Artikelstructuur en -elementen

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to Lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson
Download our mobile app to listen on the go
Get App

Questions and Answers

Welk element helpt je niet om het leespubliek van een tekst vast te stellen?

  • Het taalgebruik
  • De bron
  • Afbeeldingen
  • De toonhoogte van de tekst (correct)

Waarom is de bron van de tekst 'Flamingo’s gespot in Nederland' belangrijk voor het vaststellen van het leespubliek?

  • Omdat het alleen de afbeeldingen betreft
  • Omdat het aangeeft voor welk publiek het geschreven is (correct)
  • Omdat het invloed heeft op de moeilijkheidsgraad van de woorden
  • Omdat het de lengte van de tekst bepaalt

Welk aspect wijst erop dat de tekst 'Flamingo’s gespot in Nederland' voor jongeren is geschreven?

  • Het gebruik van lange zinnen
  • Het gebruik van moeilijke juridische termen
  • De wetenschappelijke stijl van schrijven
  • Het onderwerp van flamingo’s (correct)

Wat kan een teken zijn dat een tekst niet voor jongeren is bedoeld?

<p>Het gebruik van moeilijke woorden (C)</p> Signup and view all the answers

Waarom is het taalgebruik belangrijk bij het bepalen van het leespubliek?

<p>Omdat het de moeilijkheidsgraad van de tekst weergeeft (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is het belangrijkste kenmerk van een artikel?

<p>Het geeft uitleg over een specifiek onderwerp. (B)</p> Signup and view all the answers

Welke structuur wordt gebruikt in een artikel dat oorzaak en gevolg behandelt?

<p>Probleem-oplossingsstructuur (D)</p> Signup and view all the answers

Hoe formuleer je doorgaans de hoofdgedachte van een informatieve tekst?

<p>In één of twee zinnen met feitelijke informatie. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is de functie van een kernzin in een alinea?

<p>Het bevat de belangrijkste informatie van de alinea. (D)</p> Signup and view all the answers

Waar kun je de hoofdgedachte van een tekst meestal vinden?

<p>In de inleiding of slotalinea. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat kun je verwachten als de kernzin de eerste zin van een alinea is?

<p>Er volgt een uitleg van de kernzin. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is een voorbeeld van een verklaring die je in een artikel kunt vinden?

<p>De gevolgen van extreme droogte. (D)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende opties beschrijft een belangrijk aspect van de opbouw van alinea's in een tekst?

<p>Een alinea bevat meestal een kernzin en uitleg. (A)</p> Signup and view all the answers

Welke signaalwoorden zijn vaak te vinden in een opsommend tekstverband?

<p>Ook, bovendien, ten slotte. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is een kenmerk van de inleiding van een nieuwsbericht?

<p>Het biedt een samenvatting van de belangrijkste informatie. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is het belangrijkste doel van een betogende tekst?

<p>De lezer overtuigen van een bepaalde mening. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is het verschil tussen objectieve en subjectieve informatie?

<p>Objectieve informatie bevat feiten, subjectieve informatie bevat meningen. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat wordt vaak als een functie van de afsluiting van een tekst gezien?

<p>Het geven van een samenvatting of toekomstverwachting. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat zijn 5W1H-vragen in de context van een nieuwsbericht?

<p>Vragen die antwoorden geven op wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe. (B)</p> Signup and view all the answers

In welke tekstsoort vind je vooral activerende teksten?

<p>Reclamefolders. (D)</p> Signup and view all the answers

Hoe kan een schrijver zijn mening in een tekst beïnvloeden?

<p>Door gebruik te maken van emotionele en suggestieve taal. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is de belangrijkste functie van een tekstdoel?

<p>Het bepaalt de structuur en inhoud van de tekst. (A)</p> Signup and view all the answers

Welke functie heeft de inleiding in een informatieve tekst?

<p>De aandacht van de lezer trekken en het onderwerp introduceren. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is een typisch teken van een tegenstellend tekstverband?

<p>Maar, echter, toch. (A)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende functies kan een slot in een tekst NIET hebben?

<p>Een overdreven mening geven over een specifiek onderwerp. (A)</p> Signup and view all the answers

Flashcards

Artikel

Een informatieve tekst die objectieve informatie geeft over een onderwerp.

Hoofdgedachte

De belangrijkste boodschap die de schrijver over het onderwerp wil overbrengen.

Alinea

Een groep zinnen die samen een idee uitleggen.

Kernzin

De zin in een alinea die de belangrijkste informatie bevat.

Signup and view all the flashcards

Onderwerp

Het onderwerp waar de tekst over gaat.

Signup and view all the flashcards

Probleem-oplossingsstructuur

Een structuur die de oorzaak van een probleem en de mogelijke oplossingen beschrijft.

Signup and view all the flashcards

Verklaringsstructuur

Een structuur die een verschijnsel verklaart.

Signup and view all the flashcards

Veranderingsstructuur

Een structuur die de ontwikkeling of verandering van een verschijnsel in verschillende perioden laat zien.

Signup and view all the flashcards

Leespubliek

De groep mensen voor wie een tekst is bedoeld.

Signup and view all the flashcards

Bron bepalen

De bron kan je helpen begrijpen voor welk leespubliek een tekst is bedoeld. Bijvoorbeeld, een tijdschrift voor kinderen zal anders geschreven zijn dan een wetenschappelijk artikel.

Signup and view all the flashcards

Taalgebruik

De taal die wordt gebruikt in een tekst kan bepalen voor welk leespubliek het is bedoeld. Een kinderboek zal eenvoudiger taal gebruiken dan een wetenschappelijk artikel.

