Argumentatie & Ethos Quiz

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to Lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Welke van de volgende argumenten valt onder het ethos?

  • Non sequitur
  • Argumentum ad populum (correct)
  • Post hoc, ergo propter hoc
  • Valse analogie

Het gebruik van emoties in argumentatie valt onder logos.

False (B)

Wat is een voorbeeld van een compositiedrogreden?

Het toeschrijven van een eigenschap van een deel aan het geheel.

De drogreden waarbij het standpunt van de tegenstander wordt verdraaid, heet ___________.

<p>de stroman</p> Signup and view all the answers

Welke argumentatietype zou gebruikt worden om de autoriteit van een persoon te benadrukken?

<p>Argumentum ad auctoritatem (D)</p> Signup and view all the answers

Koppel de argumentatietypes aan hun omschrijving:

<p>Non sequitur = Argument aan de persoon zonder inhoudelijke relevantie Post hoc, ergo propter hoc = Veronderstellen dat iets het gevolg is van iets anders vanwege volgorde Argumentum ad misericordiam = Een beroep op medelijden om een standpunt te ondersteunen Valse analogie = Vergelijken van twee verschillende dingen die niet echt vergelijkbaar zijn</p> Signup and view all the answers

De drogreden 'hellend vlak' impliceert dat kleine stapjes onvermijdelijk leiden tot extreme gevolgen.

<p>True (A)</p> Signup and view all the answers

Noem één vorm van pathos in argumentatie.

<p>Argumentum ad populum</p> Signup and view all the answers

Wat is het belangrijkste doel van het exordium in een redevoering?

<p>Het aantrekken van de aandacht van het publiek (A)</p> Signup and view all the answers

In de peroratio mogen nieuwe elementen worden toegevoegd aan de redevoering.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Wat houdt recapitulatie in bij de afsluiting van een redevoering?

<p>Het kort herhalen van de hoofdpunten en conclusies.</p> Signup and view all the answers

Argumentatie is een ________ activiteit die gericht is op het communiceren van beweringen of uitspraken.

<p>verbale</p> Signup and view all the answers

Welke uitspraak over argumentatie is waar?

<p>Argumentatie is altijd gericht op andere mensen. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is een kenmerk van een syllogisme?

<p>Het bestaat uit een maiorpremisse en een minorpremisse. (A)</p> Signup and view all the answers

Koppel de onderdelen van een redevoering aan hun functies:

<p>Exordium = Trekt de aandacht van het publiek Argumentatio = Presenteert de hoofdargumenten Peroratio = Sluit de redevoering af Conclusie = Geeft een samenvatting van de belangrijkste punten</p> Signup and view all the answers

Pathos speelt een cruciale rol in het overtuigen van een publiek tijdens een redevoering.

<p>True (A)</p> Signup and view all the answers

Alle argumentatiesmethoden van Aristoteles zijn altijd valide.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Wat zijn syllogismen in de context van argumentatie?

<p>Deductieve redeneringen die bestaan uit een premisse en een conclusie.</p> Signup and view all the answers

Wat definieert een a fortiori redenering?

<p>Een a fortiori redenering is gebaseerd op het principe dat als iets geldt voor een minder geval, het ook geldt voor een meer geval.</p> Signup and view all the answers

Een _____ is een redenering die uit twee premissen bestaat en leidt tot een conclusie.

<p>syllogisme</p> Signup and view all the answers

Koppel de soorten argumentaties aan hun beschrijving:

<p>Deductief = Conclusies worden getrokken uit algemene principes om specifieke gevallen te verklaren. Inductief = Specifieke voorbeelden worden gebruikt om algemene conclusies te trekken. Enthymeem = Een onvolledige syllogisme waarin een premisse impliciet blijft. A fortiori = Een redenering waarbij aangenomen wordt dat als iets geldt voor een minder geval, het ook voor een meer geval geldt.</p> Signup and view all the answers

Welke emotionele factor is belangrijk in de retoriek?

<p>Pathos (B)</p> Signup and view all the answers

Retoriek gaat niet om het beïnvloeden van een publiek.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Noem één reden waarom deductieve redeneringen niet altijd geldig zijn.

<p>Omdat premises soms onjuist of onvolledig kunnen zijn.</p> Signup and view all the answers

Wat is de eerste taak van de redenaar binnen de inventio fase?

<p>Het analyseren van het voorgelegde vraagstuk (D)</p> Signup and view all the answers

De dispositio fase omvat het ordenen van argumenten tot een goed opgebouwd betoog.

