Transcript Les 01 (PDF)
Document Details
Uploaded by Deleted User
Tags
Summary
This document is a lecture transcript on design methodology, focusing on the principles of product development. The lecturer discusses different methodologies, their application in business, and the importance of understanding underlying reasons behind them. The transcript also includes examples of product design and innovation.
Full Transcript
We hebben elkaar nog niet echt ontmoet. Misschien al wel ontmoet ontmoet, maar nog nooit tijdens de les. Dus ik ben hier om jullie het vak ontwerpmethologie, het methodologie van het ontwerpen, te onderwijzen. Ik geef wellicht iets van een tien elf hoorcolleges de komende weken op vrijdagochtend. Ju...
We hebben elkaar nog niet echt ontmoet. Misschien al wel ontmoet ontmoet, maar nog nooit tijdens de les. Dus ik ben hier om jullie het vak ontwerpmethologie, het methodologie van het ontwerpen, te onderwijzen. Ik geef wellicht iets van een tien elf hoorcolleges de komende weken op vrijdagochtend. Jullie favoriete moment van de week neem ik aan van half negen tot half elf. Er zal één les zijn waar ik zelf niet aanwezig ben, eind oktober, omdat ik op conferentie ben, maar dan zal ik een opname ter beschikking stellen. Praktisch gezien. Ga ik lesopnames maken van dit vak, zoals wij allemaal doen, maar ik stel die pas ter beschikking op het einde van de lessenreeks, in de loop van december. Mocht je om meer of andere redenen niet aanwezig kunnen zijn, dan mag je mij wel een mailtje sturen. Dan kan ik jou voor die specifieke les wel die opname doorsturen. Maar uiteraard is dat niet de bedoeling. Niet de bedoeling voor iedereen. De lessen zijn op basis van powerpoint slides. Die vind je telkens terug op het studentenportaal. De les van vandaag staat er momenteel al op en elke keer op voorhand zal die les daar bijstaan. Op het einde van de rit heb je al die lessen bij je in. Het lesmateriaal voor dit vak zijn al die slides en daarbij zijn een aantal readers per hoofdstuk. Zal je nog een aantal teksten vinden die eigenlijk als je die samen neemt ook wel een cursus zijn. Er is ook nog een document dat ter beschikking zal gesteld worden en dat geeft helemaal de structuur van de cursus weer. Omdat soms niet makkelijk is het overzicht te bewaren, geeft goed weer les per les. Wat dat wat er gezegd is waarover het ging, wat de essentiële elementen zijn, wat je zeker moet kennen. En dat document, dat vind je ook terug straks, straks en dan bedoel ik op het einde van de lessenreeks Op het portaal. Neemt niet weg dat het wel belangrijk is denk ik om hier toch ook een beetje te noteren bij de lessen. Wat ik vertel is belangrijk. Ik vind het belangrijk dat je kan ik vind belangrijk dat je begrijpt waarover dit gaat. Niet per se dat je kan reproduceren wat er op die slide staat. Daar ben ik niet zo, daar zit ik niet echt op te wachten. Maar vooral dat je begrijpt wat die methodologie is, waarom dat we dat doen, hoe je het moet aanpakken, enzovoort. Als je te laat bent, dan is misschien wel een wijze truc om langs achter te komen. Goede type. En dan ben ik altijd mijn draad kwijt als ik het zeg. Die lessen, ik denk dat het belangrijk is om daar bijkomende notities bij te nemen om goed te begrijpen waarover het gaat. Want dat is als ik straks op het einde van de rit een examen doe, dan is het voor mij belangrijk om dat te kunnen zien in jullie examens. Ik wil vooral kunnen zien dat jullie begrijpen waarover dit gaat, dat jullie dat tot zich hebben genomen en dat jullie een stap verder zijn in het nadenken over methodologie. Waarover gaat dat vak methodologie? In essentie gaat dat over een methodiek voor productontwikkeling, de methodiek die wij hier hanteren binnen het binnen het appartement, Maar uiteraard is die methodiek generieker, is die breder inzetbaar. Maar we gaan nu niet per se alle methodieken ter wereld behandelen, maar het is wel belangrijk om te weten dat er niet maar één methodiek bestaat. Er bestaan wel meerdere methodieken. Als je ze naast elkaar zou leggen, dan zal je zien dat er heel veel parallellen zijn, heel veel overlap, heel veel overeenkomsten. Ik denk dat het heel belangrijk is, en daarom leg ik zo de nadruk op dat begrijpen, dat als je in je verdere loopbaan als ontwerper ergens een aanpak tegenkomt, een methodiek, dat je in staat bent om te begrijpen hoe dat die zich verhoudt 10 opzichte van wat wij hier doen en wat wij hier gezien hebben. Dat je in staat bent om de overeenkomsten te zien, de verschillen te zien. En daarom moet je natuurlijk die onderliggende rationele van zo'n methodiek proberen goed te begrijpen. En dat is het een beetje mijn doel binnen deze lessenreeks om daar dieper op in te gaan. Maar ik ga ook nog proberen dieper in te gaan op de context van product ontwikkelen. Ik wil dieper ingaan op argumentatie. Waarom dat we dat in principe doen. En daar zal ik vandaag ook mee beginnen proberen die context wat beter te schetsen. Vooral omdat jullie zitten hier als student, jullie doen opdrachten ontwerpoefeningen en deze methodieken zijn heel bruikbaar binnen die ontwerpoefeningen, omdat die daar min of meer allemaal op afgestemd zijn. Maar tegelijkertijd, en wat wou ik nu zeggen, ga die methodieken zich vooral afspelen binnen de context van bedrijfsorganisatie. Jullie zijn als student werken jullie alleen, jullie eigen context eventueel is in groepswerk. Maar waar dit over gaat natuurlijk, productontwikkeling is een bedrijfsactiviteit, speelt zich af in de in grote of kleine ondernemingen en als je daar een aanpak wil definiëren, ja, dan heb je wel iets nodig, dan heb je wel structuur nodig. Dan kan je niet zomaar allemaal samen rond tafel zitten en zeggen, oké, hier gaan we dan voor een project van twee jaar en we zien wel waar we uitkomen. Dat is net waarom dat die methodiek zo belangrijk is en dat is die context van het bedrijf. Daar kom ik je zo dadelijk nog op terug. Een andere interessant vanuit mijn perspectief, ik laat het aan jullie over om daar zelf over te oordelen, is de terminologie die gebruikt wordt binnen ontwerpmethologie. En dan zal je zien, ik geef deze lessen uiteraard in het Nederlands, maar dan zal je zien dat in de wereld van design en productontwikkeling en innovatie heel veel termen gebruikt worden, maar termen vaak op verschillende manieren gebruikt worden, anders geïnterpreteerd worden enzovoort. Het is verwarrend. Soms vind ik het zelf verwarrend. Hoe dat mensen bepaalde termen interpreteren. Ik hoop dat wij als docenten binnen dit departement ongeveer een identiek begrip hebben van die terminologie. Maar dat zal je ook wel merken door in de opleiding dat daar toch nog wel nuance verschil in zitten. Ook hier is het dan belangrijk om goed te begrijpen waarover we spreken, om je niet te laten vangen door iemand die een andere term gebruikt, iemand die over ideeën of concepten op een bepaalde manier praat en je hebt daar een heel rigide idee over wat dat voor jou is, ja, dan geraak je niet heel ver. Je moet dat goed kunnen kaderen, je moet goed begrijpen wat bedoelt die precies met een idee of een concept? Zijn we begrijpen dat op dezelfde manier. Het is maar dan dat je in staat bent om beter na te denken over hoe dat productontwikkeling zou kunnen en moeten gebeuren. Tegelijkertijd hoop ik dat deze deze lessenreeks methodologie ook een beetje een breder kader schetst over ons vakgebied. Jullie hebben nu, als het goed is, een jaarervaring binnen de wereld van productontwikkeling. Jullie hebben de eerste opdrachten gedaan, jullie hebben een eerste begrip gekregen van wat ontwerpen inhoudt. Wel, ik hoop dat ik dat begrip een beetje kan uitbreiden. Ik ga veel voorbeelden geven. Ik ga proberen in te spelen op verschillende manieren om aan productontwikkeling te doen. Uiteraard is dit beperkt. We hebben tien, elf flessen voor ons waar we dat gaan proberen te kaderen. Maar dat zal je dan wel zien. Ik ga heel bewust een deel van de methodiek nog niet behandelen. Dat is alle front-end innovaties en die methodieken, die behandel ik pas in de eerste Master binnen de Strategic Design Fundament als een vak in de eerste Master. Dus eigenlijk een belangrijk deel van de methodiek sla ik eventjes over en ik richt mij op de strikte ontwikkeling, maar dat zullen jullie wel merken als het zover is. Moest ik nog iets zeggen over praktische afspraken? Wel, ik, ik, ik heb de reputatie dat ik studenten af en toe wat stress bezorg en ik vind dat vervelend. Het is niet mijn intentie om jullie stress te bezorgen, maar ik wil graag soms wel interactie in de lessen en dan heb ik de neiging om vragen te stellen. Open vragen en dan hoop ik dat er iemand antwoordt. En als er niemand antwoordt, dan heb ik wel eens de neiging om iemand aan te duiden om te zeggen: wat denk jij ervan? Laat dit alsjeblieft geen bron van stress zijn. Een vraag niet kunnen beantwoorden is geen probleem, maar een pogingdoel is wel fijn dat je af en toe probeert daarop te antwoorden. Voor alle duidelijkheid, ik ben heel slecht in gezichten herkennen, gezichten onthouden. Dus mocht je dat op een of andere manier denken dat gaat mijn reputatie hier schaden. No problem, ik zal het binnen de week vergeten zijn wie welk antwoord gegeven is. Maar dus ja, een klein beetje interactie. Niet se onder deze vorm, maar onder andere vormen is wel heel fijn om te kunnen hebben met jullie. Dus de laatste les die ik geef in december zal ik ook dieper ingaan op het examen dat ik geef, zal ik voorbeelden geven aan de manier waarop ik examinatoreert, een schriftelijk examen in januari. En ik wil dat wel echt met jullie doorgaan, omdat ik toch wel merk dat dat soms, omdat dat soms toch wel uitdagend is. Het is een schriftelijke examen voor een deel open vragen en een deel multiple choice vragen. En ja, daar moet je goed op voorbereid zijn en ik zal jullie hopelijk goed voorzien om dat