Signup and view all the flashcards

Aanspreekvorm

De aanspreekvorm ('u' of 'jij') kan een aanwijzing geven over het leespubliek. 'U' is formeler, 'jij' is informeler.

Signup and view all the flashcards

Tekstverbanden

De zinnen in een tekst die een verband tussen verschillende onderdelen aangeven. Ze helpen de lezer de logica van de tekst te volgen.

Signup and view all the flashcards

Signaalwoorden

Woorden die een tekstverband duidelijk maken, zoals 'dus', 'daarom', 'bovendien', 'eerst' of 'terwijl'.

Signup and view all the flashcards

Conclusie-alinea

Een alinea die begint met een algemene uitspraak en eindigt met een conclusie die de belangrijkste informatie bevat.

Signup and view all the flashcards

Inleiding

De eerste alinea van een tekst. Het doel is om de aandacht van de lezer te trekken en de lezer te motiveren om verder te lezen.

Signup and view all the flashcards

Slot

De laatste alinea van een tekst, die de belangrijkste punten samenvat of een conclusie trekt.

Signup and view all the flashcards

Informatieve tekst

Een tekstsoort die bedoeld is om de lezer te informeren over een onderwerp, dus zonder eigen mening.

Signup and view all the flashcards

Betogende tekst

Een tekstsoort die bedoeld is om de lezer te overtuigen van een standpunt. De schrijver gebruikt argumenten om zijn mening te bepleiten.

Signup and view all the flashcards

Activerende tekst

Een tekstsoort die bedoeld is om de lezer tot actie aan te zetten, bijvoorbeeld door een product te promoten.

Signup and view all the flashcards

Amuserende tekst

Een tekstsoort die bedoeld is om de lezer te amuseren, bijvoorbeeld met verhalen of grappen.

Signup and view all the flashcards

Nieuwsbericht

Een verslag over actuele gebeurtenissen, dat objectief en informatief is.

Signup and view all the flashcards

Lead

Het eerste deel van een nieuwsbericht, waarin de belangrijkste informatie wordt samengevat.

Signup and view all the flashcards

Kern

Een tekst die de belangrijkste details van een onderwerp bespreekt, na de inleiding.

Signup and view all the flashcards

Study Notes

Artikelstructuur en -elementen

  • Een artikel is een informatieve tekst, vaak objectief.
  • De schrijver verklaart een onderwerp, beantwoordt een vraag, of beschrijft oorzaken en gevolgen.
  • Een artikel kan verschillende structuursoorten hebben, zoals verklaringsstructuur, probleem-oplossingsstructuur, of een beschrijving van ontwikkeling.
  • Onderwerpen worden vaak in de (onder)titel en/of inleiding gevonden.
  • Een onderwerp wordt in één of enkele woorden geformuleerd.
  • De hoofdgedachte is het belangrijkste punt.
  • Informatieve teksten bevatten feitelijke informatie.
  • Betogende teksten bevatten een mening en argumenten.
  • Alinea's hebben meestal een kernzin.
  • De kernzin kan de eerste, tweede, of laatste zin van een alinea zijn.
  • Een inleiding trekt de aandacht en kan het onderwerp, aanleiding, een centrale vraag, of mening beschrijven.

Functies van inleiding en slot

  • Een inleiding kan een onderwerp, aanleiding, een vraag, de mening van de schrijver of een samenvatting geven. Het kan ook een persoon of personen introduceren.
  • Een slot kan een samenvatting, advies, toekomstverwachting of conclusie bevatten.

Tekstverbanden

  • Een goede tekst heeft samenhang tussen zinnen en alinea's.
  • Signaalwoorden geven verbanden aan, zoals opsommend (ook, eveneens), tijdsvolgorde (eerst, terwijl), tegenstellend (maar, echter), uitleggend (bijvoorbeeld), redengevend (want), concluderend (dus), vergelijkend (zoals), samenvattend (kortom), oorzaak/gevolg (doordat), middel/doel (om te), voorwaardelijk (als).

Nieuwsberichtkenmerken

  • Een nieuwsbericht behandelt een actueel gebeuren.
  • De tekst is neutraal en informatief.
  • Vaak staat er een plaatsnaam aan het begin.
  • Meestal staat de naam van de schrijver of "Van de redactie".
  • Nieuwsberichten bestaan meestal uit een inleiding (de 5W1H, wie, wat, waar, wanneer) en een kern (waarom, hoe).

Tekstdoelen, -soorten en -vormen

  • Een tekstsoort is een categorie met gelijksoortige doelen (informeren, overtuigen, activeren, amuseren).
  • Teksten kunnen meerdere doelen hebben, maar één is het belangrijkste.
  • Verschillende teksten hebben verschillende vormen (bv. handleiding, interview, artikel, betoog...).

Kritisch lezen

  • Objectieve informatie is neutraal en presenteert feiten.
  • Subjectieve informatie bevat de mening van de schrijver.
  • Je kunt je vragen stellen over de waarheid van een tekst en of informatie objectief is.
  • Woordkeuze kan een mening proberen te beïnvloeden.

Leespubliek

  • De schrijver schrijft vaak voor een specifieke groep lezers (leespubliek).
  • Je kunt het leespubliek bepalen door naar elementen te kijken zoals afbeeldingen, de bron, taalgebruik, onderwerp, of de aanspreekvorm (u of jij).

Studying That Suits You

Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

Quiz Team

More Like This

Research Article Structure
16 questions

Research Article Structure

RevolutionaryPrimrose avatar
RevolutionaryPrimrose
Research Methods and Article Structure
8 questions
Newspaper Article Structure and Characterization
28 questions
Research Article Structure
39 questions

Research Article Structure

EffectualBirch1707 avatar
EffectualBirch1707
Use Quizgecko on...
Browser
Browser