Atherosclerose en Atheromateuze Plaque

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to Lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson
Download our mobile app to listen on the go
Get App

Questions and Answers

Welke van de volgende mechanismen ligt ten grondslag aan de ontwikkeling van atherosclerose volgens de 'response to injury' theorie?

  • Een chronische ontstekings- en genezingsreactie op endotheelbeschadiging. (correct)
  • Een acute allergische reactie op circulerende lipiden.
  • Een directe infectie van de arteriële vaatwand door bacteriën.
  • De directe depositie van calciumzouten in de vaatwand zonder voorafgaande ontsteking.

Welke van de volgende beweringen over atheromateuze plaques is correct?

  • Ze zijn altijd asymptomatisch en veroorzaken geen obstructie van de bloedstroom.
  • Ze ontstaan door een acute infectie van de vaatwand en zijn niet gerelateerd aan chronische processen.
  • Ze bestaan uitsluitend uit gladde spiercellen en collageen.
  • Ze bevatten een zachte, geklonterde kern van lipiden, voornamelijk cholesterol en cholesterolesters, bedekt met een vezelachtig kapsel. (correct)

Welke van de onderstaande factoren draagt NIET bij aan het verhoogde risico op atherosclerose?

  • Hypertensie.
  • Hyperlipidemie.
  • Hypotensie. (correct)
  • Roken.

Welke van de volgende beweringen over de prevalentie van ischemische hartziekten is correct?

<p>De sterftecijfers zijn hoger in veel ontwikkelingslanden dan in de Verenigde Staten. (C)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende risicofactoren voor atherosclerose kan worden beschouwd als niet-modificeerbaar (constitutief)?

<p>Familiegeschiedenis. (A)</p> Signup and view all the answers

Waarom zijn premenopauzale vrouwen over het algemeen beschermd tegen atherosclerose in vergelijking met mannen van dezelfde leeftijd?

<p>Vanwege de beschermende effecten van oestrogeen. (A)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende mechanismen is NIET een manier waarop roken het risico op atherosclerose verhoogt?

<p>Het verhoogt de productie van rode bloedcellen. (B)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende aanvullende risicofactoren wordt vaak gemeten aan de hand van een verhoogde CRP-waarde?

<p>Ontsteking (inflammatie). (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is het belangrijkste effect van statines op het cholesterolgehalte in het bloed?

<p>Ze verlagen het LDL-cholesterolgehalte door het remmen van HMG-CoA reductase. (B)</p> Signup and view all the answers

Welke stap in de vorming van atherosclerose wordt gekenmerkt door de accumulatie van lipiden in macrofagen, waardoor foamcellen ontstaan?

<p>Accumulatie van lipoproteïnen in de vaatwand. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is de rol van gladde spiercellen bij de ontwikkeling van atherosclerose?

<p>Het vormen van extracellulaire matrix (ECM) en kapselvorming. (D)</p> Signup and view all the answers

Op welke plaatsen in de bloedvaten ontstaan plaques meestal bij atherosclerose?

<p>In de opening van bestaande bloedvaten, vertakkingen en langs de rand van de a. abdominalis. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat zijn dyslipoproteïnemieën?

<p>Afwijkingen in de concentraties van lipoproteïnen in het bloed. (B)</p> Signup and view all the answers

Welke cytokine speelt een cruciale rol bij de ontstekingsreacties in atherosclerotische laesies?

<p>Interleukine-1 (IL-1). (A)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende processen draagt bij aan de progressieve toename van atherosclerotische laesies?

<p>De synthese van extracellulaire matrix (ECM) door gladde spiercellen. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is het belangrijkste gevolg van het doodgaan van cellen in atherosclerotische plaques?

<p>Vrijkomen van lipiden en ontstaan van necrotische resten. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is een aneurysma in de context van atherosclerose?

<p>Een verwijding of uitstulping van de vaatwand door verzwakking. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat houdt kritieke stenose in bij atherosclerose?

<p>Occlusie die voldoende ernstig is om weefselischemie te veroorzaken, vaak bij een vernauwing van 70% in luminale dwarsdoorsnede. (C)</p> Signup and view all the answers

Welke bewering over trombose bij atherosclerose is correct?