voor te bereiden. Maar daar komen we later op terug. Terug. Dus zoals ik al zei, de cursus zijn de slides, die staan op Blackboard en die documenten zullen daar later ook op te vinden zijn. Dus nog een tip voor de laatkomers. Als je te laat komt. Ik vind het sowieso fijn dat je op tijd komt. Maar als je te laat komt, probeer dan een ingang te nemen die misschien minder opvallend is. Er zijn ingangen van achter die ook mogelijk zijn. Maar probeer op tijd te komen. Ik ben altijd een beetje in de war als er allerlei volken blijven binnenkomen. Goed, dit gezegd zijnde. Vragen? Goed, ik probeer jullie inzicht te doen krijgen in het bredere geheel van productontwikkeling en dan specifiek rond die methodieken. Ik probeer ook te duiden waarom dat die methodieken belangrijk zijn en vooral waarom dat belangrijk is binnen een bedrijfscontext. En ik ga jullie introduceren in het stappenplan dat we binnen productontwikkeling hanteren en dat je tot in de masterclass bruikbaar zal zijn als je het hebt over je masterclass en hoe je daarmee aan het werk gaat. Goed, vandaag permiteer ik mij om een algemene inleiding te geven. Ik ga een paar dingen herhalen die jullie misschien al gezien hebben. En ik permiteer mij ook vandaag om een beetje van de hak op de tak te springen, om een beetje vanuit allerlei verschillende hoeken over productontwikkeling te praten. Maar vandaag kan dat denk ik. Om dan zo maar ineens eens een vraag in de groep te groeien, te gooien, is productontwikkeling toepasbaar op elk product? En ik heb hier een voorbeeld gegeven aan de Keukenrol. De Keukenrol is een zeer benauwd product. En daar gaan we weer. De Keukenrol is een banaal product, maar wat ik zo interessant vind aan de Keukenrol is dat die eigenlijk een aantal jaar geleden een redelijk, wat mij betreft, belangrijke innovatie heeft doorgemaakt. Ik heb deze week, ik gebruik dat voorbeeld nu al een aantal jaren, ik heb deze week op zoek gegaan naar een ander voorbeeld en toch eventjes blijven hangen bij die keukenrol, omdat ik dat heel fascinerend vind hoe dat die keukenrol op heel eenvoudige wijze toch heel innovatief wordt. Heeft iemand enig idee waarover ik het heb? Het is vroeg De scheurrand bedoel je. En wat is er van die scheurrand? Dat die wat? Die is er volgens mij altijd geweest, maar ik kan fout zijn, maar spreken we over Maar goed geprobeerd denk ik wel? Kijk, dat bedoel ik nu niet. Vroeger waren die vellen zo groot en nu zijn de afgelopen jaren verkleind tot de helft zo groot. Dat klinkt heel banaal, dat is het ook, maar tegelijkertijd is dat wel geniaal. Want we zitten allemaal in een context waar we niet te veel papier willen verspillen, de middelen schaars zijn. Er is uiteraard een beweging om zo weinig mogelijk verspilling te hebben. En wat blijkt? Dat als je gewoon een beetje beter nadenkt over de afmetingen van een product, dat je misschien wel de functionaliteiten amper verandert. En als je twee nodig hebt, kan je nog altijd twee jaar scheuren. Maar dat in veel gevallen ga je veel minder papier gebruiken dan je in eerste instantie voor ogen hebt. Hoe geniaal is dat? Waarmee ik maar wil zeggen, innovatie of design heeft een breed perspectief en het gaat over meerwaarde creëren op verschillende vlakken. We weten allemaal hoe belangrijk dat duurzaamheid is en dat vind ik er een heel mooi voorbeeld van. Is productontwikkeling dan toepasbaar op elk product? Wel, niet op elk product, maar toch op veel producten. En als je nadenkt over niet per se, ja, het gaat hier over vormgeving of wat dan ook, maar het gaat ook over beslissingen nemen over producten. Het gaat over bepaalde meerwaarde die zich in producten bevinden, dan is dit daar wel een heel mooi voorbeeld van. Een ander voorbeeld, IKEA. Er wordt binnen de ontwerpwereld wel eens, zal ik het zeggen, laagdunkend gedaan over IKEA, maar ik ben een fan van IKEA. Iedereen is een fan van IKEA, want IKEA heeft design op een bepaalde manier bij de mensen gebracht, die toegankelijk is, die toch een zekere kwaliteit heeft. Oké, het is niet altijd gemakkelijk om die producten terug in elkaar te zetten, maar het heeft toch wel iets teweeggebracht in de manier waarop we in ons interieur producten vinden met een bepaalde meerwaarde. Tegelijkertijd, als je dit product bekijkt, de Barendoiletpapierhouder elf komma negen negen euro bij IKEA. We gebruiken allemaal op een of andere manier dit soort product, ja. Zijn er mensen die het product niet gebruiken? Mogen handen opsteken. Toch is er iemand die een gewoonte rolletjetje op de vloer heeft staan. Oké, fairinoff. Maar op een of andere manier hebben we allemaal soortgelijke producten. Nu, ik ben er zeker van dat ieder van jullie zich al wel eens geërgerd heeft aan dat product. Voorbeelden? Ja, dan lukt het niet om af te scheuren. Dus die spanning is super belangrijk, anders kun je dat papiertje niet de goede scheuren. En je wilt meestal maar één hand gebruiken. Andere irritaties? Waarschijnlijk, en het is ook nog niet al te duidelijk als je dan ergens anders bent hoe dat het moet of hoe je het moet veranderen. Nog problemen? Ja, je trekt aan het papier en een heel trolletje komt mee. Ook allemaal meegemaakt. Nog? Ja, en dan moet je dat klepje open doen, want de vertrouwens zitten de vingers ertussen. Goed, dus een heel banaal product. Er bestaan duizenden uitvoeringen van dat product en toch komen we allemaal nog versies tegen waarvan we denken wat is hier gebeurd, hoe is dat ontworpen? Dat is hoopvol en hoopvol in de zin van uit de ontwerpuitdagingen blijven er blijkbaar altijd bestaan. Dus jobzekerheid is op een of andere manier gegarandeerd. Anderzijds denk je toch wel eens van moeten we er nu niet een beetje dieper over nadenken of waarom is dat dat die producten toch niet allemaal perfect zijn? En dat zal uiteraard blijken doorheen jullie verdere loopbaan. Dat je soms compromissen moet sluiten in het ontwikkelen van producten. Dat je het perfecte toiletrolhoudertje is wellicht gemakkelijk te ontwerpen. Maar de vraag is dan, is het nog betaalbaar voor de mensen die daar geld aan willen geven? Willen we straks tweehonderd euro geven voor het perfecte toiletrolhoudertje? Dat is maar de vraag die zich altijd stelt. Nog voorbeelden oversteken in Antwerpen, in het verkeer. Je ziet hier twee systemen, dit systeem en dit systeem. Ik zie heel vaak mensen die aan zo'n paal aankomen en die dan op die twee systemen beginnen te tappen en te kloppen. Ik neem aan, maar ik zou het graag verduidelijk zien dat jullie weten wat het verschil is tussen beide systemen. Iemand? Voor standaard niet blinde mensen. Dus blinde mensen, niet blinde mensen. En toch ben ik ervan overtuigd dat ook jullie Wie wist het niet dat het iets voor blinden was? Alright. Dus ja, blijkt maar dat het effectief voor verwarring zorgt. Dus het is wel degelijk voor blinden. Je hoeft als gewone gebruiker dit nooit aan te duwen. 10 eerste is het al niet erg duidelijk waar het knopje zich bevindt. 10 tweede, als je erop drukt en het licht springt op groen, gaat er een irritant geluid aan, wat voor blinden uiteraard zeer bruikbaar is, maar voor ons en voor mezelf die gehoorapparaten draagt afschuwelijk irritant is En dat moet je dus eigenlijk niet doen. Maar ik begrijp dat de helft van jullie dat dus af en toe wel doet. Er zit iets geniaal aan dat klein product. Bijvoorbeeld, er zit een reliëf op die aangeeft verblinden hoe dat die situatie daar specifiek is. Je kan voelen hoe dat de oversteekplaats georganiseerd is, hoeveel rijstroken er zijn, welke richting dat je moet uitgaan. Dat is slim, maar dat is alleen maar slim als je weet hoe je het moet gebruiken. Veel mensen weten dus wel degelijk niet hoe je het moet gebruiken. En dan hebben we dat andere knopje. Er is al verwarring over deze producten en eigenlijk vanuit ons perspectief denken we als ontwerpers, maar ik ga nooit de eerste steen werpen. Maar als ontwerpers denken ja, zo'n product moet zichzelf toch uitwijzen. Een product moet zelfverklaardd zijn. Dat is een van onze mantra's. Als je een product ziet, dan moet je weten waarvoor het dient, hoe je het moet gebruiken enzovoort. Dat is wat wij willen bereiken als ontwerpers. En je ziet dat we hier wel degelijk in de fout gaan. Er kunnen allerlei redenen zijn waarom dat vandaag niet helemaal werkt. Toch vind ik dit heel merkwaardig dat heel veel mensen niet doorhebben dat dit voor blinden gaat. Maar ons ander product, ook daar zitten toch wel een paar issues aan. In de eerste versie lagen die knopjes heel diep en jullie weten misschien allemaal nog dat tijdens de corona-epidemie dat we niet mochten met onze vingers daar aankomen en dat we het met onze elleboog moesten doen en dan werden daar heel leuke drukknopjes opgezet die je mee je elleboog kan aanduwen. Maar tegelijkertijd, de streep van het fiets staat hier en de knop staat twee meter verder. Ook dat zijn situaties die we vandaag soms nog tegenkomen. Dus je ziet ook hier een interessant product, belangrijk dat het er is, maar we kunnen niet zeggen dat dit al het perfecte ontwerp is. En nogmaals, ik wil geen steen werpen, want er zijn allerlei redenen wellicht die verklaren waarom dat dat is wat het is. Wel een belangrijke reflex vind ik, zal ik het later ook nog eens over hebben, terugkijken op een product, waarom dat een product is zoals het is. Dat is een reflex die jullie allemaal zouden moeten hebben. Elke keer als je een product ziet, moet jij vragen waarom is dat zo antwoord? Ja, komen later antwoord. Ja, IKEA, ik blijf bij IKEA, maar wat ik hier gewoon wilde meegeven is dat op een bepaald moment, in tweeduizend zeventien, heeft IKEA ook een een soort klusjesdienst overgenomen die ervoor zorgde dat mensen konden hun IKEA kast kopen en ook de dienst inschakelen die die kast in elkaar zou zetten. En jullie weten allemaal hoe belangrijk dat dat is om, nee, jullie weten dat misschien nog