoog cholesterol, hypertensie, en roken.
- Deze risicofactoren kunnen leiden tot atheromen, ook wel atheromateuze of atherosclerotische plaques genoemd.
- Atheromen steken uit in het vaatlumen.
Atheromateuze Plaque
- Een atheromateuze plaque is een verheven laesie met een zachte kern van lipiden, voornamelijk cholesterol en cholesterolesters, bedekt met een vezelig kapsel.
- Atherosclerotische plaques kunnen de bloedstroom belemmeren of scheuren, wat obstructieve vasculaire trombose kan veroorzaken.
- De plaques kunnen de diffusieafstand tussen het lumen en de intima vergroten.
- Dit kan leiden tot ischemisch letsel en verzwakking van de vaatwand, wat aneurysmavorming in de hand kan werken.
Epidemiologie
- Atherosclerose-gerelateerde ischemische hartziekten zijn veelvoorkomend in ontwikkelde landen.
- Risicovermindering en verbeterde therapieën helpen de mortaliteit te beperken.
- Verminderde sterfte aan infectieziekten en westerse levensstijlen hebben geleid tot een hogere prevalentie van ischemische hartziekten in ontwikkelingslanden.
- Het sterftecijfer voor coronaire hartziekten in de VS is lager dan in grote delen van Afrika, India en Zuidoost-Azië.
- De voormalige Sovjet-Unie heeft de hoogste sterftecijfers voor ischemische hartziekten.
- De prevalentie en ernst van atherosclerose en ischemische hartziekten zijn gerelateerd aan risicofactoren.
- Risicofactoren worden ingedeeld in niet-beïnvloedbare, beïnvloedbare en additionele factoren.
Risicofactoren
- Niet-beïnvloedbare factoren omvatten genetische afwijkingen, familiegeschiedenis, toenemende leeftijd en mannelijk geslacht.
- Beïnvloedbare factoren zijn onder meer hyperlipidemie, hypertensie(hoge bloeddruk), roken en diabetes.
- Additionele risicofactoren zijn inflammatie, hyperhomocysteïnemie, metabool syndroom en lipoproteïne A.
Constitutionele Risicofactoren
- Genetica spelen een belangrijke rol.
- Familiegeschiedenis is de belangrijkste onafhankelijke risicofactor voor atherosclerose.
- Bepaalde erfelijke aandoeningen, zoals familiaire hypercholesterolemie, zijn sterk geassocieerd met atherosclerose.
- Familiale aanleg voor atherosclerose is meestal polygeen en gerelateerd aan hypertensie en diabetes.
- Leeftijd is van groot belang.
- Atherosclerotische plaques ontwikkelen zich progressief en worden vaak klinisch relevant op middelbare leeftijd of later.
- De incidentie van een hartinfarct vervijfvoudigt tussen 40 en 60 jaar.
- Geslacht is een factor.
- Premenopauzale vrouwen zijn relatief beschermd tegen atherosclerose vergeleken met mannen van dezelfde leeftijd.
- Na de menopauze neemt de incidentie van atherosclerose gerelateerde ziekten bij vrouwen toe en kan zelfs hoger zijn dan bij mannen.
- Klinisch onderzoek toonde aan dat oestrogeensuppletie niet beschermt tegen vaatziekten.
- Oestrogeensuppletie heeft alleen een positief effect bij jonge postmenopauzale vrouwen.
Beïnvloedbare Risicofactoren
- Hyperlipidemie is een belangrijke risicofactor.
- Low-density lipoproteïne (LDL) is de belangrijkste component van cholesterol die geassocieerd wordt met een verhoogd risico.
- LDL brengt cholesterol naar perifere weefsels.
- High-density lipoproteïne (HDL) mobiliseert cholesterol uit perifere weefsels, inclusief atheromen, en transporteert het naar de lever voor uitscheiding in de gal.
- Hoge niveaus van HDL ('goed cholesterol') resulteren in een verminderd risico op atherosclerose.
- Diëten met veel HDL en weinig LDL worden vaak ingezet als preventie of therapie.
- Hoge inname van cholesterol en verzadigde vetten verhoogt het cholesterolgehalte in het bloedplasma
- Diëten met een laag cholesterolgehalte en/of veel meervoudig onverzadigde vetten verlagen het cholesterolgehalte in het bloedplasma.
- Omega-3 vetzuren zijn gunstig, terwijl onverzadigde transvetten ongunstig zijn.
