Aardrijkskunde Examen Hoofdstuk 1
18 Questions
3 Views

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to Lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Wat gebeurt er tijdens de lente-equinox?

  • De zon bereikt haar meest noordelijke positie.
  • De dag en nacht zijn ongeveer even lang. (correct)
  • De zon staat loodrecht boven de noordpool.
  • De maan is altijd zichtbaar tijdens de equinox.

Wat onderscheidt een zonnewende van een equinox?

  • Tijdens een zonnewende zijn de dagen langer dan de nachten. (correct)
  • Een zonnewende vindt plaats op 23 september.
  • Een equinox en zonnewende hebben dezelfde daglengte.
  • Tijdens een zonnewende is er een gelijke hoeveelheid dag en nacht.

Wanneer vindt een maaneclips plaats?

  • Bij een volle maan. (correct)
  • Tijdens een volle maan met een ondergang zon.
  • Tijdens een kwart maan.
  • Bij een nieuwe maan.

Wat is een gevolg van de aantrekkingskracht van de maan?

<p>Het ontstaan van eb en vloed. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is de definitie van springtij?

<p>Het moment met de grootste variatie tussen hoog- en laagwater. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat wordt bedoeld met de geologische tijdschaal?

<p>Een referentiekader dat begint bij het ontstaan van het zonnestelsel. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat zijn gidsfossielen?

<p>Fossielen die een groot verspreidingsgebied hebben en niet zeldzaam zijn. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is een anticline?

<p>De buik van een plooi die naar boven wijst. (B)</p> Signup and view all the answers

Waarom zijn boringen in ijskappen belangrijk voor wetenschappers?

<p>Ze geven inzicht in hoe het klimaat door de jaren heen is geëvolueerd. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is een van de belangrijkste oorzaken van massa-extinctie?

<p>Een plotselinge verandering in de atmosfeer. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is de betekenis van culminatiehoogte?

<p>De maximale zonnestand per dag. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is de Poolster?

<p>De ster die onbeweeglijk boven de noordpool staat. (A)</p> Signup and view all the answers

Waarom is de zonnetijd belangrijk?

<p>Het bepaalt de tijdzones wereldwijd. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat gebeurt er tijdens de pooldag?

<p>De zon blijft 24 uur boven de horizon. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is een equinox?

<p>Een moment waarop dag en nacht overal op aarde gelijk zijn. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is het verschil tussen aphelium en perihelium?

<p>Aphelium is het verst van de zon en perihelium is het dichtst bij de zon. (A)</p> Signup and view all the answers

Hoe lang duurt een zonnedag?

<p>23 uur en 56 minuten. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat kenmerkt de zomerzonnewende op het noordelijk halfrond?

<p>De zon staat het hoogste aan de hemel. (A)</p> Signup and view all the answers

Flashcards

Geologische Tijdschaal

Een referentiekader dat begint bij het ontstaan van het zonnestelsel en de aarde, en alle geologische perioden van oud naar jong in kaart brengt.

Relatieve Datering

Het bepalen van de ouderdom van gesteentelagen door hun positieve relatie tot elkaar. Jongere lagen liggen boven op oudere lagen.

Syncline

Een plooi in gesteente dat naar beneden buigt, met de vorm van een U.

Gidsfossielen

Fossielen van planten en dieren met een breed verspreidingsgebied en een korte levensduur, die gebruikt worden voor het dateren van gesteentelagen.

Signup and view all the flashcards

Massa-Extinctie

Het uitsterven van een groot aantal soorten planten en dieren in een korte periode.

Signup and view all the flashcards

Zonnewende

Het moment waarop de zon haar meest noordelijke of zuidelijke positie bereikt ten opzichte van de evenaar. Dit resulteert in het langste of kortste daglicht van het jaar.

Signup and view all the flashcards

Equinox

Het moment waarop de zon loodrecht boven de evenaar staat. Dag en nacht zijn dan ongeveer even lang.

Signup and view all the flashcards

Maanfasen

De verschillende vormen die we van de maan zien, veroorzaakt door de manier waarop de zon het oppervlak van de maan bescheint.

Signup and view all the flashcards

Zoneclips

Wanneer de schaduw van de maan de aarde raakt, waardoor de zon tijdelijk bedekt wordt. Dit kan enkel bij een nieuwe maan.

Signup and view all the flashcards

Maaneclips

Wanneer de schaduw van de aarde de maan tijdelijk bedekt, waardoor de maan donker wordt. Dit kan enkel bij een volle maan.

Signup and view all the flashcards

Dagboog

De dagelijkse schijnbare weg die de zon aan de hemel beschrijft van oost naar west.

Signup and view all the flashcards

Zenit

Het punt op de hemelkoepel dat zich loodrecht boven de waarnemer bevindt.

Signup and view all the flashcards

Culminatiehoogte

De maximale hoogte die de zon bereikt aan de hemelkoepel tijdens de dag.

Signup and view all the flashcards

Poolster (Polaris)

De enige ster die onbeweegelijk boven de noordpool staat, loodrecht op de zenit.

Signup and view all the flashcards

Aardrotatie

De draaiing van de aarde om haar as van west naar oost. Dit veroorzaakt de schijnbare beweging van de zon en andere hemellichamen.

Signup and view all the flashcards

Aardrevolutie

De beweging van de aarde rond de zon.

Signup and view all the flashcards

Zonnedag

De tijd die de aarde nodig heeft om één keer rond haar as te draaien (24 uur).

Signup and view all the flashcards

Tijdzones

De aarde is verdeeld in 24 tijdzones, die elk 15 graden van elkaar liggen.