niet, maar daar wil ik eigenlijk gewoon mee aangeven dat producten en diensten zit natuurlijk een heel grote verwevenheid. Vandaag spreken we niet altijd niet meer over productontwikkeling als dusdanig, maar proberen we ook te kijken naar die dienstverlening die er rond zit. En dat heeft Ikea ook begrepen en vele anderen samen met Ikea, zoals we zo dadelijk nog zullen zien. Dus design evolueert en ik gebruik design als synoniem voor productontwikkeling. En dat is misschien niet helemaal correct, maar daar kunnen we een hele boom over opzetten en dat ben ik vandaag niet van plan. Maar als we zo staan op café zitten, wil ik dat met plezier doen. Waarom dat deze opleiding productontwikkeling noemt en niet productdesign bijvoorbeeld, Daar zal ik straks toch misschien al een beetje deel van de argumentatie vergeven. Wat elektriciteit is in de internationale werkveld, in de internationale wereld, is design meer geaccepteerd als woord en heeft design een meer een generieke verklaring dan dat we eigenlijk vandaag weten. Maar design evolueert en we zien de afgelopen decennia grote veranderingen in productontwikkeling en design. Er zijn nog altijd, en ik neem aan dat hij zowel in jullie als in mijn familie zich nog altijd voordoen, als we spreken over een design object, dan spreken we over een bepaald object met een bepaalde dat die bepaalde winkels verkocht wordt met een bepaalde uitstraling. Ik heb het altijd moeilijk om dat goed te definiëren, maar je hebt blijkbaar meubels en je hebt design meubels. En vanuit mijn perspectief denk ik, ze zijn allemaal gedesigned. Sommige slecht, sommige goed. Maar ieder iemand heeft de moeite genomen om die meubels te designen. Waarom spreken we dan in ieder geval van een design meubel en in het andere geval niet? Dat is een belangrijke vraag om over na te denken. Gaan we nu nog niet verder op in. Later wellicht wel. Maar goed, design is niet alleen een object, maar is ook een proces, is ook iets dat een bepaald effect heeft. Denk aan de manier waarop blinden de straat gaan oversteken. Dus het is meer dan wat design is. Dus wat ik net al zei, het gaat niet alleen over dat artefacten object, maar het gaat veel meer over de manier om ergens te geraken, als wel de mindset die erbij hoort om dat op een goede manier te doen. En er zijn ook evoluties in de zin van ja, sommige problemen zijn heel eenduidig, hereenvoudig. Een een blik opentrekken is een heel eenvoudig probleem, wat we een simpel probleem noemen. Er bestaan ook gecompliceerde problemen, er bestaan ook complexe problemen zoals we later zullen zien. En de methodieken om dat soort problemen aan te pakken, die gaan we ook in de hogere jaren aan bod laten komen. Wat ook nog belangrijk is, is dat vroeger, en nu ga ik helemaal op mijn paard, vroeger werden designers wel eens de naam van de designer belangrijk. Toen ik begon te studeren was Philips Starck een grote naam in de ontwerper, nog altijd trouwens. De ontwerper was een soort star, een soort celebrity die kon beslissen hoe dat de wereld in elkaar zat en hoe dat die moest ontworpen Wel, vandaag doen we daar niet meer aan mee. Integendeel, design of productontwikkeling in het algemeen is een collectief gebeuren. Veel mensen moeten samenwerken om iets innovatief op de markt te zetten. Dat wordt nooit gedreven vanuit één persoon. De visie van individuen kan daarin belangrijk zijn en ik ga niet ontkennen dat er zeker nog situaties zijn waar een persoon een belangrijke rol kan spelen in zo'n proces. Maar laat ons eerlijk zijn, in tachtig negentig procent van de productontwikkeling spreken we over teams die samenwerken om het beste van zichzelf te geven in functie van toekomstige gebruikers of mensen in het algemeen. Uiteraard de drie P's zijn maar één manier om te spreken over duurzaamheid. Doorheen jullie opleiding zullen jullie op verschillende manieren daarmee geconfronteerd worden. Jullie zijn net gestart met het vak duurzaam ontwerpen, waar jullie nadenken over CO2-reductie. Maar dat gaat verder dan de people plan profit. Ja, als we het dan over design hebben, ook in de Ang-Saksische wereld worden er verschillende manieren over design gepraat en wordt het ook op verschillende manieren opgedeeld. En daar wil ik ook wel eventjes met jullie doen. In deze afdeling spreken we over vier verschillende vormen van design. Visuele communicatie, dat is alles wat 2D is. Alles wat je op een blad papier kan hebben, alle graphics, maar ook denk ik ondertussen digitale communicatie valt daar op één of andere manier onder. Dan heb je Artivactor en materieel objecten, dat is wat wij de productontwikkeling noemen. Het ontwikkelen van fysieke output. Dan het ontwikkelen van activiteiten en diensten, beter bekend dan de naam van service design. En ook dat zal hiermee geconfronteerd worden binnen deze opleiding. Waar deze opleiding dertig jaar geleden alleen maar draaide rond het ontwikkelen van artefacten, fysieke objecten, is dat sinds vijftien jaar absoluut niet meer zo. Als je een innovatie vraagstuk of een ontwerpprobleem wil aanpakken, is er heel weinig kans dat je met het een of het ander uitkomt. Er is heel veel kans dat je met het een en het ander uitkomt. De vraag is altijd: wat heb je nodig om een bepaald uitdaging op te lossen of aan te gaan? En dan moet je de best mogelijke optie daarnaast kunnen zetten. En vaak is dat zowel visuele communicatie als architecten, materiële, als diensten. En dan de vierde vorm van design heeft te maken met complexe problemen en complexe systemen. Dan gaat het niet meer over het ontwerpen van de producten, gaat niet meer over het ontwerpen van de diensten, maar wel om de volledige systemen die de dingen in gang houden. Ik ga daar binnen een paar lessen nog eventjes introductie over geven over systemen, want dat is nogal specifiek. De methodiek om complexe systemen aan het pakken is heel specifiek, is heel atypisch en die wordt als jullie binnen twee jaar in de eerste Master zitten en toevallig voor de cluster Strategisch Design zouden kiezen, dan komen jullie in oefeningen terecht waar we dat soort methodiek gaan toepassen. Dit is één manier om de opdeling te maken. Er zijn andere manieren maar die op één of andere, die wel een grote overlap vertonen. Als jullie twee jaar geleden een infosessie gevolgd hebben, dan hebben jullie dit ook van mij te zien gekregen. Design tien tot veertig is vandaag een beetje de manier waarop dat er naar design gekeken wordt. Een naar vier stijgt in complexiteit, in moeilijkheidsgraad. Design dertien design artefacten is nog altijd super belangrijk. Ik denk dat een groot deel van onze opleiding is daar nog altijd op gebouwd en terecht, want dat komt vanuit engineering design, dat komt vanuit het Bouwhuis. Dat is een manier om objecten te benaderen en heel veel van de methodiek die wij vandaag hanteren is daar echt op gebaseerd. We hebben dan gezien hoe we die methodiek kunnen uitbreiden naar andere manieren, naar andere toepassingen. Design twintig, dat is product service design. Dat zien we ook terugkomen vooral in de eerste Master productontwikkeling. De eerste oefening, de eerste Master, de P6 design oefening, gaat echt over product service systems waar je die dingen probeert geïntegreerd aan te pakken. En je zal zien, er zitten heel specifieke tools en technieken in, maar in grote lijnen blijft uiteraard de methodiek een beetje gelijkaardig. Design dertig en veertig, enerzijds gaat dat over hoe dat je design en innovatie kan inzetten om organisaties te veranderen. Het gaat ook over innovatie binnen de bedrijfs contexten en design veertig gaat over sociale transformatie, sociale innovatie. Dat moet eigenlijk zeggen hoe kunnen we de skillset en de methodiek van design inzetten om complexere, socialere of bijvoorbeeld duurzaamheidsvraagstukken aan te pakken? En dat is een topic dat nogal hot is in de wereld van design. Maar eerlijk gezegd nog maar tien jaar of zo dat we dat we dit soort activiteiten doen. Onze opleiding, voor alle duidelijkheid, geeft nog altijd een focus op tien, twintig. In de Electric Course, de keuzevakken, dus in de master, heb je de mogelijkheid en de kans om te evolueren als je dat wilt, als je dat ziet zitten, als dat bij jou past naar dertig en vier punt nul. We weten uit ervaring dat dat niet voor iedereen even interessant is, maar het is geen waardeoordeel over wat dat belangrijker is of niet of hoe dat design moet evolueren. Het is vooral om aan te geven het zijn verschillende manieren om naar design te kijken en je zal als ontwerper wellicht voor jezelf gaan uitmaken waar past mijn profiel het beste in en welk soort ontwerper ben ik? In welk van dat soort activiteiten wil ik terecht komen? En dan zie je allerlei subdisciplines van design tevoorschijn komen. Design for experience, Design for service, Design for innovation, Design for transformation of transition design of Design for sustainability. Als je, ik kan nog geen voorbeeld erin geven, als je over duurzaamheid nadenkt bijvoorbeeld, dan kan je dat eigenlijk op die verschillende manieren behandelen. Als je een individueel product probeert na te denken hoe kan ik dat duurzamer maken, dan kan je echt focussen op design tien en proberen dat veel duurzamer te maken. Een betere materiaalkeuze ervoor zorgen dat het na gebruik terug uiteen te halen valt, dat de onderdelen terug te hergebruiken zijn, dat misschien modulair is zodanig als er iets stuk is dat je terug kan een nieuw en vers product maken zonder dat je het moet weggooien. Dat zijn mogelijkheden duurzaamheid design tien. In design twintig vraag je je af, ja, dat is allemaal wel goed en ik kan als ontwerper of als bedrijf van zo'n muizen wel mijn ding doen. Maar eigenlijk moet ik ook nadenken over heel ter recuperatie van die muis. Want na gebruik moet het hersteld worden, moet misschien terug uit elkaar gehaald worden. Hoe gaan we dienstverlening