<p>Trombose bovenop een verstoorde plaque is een centrale factor in acute coronaire syndromen. (A)</p> Signup and view all the answers

Welke factor kan vasoconstrictie op plaatsen van een atheroom stimuleren?

<p>Circulerende adrenerge agonisten. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is het primaire doel van behandeling met medicamenten bij atherosclerose?

<p>Het behandelen en voorkomen van verdere atherosclerose. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is het werkingsmechanisme van statines?

<p>Het remmen van het enzym HMG-CoA reductase, wat de cholesterolproductie vermindert. (D)</p> Signup and view all the answers

Welk effect heeft grapefruitsap op de werking van statines?

<p>Het versterkt de werking van statines. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is het werkingsmechanisme van PCSK9-remmers?

<p>Ze remmen de afbraak van LDL-receptoren op de lever. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is het belangrijkste effect van Ezetimibe op de cholesterolhuishouding?

<p>Het remt de opname van cholesterol in de darmen. (C)</p> Signup and view all the answers

Welke cellen zijn primair betrokken bij de vorming van 'foam cells' in atherosclerotische plaques?

<p>Macrofagen. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is de primaire functie van HDL (high-density lipoprotein) in relatie tot atherosclerose?

<p>Het mobiliseren van cholesterol uit de perifere weefsels (inclusief atheromen) en het transporteren naar de lever voor uitscheiding. (B)</p> Signup and view all the answers

Welke factor speelt een rol bij de stabilisatie van atherosclerotische plaques?

<p>Synthese van collageen door gladde spiercellen. (B)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende aandoeningen is een direct gevolg van atherosclerose in de benen?

<p>Gangreen. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is de rol van metalloproteïnasen (MMPs) bij atherosclerose?

<p>Het afbreken van collageen in de fibreuze cap. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is de invloed van diabetes mellitus op het risico op atherosclerose?

<p>Het verhoogt het risico op atherosclerose aanzienlijk. (B)</p> Signup and view all the answers

Stel, een patiënt heeft een te hoog cholesterolgehalte, ondanks een gezonde levensstijl. Welke medicatie wordt typisch als eerste stap overwogen?

<p>Statines. (C)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende beweringen over de samenstelling van een atherosclerotische plaque is correct?

<p>Het bestaat voornamelijk uit gladde spiercellen, macrofagen, T-cellen en extracellulaire matrix. (C)</p> Signup and view all the answers

Waarom wordt het drinken van grapefruitsap afgeraden bij het gebruik van statines?

<p>Grapefruitsap remt een enzym dat statines afbreek waardoor de plasmaspiegels van statines kunnen toenemen en de kans op bijwerkingen groter wordt. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is het cruciale verschil tussen een stabiele en een instabiele (vulnerable) atherosclerotische plaque?

<p>Instabiele plaques hebben een dunnere fibreuze cap en een grotere kans op ruptuur. (A)</p> Signup and view all the answers

Flashcards

Wat is atherosclerose?

Verharding van de arteriën door chronische ontsteking en genezingsrespons op endotheelbeschadiging.

Wat is een atheromateuze plaque?

Een verheven laesie met een zachte geklonterde kern van lipide, bedekt met een vezelachtig kapsel.

Gevolg van een atherosclerotische plaque

Vergroting van de diffusieafstand, wat leidt tot ischemisch letsel en verzwakking van de vaatwand.

Risicofactoren voor atherosclerose

Niet-beïnvloedbare factoren, beïnvloedbare factoren en additionele risicofactoren.

Signup and view all the flashcards

Constitutionele risicofactoren

Leeftijd, geslacht en genetische aanleg.

Signup and view all the flashcards

Beïnvloedbare risicofactoren

Hyperlipidemie, hypertensie, roken en diabetes.

Signup and view all the flashcards

Additionele risicofactoren

Hyperlipidemie, inflammatie, hyperhomocysteïnemie en metabool syndroom.

Signup and view all the flashcards

Slecht cholesterol

Low-density lipoprotein (LDL).

Signup and view all the flashcards

Wat is HDL?

Het complex dat cholesterol uit perifere weefsels mobiliseert en naar de lever transporteert.