<p>True (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is de functie van het exordium in een redevoering?

<p>inleiding</p> Signup and view all the answers

De fase waarin men nadenkt over de stilistische vormgeving heet __________.

<p>elocutio</p> Signup and view all the answers

Wat is het doel van de argumentatio in een redevoering?

<p>Het uitwerken en ondersteunen van argumenten (C)</p> Signup and view all the answers

In de peroratio mogen nieuwe elementen aan de redevoering worden toegevoegd.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Welk belangrijk aspect van de inventio-hexameter omvat de vraag 'wie'?

<p>Quis</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende stelt een type drogreden voor dat niet logisch volgt uit de premisse?

<p>Non sequitur (B)</p> Signup and view all the answers

Ethos betreft argumentatie die apel doet aan de logica van de redenering.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Noem één voorbeeld van een vorm van pathos in argumentatie.

<p>Argumentum ad misericordiam</p> Signup and view all the answers

De drogreden waarbij de tegenstander's standpunt wordt verdraaid heet __________.

<p>de stroman</p> Signup and view all the answers

Koppel de volgende argumenten aan hun juiste beschrijvingen:

<p>Argumentum ad hominem = Aanspreken van de persoon in plaats van het argument Tu quoque = Beroep doen op hypocriete gedrag Argumentum ad auctoritatem = Beroep doen op autoriteit of experts Argumentum ad consequentiam = Argumenteert op basis van de gevolgen van iets</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende drogredenen houdt in dat een eigenschap van een geheel onterecht wordt toegeschreven aan de delen?

<p>Divisiedrogreden (D)</p> Signup and view all the answers

Een compositie- en divisiedrogreden zijn altijd fors om te weerleggen.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is de belangrijkste functie van logos in argumentatie?

<p>Gebruik van logische redenering</p> Signup and view all the answers

Wat is de primaire functie van een metafoor volgens Cicero?

<p>Om intellectueel en esthetisch plezier te bieden. (D)</p> Signup and view all the answers

De metafoor is een soort beeldspraak waarbij twee gelijkende begrippen worden vergeleken.

<p>True (A)</p> Signup and view all the answers

Noem een voorbeeld van metonymia.

<p>Venus voor liefde</p> Signup and view all the answers

Een __________ is een kunstvorm die voortkomt uit een uitgebreide metafoor.

<p>allegorie</p> Signup and view all the answers

Koppel de termen aan hun correcte beschrijving:

<p>Metonymia = Vervangen van begrip door iets dat ermee verbonden is Metafoor = Vergelijking zonder 'zoals' Katachrese = Gebruik van een bestaand woord in een ongebruikelijke betekenis Ironie = Tegenstrijdigheid tussen wat gezegd wordt en wat bedoeld wordt</p> Signup and view all the answers

Welk van de volgende is een voorbeeld van katachrese?

<p>Parricida voor moedermoordenaar. (D)</p> Signup and view all the answers

Ironie houdt in dat iemand zegt wat hij werkelijk bedoelt.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Wie besteedde veel aandacht aan metaforen in zijn werk 'De Oratore'?

<p>Cicero</p> Signup and view all the answers

Welke functie heeft de BZ met het inleidend woord 'ut' volgens de bouwzin?

<p>Mededelend (C)</p> Signup and view all the answers

De tijdsverhouding van de BZ is altijd gelijktijdig t.o.v. de PV in de dominante zin.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is de rol van de BZ in de functie V declarandi?

<p>Vragend</p> Signup and view all the answers

In de bouwzin van de BZ is de combinatie 'NWD + est' voorbeeld van __________.

<p>onzijdig passief</p> Signup and view all the answers

Koppel de volgende wijs- en tijdsaanduidingen aan hun functies:

<p>A+I = Mededelend conjunctief = Vragend ut + conj.OND = Mededelend A+I (onzijdig) = Volitief</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende optionele werkwoorden wordt als onpersoonlijk beschouwd?

<p>Dicitur (B), Constat (C)</p> Signup and view all the answers

Een BZ met het vraagwoord is altijd mededelend.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

De wijs voor de functie V volendi wordt vaak aangeduid als __________.

<p>de tien</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende bronnen is een écht bindende bron van recht?

<p>Wetgeving (A)</p> Signup and view all the answers

Privaatrechtelijke processen hebben altijd te maken met de overheid.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Wat zijn de twee hoofdsoorten recht volgens de klassieke benadering?