- Lichaamsbeweging en matige alcoholconsumptie verhogen het HDL-niveau, terwijl obesitas en roken het verlagen.
- Statines verlagen het circulerend cholesterolgehalte door het enzym HMG CoA reductase te remmen.
- Statines worden wijdverspreid gebruikt als eerste medicatie om cholesterol te verlagen.
- Hypertensie verhoogt het risico op ischemische hartziekte met ongeveer 60%.
- Chronische hypertensie draagt voornamelijk bij aan linkerventrikelhypertrofie.
- Diabetes mellitus leidt tot hypercholesterolemie en verhoogt het risico op atherosclerose.
- De incidentie van een hartinfarct is twee keer zo hoog bij mensen met diabetes.
- Het risico op beroerte is verhoogd en er is een honderd keer zo hoog risico op gangreen van de onderste ledematen.
- Roken verhoogt de incidentie van atherosclerose bij mannen en vrouwen.
- Langdurig roken van één pakje sigaretten per dag verdubbelt het sterftecijfer door ischemische hartziekte.
Aanvullende Risicofactoren
- 20% van alle cardiovasculaire voorvallen vindt plaats zonder duidelijke risicofactoren.
- Meer dan 75% van de vrouwen met cardiovasculaire voorvallen hebben een lage LDL-cholesterolwaarde.
- Andere risicofactoren zijn inflammatie gemeten aan een verhoogde CRP-waarde, metabool syndroom, hyperhomocysteïnemie, lipoproteïne (a) en factoren die de hemostase beïnvloeden.
Pathogenese van Atherosclerose
- De 'response-to-injury'-hypothese beschouwt atherosclerose als een chronische ontsteking en genezingsreactie van de arteriële wand op endotheelbeschadiging.
- Progressie van de laesies vindt plaats door interactie van gemodificeerde lipoproteïnen, macrofagen, en T-lymfocyten in de slagaderwand.
- In de theorie van de vorming van atherosclerose omvat stappen als endotheliaal letsel, accumulatie van lipoproteïnen, adhesie van monocyten, adhesie van bloedplaatjes en aantrekking van gladde spiercellen.
- Gladde spiercellen produceren extracellulaire matrix (ECM) en zorgen voor kapselvorming en stabilisatie van de plaque, afbraak van ECM en apoptose van gladde spiercellen.
- T-lymfocyten reguleren inflammatie.
- Lipiden accumuleren extracellulair en intracellulair.
- ECM en necrotisch afval calcificeren (laat in de pathogenese).
Hemodynamische Verstoringen
- Plaques ontstaan meestal in openingen van bloedvaten, vertakkingen en langs de randen van de a. abdominalis.
- Laminaire stroming activeert endotheliale genen die beschermen tegen atherosclerose.
Lipiden
- Lipiden zijn in het bloed gebonden aan specifieke apoproteïnen en in de vorm van specifieke lipoproteïne complexen.
- Dyslipoproteinemieën zijn afwijkingen in lipoproteïnen, zoals verhoogde LDL-cholesterol en verlaagde HDL-cholesterol.
- Dyslipoproteinemieën kunnen het gevolg zijn van mutaties in apoproteïnen of onderliggende aandoeningen en gaan gepaard met een verhoogd risico op atherosclerose.
Inflammatie
- Ontstekingsreacties worden getriggerd door opstapeling van cholesterolkristallen en vrije vetzuren in macrofagen.
- Er wordt pro-inflammatoir cytokine IL-1 geproduceerd om leukocyten aan te trekken en T-lymfocyten worden geactiveerd.
- Macrofagen produceren zuurstofradicalen die de proliferatie van gladde spiercellen en productie van ECM stimuleren.
- Artherosclerotische laesies zijn toe te schrijven aan de chronische ontsteking.
Proliferatie van Gladde Spiercellen en ECM-Synthese
- Proliferatie van gladde spiercellen in de intima en synthese van extracellulaire matrix maakt van een fatty streak een volwassen atheroom.
- De afgezette ECM bevat voornamelijk collageen en stabiliseert de atherosclerotische plaques.
Necrose
- Wanneer plaque cellen sterven komen er lipiden vrij en ontstaan er necrotische resten.
Morfologie: Fatty Streaks
- Fatty streaks bestaan uit lipide-gevulde macrofagen (schuimcellen) en zijn niet verheven genoeg om obstructie te veroorzaken.
- Ze kunnen voorkomen in de aorta van baby's en bij veel adolescenten.
Atherosclerotische Plaque
- Het omvat intimale verdikking en ophoping van lipiden.