Signup and view all the flashcards

Study Notes

Aardrijkskunde Examen Hoofdstuk 1

  • Dagboog: De weg van de zon aan de hemelkoepel, van oost naar west.
  • Hemelkoepel: De hemel boven de horizon, als een halve bol.
  • Zenit: Het punt op de hemelkoepel loodrecht boven de waarnemer.
  • Culminatiehoogte: De hoogste positie van de zon op een bepaalde dag.
  • Poolster (Polaris): De enige ster die onbeweegelijk boven de noordpool staat.
  • Aardrotatie: De beweging van de aarde rond haar eigen as, dit veroorzaakt de schijnbare beweging van de zon aan de hemelkoepel.
  • Aardrevolutie: De beweging van de aarde rond de zon.
  • Zonnedag: Duurt 24 uur, de tijd die de aarde nodig heeft om een volledige rotatie te maken in vergelijking met de zon.
  • Sterrendag: Duurt 23 uur en 56 minuten, de tijd die de aarde nodig heeft om een volledige rotatie te maken in vergelijking met de sterren.
  • Zonnetijd: De tijd gebaseerd op de positie van de zon aan de hemelkoepel.
  • Lokale tijd: De tijd verbonden aan een bepaalde plaats op aarde.
  • Tijdzones: Gebieden op aarde die dezelfde tijd gebruiken.
  • UTC (Coordinated Universal Time): De standaardtijd die wereldwijd wordt gebruikt.
  • Tijdverschil Berekenen: UTC vertrekpunt - UTC aankompunt= uurverschil; Vertrek tijd – uurverschil = tijd; Tijd + vluchtduur = uur v/d aankomst.
  • Zomertijd/Wintertijd: Tijdcorrecties door de overheid, om de uren licht beter te gebruiken.

Aardrijkskunde Examen Hoofdstuk 2

  • Datum veranderen: Belangrijk om rekening mee te houden als je reist naar verschillende tijdzones.
  • Tijd in New York: Bereken de lokale tijd in New York, door rekening te houden met het tijdverschil ten opzichte van uw eigen tijdzone.
  • Vluchtduur: Bereken de eindtijd en datum van de vlucht.
  • Tijdzones: Aantal zones, elk zone 24 uur.
  • Theoretische uurgordel: Standaard tijd.
  • Lengte van een jaar: Het duurt 365 dagen, 5 uur, 48 minuten en 46 seconden voor de aarde om één enkele omwenteling om de zon af te leggen.
  • Pooldag/Poolnacht: De tijd dat de zon continu boven of onder de horizon is.
  • Zomerzonnewende (21 juni): De zon staat loodrecht boven de Kreeftskeerkring. Tijd zone berekening
  • Winterzonnewende (21 december): De zon staat loodrecht boven de Steenbokskeerkring.
  • Equinoxen: De momenten van het jaar wanneer dag en nacht ongeveer even lang zijn.
    • Lente-equinox: Rond 21 maart.
    • Herfst-equinox: Rond 23 september.

Aardrijkskunde Examen Hoofdstuk 3

  • Eclipticavlak: Het vlak waarlangs de aarde rond de zon beweegt.
  • Aphelium: Punt in de baan van de aarde waar deze het verst van de zon staat.
  • Perihelium: Punt in de baan van de aarde waar deze het dichtst bij de zon staat.
  • Winterzonnewende: De zon staat loodrecht boven de Steenbokskeerkring (23,5° Z); Het kortste dag op het Noordelijk halfrond.
  • Zomerzonnewende: De zon staat loodrecht boven de Kreeftskeerkring (23,5° N); De langste dag op het Noordelijk halfrond.

Aardrijkskunde Examen Hoofdstuk 4

  • Equinox: Dag en nacht ongeveer even lang, loodrecht boven de evenaar.
  • Zonnewende: Maximaal noordelijke of zuidelijke positie van de zon ten opzichte van de evenaar.

Aardrijkskunde Examen Hoofdstuk 5

  • Maanfasen: Nieuwe maan, volle maan, eerste kwartier, laatste kwartier.
  • Zoneclips: De maan is tussen de aarde en de zon.
  • Maaneclips: De aarde is tussen de zon en de maan.
  • Omlooptijd van de maan: Siderische omlooptijd (27,3 dagen), Synodische omlooptijd (29,5 dagen).

Aardrijkskunde Examen Hoofdstuk 6

  • Getijden: De stijging en daling van het zeeniveau, veroorzaakt door de aantrekkingskracht van de maan en zon.
  • Springtij: Maximaal verschil tussen hoog- en laagwater.
  • Doodtij: Minimaal verschil tussen hoog- en laagwater.

Aardrijkskunde Examen Hoofdstuk 7

  • Geologische structuren: Structuren in de aarde die zijn ontstaan door tektonische processen.
  • Geologische tijdschaal: Chronologische weergave van de aardgeschiedenis.
  • Massa-extinctie: Periode waarin een groot aantal soorten uitsterven.
  • Boringen in ijskappen: Gegevens over het klimaat in de verleden
  • Oorzaken van klimaatveranderingen: Vulkanische activiteit, gebergtevorming, verandering oceaanstromingen.
  • Geologische Tijd Zones: Geologische tijdperken dat vanaf de oudste tijden worden weergegeven, tot de nieuwste periodes van de aarde.

Studying That Suits You

Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

Quiz Team

Related Documents

Aardrijkskunde Examen 1 PDF

Description

Test je kennis over de basisconcepten van aardrijkskunde in hoofdstuk 1. Dit hoofdstuk behandelt belangrijke termen zoals dagboog, hemelkoepel en de bewegingen van de aarde. Beantwoord vragen over de positie van de zon en tijdselementen gerelateerd aan de aarde en sterren.

More Like This

Movements of the Earth Quiz
20 questions
Patterns in the Sky and Daylight Hours
45 questions
Use Quizgecko on...
Browser
Browser