<p>Privaatrecht en publiekrecht</p> Signup and view all the answers

De Lex XII Tabularum is een belangrijke ________ in de ontwikkeling van het Romeinse recht.

<p>codificatie</p> Signup and view all the answers

Koppel de volgende termen aan hun bijbehorende beschrijving:

<p>Privaatrecht = Rechtsnormen tussen particulieren Publiekrecht = Rechtsnormen waar de overheid bij betrokken is Ius civile = Het recht tussen Romeinse burgers Ius gentium = Het recht dat geldt voor geschillen met vreemdelingen</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende zaken valt onder privaatrechtelijke processen?

<p>Echtscheiding (C)</p> Signup and view all the answers

Rechtspraak is het geheel van wetenschappelijke studies en analyses van het recht.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Noem één van de basiskenmerken van het publiekrecht.

<p>Ondergeschiktheid van de burger aan de overheid</p> Signup and view all the answers

Wat is een voorbeeld van een woordfiguur per detractionem?

<p>Asyndeton (B)</p> Signup and view all the answers

Antithese legt altijd een nadruk op overeenkomsten tussen tegenstrijdige concepten.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is de functie van polysyndeton in een zin?

<p>Herhaling van voegwoorden om nadruk te leggen.</p> Signup and view all the answers

Een bijzonder geval van paronomasia is __________, waarbij woorden met dezelfde beginletter worden gebruikt.

<p>alliteratie</p> Signup and view all the answers

Koppel de figuren met hun beschrijvingen:

<p>Ellips = Weglating van vanzelfsprekende woorden Zeugma = Gebruik van een werkwoord bij meerdere zinsdelen Antithese = Koppeling van tegengestelde gedachten Chiasme = Omgekeerde volgorde van woorden in een zin</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende figuren maakt gebruik van klankovereenkomst?

<p>Paronomasia (A)</p> Signup and view all the answers

Noem één kenmerk van het positief recht.

<p>Het is actueel en geldig voor een bepaalde maatschappij.</p> Signup and view all the answers

In Rome was er geen onderscheid tussen privaat en publiek recht.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Wat zijn de twee grote groepen overtuigingsmiddelen volgens Aristoteles?

<p>Atechnische en en-technische (B)</p> Signup and view all the answers

Retoriek heeft als primaire doelstelling om de waarheid te achterhalen.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Wie legt de morele keuze van het al dan niet spreken of verdedigen van de waarheid bij de spreker zelf?

<p>Aristoteles</p> Signup and view all the answers

Volgens Aristoteles is het belangrijk dat retoriek zich niet beperkt tot slechts één __________.

<p>aspect</p> Signup and view all the answers

Koppel de volgende overtuigingsmiddelen aan hun beschrijving:

<p>Atechnisch = Gebaseerd op feiten en bewijs En-technisch = Afkomstig van de spreker zelf Ethos = Betrekking tot de geloofwaardigheid van de spreker Pathos = Appel naar de emoties van het publiek</p> Signup and view all the answers

Wat is een van de cruciale bedenking van Aristoteles over retoriek?

<p>Retoriek kan voor slechte doeleinden gebruikt worden (A)</p> Signup and view all the answers

Aristoteles gelooft in de absolute waarheid zoals verdedigd door Plato.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is de functie van de peroratio in een redevoering?

<p>Recapituleren van het besprokene (D)</p> Signup and view all the answers

In de argumentatie moet men nieuwe elementen toevoegen tijdens het exordium.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Een redevoering bestaat doorgaans uit drie delen: het exordium, het __________ en de peroratio.

<p>argumentatio</p> Signup and view all the answers

Wat is een belangrijk kenmerk van argumentatie?

<p>Het is een sociale activiteit gericht op communicatie (C)</p> Signup and view all the answers

Een redenaar mag afwijken van de ideale indeling van een redevoering indien de omstandigheden dit vereisen.

<p>True (A)</p> Signup and view all the answers

Waarom is het belangrijk om de sterkste argumenten vooraan en achteraan te plaatsen in de argumentatio?

<p>Om de impact en overtuigingskracht van de argumentatie te maximaliseren.</p> Signup and view all the answers

Argumentatie is een __________ activiteit die voortdurend in het dagelijks leven voorkomt.

<p>verbale</p> Signup and view all the answers

Wat is een voorbeeld van een argumentum ad hominem?

