Podcast
Questions and Answers
Wat is het meest kenmerkende verschil tussen een stoornis in instrumentele functies en een stoornis in uitvoerende functies na hersenletsel?
Wat is het meest kenmerkende verschil tussen een stoornis in instrumentele functies en een stoornis in uitvoerende functies na hersenletsel?
- Stoornissen in instrumentele functies leiden primair tot apathie en initiatiefverlies, terwijl stoornissen in uitvoerende functies zich uiten in specifieke taalstoornissen zoals afasie.
- Stoornissen in instrumentele functies zijn het gevolg van prefrontale laesies, terwijl stoornissen in uitvoerende functies ontstaan door laesies in de basale kernen.
- Stoornissen in instrumentele functies manifesteren zich altijd in alle cognitieve domeinen, terwijl stoornissen in uitvoerende functies geïsoleerd kunnen voorkomen.
- Stoornissen in instrumentele functies zijn vaak geïsoleerd en beperkt tot specifieke taken, terwijl stoornissen in uitvoerende functies een breed scala aan cognitieve processen beïnvloeden. (correct)
Waarom kan een stoornis in de uitvoerende functies de beoordeling van instrumentele functies bemoeilijken?
Waarom kan een stoornis in de uitvoerende functies de beoordeling van instrumentele functies bemoeilijken?
- Omdat stoornissen in de uitvoerende functies direct de neurologische paden van de instrumentele functies blokkeren.
- Omdat de patiënt door een gebrek aan aandacht en concentratie (uitvoerende functies) de taken die de instrumentele functies testen, niet goed kan uitvoeren. (correct)
- Omdat stoornissen in de uitvoerende functies leiden tot onvoorspelbare schommelingen in de activiteit van de hersenhelften, waardoor testresultaten onbetrouwbaar worden.
- Omdat instrumentele functies, zoals taal, afhankelijk zijn van intacte basale kernen, die ook betrokken zijn bij uitvoerende functies.
Bij welke van de volgende scenario's is de rechterhemisfeer waarschijnlijk het meest dominant betrokken?
Bij welke van de volgende scenario's is de rechterhemisfeer waarschijnlijk het meest dominant betrokken?
- Een componist die de melodie van een nieuw lied creëert. (correct)
- Een advocaat die een complex juridisch betoog houdt.
- Een spreker die grammaticale fouten in een tekst corrigeert.
- Een wiskundige die een algebraïsche vergelijking oplost.
Een patiënt vertoont na een beroerte een spraak die inhoudelijk correct is, maar vlak en monotoon klinkt. Welke locatie van de hersenbeschadiging is het meest waarschijnlijk?
Een patiënt vertoont na een beroerte een spraak die inhoudelijk correct is, maar vlak en monotoon klinkt. Welke locatie van de hersenbeschadiging is het meest waarschijnlijk?
Stel een patiënt heeft een laesie in de linkerhemisfeer. Welke combinatie van symptomen zou men dan waarschijnlijk aantreffen?
Stel een patiënt heeft een laesie in de linkerhemisfeer. Welke combinatie van symptomen zou men dan waarschijnlijk aantreffen?
Wat is het meest kenmerkende verschil tussen afasie en mutisme?
Wat is het meest kenmerkende verschil tussen afasie en mutisme?
Welke functie wordt primair toegeschreven aan het centrum van Broca?
Welke functie wordt primair toegeschreven aan het centrum van Broca?
Wat is de primaire functie van het centrum van Wernicke in de context van taalverwerking?
Wat is de primaire functie van het centrum van Wernicke in de context van taalverwerking?
Welke van de volgende structuren verbindt de centra van Broca en Wernicke?
Welke van de volgende structuren verbindt de centra van Broca en Wernicke?
Bij welk percentage rechtshandigen bevinden de taalgebieden zich in de linkerhemisfeer?
Bij welk percentage rechtshandigen bevinden de taalgebieden zich in de linkerhemisfeer?
Wat is een belangrijk gevolg van een laesie in het centrum van Broca?
Wat is een belangrijk gevolg van een laesie in het centrum van Broca?