opzetten die ervoor zorgt dat mensen na gebruik terug hun product binnen leveren, een ander product krijgen, upgrade krijgen, reparatie krijgen of wat dan ook. Dan zitten we helemaal in design twintig. Design dertig, dan bekijken we meer perspectief van de organisatie die dat soort verandering moet maken. En wat stellen we dan vast? Het gaat niet alleen over product of over dienst, maar er zijn veel meer elementen in die organisatie dat ervoor zorgen dat die verandering niet gebeurt. En het gaat ook over hebben mensen voldoende kennis om die verandering door te maken? Is er een goede mindset binnen het bedrijf? Wat is er nodig om binnen een organisatie die transitie te maken naar een duurzame productontwikkeling of duurzame innovatie. En als je dit benadert vanuit een perspectief van veertig, dan ga je het volledige ecosysteem bekijken. Dan ga je je afvragen dat bedrijf dat die muizen fabriceert, die zit wel in een groter ecosysteem met logistieke kettingen die aanvoer van materiaal brengen. Maar ook heel veel bedrijven die hetzelfde probleem hebben om bijvoorbeeld materiaal terug in te nemen, terug te recycleren of hergebruiken vooral. En dan dan moet je vanuit, moet je meer kijken vanuit een sociotechnisch systeem waar dan mensen in zitten, waar systemen, waar technologie, waar logistiek in zit, hoe dat er allemaal kan samenwerken. Ook om die duurzaamheid te bekomen. Dus je ziet op elk van die niveaus kan je over duurzaamheid nadenken. En design tien is duidelijk het domein van de productontwikkelaars en ontwerpers. Design twintig zeker ook. In Design dertig en veertig is niet het exclusieve domein van van ontwerpers. Integendeel, heel veel andere mensen die kennis hebben van systeemdenken, zoals sociologen, stedenbouwkundigen, sociale wetenschap, engineering. Het zijn mensen die ook allemaal op dat gebied zich situeren. En dat is daar waar die interdisciplinaire nog veel groter wordt dan dat ze al is in design tien en twintig. Yes? Ja, we kunnen dan wel over producten spreken, maar er zijn natuurlijk ook nog, ook zelf binnen de producten kunnen we verschillende afdelingen maken. En al die verschillende afdelingen hebben een effect op hoe dat je productontwikkeling moet aanpakken. En een eerste afdeling die ik wil maken is deze. Wat zou het verschil zijn tussen deze verschillende producten? Zit er iemand parallellen of verschillen? Ja, maar het heeft eigenlijk niet meer te vorm te maken. Het zijn uiteraard heel diverse producten. Hier wordt gezegd de tandenborstel wordt individueel gebruikt en de andere worden meer in grotere groepen gebruikt. Er zit een deel van waarheid in, zeker niet fout. Een drukpers, sorry. Ja, het is een drukpers. Vier kleuren drukpers, voor in een drukkerij. Nee, daar heeft het niks mee te maken. Nee. Dat zou het maar niet zijn om ernaar te kijken, maar die wel jaar op jaar? Ja, dat klopt uiteraard, maar daar zit een andere reden om. Maar eigenlijk moeten we kijken naar wie dat de kopers zijn van dit soort producten. En als we kijken naar wie de kopers zijn van die producten, dan zien we een heel essentieel verschil. Want in het linker geval, die drukpers, die drukpers wordt gekocht door een bedrijf en een bedrijf koopt een product om een bepaalde activiteit te kunnen uitoefenen. En wat dat bedrijf vooral interesseert is als ik deze drukpers zou aankopen, kan ik dan bijvoorbeeld meer drukken, beter drukken, andere kwaliteit halen en zal dat product zichzelf terugbetalen met de activiteit die ik doe. Stel dat ik heel lang als drukker rij op een twee kleurenpers gewerkt heb, waar je dan drukwerk wordt per vier kleuren gedaan. Vroeger bestond er twee kleuren persen en dan moest je eerst twee kleuren door de pers en dan moest je nog eens opnieuw door die pers met diezelfde vellen papier om die twee andere kleuren te drukken en dan had je drukwerk. Dit is een vier kleuren pers, vijf kleuren zelf waar dan nog een extra zwartlaag of een extra laklaag in kan gegeven worden. En dus als je veel drukwerk hebt, dan is het duidelijk dat als je dat allemaal in één keer erdoor kan krijgen, dat je veel meer drukwerk kan doen en veel sneller. Dus dat is de terugverdiencapaciteit van dat product, is wel belangrijk. Tweede product is een tandenborstel. Dat is wat wij een consumentenproduct noemen. Een consumentenproduct wordt gekocht door mensen zoals wij allemaal, eindgebruikers. En wat is typisch aan dat soort producten? Mensen zijn niet rationeel. Mensen kiezen een product om een of andere reden die vaak heel vaag is en soms moeilijk te begrijpen is. Emoties speelt een grote rol. Ik kom in de supermarkt, ik zie een gigantisch rek van allemaal tandenborstels en ik ga eentje kiezen. Waarom? Vaak omwille van prijs, soms omdat iets is dat mij aanspreekt. Ikzelf koop, ik word gek van al die tandenborstels. Ik koop een tandenborstel die er een beetje neutraal uitziet, die een een een neutrale kleur heeft. Maar vooral ik kies specifiek voor een tandenborstel die gemaakt is van gerecycleerd kunststof en waarvan het steeltje en de kop afzonderlijk kunnen gewisseld worden. Dat is mijn keuze om een duurzame tandenborstel te nemen. Maar dat is voor een deel rationeel, voor een deel is dat emotioneel. Het feit dat ik kies voor dat soort vormgeving, ja, verklaar het maar. Ik kan het niet verklaren, jullie kunnen het ook niet verklaren. Dus je moet rekening houden met dat soort producten, met heel emotionele aspecten. En daar komen we allemaal mee te maken. Dat is een uitdaging. Dat is ook heel fijn om daarin na te denken, zien hoe je mensen kan bereiken, zonder ze willen manipuleren misschien. Maar alleszins toch rekening je met de individuele emoties van mensen. Het derde is een tram en een tram is een product dat aangekocht wordt door de overheid. Of de lijn, de gesubsidieerde dienst van de overheid. En opnieuw is de insteek verschillend, want je kan niet zeggen dat het een consumentenproduct is. Er zijn weinig emoties mee gemoeid. Je kan ook niet zeggen dat het een B2B product is, omdat de terugverdiencapaciteit van dat soort dingen zeer moeilijk is te definiëren. We weten dat organisaties als De Lijn, die maken volgens mij geen winst. Maar wat belangrijk is, is dat er een dienstverlening beloofd wordt aan de bevolking. Het is op basis van die dienstverlening dat die producten gemaakt worden. Wat dan in zijn werk? De overheid beslist. We gaan trams inleggen en een overheid beslist waaraan dat dat moet voldoen. Het lastenboek wordt gecreëerd en op basis daarvan gaan leveranciers zeggen: ik kan een ontwerp maken of ik kan een product maken dat tegemoet komt aan dat lastenboek. En ik kan een product maken dat daar ziet er zo uit en dat zal die specificaties hebben. Dat gaat er dan: hoeveel mensen kan ik bedienen? Op welke snelheid? Welk energieverbruik? Wat is de cost of ownership? Al dat soort dingen spelen daarin een rol. Dus je ziet, dat is een belangrijk verschil dat we maken en zal ook effect hebben op de manier dat we dat benaderen. Veel meer rationele elementen in het ene geval, meer emotionele elementen. Dus dat heeft allemaal effect op de methodiek die we toepassen. Niet op de grote structuur van de methodiek, maar hoe je hem wel invult op een bepaald moment. Een andere manier om naar producten te kijken is volgens het servicemodel waar Puin en Gillmore twee onderzoekers mee afgekomen zijn, al een tijdje geleden. En het voorbeeld is de verjaardagstart. En de verjaardagstart, als we eventjes terugkijken in de evolutie van verjaardag starten, dan zien we dat die verjaardag starten vroeger. Vroeger werd een verjaardagstart gemaakt van de commodities die aanwezig waren. Je was een landbouwer, ik spreek over lang geleden. Je was een landbouwer, je had een koe die melk gaf, je had ergens suiker weten te kopen en je had je graan laten vermalen tot bloem. En als je er allemaal bijeen bracht, kon je zelf een taart maken. En dus stond er iemand in de boerderij een taart te pakken bij de verjaardag van zoon lief of dochter lief. Hoe tof is dat? En dan komen we in een situatie waar, en dat zien we vandaag bijvoorbeeld nog, bij, hoe noemt dat, Aveve? Waar je zo bakspullen kan kopen. Je krijgt daar kan er allemaal van die mixen kopen waar dat je alleen al een beetje water bij moet doen. En dan kan je eigen cake of taart maken of allerlei, Altijd fascinerend om daar rond te lopen, te zien wat er allemaal mogelijk is. En dan koop je dat en blijft dat veel te lang in de kast staan. Maar dus die brengen die goederen bijeen en die zorgen ervoor dat jij zelf dat product kan maken. Moet niet te veel nadenken. Je hebt al die commodities niet nodig. Die commodities zijn voor jou bij ingebracht. Uiteraard ontstaat het fenomeen en dat bestaat al heel lang dat er mensen zijn die dat voor jou gaan doen. En er zijn bakkers die gespecialiseerd zijn in bakken van taarten. Die slagen al die goederen en commodities in en die brengen dat ambacht 10 top en die slagen erin om voor jou de mooiste verjaardagstaart te maken. En dan zien we de evolutie een stap verder in dit voorbeeld. Maar je zal je zal veel, dus er zijn veel manieren om daarover na te denken. Op het einde van de rit gaat het niet meer over die verjaardagstaart. Op het einde van de rit gaat het over verjaren en de ervaring die verjaren met zich meebrengt. En heel lang was de verjaardagstaart, was het belangrijkste element op een verjaardagsfeestje. Als je mensen hebt om iemand te vieren, dan stond daar het midden van de tafel die taart. Vandaag kunnen we niet zeggen dat dat nog altijd zo is. Wat is belangrijk? Dat is de ervaring van verjaren. En wat zien we dan vandaag gebeuren? Dat er bedrijven zijn die diensten aanbieden en het is niet de taart die ze aanbieden, maar ze bieden de volledige ervaring aan. U wilt een verjaardagsfeestje voor uw zesjarige spruit. Wij nemen dat helemaal over. Wij zorgen ervoor dat dat een ongelooflijke