<p>Stelling dat iemands argumenten niet kloppen omdat hij een slechte reputatie heeft. (D)</p> Signup and view all the answers

Het beschuldigen van iemand van een drogreden draagt bij aan het oplossen van meningsverschillen.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Wat gebeurt er als de levenswandel van de tegenpartij niet relevant is voor het geschil?

<p>Er is sprake van een argumentum ad hominem.</p> Signup and view all the answers

Een bekende drogreden is __________, waarbij de aanval op de persoon gericht is in plaats van op het argument.

<p>argumentum ad hominem</p> Signup and view all the answers

Koppel de volgende drogredenen aan hun beschrijving:

<p>Argumentum ad hominem = Aanval op de persoon Hellend vlak = Kleine stappen leiden tot extreme gevolgen Stroman = Argument van de tegenstander vervormen Cirkelredenering = Conclusie als premisse gebruiken</p> Signup and view all the answers

Welke uitspraak is waar over het argumentum ad hominem?

<p>Het vermindert de waarde van de argumenten van de tegenpartij. (B)</p> Signup and view all the answers

Alle drogredenen zijn geldig wanneer ze in een discussie worden gebruikt.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Noem de twee niveaus van argumentatie zoals besproken.

<p>Ethos en logos.</p> Signup and view all the answers

Bij een __________ drogreden wordt het standpunt van de tegenstander verdraaid om het gemakkelijker te kunnen aanvallen.

<p>stroman</p> Signup and view all the answers

Welke stijlfiguur heeft een pathetisch en kunstmatig karakter?

<p>Apostrophe (A)</p> Signup and view all the answers

De herhaling van een woord in verschillende verbuigingen wordt polyptoton genoemd.

<p>True (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is het doel van een aanschouwelijke beschrijving?

<p>Iets of iemand levendig voor de geest halen</p> Signup and view all the answers

De stijlfiguur die het tweemaal noemen van een belangrijk woord ter verhoging van de pathos gebruikt, heet __________.

<p>verdubbeling</p> Signup and view all the answers

Koppel de volgende stijlfiguren aan hun beschrijvingen:

<p>Anafoor = Beginnen van zinnen met hetzelfde woord Epifoor = Eindigen van zinnen met hetzelfde woord Congeries = Herhaling van hetzelfde begrip in synoniemen Ethopoiia = Spreken alsof een afwezig persoon spreekt</p> Signup and view all the answers

Wat wordt bedoeld met een 'periodos' in de context van zinsstructuur?

<p>Een zin met een hoofdzin en bijzinnen (A)</p> Signup and view all the answers

In een goed opgestelde zin is er altijd sprake van spanning en ontspanning.

<p>True (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is de functie van herhaling in een zin?

<p>Het bereiken van inhoudelijke symmetrie.</p> Signup and view all the answers

Bij een ____ wordt de spanning opgebouwd in bijzinnen, gevolgd door de hoofdzin als hoogtepunt.

<p>periodos</p> Signup and view all the answers

Koppel de termen aan hun beschrijvingen:

<p>Hoofdzin = De kern van de zin die de actie beschrijft Bijzin = Een extra informatie-eenheid binnen een zin Symmetrie = Correspondentie qua vorm of inhoud tussen onderdelen Spanningspatroon = De opbouw naar een climax in de zin</p> Signup and view all the answers

Wat wordt vaak gebruikt om inhoudelijke symmetrie te bereiken?

<p>Herhaling of antithese (C)</p> Signup and view all the answers

Vormelijke correspondentie in een zin kan worden bereikt door zinsdelen op een gelijkaardige manier op te bouwen.

<p>True (A)</p> Signup and view all the answers

Geef een voorbeeld van waar symmetrie in een zin belangrijk is.

<p>Bij het creëren van een overtuigende argumentatie.</p> Signup and view all the answers

De ____ is de fase waarin een redenaar zijn argumenten ordent in een goed opgebouwd betoog.

<p>dispositio</p> Signup and view all the answers

Wat is het effect van een trikolon in een zinstructuur?

<p>Het helpt bij het opbouwen van spanning (C)</p> Signup and view all the answers

Flashcards

Syllogisme

Een redeneervorm bestaande uit een major-premisse, een minor-premisse en een conclusie. De conclusie volgt logisch uit de premissen.