Signup and view all the flashcards

Medicatie bij hypercholesterolemie

Statines.

Signup and view all the flashcards

Hypertensie

Een andere belangrijke risicofactor voor atherosclerose.

Signup and view all the flashcards

Diabetes Mellitus

Leidt tot hypercholesterolemie en verhoogt het risico op atherosclerose aanzienlijk.

Signup and view all the flashcards

Roken

Een belangrijke risicofactor, vooral voor mannen.

Signup and view all the flashcards

Overige risicofactoren

Ontsteking, metabool syndroom, hyperhomocysteïnemie en lipoproteïne (a).

Signup and view all the flashcards

Pathogenese Atherosclerose

De response-to-injury hypothese: chronische ontstekingsreactie van de arteriële wand op endotheelbeschadiging.

Signup and view all the flashcards

Wat zijn foam cellen?

Schuimcellen.

Signup and view all the flashcards

Wat zijn de belangrijkste processen bij atherosclerose?

Intimale verdikking en ophoping van lipiden.

Signup and view all the flashcards

Hoofdcomponenten atherosclerotische plaques

Gladde spiercellen, macrofagen en T-cellen; extracellulaire matrix; intracellulair en extracellulair lipide.

Signup and view all the flashcards

Pathologische veranderingen plaques

Ruptuur/splijting, erosie/ulceratie en hemorragie.

Signup and view all the flashcards

Gevolgen atherosclerose

Aneurysma, stenose, perifere vasculaire ziekten, myocardinfarct en herseninfarct.

Signup and view all the flashcards

Behandeling Atherosclerose

Statines, PCSK9-remmers en Ezetimibe.

Signup and view all the flashcards

Statines

Remmen het enzym HMG-CoA reductase.

Signup and view all the flashcards

PCSK9 remmers

Monoklonale antilichamen die binden aan het enzym proproteïne convertase subtilisine/kexine type 9 (PCSK9).

Signup and view all the flashcards

Ezetimibe

Remming van de opname van cholesterol in de darmen.

Signup and view all the flashcards

Study Notes

Atherosclerose

  • Atherosclerose betekent letterlijk "verharding van de arteriën".
  • Het is een chronische ontsteking met een genezingsreactie van de arteriële vaatwand na endotheelbeschadiging, bekend als de 'response to injury'-theorie.
  • Atherosclerose leidt tot verheven plaques in de bloedvaten.
  • Het is een belangrijke oorzaak van cardiovasculaire en cerebrale aandoeningen.
  • Het veroorzaakt meer ziekte en sterfte in de westerse wereld dan enige andere aandoening, ongeveer de helft van alle sterfgevallen.
  • Het risico op atherosclerose hangt af van een combinatie van erfelijke factoren, zoals mutaties in het LDL-receptorgen, en verworven risicofactoren, zoals hoog cholesterol, hypertensie, en roken.
  • Deze risicofactoren kunnen leiden tot atheromen, ook wel atheromateuze of atherosclerotische plaques genoemd.
  • Atheromen steken uit in het vaatlumen.

Atheromateuze Plaque

  • Een atheromateuze plaque is een verheven laesie met een zachte kern van lipiden, voornamelijk cholesterol en cholesterolesters, bedekt met een vezelig kapsel.
  • Atherosclerotische plaques kunnen de bloedstroom belemmeren of scheuren, wat obstructieve vasculaire trombose kan veroorzaken.
  • De plaques kunnen de diffusieafstand tussen het lumen en de intima vergroten.
  • Dit kan leiden tot ischemisch letsel en verzwakking van de vaatwand, wat aneurysmavorming in de hand kan werken.

Epidemiologie

  • Atherosclerose-gerelateerde ischemische hartziekten zijn veelvoorkomend in ontwikkelde landen.
  • Risicovermindering en verbeterde therapieën helpen de mortaliteit te beperken.
  • Verminderde sterfte aan infectieziekten en westerse levensstijlen hebben geleid tot een hogere prevalentie van ischemische hartziekten in ontwikkelingslanden.
  • Het sterftecijfer voor coronaire hartziekten in de VS is lager dan in grote delen van Afrika, India en Zuidoost-Azië.
  • De voormalige Sovjet-Unie heeft de hoogste sterftecijfers voor ischemische hartziekten.
  • De prevalentie en ernst van atherosclerose en ischemische hartziekten zijn gerelateerd aan risicofactoren.
  • Risicofactoren worden ingedeeld in niet-beïnvloedbare, beïnvloedbare en additionele factoren.