Welke observatie rechtvaardigt de conclusie dat de centra van Broca en Wernicke een functionele eenheid vormen?
Welke observatie rechtvaardigt de conclusie dat de centra van Broca en Wernicke een functionele eenheid vormen?
Waarom kunnen patiënten met laesies aan de periferie van het stroomgebied van de a. cerebri media vaak nog goed nazeggen?
Waarom kunnen patiënten met laesies aan de periferie van het stroomgebied van de a. cerebri media vaak nog goed nazeggen?
Welke van de volgende beweringen beschrijft het beste het impliciete geheugen?
Welke van de volgende beweringen beschrijft het beste het impliciete geheugen?
Een patiënt kan zich niet meer herinneren wat hij gisteren heeft gegeten. Welk type geheugen is waarschijnlijk aangetast?
Een patiënt kan zich niet meer herinneren wat hij gisteren heeft gegeten. Welk type geheugen is waarschijnlijk aangetast?
Wat is de primaire functie van het werkgeheugen?
Wat is de primaire functie van het werkgeheugen?
Welke van de volgende situaties zou het meest afhankelijk zijn van het retrograde episodische geheugen?
Welke van de volgende situaties zou het meest afhankelijk zijn van het retrograde episodische geheugen?
Iemand heeft moeite met het onthouden van nieuwe informatie, maar kan zich gebeurtenissen uit zijn jeugd nog helder herinneren. Welke combinatie van geheugenfuncties is waarschijnlijk intact en welke is aangetast?
Iemand heeft moeite met het onthouden van nieuwe informatie, maar kan zich gebeurtenissen uit zijn jeugd nog helder herinneren. Welke combinatie van geheugenfuncties is waarschijnlijk intact en welke is aangetast?
Wat is het meest essentiële verschil tussen semantisch en episodisch geheugen?
Wat is het meest essentiële verschil tussen semantisch en episodisch geheugen?
Stel dat een persoon een beroerte heeft gehad en nu moeite heeft met het onthouden van de betekenis van woorden (bijvoorbeeld, wat een 'paraplu' is). Welk type geheugen is waarschijnlijk het meest direct aangetast?
Stel dat een persoon een beroerte heeft gehad en nu moeite heeft met het onthouden van de betekenis van woorden (bijvoorbeeld, wat een 'paraplu' is). Welk type geheugen is waarschijnlijk het meest direct aangetast?
Welke van de volgende factoren heeft de minste invloed op de bestendigheid waarmee informatie wordt opgeslagen in het anterograde episodische geheugen?
Welke van de volgende factoren heeft de minste invloed op de bestendigheid waarmee informatie wordt opgeslagen in het anterograde episodische geheugen?
Wat is de meest accurate beschrijving van apraxie?
Wat is de meest accurate beschrijving van apraxie?
Welke van de volgende handelingen zou een patiënt met apraxie waarschijnlijk niet kunnen uitvoeren?
Welke van de volgende handelingen zou een patiënt met apraxie waarschijnlijk niet kunnen uitvoeren?
Waar bevindt zich typisch de laesie die leidt tot apraxie?
Waar bevindt zich typisch de laesie die leidt tot apraxie?
Welke van de volgende symptomen is geen kenmerk van een gestoord ruimtelijk inzicht?
Welke van de volgende symptomen is geen kenmerk van een gestoord ruimtelijk inzicht?
In welke hersenhelft bevindt zich meestal de laesie die leidt tot een gestoord ruimtelijk inzicht?
In welke hersenhelft bevindt zich meestal de laesie die leidt tot een gestoord ruimtelijk inzicht?
Wat is het syndroom van Anton, zoals beschreven in de context?
Wat is het syndroom van Anton, zoals beschreven in de context?
Een patiënt met een hemianopsie als gevolg van een occipitale laesie...
Een patiënt met een hemianopsie als gevolg van een occipitale laesie...
Wat is een voorbeeld van een zeldzame corticale stoornis die kan ontstaan na een laesie?
Wat is een voorbeeld van een zeldzame corticale stoornis die kan ontstaan na een laesie?