Geldig syllogisme vs. Correct syllogisme

Een valide syllogisme heeft een logische structuur die de conclusie garandeert, terwijl een correct syllogisme een logische conclusie heeft, maar de logische structuur van het syllogisme is niet valide.

Enthymeem

Een syllogisme waarbij een van de premissen wordt weggelaten, maar door de context duidelijk is.

A fortiori redenering

Een redeneervorm waarbij een conclusie wordt getrokken op basis van een sterker argument dan nodig.

Signup and view all the flashcards

Inductie

Een manier om tot een conclusie te komen door het verzamelen van veel feiten en observaties die de conclusie ondersteunen.

Signup and view all the flashcards

Deductie

Een manier om tot een conclusie te komen door gebruik te maken van algemene regels om specifieke gevallen af te leiden.

Signup and view all the flashcards

Retorica

De kunst van het overtuigen met argumentatie en taal.

Signup and view all the flashcards

Drogredenering

Een foutieve argumentatie die lijkt correct, maar het is niet zo.

Signup and view all the flashcards

Non sequitur drogreden

Een drogreden waarbij de conclusie niet logisch volgt uit de argumenten. De argumenten en het standpunt kunnen correct zijn, maar er is geen verband tussen de twee.

Signup and view all the flashcards

Compositie- en divisiedrogreden

Fout in redenering door eigenschappen van delen toe te schrijven aan het geheel (compositie), of eigenschappen van een geheel toe te schrijven aan de delen (divisie).

Signup and view all the flashcards

Stroman drogreden

Het verkeerd interpreteren of sterk vereenvoudigen van een tegenstanders standpunt, zodat het gemakkelijk te weerleggen is.

Signup and view all the flashcards

Logos

Redeneerwijze gebaseerd op logica en feiten (de drogredenen hierbij vallen onder deze categorie).

Signup and view all the flashcards

Drogreden

Een fout in het redeneren, waardoor de argumentatie onjuist of misleidend is.

Signup and view all the flashcards

Argumentum ad hominem

Een drogreden waarbij de persoon die het argument geeft, in plaats van het argument zelf wordt aangevallen.

Signup and view all the flashcards

Ethos

Een redeneerwijze die focust op de geloofwaardigheid van de redenaar.

Signup and view all the flashcards

Pathos

Een redeneerwijze die focust op emoties van het publiek.

Signup and view all the flashcards

Peroratio

Het sluitstuk van een redevoering, waarin de spreker een laatste beroep doet op de toehoorders en/of een samenvatting geeft van de belangrijkste argumenten.

Signup and view all the flashcards

Recapitulatie

Een beknopte herhaling van de belangrijkste punten in een redevoering.

Signup and view all the flashcards

Brevitas

Korte en beknopte stijl; het vermogen om veel te zeggen in weinig woorden.

Signup and view all the flashcards

Argumentatie

Het proces van het beargumenteren van een standpunt met behulp van logische argumenten en bewijsmateriaal.

Signup and view all the flashcards

Exordium

De inleiding van een redevoering, waarin de spreker de aandacht van de toehoorders probeert te trekken.

Signup and view all the flashcards

Ideal indeling redevoering

Een gestructureerd model van een redevoering met een inleiding (exordium), argumentatie en een slot (peroratio).

Signup and view all the flashcards

Sterkste argumenten

De belangrijkste argumenten die het standpunt ondersteunen, moeten in de inleiding en/of afsluiting van de redevoering worden geplaatst.

Signup and view all the flashcards

Inventio

De eerste fase van retorische voorbereiding, waarbij de spreker het onderwerp analyseert, een centrale stelling formuleert en argumenten verzamelt om deze stelling te verdedigen.

Signup and view all the flashcards

Dispositio

De tweede fase van retorische voorbereiding, waarbij de spreker de gevonden argumenten ordent tot een logische en overtuigende redevoering.

Signup and view all the flashcards

Propositio

De centrale stelling van de redevoering, die de spreker wil verdedigen.

Signup and view all the flashcards

Divisio

De indeling van de redevoering, waarbij de spreker kort de opbouw en argumenten aankondigt.

Signup and view all the flashcards

Confirmatio

De bevestiging van de eigen standpunten en argumenten in een redevoering.

Signup and view all the flashcards

Refutatio

Het ontkrachten van tegenargumenten in een redevoering.

Signup and view all the flashcards

BZ

Een bijzin is een zin die afhankelijk is van een hoofdzin en die een extra toelichting geeft op wat er in de hoofdzin staat.