ervaring wordt voor uw kind. We kunnen daar allerlei bedenkingen bij hebben, maar dit is maar een voorbeeld van hoe dat de evolutie is van producten naar diensten naar ervaringen. En soms blijft dat wel vaag. De hoeft definiëren van wat betekent dat nieuwe ervaring creëren. Maar ik denk dat er toch wel voorbeelden genoeg zijn die kunnen aangeven hoe dat design niet per se naar een product of dienst werkt, maar in functie van een bepaalde ervaring toe werkt. Een andere afdeling die ik wil geven is de afdeling tussen kunst, kunsten ambacht en design. Er wordt in sommige soms worden die dingen een beetje door elkaar gehaald. Mensen mogen doen wat ze willen van mij, maar als je nadenkt vanuit het perspectief van methodiek en aanpak, dan is het best om scherp te weten waar je mee bezig bent en waar vooral waar je niet mee bezig bent. En ook organisaties in Vlaanderen vroeger, Design Vlaanderen, die gooiden dat allemaal op een hoop en die zei kunst, Kunstdam, design, dat is allemaal hetzelfde. We hebben kunstenaars die ofwel designer, die ofwel doen die ambacht ofwel geen die kunst. Wel, dat klopt niet. Er is wel degelijk een onderscheid en het is belangrijk om dat onderscheid te kennen. En kunst beschouwen echt als de aller individuste expressie van alle individueel emotie. Dat is een manier om dat te omschrijven. Heb ik zelf niet uitgevonden, maar dat is echt iets heel persoonlijks. Mensen uiten zich door kunst om ik ben geen kenner. Maar dat is heel individueel, is heel hard emotioneel gedreven, is heel vormelijk gedreven, is heel experimenteel vaak, heeft allerlei doelen om dingen aan te kaarten, om mooi te zijn, om decoratief te zijn, maar ook om mensen te doen nadenken of mensen bepaalde emoties mee te geven. Dat is waar kunst voor staat. En meestal zien we dan iets tevoorschijn komen, een uniek object, een unieke installatie, een unieke actie ofzo die als kunst wordt bestempeld. Als je naar kunstenambacht kijkt, Kunstambacht is het proces waarbij iemand een product maakt en die creëert dat terwijl dat hij dat maakt. En maakt bijvoorbeeld dat bed en die bouwt een bed in zijn atelier en de volgende keer dat hij een bed maakt dan denkt hij misschien ga ik dat eens een beetje veranderen. Dan ga ik dat een beetje veranderen en die creëert terwijl dat die maakt. En komt er iemand vragen voor een bed, dan zal die dan misschien: je zijn een extra lange mens, weet je, ik zal twintig centimeter langer maken voor jou. En misschien probleem, doen we wel. En een juweelontwerper die kleine seretjes juwelen maakt en die iets creëert en dat dan maakt. Dat is ambacht. Dat is een heel mooie steel. Mensen creëren terwijl ze maken en maken kleine series en op die manier evolueert continu wat ze doen, ook in samenspraak met hun opdrachtgever of hun klant. Dan heb je design. Het grote kenmerk van design is dat het conceptualiseren, het idee hebben, het vormgeven, staat los van de productie. Het gebeurt heel zelden dat iemand iets ontwerpt en het ook zelf gaat maken. Integendeel, we trekken het uit elkaar. We zorgen dat we ontwerpen, we verifiëren, we proberen na te gaan wie dat de doelgroep is, hoe dat het moet zijn. En op basis daarvan zetten we plannen in gang die iemand anders gaat uitvoeren in de productie en dan wordt dat gefabriceerd en dan wordt dat op die manier in de wereld gebracht. Het heeft niks te maken met seriegrootte, hoewel dat je heel vaak zult vinden dat industrieel design over grote series gaat, dat aandacht over kleine series gaat en dat kunst over een uniek stuk gaat, kun je dat niet altijd doortrekken. Zeker in design of industrieel design. Om maar een voorbeeld te geven, een satelliet is ook een vorm van industriële productontwikkeling. Meestal wordt er maar eentje van gemaakt. Dat wordt niet in serie gemaakt, er wordt er eentje gemaakt, maar wel volgens industriële productontwikkelingsprincipes. We conciiëren, we ontwerpen, we maken, we verifiëren enzovoort. Dus en ik gaf die voorbeelden in die bedden. Je ziet daar een paar bedden die echt als kunst, één is een installatie, dan is er een artefact. Je ziet kunsten ambacht, je ziet ambachtlui, dat zijn timmerlui die een eigen atelier hebben, die een bed maken en dan nog een bed en dan nog een bed. Dat is het echte ambacht. En dan zie je dat bijvoorbeeld ook als je dan terug denkt aan IKEA of habitat of wat dan ook, waar bedden ontwikkeld worden voor bepaalde doelgroepen met een bepaalde lijn geproduceerd worden. Hoe nagedacht worden over hoe krijgen we dat bij de klant enzovoort. Dan spreken we over industriële product ontwikkelen. Je kan dat hier op heel veel vlakken doorvoeren. Je kan ook bijvoorbeeld als je het hebt over koken en eten, kan je diezelfde redenering opbouwen. Er zijn koks die bezig zijn. Het gros van de restaurants eigenlijk zijn de ambachtselen. Dat zijn mensen die creëren een gerecht, die voeren dat uit, die veranderen dat wat. De volgende dag hebben die andere ingrediënten en die spelen met die ingrediënten en dat is die creëren terwijl dat ze de dingen maken en dat evolueert. Dat is ambacht, dat is een mooie steel. Je hebt een aantal van die lui die alleen maar experimenteren met eten, die proberen nieuwe manieren van smaakervaring te creëren en die koken zelf zonder dat ze een restaurant hebben en die proberen dan gerichter te creëren dat dan later wel doorstroom eventueel naar restaurants. Maar dan zie je ook net zo goed ketens zoals XKey of McDonald's of wat dan ook. Die doen dat echt op een industriële productontwikkeling manier. Die ontwerpen, die hebben een ontwerpstudio waar eten ontworpen wordt, waar prototypes gemaakt worden, waar die prototypes getest worden, geverifieerd worden bij hun doelgroep om te zien dat die smaken kloppen. En als het dan lukt, dan maken die heel gedetailleerde plannen. Dat zijn echt tekeningen die gedetailleerd zijn van hoe moet die hamburger opgebouwd zijn. En dan worden die plannen in productie gegeven en dan wordt dat uitgevoerd in de keuken. Dus je ziet er zijn verschillende manieren om producten op te delen of die die te beschouwen. Het is vooral belangrijk om te weten heeft dat effect op de manier dat ik een project moet aanpakken. Daar komen we later goed. Goed, als we het dan eventjes hebben over wie dat die, wie is de productontwikkelaar? Wie is ontwerper? Dan heb ik die vraag hier van wat is het verschil tussen een ingenieur en een productontwikkelaar bijvoorbeeld? Vroeger werden alle producten ontwikkeld door ingenieurs en nu niet meer. Zijn er ingenieurs in de zaal? Niemand? Niemand een vooropleiding ingenieurswetenschappen? Half. Misschien wil jij antwoorden op mijn vraag. Wat is het verschil tussen ingenieur in een productontwikkelaar? Ja, maar dat is een goed antwoord. Het zou kunnen dat effectief als je rond engineering, ik heb dat voorbeeld van die drukpers en je ziet dat meer als een engineering product dan dat als een productontwikkelingsproduct is. Er zit zeker een bron van waarheid in. Zijn er nog andere argumenten die we kunnen aanhalen of andere mensen die een ander antwoord hebben? Ja. Oké, dat is goed. En wat is verschil in aanpak? Ja, ik vind dat een mooi antwoord. Wil jij daar nog iets aan toevoegen? Misschien vind ik dat een beetje te eng, maar het klopt wel op een bepaalde manier. Maar mooi is niet het enige criterium dat we gebruiken en ik geloof Ja, dat is een goede nuance erbij. Uiteraard gaat het over kijken naar uw doelgroep en hoe dat je mensen kan bedienen met de producten die je maakt. Maar het antwoord dat we daar ook gekregen hebben van ingenieurs gaan ook producten ontwikkelen, maar zijn heel erg gefocust op technische aspecten van producten. Hoe kan je een product werkbaar, technologisch, werkbaar werkbaar werkbaar kijken? En dat productontwikkelaars uiteraard proberen vanuit alle perspectieven te kijken. Niet alleen technisch haalbare, maar ook het gebruiksperspectief, ook het economische perspectief, duurzaamheidsperspectief. Dus het is net die interdisciplinaire die voor ons heel belangrijk wordt. Dat is ook de reden waarom dat we ons programma interdisciplinair bouwen en jullie leren te kijken vanuit die verschillende perspectieven naar producten en diensten en oplossingen in het algemeen. Wat is de rol van een productontwikkelaar in dat verhaal? Zou je daar een generieke beschrijving van kunnen geven, wat dat de rol is van een productontwikkelaar in dat proces? Hoe zou je dat dan? Hoe zou je dat dan een naam kunnen geven? Als het niet ontwerper is. Dus eigenlijk een soort vertaling van wat is een ontwerper dan? Iemand die daar een poging wil voor doen? Dat is een moeilijke vraag. Maar toch? Ja, dat vind ik een mooie manier om daar naar te kijken. Vertaler is ook een mooie term, waar dat je probeert die perspectieven te vertalen naar producten. Ik denk dat we daar wel voor een groot deel kunnen over eens zijn. En hier staat dat zelfs letterlijk in. Ontwerper als vertaler. Dus dit is een manier om naar productontwikkelaars te kijken. Er is allerlei input vanuit heel veel verschillende disciplines. Onderzoek, vanuit de gebruiker, vanuit de context, vanuit technologie. En context kan je ruim interpreteren. Dat kan de technologische context, markt context, sociale context, weet ik wat. Er kan effectief onderzoek opgezet worden om inzichten te verwerven. En als ontwerper komen die inzichten bijeen. Je vertaalt die en op het einde van de rit is die vertaalslag net het ontwikkelen van een product of die is. Dat is wat de ontwerper zou kunnen doen. Maar we hebben daar nog, dat is een beetje traditionele visie. En traditioneel wil niet zeggen dat het vandaag niet meer aanwezig is. Ik denk dat er nog in veel gevallen is dat nog altijd zo dat we die vertaalslag proberen te leveren van waar dat er allemaal leeft en proberen de bruggenbouwer te zijn die die dingen aan elkaar connecteert. Maar er is een nieuwere visie die de