Een patiënt heeft moeite met het natekenen van een eenvoudige figuur tijdens een cognitieve beoordeling. Welke term wordt gebruikt om deze specifieke moeilijkheid te beschrijven?
Een patiënt heeft moeite met het natekenen van een eenvoudige figuur tijdens een cognitieve beoordeling. Welke term wordt gebruikt om deze specifieke moeilijkheid te beschrijven?
Welke van de volgende handelingen zou een onderzoeker uitvoeren om iemands somatosensibele waarneming te testen?
Welke van de volgende handelingen zou een onderzoeker uitvoeren om iemands somatosensibele waarneming te testen?
Tijdens een cognitieve screening wordt aan een patiënt gevraagd de overeenkomst tussen een 'broek' en een 'jurk' te noemen. Welke cognitieve functie wordt hier primair beoordeeld?
Tijdens een cognitieve screening wordt aan een patiënt gevraagd de overeenkomst tussen een 'broek' en een 'jurk' te noemen. Welke cognitieve functie wordt hier primair beoordeeld?
Wat is het belangrijkste nadeel van het uitsluitend kijken naar de totaalscore bij de Mini Mental State Examination (MMSE)?
Wat is het belangrijkste nadeel van het uitsluitend kijken naar de totaalscore bij de Mini Mental State Examination (MMSE)?
Wat is het belangrijkste verschil tussen gedragsneurologisch onderzoek en neuropsychologisch onderzoek?
Wat is het belangrijkste verschil tussen gedragsneurologisch onderzoek en neuropsychologisch onderzoek?
Een neuropsycholoog gebruikt genormeerde tests om het verbale geheugen van een patiënt te onderzoeken. Wat betekent het dat deze tests 'genormeerd' zijn?
Een neuropsycholoog gebruikt genormeerde tests om het verbale geheugen van een patiënt te onderzoeken. Wat betekent het dat deze tests 'genormeerd' zijn?
Welke van de volgende aspecten van cognitief functioneren wordt typisch beoordeeld tijdens neuropsychologisch onderzoek, naast inhoudelijke stoornissen?
Welke van de volgende aspecten van cognitief functioneren wordt typisch beoordeeld tijdens neuropsychologisch onderzoek, naast inhoudelijke stoornissen?
Een patiënt vertoont verwaarlozing van links bij het beschrijven van een complexe scène. Welke waarnemingsstoornis is hier waarschijnlijk aan de orde?
Een patiënt vertoont verwaarlozing van links bij het beschrijven van een complexe scène. Welke waarnemingsstoornis is hier waarschijnlijk aan de orde?
Wat is de meest accurate beschrijving van pseudohallucinaties die voorkomen in het blinde gezichtsveld?
Wat is de meest accurate beschrijving van pseudohallucinaties die voorkomen in het blinde gezichtsveld?
Welke van de volgende kenmerken is het meest onderscheidend voor prosopagnosie?
Welke van de volgende kenmerken is het meest onderscheidend voor prosopagnosie?
Welke testmethode is het meest geschikt om abstract denken te beoordelen bij een patiënt met een vermoeden van cognitieve achteruitgang?
Welke testmethode is het meest geschikt om abstract denken te beoordelen bij een patiënt met een vermoeden van cognitieve achteruitgang?
Wat is de meest typerende eigenschap van emotionele labiliteit bij zieke mensen?
Wat is de meest typerende eigenschap van emotionele labiliteit bij zieke mensen?
Welke neurologische aandoening draagt het meest waarschijnlijk bij aan pseudobulbaire ontremming?
Welke neurologische aandoening draagt het meest waarschijnlijk bij aan pseudobulbaire ontremming?
Waarom kan aprosodie, veroorzaakt door een laesie in de rechterhemisfeer, ten onrechte worden aangezien voor een depressie?
Waarom kan aprosodie, veroorzaakt door een laesie in de rechterhemisfeer, ten onrechte worden aangezien voor een depressie?
Wat onderscheidt apathie veroorzaakt door hersenletsel het meest van een depressie?
Wat onderscheidt apathie veroorzaakt door hersenletsel het meest van een depressie?