Signup and view all the flashcards

Wijs van een BZ

De wijs van een bijzin geeft aan wat de functie van de bijzin is in de hoofdzin. Bijvoorbeeld, een bijzin kan een mededeling, een vraag of een wens zijn in de hoofdzin.

Signup and view all the flashcards

Tijd van een BZ

De tijd van een bijzin geeft de tijdsverhouding aan ten opzichte van de hoofdzin. Is de bijzin gelijktijdig, vroeger, of later dan de hoofdzin?

Signup and view all the flashcards

V declarandi

Een bijzin met een mededelende functie.

Signup and view all the flashcards

V sentiendi

Een bijzin die een gevoel of mening uitdrukt.

Signup and view all the flashcards

V affectuum

Een onzijdige bijzin die meestal met 'est' wordt ingeleid.

Signup and view all the flashcards

V volendi

Een bijzin die een wilsuiting of wens uitdrukt.

Signup and view all the flashcards

Ut-zin

Een bijzin die wordt ingeleid met het woord 'ut' en die meestal een doel of een gevolg aangeeft.

Signup and view all the flashcards

Non sequitur

Een drogreden waarbij de conclusie niet logisch voortvloeit uit de argumenten, ondanks dat argumenten en conclusie op zichzelf correct kunnen zijn.

Signup and view all the flashcards

Katachrese

Het gebruik van een bestaand woord met een aangepaste betekenis, omdat er geen specifiek woord voor het begrip bestaat.

Signup and view all the flashcards

Metafoor

Een beeldspraak die een vergelijking maakt tussen twee op het eerste gezicht niet-gerelateerde begrippen, waarbij er een overeenkomst wordt gelegd om een idee of emotie te versterken.

Signup and view all the flashcards

Allegorie

Een uitgebreide metafoor die een hele tekst of verhaal doorloopt, waarbij de symbolische betekenis of boodschap centraal staat.

Signup and view all the flashcards

Ironie

Een stijlfiguur waarbij het gesprokene of geschrevene het tegenovergestelde betekent van de letterlijke interpretatie.

Signup and view all the flashcards

Proprium

Een specifiek woord voor een begrip, ideaal gezien zonder synoniemen.

Signup and view all the flashcards

Abusio

Een analoog gebruik van een bestaand woord om een begrip dat geen eigen naam heeft te benoemen.

Signup and view all the flashcards

Bi-semantische waarde

De dubbele betekenis die een metafoor heeft: de letterlijke betekenis en de figuurlijke betekenis.

Signup and view all the flashcards

Positief recht

Rechtsregels die bindend zijn, erkend door de overheid en afdwingbaar zijn.

Signup and view all the flashcards

Formele bronnen van recht

De oorsprong van rechtsregels, zoals wetgeving, rechtspraak, rechtsleer, gewoonte, algemene rechtsbeginselen en billijkheid.

Signup and view all the flashcards

Rechtspraak

Het geheel van rechterlijke uitspraken van scheidsgerechten, rechtbanken en hoven.

Signup and view all the flashcards

Rechtsleer

Wetenschappelijke studies, opinies, besprekingen en analyses van het recht.

Signup and view all the flashcards

Privaatrecht

Recht dat regelt de relaties tussen particulieren, zonder directe betrokkenheid van de overheid.

Signup and view all the flashcards

Publiekrecht

Recht dat regelt de relaties tussen burgers en de overheid, of tussen overheidsorganen.

Signup and view all the flashcards

Gewoonterecht

Recht dat gebaseerd is op langdurige en algemene praktijk, zonder dat het in wetten is vastgelegd.

Signup and view all the flashcards

Lex XII Tabularum

De eerste wetgeving in Rome, die het privaatrecht codificeerde.

Signup and view all the flashcards

Climax

Een reeks woorden of zinnen die in kracht toenemen, waarbij elk volgend element sterker is dan het vorige.

Signup and view all the flashcards

Polysyndeton

Herhaling van een voegwoord (bijvoorbeeld 'en') in een zin, waardoor de zinsdelen extra nadruk krijgen.

Signup and view all the flashcards

Asyndeton

Het weglaten van voegwoorden in een zin, waardoor de zinsdelen sneller en dynamischer worden.

Signup and view all the flashcards

Ellips

Het weglaten van een woord of woordgroep die in de context duidelijk is.

Signup and view all the flashcards

Zeugma

Een werkwoord dat grammaticaal bij meerdere zinsdelen hoort, maar in betekenis alleen bij één past.