Risicofactoren

  • Niet-beïnvloedbare factoren omvatten genetische afwijkingen, familiegeschiedenis, toenemende leeftijd en mannelijk geslacht.
  • Beïnvloedbare factoren zijn onder meer hyperlipidemie, hypertensie(hoge bloeddruk), roken en diabetes.
  • Additionele risicofactoren zijn inflammatie, hyperhomocysteïnemie, metabool syndroom en lipoproteïne A.

Constitutionele Risicofactoren

  • Genetica spelen een belangrijke rol.
  • Familiegeschiedenis is de belangrijkste onafhankelijke risicofactor voor atherosclerose.
  • Bepaalde erfelijke aandoeningen, zoals familiaire hypercholesterolemie, zijn sterk geassocieerd met atherosclerose.
  • Familiale aanleg voor atherosclerose is meestal polygeen en gerelateerd aan hypertensie en diabetes.
  • Leeftijd is van groot belang.
  • Atherosclerotische plaques ontwikkelen zich progressief en worden vaak klinisch relevant op middelbare leeftijd of later.
  • De incidentie van een hartinfarct vervijfvoudigt tussen 40 en 60 jaar.
  • Geslacht is een factor.
  • Premenopauzale vrouwen zijn relatief beschermd tegen atherosclerose vergeleken met mannen van dezelfde leeftijd.
  • Na de menopauze neemt de incidentie van atherosclerose gerelateerde ziekten bij vrouwen toe en kan zelfs hoger zijn dan bij mannen.
  • Klinisch onderzoek toonde aan dat oestrogeensuppletie niet beschermt tegen vaatziekten.
  • Oestrogeensuppletie heeft alleen een positief effect bij jonge postmenopauzale vrouwen.

Beïnvloedbare Risicofactoren

  • Hyperlipidemie is een belangrijke risicofactor.
  • Low-density lipoproteïne (LDL) is de belangrijkste component van cholesterol die geassocieerd wordt met een verhoogd risico.
  • LDL brengt cholesterol naar perifere weefsels.
  • High-density lipoproteïne (HDL) mobiliseert cholesterol uit perifere weefsels, inclusief atheromen, en transporteert het naar de lever voor uitscheiding in de gal.
  • Hoge niveaus van HDL ('goed cholesterol') resulteren in een verminderd risico op atherosclerose.
  • Diëten met veel HDL en weinig LDL worden vaak ingezet als preventie of therapie.
  • Hoge inname van cholesterol en verzadigde vetten verhoogt het cholesterolgehalte in het bloedplasma
  • Diëten met een laag cholesterolgehalte en/of veel meervoudig onverzadigde vetten verlagen het cholesterolgehalte in het bloedplasma.
  • Omega-3 vetzuren zijn gunstig, terwijl onverzadigde transvetten ongunstig zijn.
  • Lichaamsbeweging en matige alcoholconsumptie verhogen het HDL-niveau, terwijl obesitas en roken het verlagen.
  • Statines verlagen het circulerend cholesterolgehalte door het enzym HMG CoA reductase te remmen.
  • Statines worden wijdverspreid gebruikt als eerste medicatie om cholesterol te verlagen.
  • Hypertensie verhoogt het risico op ischemische hartziekte met ongeveer 60%.
  • Chronische hypertensie draagt voornamelijk bij aan linkerventrikelhypertrofie.
  • Diabetes mellitus leidt tot hypercholesterolemie en verhoogt het risico op atherosclerose.
  • De incidentie van een hartinfarct is twee keer zo hoog bij mensen met diabetes.
  • Het risico op beroerte is verhoogd en er is een honderd keer zo hoog risico op gangreen van de onderste ledematen.
  • Roken verhoogt de incidentie van atherosclerose bij mannen en vrouwen.
  • Langdurig roken van één pakje sigaretten per dag verdubbelt het sterftecijfer door ischemische hartziekte.