Welke waanbeelden komen het meest voor bij patiënten met een delier of dementie?
Welke waanbeelden komen het meest voor bij patiënten met een delier of dementie?
Een promovendus onderzoekt de impact van subtiele prefrontale laesies op cognitieve functies. Welke van de volgende bevindingen zou het meest onverwacht zijn als de laesie primair de uitvoerende functies aantast en instrumentele functies initieel intact zijn?
Een promovendus onderzoekt de impact van subtiele prefrontale laesies op cognitieve functies. Welke van de volgende bevindingen zou het meest onverwacht zijn als de laesie primair de uitvoerende functies aantast en instrumentele functies initieel intact zijn?
Een neuroloog evalueert een patiënt met een vermoeden van een vroege frontotemporale dementie (FTD). Welke combinatie van bevindingen zou het sterkst pleiten voor een primair executief disfunctioneren in plaats van een specifiek instrumenteel functieverlies?
Een neuroloog evalueert een patiënt met een vermoeden van een vroege frontotemporale dementie (FTD). Welke combinatie van bevindingen zou het sterkst pleiten voor een primair executief disfunctioneren in plaats van een specifiek instrumenteel functieverlies?
Een onderzoeker bestudeert de effecten van een selectieve laesie in de rechterhemisfeer op prosodie. Welke van de volgende bevindingen zou het meest verrassend zijn, gezien de bekende functies van de rechterhemisfeer?
Een onderzoeker bestudeert de effecten van een selectieve laesie in de rechterhemisfeer op prosodie. Welke van de volgende bevindingen zou het meest verrassend zijn, gezien de bekende functies van de rechterhemisfeer?
Een ervaren clinicus observeert een subtiel geval van lateralisatie van cognitieve functies bij een ambidextre persoon na een traumatisch hersenletsel. Welke observatie zou het sterkst de noodzaak benadrukken voor een grondige evaluatie van beide hemisferen in plaats van uitsluitend te focussen op de dominante hemisfeer?
Een ervaren clinicus observeert een subtiel geval van lateralisatie van cognitieve functies bij een ambidextre persoon na een traumatisch hersenletsel. Welke observatie zou het sterkst de noodzaak benadrukken voor een grondige evaluatie van beide hemisferen in plaats van uitsluitend te focussen op de dominante hemisfeer?
Een specialist in revalidatiegeneeskunde ontwerpt een interventieprogramma voor een patiënt met executieve functiestoornissen na een traumatisch hersenletsel. Welke van de volgende benaderingen zou het minst effectief zijn in het verbeteren van de algehele cognitieve functionering en het dagelijks functioneren van de patiënt?
Een specialist in revalidatiegeneeskunde ontwerpt een interventieprogramma voor een patiënt met executieve functiestoornissen na een traumatisch hersenletsel. Welke van de volgende benaderingen zou het minst effectief zijn in het verbeteren van de algehele cognitieve functionering en het dagelijks functioneren van de patiënt?
Een promovendus doet onderzoek naar de subtiele effecten van selectieve prefrontale laesies op de executieve functies bij hoogfunctionerende professionals. Welke van de volgende bevindingen zou het meest onwaarschijnlijk zijn als de laesie primair de dorsolaterale prefrontale cortex aantast en instrumentele functies initieel intact zijn?
Een promovendus doet onderzoek naar de subtiele effecten van selectieve prefrontale laesies op de executieve functies bij hoogfunctionerende professionals. Welke van de volgende bevindingen zou het meest onwaarschijnlijk zijn als de laesie primair de dorsolaterale prefrontale cortex aantast en instrumentele functies initieel intact zijn?
Een ervaren neuropsycholoog evalueert een topmanager na een mild traumatisch hersenletsel (MTBI). De manager klaagt over subtiele cognitieve problemen die zijn werkprestaties beïnvloeden, ondanks dat standaard neuropsychologische tests binnen normale grenzen vallen. Welke van de volgende benaderingen zou het meest geschikt zijn om de impact van mogelijke executieve functiestoornissen op zijn dagelijks functioneren te beoordelen?