Signup and view all the flashcards

Paronomasia

Woordspel met woorden die op elkaar lijken, waardoor er een relatie of tegenstelling ontstaat.

Signup and view all the flashcards

Homoioteleuton

Gelijkheid van het woorduiteinde.

Signup and view all the flashcards

Antithese

Tegenstelling van gedachten of begrippen, vaak in een zin.

Signup and view all the flashcards

Retoriek: goed of slecht?

Aristoteles stelt dat retoriek op zich niet slecht is, maar wel voor slechte doeleinden kan worden gebruikt. De morele keuze om de waarheid te verdedigen of niet, ligt bij de spreker.

Signup and view all the flashcards

Democratisch denken en retoriek

Aristoteles ziet retoriek als essentieel voor een democratie, omdat het een publiek podium creëert waar iedereen zijn ideeën, ongeacht hun moraliteit, kan verkondigen en verdedigen.

Signup and view all the flashcards

Waarheid versus waarschijnlijkheid

Aristoteles aanvaardt het principe van waarschijnlijkheid en gelooft niet in de absolute waarheid zoals Plato. Hij erkent dat de waarheid gradueel is, afhankelijk van de sterkte van de argumenten en de context.

Signup and view all the flashcards

Wat is retoriek?

Volgens Aristoteles is retoriek niet slechts één aspect, maar een samenspel van logische argumentatie, structuur, psychologische beïnvloeding, stijlfiguren, etc.

Signup and view all the flashcards

Overtuigingsmiddelen: Atechnisch versus En-technisch

Aristoteles maakt een onderscheid tussen atechnische overtuigingsmiddelen (zoals de persoonlijkheid van de spreker) en en-technische overtuigingsmiddelen (zoals de inhoud van de argumenten).

Signup and view all the flashcards

Atechnische overtuigingsmiddelen

Atechnische overtuigingsmiddelen richten zich op de persoonlijkheid van de spreker en zijn/haar geloofwaardigheid, charisma en reputatie.

Signup and view all the flashcards

En-technische overtuigingsmiddelen

En-technische overtuigingsmiddelen richten zich op de inhoud van de argumenten en bewijzen, logika en feiten.

Signup and view all the flashcards

Ideale indeling

Een gestructureerde opbouw van een redevoering met een inleiding (exordium), argumentatie (argumentatio) en een slot (peroratio).

Signup and view all the flashcards

Argumentatie (deel II)

Het beschrijven van argumentatie als een alledaagse en verbale sociale activiteit die gericht is op communicatie en overtuiging.

Signup and view all the flashcards

Niet-verbale communicatie

Gelaatsuitdrukkingen, gebaren en andere non-verbale signalen kunnen argumentatie versterken, maar ze kunnen de verbale communicatie niet volledig vervangen.

Signup and view all the flashcards

Overredingsleer

Een leer die zich bezighoudt met de middelen om mensen te overtuigen.

Signup and view all the flashcards

Courante drogredenen

Drogredenen die vaak voorkomen in argumentatie.

Signup and view all the flashcards

Aristoteles

Griekse filosoof die een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan de overredingsleer.

Signup and view all the flashcards

Levenswandel

De manier waarop iemand zijn leven leidt.

Signup and view all the flashcards

Dubieus

Twijfelachtig, onzeker, betwijfelbaar.

Signup and view all the flashcards

Geschilpunt

Het onderwerp waarover men van mening verschilt.

Signup and view all the flashcards

Serieus nemen

De argumenten van de tegenpartij waardevol vinden.

Signup and view all the flashcards

Ongunstige feiten

Feiten die een negatieve uitwerking hebben op de reputatie van de tegenpartij.

Signup and view all the flashcards

Apostrofe

Een stijlfiguur waarbij de spreker een afwezige of fictieve persoon, een gestorvene of zelfs een gepersonifieerde zaak direct aanspreekt.

Signup and view all the flashcards

Ethopoiia (Prosopopoiia)

Een stijlfiguur waarbij een afwezige of fictieve persoon of zaak wordt opgevoerd en door de spreker zelf sprekend wordt gemaakt.

Signup and view all the flashcards

Aanschouwelijke beschrijving

Een stijlfiguur die iets of iemand levendig voor de geest van de toehoorders/lezers haalt door middel van een gedetailleerde beschrijving.