- Atheromateuze plaques zijn witgeel van kleur en tasten het lumen van de slagader aan.
- Plaques kunnen samensmelten, variëren in grootte, en komen het meest voor in de abdominale aorta, coronaire slagaders, arteriae popliteae en de cirkel van Willis.
Belangrijkste Onderdelen van een Atherosclerotische Plaque
- Gladde spiercellen, macrofagen en T-cellen.
- Extracellulaire matrix, inclusief collageen, proteoglycanen en elastische vezels.
- Intracellulair en extracellulair lipide.
- Rondom de laesie is er sprake van neovascularisatie.
Verschillende Gevolgen
- Veranderingen in de plaque: dit kan trombose en/of ischemie veroorzaken.
- Ruptuur of splijting van de plaque: dit kan embolie en trombose veroorzaken en hangt af van intrinsieke en extrinsieke factoren.
- MMPs regelen de collageen turnover en TIMPs moduleren de activiteit van MMPs.
- Ontsteking destabiliseert plaques.
- Erosie of ulceratie van de plaque door hypoxie.
- Hemorragie in de plaque: vergroot het volume van de plaque en versneld de ruptuur.
- Aneurysma: een uitstulping van het vat door atrofie met risico op ruptureren van het vat.
- Stenose: afsluiting door plaque.
- Perifere vasculaire ziekten zoals gangreen van de benen en claudicatio intermittens.
- Myocardinfarct (hartaanval).
- Herseninfarct (beroerte).
- Nierinsufficiëntie.
Atherosclerotische Stenose
- In kleine slagaders kunnen atherosclerotische plaques geleidelijk het lumen van het vat afsluiten, waardoor ze de bloedstroom kunnen belemmeren en ischemisch letsel veroorzaken.
- Er kan kritieke stenose optreden, waarbij de occlusie voldoende ernstig is om weefselischemie te veroorzaken.
- Als de occlusie in de coronaire een afname van 70% veroorzaakt in luminale dwarsdoorsnede kan er pijn op de borst ontstaan bij inspanning
Trombose
- Gedeeltelijke of totale trombose bovenop een verstoorde plaque is een centrale factor in acute coronaire syndromen.
- Trombines kunnen zo bijdragen aan de groei van atherosclerotische laesies.
Vaatvernauwing
- Vasoconstrictie kan plaque-verstoring versterkt worden.
- Vasoconstrictie wordt gestimuleerd door circulerende adrenerge agonisten, distunctie van endotheelcellen, vrijgifte van de inhoud van bloedplaatjes en mediatoren die vrijkomen uit perivasculaire ontstekingscellen.
Behandeling
- Er zijn verschillende medicamenten beschikbaar ter behandeling en preventie van atherosclerose.
Statines
- Statines, ook wel HMG-CoA reductase remmers genoemd, zijn cholesterolverlagende tabletten.
- Een hoog cholesterolgehalte is meer dan 5 mmol/L.
- Statines remmen het enzym HMG-CoA reductase, waardoor de lever LDL-cholesterol uit het bloed gaat opnemen en zo de LDL-concentratie in het bloed daalt.
- Bij de standaarddosering wordt de LDL-concentratie verlaagd met gemiddeld 1,1 mmol/L.
- Eén tot drie maanden later is de LDL-concentratie lager dan2,5 mmol/L (de gewenste waarde).
- Vervelende bijwerking is spierpijn.
- Een stappenplan voor cholesterolverlagende medicijnen:
- Simvastatine is het goedkoopst en werkt het minst goed.
- Atorvastatine is duurder en werkt beter.
- Rosuvastatine is duurder en werkt nog beter.
- Wanneer een geneesmiddel het enzym CYP4A4 stimuleert, kan dit de werking van statines verminderen.
- Om deze reden wordt het drinken van grapefruitsap afgeraden bij gebruik van statines.
PCSK9-Remmers
- Een veel recenter ontwikkeld soort cholesterolverlagers is de PCSK9-remmer; via een injectie eens per twee weken.
- Het verlaagt de LDL-concentratie in het bloed.
- Het is nieuw, waardoor de interacties met andere medicatie nog niet bekend is, de gevolgen te laat bekend zijn en het is duur.
Ezetimibe
- Ezetimibe zorgt ervoor dat de opname van cholesterol in de darmen geremd wordt en werkt minder goed dan een statine, dus wordt het vaak in combinatie met een statine gegeven.
Studying That Suits You
Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.