rol van de productontwikkelaar anders omschrijft en dan meer gaat kijken vanuit een soort participatie visie, een co-design visie waar de ontwerper mee in de mallemolen zit samen met de onderzoekers en de gebruikers, de mensen die andere inzichten hebben. Onderzoekers hebben technologisch inzicht of inzicht over sociale processen of weet ik wat. Gebruikers zijn ervaringsdeskundige, zijn experts van hun eigen ervaringen en die wil je eventueel bijeen krijgen en daar wil je zelf mee aan de slag gaan in een soort participatieve setting. En dat wil zeggen dat die rol ook wel anders is. En anders, als in je kan niet op je eilandje leven. Je kan niet vertrekken vanuit die inzichten en dingen doen, maar je moet er rond de tafel gaan zitten met anderen. Je moet samenwerken en je moet die mensen mee betrekken in dat ontwerpproces. En in die participatie zijn natuurlijk verschillende vormen. Luister naar iemand is een vorm van participatie, maar dat is nog altijd de passieve kant van inzicht verwerven en vertalen. Maar met iemand aan de slag gaan en iemand meer laten nadenken over een toekomstig product, Dat is een actievere vorm van participatie. Participatie is een vakgebied op zich. Hoe kan je mensen betrekken in een ontwerpproces? Hoe kan je die mee aan tafel krijgen? Hoe kan je die een rol laten spelen? Wat belangrijk is, je zal doorheen de opleiding best ook wel geconfronteerd worden met participatie, denk ik, en afhankelijk van het soort traject dat je kiest in de master zeker en vast. Wat belangrijk is, is dat dat ook invloed heeft op de methodiek. Er bestaan heel veel tools in ontwerpwetenschappen die gebruikt worden om tot ontwerpen te komen en die tools zijn er niet voor niks. Die tools zorgen er nu net voor dat een ontwerper die begrijpt hoe dat ontwerpen gebeurt, die de methodiek snapt, die weet wat de onderliggende redenering is. Die tools zijn een vereenvoudigde vorm die de ontwerper in staat stelt om met andere mensen samen te werken, zonder dat zij echt moeten snappen waarover het gaat. Tools zijn er om mensen rond de tafel te activeren, te zeggen van we gaan nadenken over dit. Als ontwerper ga je dat sturen, ga je dat faciliteren, begrijp je waar je naartoe gaat, de grootte van het proces. Maar je geeft maar stap per stap de input en de interactie die je nodig hebt bij gebruiker. Dat is de reden waarom we hier en daar tools gebruiken om tot oplossingen te komen. Ik ga vijf minuten pauze geven, dan ga ik verder. Goed. Ook hier zijn er al te zijn er verschillende manieren om naar rollen te kijken in productontwikkeling. Dit is een generieke manier om te zien hoe dat de rol van ontwerper evolueert. Dat die van vertaler meer geëvolueerd naar facilitator. Niet altijd en niet overal in het, maar belangrijk om te weten dat dat er ook is. Er zijn ook andere manieren om naar rollen te kijken of gedifferentieerd, gedifferentieerde rollen voor productontwikkelaars. Vanuit de design management, een heel specifiek sub vakgebied is in onze discipline, wordt er wel eens gekeken naar het verschil tussen een designer, een design manager en een design leader. En designer uiteraard is het uitvoerend profiel die de inhoud ontwerpen genereert. Iedereen wordt hier opgeleid als designer om het proces te kunnen hanteren, om die activiteit van ontwerpen te kunnen uitoefenen. Sommige focussen zich meer op het design proces en worden een soort design manager. Dat wil zeggen dat zij heel goed proces kennen, heel goed in staat zijn om iemand aan te sturen, om ook een soort projectmanagement op zich te nemen. En uiteraard in onze opleiding focussen wij op beide. Het is net zo'n vak als methodiek of methodologie dat mensen in staat moet stellen om dat proces goed te begrijpen, te hanteren en ook aan te sturen, waardoor je ook in staat bent om een team in dat soort processen te leiden enzovoort. En dan heb je in deze afdeling het perspectief van de design leader. En dat zijn de mensen die vooral visie hebben over design en die op één of andere manier toch de baken uitzetten. Dat kan zijn binnen de context van een organisatie of dat kan zijn zelfs binnen de context van de maatschappij. En als ik daarstraks zei, ik hou zo niet van het fenomeen van de designer als rock sterft of zoiets en die dan op een pédéstal gezet wordt als fenomeen van design. Maar natuurlijk, en dat wil ik zeker niet ontkennen, bestaan er mensen die een heel sterke visie hebben over wat design is en wat het zou moeten zijn en die ook daardoor veel invloed hebben op de wereld van design. Ik denk een typisch voorbeeld is natuurlijk de chief designer van Apple die doorheen de jaren echt de lijnen heeft eruit gezet van hoe dat producten moesten ontworpen worden. En ik denk dat we niet kunnen onderschatten waar dat zijn invloed geweest is op op vormgeving in het algemeen en in niet alleen binnen de wereld van de computers, maar ook ver daarbuiten. Dus er zijn zeker mensen te bedenken die doorheen de jaren heel veel impact hebben gehad op de wereld van design, door de bakenes die zij verzet hebben. Dat design management, om daar nog even op terug te komen, dat is ook een beetje een argumentatie van waarom dat we heel sterk die methodiek pushen. Het gaat zelfs zover dat we ervan uitgaan dat los van de ontwerpskills die een ontwerper moet hebben, dat die methodiek een van zijn krachtigste instrumenten is. Als we nadenken over productontwikkeling als organisatie, dan is de core van wat wij hier aanbieden is eigenlijk een aanpak om eender welk soort product te kunnen ontwikkelen of ontwerpen. Dus waar zit de meeste van je kennis net in de managen van dat proces. Maar als je dat breder kijkt en dat vergeten we soms wel eens, het gaat natuurlijk niet enkel over die harde processtappen en begrijpen wat een processtap is. Als het echt gaat over design management, dan gaat het uiteraard ook over people's business, kunnen managen van mensen in een bepaalde context en dat ook in de context van een organisatie laten gebeuren. Dat is heel moeilijk. We gaan er eigenlijk niet super diep op in vanuit een theoretisch perspectief. Door het feit dat jullie veel groepswerk doen, worden jullie op een of andere manier wel getraind in dat samenwerken aan processen en daar ook een rol in op te nemen. Het is nog niet per se het volledige leadership plaatje dat daarin aan bod komt. Als je zo'n processenteams wil aansturen, dan heb je nog een skillset nodig die echt vanuit gaat dat je mensen in de juiste richting kan begeleiden en opvolgen. Goed, eventjes herhaling van of herhaling Ik ben benieuwd, maar er zijn een aantal termen die we wel eens gebruiken of die wel essentieel zijn in de in de methodieken. Een methodologie is bijvoorbeeld als we spreken over de functie van een product. Is er iemand die die kan beschrijven wat een functie van een product is? Als we het hebben over Kijk, hier is een een graafmachine, wat is een functie? Wat zou je dan zeggen? Of hoe kan je definiëren wat de functie van een product is? De bedoeling? Ja, ik denk dat ik ongeveer begrijp wat je wilt zeggen. Zijn er alternatieven voor? Ja. Het vermogen van een product om een bepaalde opdracht te kunnen uitvoeren? Ja? Oké. Kan ik mij het me voorstellen? De reden waarom een product gemaakt is? Ja, misschien. Ja, het is zeker niet onwaar. Nog andere insteken. Om het leven van de gebruiker gemakkelijker te maken. Ik denk dat dat een beetje generiek is. Ik denk dat heel veel producten, maar als we het echt hebben over de functie van een product, dan proberen we heel specifiek te definiëren voor dat product, wat is een functie? Dat zit er voor een deel ook in, maar als we dat Het is niet onwaar wat jullie zeggen en het hoort allemaal goed bijeen. Maar eigenlijk is het heel simpel. En ik denk dat je er wel dichtbij zet. De functie van een product is wat het doet. En voor een grasmachine is de functie heel simpel. Het maait gras. En een goede manier om na te denken over functies van producten is om Ikzelf probeer dat altijd te doen door de combinatie van een zelfstandig naamwoord en een werkwoord. En als ik zeg wat doet een grasmachine? Die maait gras. Dat is een werkwoord en zelfstandig naamwoord. Wat doet een koffiezetapparaat? Die zet koffie voor mij. Wat doet de muis? Dat wordt al iets moeilijker, want dat gaat in twee woorden iets moeilijker, maar die helpt mij om te navigeren door de computer of om dingen aan te klikken. Dat is waar ik dat ding doe. Dus als je het hebt over de functie van een product en ik kan niet genoeg benadrukken hoe essentieel dat ik dat vind. En nu geef ik al een kleine tip. Op het examen ik vraag gegarandeerd iets over de functies van producten, omdat je moet weten wat een functie van een product is. Je kan geen product ontwerpen als je niet in staat bent om zijn functie glashelder te definiëren. En het is soms heel gemakkelijk om een functie van een bestaand product in kaart te brengen. Maar we moeten altijd redeneren vanuit de omgekeerde situatie. We gaan iets totaal nieuw maken, iets innovatief. En dan moeten we eerst de functie bepalen voordat we de volgende stap kunnen zetten. Wat gaat dat ding doen? Voor wat gaan we dat gebruiken? Ja? En het is duidelijk dat mijn gsm dient hoofdzakelijk om mensen op te bellen. Dat is de functie van mijn telefoon. Maar heel veel producten hebben niet alleen een hoofdfunctie, maar hebben ook nevenfuncties. En nu net een smartphone is nu net een product met één hoofdfunctie waar het oorspronkelijk voor bedoeld was en gigantisch veel nevenfuncties. Ik heb daar ook mijn kalender, mijn agenda, ik kan daar ook mijn notities innemen. Dat zijn allemaal functies die ik kan realiseren met dat product. Dus het is heel essentieel. En als ik deze productie hier bekijk, de functie van dat ding, dat thermsje, is om koffie warm te houden. En het heeft een tweede functie: het helpt mij om koffie te kunnen drinken. Deze is om koffie te