Een ervaren neuropsycholoog evalueert een topmanager na een mild traumatisch hersenletsel (MTBI). De manager klaagt over subtiele cognitieve problemen die zijn werkprestaties beïnvloeden, ondanks dat standaard neuropsychologische tests binnen normale grenzen vallen. Welke van de volgende benaderingen zou het meest geschikt zijn om de impact van mogelijke executieve functiestoornissen op zijn dagelijks functioneren te beoordelen?
Een specialist in revalidatiegeneeskunde ontwerpt een behandelplan voor een patiënt met een ernstige executieve functiestoornis na een traumatisch hersenletsel, waarbij sprake is van apathie, initiatiefverlies en perseveratie. Welke van de volgende technieken is het meest effectief gebleken om de complexiteit van de executieve functies aan te pakken, gericht op het verbeteren van de autonomie en het aanpassingsvermogen in het dagelijks leven?
Een specialist in revalidatiegeneeskunde ontwerpt een behandelplan voor een patiënt met een ernstige executieve functiestoornis na een traumatisch hersenletsel, waarbij sprake is van apathie, initiatiefverlies en perseveratie. Welke van de volgende technieken is het meest effectief gebleken om de complexiteit van de executieve functies aan te pakken, gericht op het verbeteren van de autonomie en het aanpassingsvermogen in het dagelijks leven?
Tijdens een interdisciplinair overleg wordt de casus van een patiënt met een herseninfarct besproken. Uit de klinische observaties blijkt dat de patiënt moeite heeft met het begrijpen van non-verbale communicatie, zoals intonatie en gezichtsuitdrukkingen. Welke laesielocatie is het meest waarschijnlijk verantwoordelijk voor dit specifieke tekort?
Tijdens een interdisciplinair overleg wordt de casus van een patiënt met een herseninfarct besproken. Uit de klinische observaties blijkt dat de patiënt moeite heeft met het begrijpen van non-verbale communicatie, zoals intonatie en gezichtsuitdrukkingen. Welke laesielocatie is het meest waarschijnlijk verantwoordelijk voor dit specifieke tekort?
Een onderzoeker bestudeert de impact van een selectieve laesie in de basale ganglia op de cognitieve functies. Welke van de volgende bevindingen zou het minst consistent zijn met de bekende rol van de basale ganglia in cognitieve processen, vooral gezien de connectiviteit met de prefrontale cortex?
Een onderzoeker bestudeert de impact van een selectieve laesie in de basale ganglia op de cognitieve functies. Welke van de volgende bevindingen zou het minst consistent zijn met de bekende rol van de basale ganglia in cognitieve processen, vooral gezien de connectiviteit met de prefrontale cortex?
Flashcards
Instrumentele functies
Instrumentele functies
Cognitieve functies zoals perceptie, geheugen en taal.
Uitvoerende functies
Uitvoerende functies
Functies voor het starten, stoppen, aandacht richten en aanpassen van gedrag.
Laterisatie van hemisferen
Laterisatie van hemisferen
Taal is meestal links, melodie rechts.
Afasie
Afasie
Een taalstoornis door schade aan de taal dominante hersenhelft.
Signup and view all the flashcards
Aprosodie
Aprosodie
Vlakke, monotone spraak door schade aan de niet-dominante hemisfeer.
Signup and view all the flashcards
Geheugen
Geheugen
Het vermogen om informatie op te nemen, op te slaan en op te roepen.
Signup and view all the flashcards
Impliciet geheugen
Impliciet geheugen
Geheugen voor automatische handelingen, niet bewust toegankelijk.
Signup and view all the flashcards
Expliciet geheugen
Expliciet geheugen
Geheugen voor informatie die bewust toegankelijk is.
Signup and view all the flashcards
Werkgeheugen
Werkgeheugen
Houdt tijdelijk (seconden) een kleine hoeveelheid info vast.
Signup and view all the flashcards
Episodisch geheugen
Episodisch geheugen
Persoonlijke ervaringen gekoppeld aan tijd en context.
Signup and view all the flashcards
Anterograad episodisch geheugen
Anterograad episodisch geheugen
Vermogen om nieuwe informatie op te slaan (minuten tot weken).