Aanvullende Risicofactoren

  • 20% van alle cardiovasculaire voorvallen vindt plaats zonder duidelijke risicofactoren.
  • Meer dan 75% van de vrouwen met cardiovasculaire voorvallen hebben een lage LDL-cholesterolwaarde.
  • Andere risicofactoren zijn inflammatie gemeten aan een verhoogde CRP-waarde, metabool syndroom, hyperhomocysteïnemie, lipoproteïne (a) en factoren die de hemostase beïnvloeden.

Pathogenese van Atherosclerose

  • De 'response-to-injury'-hypothese beschouwt atherosclerose als een chronische ontsteking en genezingsreactie van de arteriële wand op endotheelbeschadiging.
  • Progressie van de laesies vindt plaats door interactie van gemodificeerde lipoproteïnen, macrofagen, en T-lymfocyten in de slagaderwand.
  • In de theorie van de vorming van atherosclerose omvat stappen als endotheliaal letsel, accumulatie van lipoproteïnen, adhesie van monocyten, adhesie van bloedplaatjes en aantrekking van gladde spiercellen.
  • Gladde spiercellen produceren extracellulaire matrix (ECM) en zorgen voor kapselvorming en stabilisatie van de plaque, afbraak van ECM en apoptose van gladde spiercellen.
  • T-lymfocyten reguleren inflammatie.
  • Lipiden accumuleren extracellulair en intracellulair.
  • ECM en necrotisch afval calcificeren (laat in de pathogenese).

Hemodynamische Verstoringen

  • Plaques ontstaan meestal in openingen van bloedvaten, vertakkingen en langs de randen van de a. abdominalis.
  • Laminaire stroming activeert endotheliale genen die beschermen tegen atherosclerose.

Lipiden

  • Lipiden zijn in het bloed gebonden aan specifieke apoproteïnen en in de vorm van specifieke lipoproteïne complexen.
  • Dyslipoproteinemieën zijn afwijkingen in lipoproteïnen, zoals verhoogde LDL-cholesterol en verlaagde HDL-cholesterol.
  • Dyslipoproteinemieën kunnen het gevolg zijn van mutaties in apoproteïnen of onderliggende aandoeningen en gaan gepaard met een verhoogd risico op atherosclerose.

Inflammatie

  • Ontstekingsreacties worden getriggerd door opstapeling van cholesterolkristallen en vrije vetzuren in macrofagen.
  • Er wordt pro-inflammatoir cytokine IL-1 geproduceerd om leukocyten aan te trekken en T-lymfocyten worden geactiveerd.
  • Macrofagen produceren zuurstofradicalen die de proliferatie van gladde spiercellen en productie van ECM stimuleren.
  • Artherosclerotische laesies zijn toe te schrijven aan de chronische ontsteking.

Proliferatie van Gladde Spiercellen en ECM-Synthese

  • Proliferatie van gladde spiercellen in de intima en synthese van extracellulaire matrix maakt van een fatty streak een volwassen atheroom.
  • De afgezette ECM bevat voornamelijk collageen en stabiliseert de atherosclerotische plaques.

Necrose

  • Wanneer plaque cellen sterven komen er lipiden vrij en ontstaan er necrotische resten.

Morfologie: Fatty Streaks

  • Fatty streaks bestaan uit lipide-gevulde macrofagen (schuimcellen) en zijn niet verheven genoeg om obstructie te veroorzaken.
  • Ze kunnen voorkomen in de aorta van baby's en bij veel adolescenten.

Atherosclerotische Plaque

  • Het omvat intimale verdikking en ophoping van lipiden.
  • Atheromateuze plaques zijn witgeel van kleur en tasten het lumen van de slagader aan.
  • Plaques kunnen samensmelten, variëren in grootte, en komen het meest voor in de abdominale aorta, coronaire slagaders, arteriae popliteae en de cirkel van Willis.

Belangrijkste Onderdelen van een Atherosclerotische Plaque

  • Gladde spiercellen, macrofagen en T-cellen.
  • Extracellulaire matrix, inclusief collageen, proteoglycanen en elastische vezels.
  • Intracellulair en extracellulair lipide.
  • Rondom de laesie is er sprake van neovascularisatie.