Signup and view all the flashcards

Woordfiguren

Stijlfiguren die aan de talige uitdrukkingsvorm gebonden zijn, in tegenstelling tot gedachtefiguren.

Signup and view all the flashcards

Verdubbeling

Een woordfiguur waarbij een belangrijk woord tweemaal wordt genoemd om nadruk te leggen en de pathos te verhogen.

Signup and view all the flashcards

Periodos

Een lange, complexe zin met een hoofdzin en meerdere bijzinnen die samen een afgerond geheel vormen.

Signup and view all the flashcards

Symmetrie in zinnen

Evenwicht in een zin, waarbij zinsdelen qua inhoud en/of vorm overeenkomen.

Signup and view all the flashcards

Inhoudelijke symmetrie

Overeenkomst in de betekenis van zinsdelen, bijvoorbeeld door herhaling of tegenstelling.

Signup and view all the flashcards

Vormelijke symmetrie

Structuur en lengte van zinsdelen zijn gelijk, zoals bij woordfiguren.

Signup and view all the flashcards

Spanningsopbouw in een zin

Begin met bijzinnen die een kader creëren, gevolgd door de hoofdzin, het hoogtepunt en ontspanning aan het einde.

Signup and view all the flashcards

Trikolon

Drie bijzinnen die een kader vormen in de opbouw van een complexe zin.

Signup and view all the flashcards

Hoofdzin

De belangrijkste zin in een complexe zin, waar de actie of kern van de informatie wordt gepresenteerd.

Signup and view all the flashcards

Bijzinnen

Zinnen die extra toelichting geven op de hoofdzin en zorgen voor context en details.

Signup and view all the flashcards

Ontspanning in een zin

Het einde van een zin, waar de spanning afneemt en er een gevoel van rust ontstaat.

Signup and view all the flashcards

Cyclische structuur van periodos

Zin begint en eindigt met een moment van rust, tussenin wordt de spanning opgebouwd en losgelaten.

Signup and view all the flashcards

Study Notes

Inhoudsopgave

  • De doelstelling van retorica is het overtuigen of overreden van het publiek, de tegenpartij of een beoordelende instantie.
  • Aristoteles definieert retorica als het vermogen om te zien wat in elke situatie overtuigend is.
  • Cicero beschrijft retorica als het vermogen om de wapens voor zichzelf te hebben om te beschermen, schurken ter verantwoording te roepen of zich te verweren bij aanvallen.
  • Retorica wordt beschouwd als een meta-discipliene, los van de inhoud.
  • Retorica is belangrijk voor de mens.
  • De drie belangrijkste principes zijn: docere, movere en conciliare.
  • Retorica vereist onderhoudende inhoud, emoties opwekken en toehoorders boeien.
  • De retorische periodebouw is opgebouwd uit een hoofdzin en bijzinnen die in dezelfde grammaticaal-structuur zijn geformuleerd. De bijzinnen vormen een kader.
  • De retorische periode heeft ook een emotionele component.
  • De argumentatie bestaat uit twee delen: deductie en inductie. Bij inductie gaat men van het specifieke naar het algemene. Bij deductie gaat men van het algemene naar het specifieke.
  • De drie soorten argumentatie zijn: deliberativum, iudicialis en demonstrativum.
  • De doelstelling van een exordium is om aandacht, bereidwilligheid en welwillendheid, op te wekken.
  • De narratio geeft de feiten weer.
  • De propositio en divisio stellen de stelling en de indeling van de argumentatie.
  • De argumentatio is het onderdeel waarin men op een logische manier een argumentatie naar voren brengt, en de tegenbeweging van het tegengestelde argument.
  • De peroratio is de afsluiting van de redevoering, waarmee men de conclusie nogmaals en met nadruk samenvat.
  • Er zijn verschillende soorten drogredenen zoals; non sequitur, onjuiste analogie, overhaaste veralgemening, vals dilemma, het argumentum ad hominem, het argumentum ad ignorantiam. misleidende vragen.
  • Het is belangrijk om te onderscheiden tussen retoriek en drogredenen.

Studying That Suits You

Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

Quiz Team

Related Documents

Cursus Retoriek 2024 PDF

More Like This

Argumentation Theory Quiz
5 questions
Key Concepts in Argumentation
30 questions

Key Concepts in Argumentation

EffortlessGyrolite7402 avatar
EffortlessGyrolite7402
Argumentation Theory Overview
5 questions
Argumentation Theory Overview
5 questions
Use Quizgecko on...
Browser
Browser