drinken, maar niet om koffie warm te houden. En het grote probleem zit straks met het, als we het hebben over eigenschappen en functies van producten, het verschil tussen beide goed te kennen. Een strijkijzer, De functie van een strijkijzer is om kleding kreukvrij te maken. Niet meer of niet minder dan dat. Dat is de enige bestaansreden van het product, dat is een functie. Er zijn heel veel uitvoeringsvormen van strijkijzers en de meesten hebben allemaal dezelfde functie. Ik wil mijn kleding kunnen strijken. Ze doen het op verschillende manieren. Ze hebben andere eigenschappen. Er zijn andere specificaties en er zijn andere behoefte die eraan gekoppeld zijn. Op bottom line komt het allemaal op hetzelfde neer. Ik wil mijn kleding. Goed, komen we later nog wel op terug. Uitgebreid, heel belangrijk. Een tweede vraag die ik wil stellen is: wat is een analyse? En ik ga ervan uit dat jullie ook in het eerste jaar al wel eens analyses hebben moeten maken. Dat is een woord waar we nogal gemakkelijk mee strooien. Maak eens een analyse. Toen ik zelf nog in het vierde jaar productontwikkeling zat, heel lang geleden, heb ik, en het is erom misschien dat ik er zoveel aandacht aan besteed, heb ik eens op mijn kop gekregen van één van de docenten omdat ik geen goede analyse had gemaakt. En ik bleef toen een beetje op mijn honger zitten. Ja, maar wat is dat dan? Een goede analyse? Wanneer weet je of dat een analyse rond is of Ik denk dat ik toen nog niet echt goed begreep wat een analyse echt was. Dus de vraag aan jullie, jullie staan veel verder. We zijn ook dertig jaar verder. Wat is de analyse? Hoe zou je dat beschrijven? Een probleemdefinitie is er zeker een deel van, maar wat zeg je? Het probleem zoeken, De juiste vragen stellen. Oké, heeft er zeker mee te maken, maar het zou voor mij nog niet helemaal passen binnen wat een analyse is. Ontleden van een situatie, dat vind ik al dichter in de buurt komen. Ja? Nog? Analyse is een vorm van onderzoek. Ja, absoluut. Nog dingen die daar Er zijn een paar essentiële kenmerken aan analyses. Ja, het heeft duidelijk te maken met begrijpen waar het over gaat. Want al wat jullie zeggen opnieuw is niet onwaar, Heeft er zeker mee te maken. Ik denk dat het woord ontleden nog het dichtst in de buurt komt. Want ja, wil je daar iets aan toevoegen? Nee, dat is ook belangrijk, maar dat valt niet echt onder de noemer van de analyse. Dat valt over het communiceren van de resultatenanalyse, wat een andere zak. Maar ontleden De definitie van een analyse gaat eigenlijk over het feit dat je een fenomeen probeert te ontrafelen in al zijn aspecten en probeert na te gaan wat dat die verschillende aspecten zijn en wat de relaties is tussen die verschillende aspecten. Dat is wat je in een analyse probeert te doen. Dus dat ontrafelen, dat begrijpen zit daar allemaal in. Maar het gaat wel degelijk over het knippen en proberen te zien wat zit daar allemaal in? Wat zijn alle inzichten die daar rondhangen? En hoe hangen die met elkaar samen? En dat kan je vooral niet onderschatten. Als je dus een probleem analyseert, dan probeer je alle facetten van dat probleem in kaart te brengen. Probeer je te kijken wat die facetten zijn, probeer je die te begrijpen. Probeer je ook de relaties tussen die verschillende facetten te zien. Analyse. Analyse is één zaak, veel belangrijker nog in onze context, is synthese. Dus de logische vraag is: wat is nu synthese? Niet onwaar wat je zegt, maar misschien niet honderd procent adequaat. Nog mensen die daar iets aan kunnen toevoegen om die definitie completer te krijgen? Het is een heel essentieel woord in ons vakgebied. We moeten heel goed begrijpen wat synthese is. Terug een goed woord gebruikt, samenbrengen. En dit is niet per se samenbrengen van waar dat er in de analyse aan bod is gekomen, maar het heeft er wel mee te maken. Als analyse het fenomeen ontrafelen is in zijn deelaspecten, begrijpen wat die deelaspecten zijn en de relaties tussen die deelaspecten, is synthese de omgekeerde beweging die probeert vanuit een heleboel informatie die er is, probeert samen te brengen naar een bepaalde oplossing. En ik hoop dat u nu een belletje rinkelt. Dat is in zee wat ontwerpen is. Ontwerpen is een synthetischeerende activiteit. Ontwerpen is synthetisch. Dat wil zeggen we hebben allerlei informatie verzameld. Hetzij door dingen te lezen, te luisteren, te zien, te experimenteren. We hebben kennis over heel veel aspecten van een bepaalde context, een bepaald product. En de synthese is nu net dat terug bijeen brengen tot een sluitend coherent geheel. Dat is wat synthese is. En dat is uiteraard een soort parallelle term voor wat wij ontwerpen noemen. En als je dan, los van de dingen een naam geven, zie je dat heel veel te maken heeft. Heel veel in ons ontwerpproces hebben te maken met analyse en synthese. Dus heel vaak gaan we op en neer. Heel vaak gaan we We breken het in zijn kleine componentjes. We brengen terug bijeen tot iets coherent. We gaan verder. We breken dat terug uiteen. We gaan terug verder. Dat is de afwisseling tussen analyse en synthese. Dat is wat ontwerpers heel de tijd doen. Als we het er straks hadden over ingenieurs of over andere opleidingen, Heel veel opleidingen, niet per se ingenieurs, maar heel veel academische opleidingen zijn helemaal gefocust op analyse. Dus die bekijken de wereld, proberen die te begrijpen. Een analyse van historische teksten, analyse van sociale contexten, allemaal. Heel veel onderzoek is gebaseerd op analyse. We proberen analytisch te werk te gaan om dingen te begrijpen. We proberen te begrijpen hoe de wereld in elkaar zit. Dat is analyse. Ontwerpen is een tegengestelde beweging en die probeert nu net de wereld opnieuw vorm te geven. Synthese, tegenovergestelde activiteit. En wat ontwerpers doen, diezelfde tijd switchen tussen die twee activiteiten. Nu er is er een fenomeen dat daar heel dichtbij ligt en soms wel eens mee verward wordt en dat is divergeren en convergeren. Als ik het goed voor heb, hebben jullie vorig jaar eerste oefening product en analyse, beetje insteek gekregen over Basic Methodology, een eerste stap in methodiek en jullie hebben waarschijnlijk de Dubbel diamond gezien. Een relatief oud model dat nog altijd veel gebruikt wordt in de wereld van ontwerpen om aan te geven van een ontwerpproces. Ik gebruik het ook soms nog als ik dat aan mensen wil uitleggen op een simpele manier, dan gebruik ik dat nog wel eens. En wat dat eigenlijk zegt is een ontwerpproces dat begint in eerste instantie met het ontdekken van wat er allemaal leeft. En dat is voor een deel een beetje analyse, maar ook een beeldje exploratie. En dan probeer ik te definiëren wat ik nu eigenlijk wil gaan doen. Jij sprak straks over probleemdefinitie en daar heeft heel veel mee te maken. Wat is nu eigenlijk het probleem? Wat wil ik nu gaan oplossen? Wat wil ik nu gaan doen? En dan kom je tot die ontwerpbrief en dan ga je daar terug oplossingen bedenken voor voor dat probleem en dan ga je dat bijeen brengen tot de uiteindelijke oplossing. Het is die beweging waar ik het over heb, die we die we ook bij analyse gebruiken, een synthese. Maar als we heel strikt hebben over diverigeren en converigeren, dan gaat het nog over net iets anders. Dat gaat over het feit dat we in ontwerpttrajecten, dat we meerdere oplossingen proberen te bedenken. En als we meerdere opties hebben, dan gaan we proberen te zoeken naar de betere oplossing. In de wereld van ontwerpen bestaat er geen goede oplossing. Dat bestaat niet. Er bestaat alleen maar een oplossing die beter is dan een andere. Dus we kunnen nooit zeggen: ik heb hier een probleem en ik los dat hier op. Voilà, dat is oplossing en dat is een goede oplossing. Ga nooit werken. We kunnen alleen maar zeggen: ik heb vijf keer iets geprobeerd, die vigeren. En om allerlei redenen denk ik dat dit met die combinatie van dat er eventueel nog bij en dat dat de beste oplossing is of de betere oplossing. En dat is wat ontwerpen altijd is. Dat is divergeren, oplossingen zoeken, in de breedte gaan, meerdere opties naast elkaar zetten en dan terug bijeenbrengen tot één coherent geheel. Dat is de convergentie waar je dingen terug bijeenbrengt. Dus heel veel ontwerpmethodieken zijn inherent diverserend en convergerend. Een ontwerper moet die vererende capaciteiten hebben. Dat is essentieel. Je moet veel capaciteiten hebben. Eventjes om nog maar eens van de hakken op de tak te springen. Is film een vorm van productontwikkeling? Dat is een vraag die je niet zag aankomen. Wie wilt daar een uitspraak over doen? De vraag stellen is ze soms beantwoorden, want als je nu gewoon ja zegt, ga ik je uiteraard vragen en waarom dan wel. Oké, jullie hebben dat waarschijnlijk niet allemaal gehoord vanachter, maar ik heb hier wel een goed antwoord gekregen. Terug de de parallel getrokken met de drie afdelingen kunst, Kunst en macht en industrieel design. En dat was een goed voorbeeld. De Marvel franchise, zal ik het maar noemen. Dat is echt een industrieel product. Dat is een bepaalde doelgroep die aangesproken wordt door een bepaalde wereld met bepaalde figuren. Ik ben er zelf geen expert in, maar dat is echt helemaal afgestemd op die doelgroep en dat kan je effectief beschouwen als een vorm van industrieel productie. En sommige films, arthousefilms, zitten natuurlijk in een heel andere categorie. Maar ook hier wordt het creatieproces soms echt losgekoppeld van het productieproces. Zoals ik bij industrieel design heb aangegeven. Dus het voorbereiden van zo'n film en het uitvoeren van een film is soms echt helemaal, wordt soms echt helemaal in detail. Elke scène wordt minutieus voorbereid, wat dat er nodig is op elke manier. En daar zie je echt de grote parallellen met productontwikkeling. Goed, daar gaan we niet verder op in. Een andere puntje waar ik het even over hebben is intuïtie, creativiteit en methodiek. Als