Signup and view all the flashcards
Retrograde episodisch geheugen
Retrograde episodisch geheugen
Het vermogen om opgeslagen info na lange tijd (dagen tot jaren) op te halen.
Signup and view all the flashcards
Semantisch geheugen
Semantisch geheugen
Kent de betekenis van woorden en concepten.
Signup and view all the flashcards
Mutisme
Mutisme
Het zwijgen van een alerte patiënt, door een probleem met de initiatie van spraakmotoriek.
Signup and view all the flashcards
Centrum van Broca
Centrum van Broca
Gebied in de frontale kwab verantwoordelijk voor motorische expressie van taal (spraak en schrift).
Signup and view all the flashcards
Centrum van Wernicke
Centrum van Wernicke
Gebied in de temporale kwab verantwoordelijk voor de analyse van gesproken taal.
Signup and view all the flashcards
Fasciculus arcuatus
Fasciculus arcuatus
Verbindt het centrum van Broca en Wernicke.
Signup and view all the flashcards
Waar bevinden de taalgebieden zich?
Waar bevinden de taalgebieden zich?
Linkerhemisfeer.
Signup and view all the flashcards
Laesie in het centrum van Broca
Laesie in het centrum van Broca
Ernstige spraak- en schrijfstoornis, maar taalbegrip is relatief intact.
Signup and view all the flashcards
Temporale laesie
Temporale laesie
Zowel taalbegrip als spraak zijn gestoord, maar op verschillende manieren.
Signup and view all the flashcards
Apraxie
Apraxie
Een 'zuivere' handelingsstoornis waarbij het overzicht van samengestelde handelingen gestoord is.
Signup and view all the flashcards
Kenmerken van Apraxie
Kenmerken van Apraxie
Onvermogen om samengestelde handelingen uit te voeren, zoals koffiezetten, ondanks intacte motoriek.
Signup and view all the flashcards
Gestoord ruimtelijk inzicht
Gestoord ruimtelijk inzicht
Problemen met het vinden van de weg, zelfs in bekende omgevingen.
Signup and view all the flashcards
Uitleg van looproutes lukt niet
Uitleg van looproutes lukt niet
Onvermogen om de looproute van bijvoorbeeld slaapkamer naar toilet uit te leggen.
Signup and view all the flashcards
Problemen met klokkijken
Problemen met klokkijken
Moeite met het aflezen van de tijd van een analoge klok.
Signup and view all the flashcards
Stoornissen in waarnemen
Stoornissen in waarnemen
Stoornissen in zintuiglijke gewaarwordingen als gevolg van corticale laesies.
Signup and view all the flashcards
Hemianopsie
Hemianopsie
Het niet bewust zijn van een halfzijdige blindheid, waardoor men bijvoorbeeld tegen dingen aanloopt.
Signup and view all the flashcards
Syndroom van Anton
Syndroom van Anton
Zeldzaam fenomeen waarbij een patiënt met corticale blindheid ontkent blind te zijn.
Signup and view all the flashcards
Pseudohallucinaties
Pseudohallucinaties
Waarnemingen van dingen die er niet zijn in een blind gezichtsveld, vaak kleurpatronen of complexe scènes.
Signup and view all the flashcards
Visuele agnosie
Visuele agnosie
Het onvermogen om objecten te herkennen, ondanks dat ze wel gezien kunnen worden. Patiënten kunnen het object vaak wel tekenen.
Signup and view all the flashcards
Prosopagnosie
Prosopagnosie
Het onvermogen om bekende gezichten te herkennen, herkenning kan wel via stem of kleding.
Signup and view all the flashcards
Gestoord abstract denken
Gestoord abstract denken
Ontbreken van abstract denken, vooral bij globale cognitieve achteruitgang. Testbaar met spreekwoorden of overeenkomsten zoeken.
Signup and view all the flashcards
Emotionele labiliteit
Emotionele labiliteit
Snel in tranen zijn, een weinig specifiek verschijnsel bij zieke mensen.