Verschillende Gevolgen

  • Veranderingen in de plaque: dit kan trombose en/of ischemie veroorzaken.
  • Ruptuur of splijting van de plaque: dit kan embolie en trombose veroorzaken en hangt af van intrinsieke en extrinsieke factoren.
  • MMPs regelen de collageen turnover en TIMPs moduleren de activiteit van MMPs.
  • Ontsteking destabiliseert plaques.
  • Erosie of ulceratie van de plaque door hypoxie.
  • Hemorragie in de plaque: vergroot het volume van de plaque en versneld de ruptuur.
  • Aneurysma: een uitstulping van het vat door atrofie met risico op ruptureren van het vat.
  • Stenose: afsluiting door plaque.
  • Perifere vasculaire ziekten zoals gangreen van de benen en claudicatio intermittens.
  • Myocardinfarct (hartaanval).
  • Herseninfarct (beroerte).
  • Nierinsufficiëntie.

Atherosclerotische Stenose

  • In kleine slagaders kunnen atherosclerotische plaques geleidelijk het lumen van het vat afsluiten, waardoor ze de bloedstroom kunnen belemmeren en ischemisch letsel veroorzaken.
  • Er kan kritieke stenose optreden, waarbij de occlusie voldoende ernstig is om weefselischemie te veroorzaken.
  • Als de occlusie in de coronaire een afname van 70% veroorzaakt in luminale dwarsdoorsnede kan er pijn op de borst ontstaan bij inspanning

Trombose

  • Gedeeltelijke of totale trombose bovenop een verstoorde plaque is een centrale factor in acute coronaire syndromen.
  • Trombines kunnen zo bijdragen aan de groei van atherosclerotische laesies.

Vaatvernauwing

  • Vasoconstrictie kan plaque-verstoring versterkt worden.
  • Vasoconstrictie wordt gestimuleerd door circulerende adrenerge agonisten, distunctie van endotheelcellen, vrijgifte van de inhoud van bloedplaatjes en mediatoren die vrijkomen uit perivasculaire ontstekingscellen.

Behandeling

  • Er zijn verschillende medicamenten beschikbaar ter behandeling en preventie van atherosclerose.

Statines

  • Statines, ook wel HMG-CoA reductase remmers genoemd, zijn cholesterolverlagende tabletten.
  • Een hoog cholesterolgehalte is meer dan 5 mmol/L.
  • Statines remmen het enzym HMG-CoA reductase, waardoor de lever LDL-cholesterol uit het bloed gaat opnemen en zo de LDL-concentratie in het bloed daalt.
  • Bij de standaarddosering wordt de LDL-concentratie verlaagd met gemiddeld 1,1 mmol/L.
  • Eén tot drie maanden later is de LDL-concentratie lager dan2,5 mmol/L (de gewenste waarde).
  • Vervelende bijwerking is spierpijn.
  • Een stappenplan voor cholesterolverlagende medicijnen:
    • Simvastatine is het goedkoopst en werkt het minst goed.
    • Atorvastatine is duurder en werkt beter.
    • Rosuvastatine is duurder en werkt nog beter.
  • Wanneer een geneesmiddel het enzym CYP4A4 stimuleert, kan dit de werking van statines verminderen.
  • Om deze reden wordt het drinken van grapefruitsap afgeraden bij gebruik van statines.

PCSK9-Remmers

  • Een veel recenter ontwikkeld soort cholesterolverlagers is de PCSK9-remmer; via een injectie eens per twee weken.
  • Het verlaagt de LDL-concentratie in het bloed.
  • Het is nieuw, waardoor de interacties met andere medicatie nog niet bekend is, de gevolgen te laat bekend zijn en het is duur.

Ezetimibe

  • Ezetimibe zorgt ervoor dat de opname van cholesterol in de darmen geremd wordt en werkt minder goed dan een statine, dus wordt het vaak in combinatie met een statine gegeven.

Studying That Suits You

Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

Quiz Team

Related Documents

More Like This

Use Quizgecko on...
Browser
Browser