Signup and view all the flashcards
Snel wisselende emoties
Snel wisselende emoties
Snelle wisseling van emoties, zoals huilen en lachen, vaak oppervlakkig.
Signup and view all the flashcards
Pseudobulbaire ontremming
Pseudobulbaire ontremming
Dwanghuilen en dwanglachen als gevolg van vasculaire dementie.
Signup and view all the flashcards
Ruimtelijk inzicht
Ruimtelijk inzicht
Het vermogen om de ruimtelijke relaties tussen objecten te begrijpen en te manipuleren.
Signup and view all the flashcards
Constructieve apraxie
Constructieve apraxie
Het onvermogen om een getekende figuur na te maken, duidt op problemen met ruimtelijk inzicht en planning.
Signup and view all the flashcards
Stereognosie
Stereognosie
Het herkennen van objecten door ze te betasten, zonder te kijken.
Signup and view all the flashcards
Abstract denken
Abstract denken
Het vermogen om algemene principes en ideeën te begrijpen.
Signup and view all the flashcards
Cognitieve screening
Cognitieve screening
Een korte test om een algemene indruk te krijgen van de cognitieve functies.
Signup and view all the flashcards
MMSE score
MMSE score
Een gestandaardiseerde beoordeling van verschillende cognitieve functies, uitgedrukt in een score.
Signup and view all the flashcards
Neuropsychologisch onderzoek
Neuropsychologisch onderzoek
Uitgebreid en systematisch onderzoek van cognitieve functies.
Signup and view all the flashcards
Neuropsychologische tests
Neuropsychologische tests
Tests en vragenlijsten met betrouwbaarheid en validiteit onderzocht.
Signup and view all the flashcards
Dominante hemisfeer
Dominante hemisfeer
De hemisfeer waar taal dominant is (meestal links).
Signup and view all the flashcardsStudy Notes
Aandacht, Concentratie en Oriëntatie Onderzoek
- Beoordeel de aandacht en concentratie door:
- Herhaaldelijk 7 aftrekken van 100, stop bij 65 of eerder als het niet lukt
- De dagen van de week in omgekeerde volgorde opzeggen vanaf maandag
- Test de oriëntatie in tijd, plaats en persoon door te vragen:
- Welke dag het is
- De datum van vandaag met het jaar
- De huidige locatie
- De identiteit van de onderzoeker
Taalproblemen
- Bij afasie zijn er ook stoornissen in het begrijpen van gesproken taal, lezen (alexie) en schrijven (agrafie).
- Mutisme, het zwijgen van een wakkere patiënt, berust op een stoornis in de initiatie van de spraakmotoriek.
- Beschadiging van de fasciculus arcuatus (de verbinding tussen Broca en Wernicke) kan taalproblemen veroorzaken.
Handelen initiatie regulatie
- Stoornissen in initiatie en regulatie van handelen komen voor bij frontale laesies.
- Dit kan zich uiten als apathie, initiatiefloosheid, seksuele ontremming, agressie en verminderde planning.
- Utilisatiegedrag is het automatisch uitvoeren van handelingen uitgelokt door de situatie
Ruimtelijk inzicht testen
- Test ruimtelijk inzicht door te vragen:
- Waar het raam, de deur is
- Hoe van de huidige locatie naar het toilet te lopen
- Een figuur na te tekenen (indien dit niet lukt, wordt dit constructieve apraxie genoemd.)
Waarnemen testen
- Onderzoek visuele waarneming door:
- Voorwerpen en kleuren te laten benoemen
- Complexe scènes te laten beschrijven
- Te vragen naar hallucinaties
- Controleer somatosensibele waarneming door kleine voorwerpen op de tast te laten herkennen.
Abstract denken testen
- Test abstract denken door:
- Spreekwoorden te laten verklaren
- Overeenkomsten en verschillen aan te laten geven (broek-jurk, standbeeld-gedicht)
MMSE Cognitieve Functies
- Met de Mini Mental State Examination (MMSE) kan in de spreekkamer een indruk van de cognitieve functies worden verkregen.
- De MMSE bevat items voor de testvragen.
- De score kan geïnterpreteerd worden.
Studying That Suits You
Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.