er één ding is waar een vak als dit kritiek op krijgt, dat is dan komt het vanuit de hoek van de intuïtie en de creativiteit. En er zijn mensen die beweren dat als je methodes te werk gaat, dat je dan de creativiteit fnekt. Als je een stappenplan volgt, dat je de creativiteit vernuikt, dat je de intuïtie vernuikt. Wel, ik wil hier gewoon van in het begin heel duidelijk zijn. Als je een methodiek gebruikt die ervoor zorgt dat je creativiteit gefnaakt wordt, gooi de methodiek zo snel mogelijk overboord en ga iets anders doen. Een methodiek mag nooit je intuïtie en je creativiteit in de weg staan. Integendeel. Ik zal straks een paar goede redenen geven om wel methodiek te gebruiken, maar dit mag ons niet tegenhouden. Creativiteit is essentieel. Het is super belangrijk om dat te kunnen doen. En nogmaals, als je voelt dat er iets tegenwerkt, dan klopt er iets niet in de aanpak. Dat mag nooit het geval zijn. Wel, integendeel zelfs. Ik vind zelfs belangrijk dat het is net de context creëren waar creativiteit kan floreren en dat in evenwicht brengen met methodiek. Dat zijn de grote uitdagingen waar je voor stages een proces wilt sturen en daar nodig ik jullie allemaal voor uit. Een ander punt waar ik het wil over hebben is het fenomeen van uitvinders. En jullie moeten af en toe uitleggen wat productontwikkeling is aan anderen. En je zal af en toe wel eens een keer het woord uitvinder gebruikt hebben. Vorig jaar was er nog een studente die dat woord gebruikte toen dat we, toen dat ze meedeed met de, hoe noemde dat de campus club of zo, de campus quiz, ik weet niet meer, van Otto Jan Ham, ik weet niet hoe ze eigenlijk gezien hebben vorig jaar. Dat was een studentenploeg die meedeed en ze vroeg, welkom, En ze vroegen wat is productontwikkeling? En ze zeiden we zijn een soort uitvinders. Ik zat in de zaal en ik dacht dat had ik nu precies liever niet gehad dat je dat gezegd had. Want uitvinders, daar hangt zoiets heel raar over. Over uitvinders. Ik weet niet, het fenomeen, het woord wordt al langer minder gebruikt. Daar ben ik heel blij om. Maar uitvinders kenmerken zich vaak door nieuwe vindingen waarvan de relevantie soms veel te zoeken is. Vroeger was een van de meest lachwekkende dingen die je kon doen op een zaterdag naar middag, was naar uitvindersbeurzen gaan. En uitvindersbeurzen waren allemaal mensen die gepassioneerd waren door iets dat ze bedacht hadden en die dat probeerde aan de mand te brengen. Er waren gigantische uitvindersbeurzen in de tijd. Al die mensen hadden een fantastisch idee, zoals hoe kan ik een muur beklimmen met een elektromagnetische installatie of zoiets. En dan zie je iemand effectief op een muur klimmen met een installatie die twintig, dertig kilo weegt, die gigantisch duur is, gigantisch zwaar is. En die man was er heel trots op, want die had iets bedacht om op een muur te klimmen. En uiteraard zie je, je ziet het zo. Je hoeft er zelf niet echt over na te denken. Dit is geen levensvatbaar product. Er gaat niemand dat willen hebben onder die omstandigheden. Niemand gaat geïnteresseerd zijn in dat soort producten. De kostprijs gaat te hoog zijn. Het is gewoon niet gebruiksvriendelijk. Je kan er niks mee. Ik heb ook eens een, dat vond ik ook zeer lachwekkend, iemand gezien die een zelfrijdende tolie had ontwikkeld om mee op vakantie te nemen. Daar kan je op zich niks op tegen hebben. Dus die tolie die volgt jou. Maar heel die tolie zat vol met motoren en sensoren en batterijen. Dus die kregen er amper nog een trui bij ofzo en dan zat de trolley vol. Dus je opnieuw voel je dit werkt niet, dit heeft geen zin. Nu, het is een super interessant fenomeen, mensen die uitvindingen doen. Het probleem bij uitvindingen is dat veel uitvinders niet gedreven door relevantie en het brede perspectief en waardoor dus een product wel een bepaalde functie heeft. Van ik kan op een muur klimmen of ik kan een valiz zelf laten rijden. Maar het is niet geproductïst in de zin van alle aspecten zijn niet in kaart gebracht, zowel de economische, de gebruiksaspecten. En daardoor is dit geen relevant product of is dat een product dat nooit in de markt zou kunnen komen. En dat is een beetje het probleem van uitvinden. Uitvinden is meestal gefocust op één aspect. De functie kan ik die realiseren en dan de rest verdwijnt dan in het niet. Nu, ik wil alles niet over dezelfde kamp scheren. Integendeel. Zulke dingen hebben soms wel waarde, omdat het feit dat iemand een soort eigenlijk zijn dat demonstrators. Wat die doen is een bepaald fenomeen proberen en tegen een muur op klimmen. En dat is duidelijk geen product. Dat gaat nooit op de markt gaan. Die mens krijgt dat nooit verkocht. Maar misschien inspireert het wel iemand om na te denken over die technologie en waar dat die kan betekenen. Hoe dat die ergens kan ingezet worden. En dus hoe lachwekkend het ook soms is. Soms zijn dingen die fout gaan of dingen die niet relevant zijn toch een inspiratiebron voor vinding of toekomstige producten die op de markt komen. En van die zelfrijdende verlies, indertijd was dat afwijkend. Vandaag is die technologie wel geëvolueerd dat je wel zelfrijdende valiezen kan maken die je een heel weinig volume innemen, waardoor dat je wel een volwaardige valies kan doen rijden. Dus het is niet per se omdat het in eerste instantie op nixentrok, dat het later niet echt tot een product gerealiseerd is. Waarom is productontwikkeling een studie op academisch niveau? Er zijn er veel die niet op academisch niveau zijn. Iemand een idee waarom dat dat zou zijn? Moet je hier aan een universiteit zitten om productontwikkeling te studeren? Zou je niet beter ergens op een kunstacademie gaan zitten? Ja, dus een goed argument stond niet in mijn lijstje, maar ik vind dat wel een goed argument. Ja, ik denk dat dat heel belangrijk is. Typisch aan de academische context is ook dat er onderzoek gebeurt. En dan heb ik het niet alleen over onderzoeksgroepen die onderzoek doen over wat een productontwikkeling niet zou moeten zijn, Maar ook de manier waarop onderzoek geïntegreerd wordt in het ontwereldproces, waardoor de oplossingen niet vrijblijvend zijn, waardoor de oplossingen onderbouwd zijn en dat je beslissingen neemt doorheen die ontwereldprocessen die gevoed zijn door wetenschappelijk onderzoek. Dat maakt de case elke keer opnieuw krachtiger. Ik wil er nu niet te diep op ingaan over dat aspect onderzoek. Ik ga er in de laatste rest nog eens terug op terugkomen, denk ik. Maar het onderzoek is heel belangrijk. Tegelijkertijd kan je nooit zeggen dat ontwerpen volledig evidence-based is. Doorheen een ontwerpproces moet je honderden beslissingen nemen als ontwerper en sommige beslissingen wil je graag heel onderbouwd doen. Dat maakt de robuusteheid van je ontwerp. En sommige ga je iets intuïtiever moeten nemen of ga je eens moeten aftoetsen bij één of twee mensen. Bij één of twee mensen, dat wil zeggen dat is niet wetenschappelijk. Maar toch is dat belangrijk op een bepaald moment om dat te doen. En je zal zien, soms is onderzoek in onze sector quick en dirty. Soms is dat heel uitgebreid en heel wetenschappelijk. Daar je weg in vinden is wel belangrijk. Maar bottom line, wat ik hier wil gewoon aangeven, is dat wetenschappelijk onderzoek maakt het grote verschil. Onder je ontwerp kunnen onderbouwen is voor ons essentieel. Nou ja, er is nog een tweede element essentieel. Dat is het feit dat je dat proces kunt leren managen. Dat is waar we in de master ook richten. Gaat niet alleen over het uitvoeren van dat proces, maar ook het kunnen managen van tien mensen aan de hand van allerlei methodieken. Zijn ontwerpmethodes wel nodig? Dat is een retorische vraag. Moet je niet op antwoorden. Ik zal erop antwoorden. Ik denk niet jammer dat ik ja ga zeggen, ik kan nee zeggen. Zijn ontwerpmethodes nodig? Nee, absoluut niet. Mag je zonder ontwerpmethodes werken van mij? Absoluut, doe die goesting. Het zal me worstwezen hoe dat je tot een ontwerp komt. De kans alleen is groot dat je misschien toch wel ergens een ontwerpmethode gaat gebruiken. Maar ik krijg al wel eens Ik heb gezegd soms wel eens mensen die zeggen ontwerpmethodes, dat fruit mijn creativiteit. Ik gebruik geen ontwerpmethodes. Oké, en hoe pak jij dat dan aan een ontwerp? En dan beginnen zij mij te vertellen. Ja, ik zal u zeggen hoe ik dat doe. Ik doe dat eerst zo en dan zo en dan doe ik dat en dan doe ik dat en dan doe ik dat. En dan is de logische vraag en dat is dan geen ontwerpmethode. Dus elke stap die je zet op één of andere manier is een ontwerpmethode. Welke stappen dat je zet, die mag je uiteraard altijd zelf beslissen. Wat wij doen is proberen een stram in te geven dat volgens ons goed werkt en dat ons kans op succes verhoogt. Maar wat je er op het einde van de rit mee doet en niet iedereen in de wereld gebruikt, doet het met wat je wilt. Dus in eerste instantie maakt het mij niet uit wat je doet. Maar we moeten wel een beetje de context goed begrijpen. Je kan zeggen: oké, het proces van ontwerpen is, er is geen product en op het einde van de rit is er een product. En hoe dat je er komt, I don't care. En dan trekken we daar een lijn tussen en zeggen van dat is het proces. Maar natuurlijk, als je dat, als je, dan kan je vanuit de context van een student, heb je een opdracht die gegeven wordt en je resultaat. En wat er binnen gebeurt is een black box en je kan dat zelf misschien niet altijd terug reconstrueren wat dat er is en dat is misschien ook niet nodig. Maar als je het eventjes bekijkt, begin naar de context van een organisatie, dan dan heb je misschien te maken en dat zal hier ook al wel gebeuren. Je hebt wel een ontwerpopdracht, maar er ligt er nog één naast. En dan moet je beginnen afwegen. Ik moet twee opdrachten naast elkaar managen. Als je dan in een bedrijf bent, dan is er ook wel nog iemand die boven jou staat. Die zegt van ja, maar het is wel belangrijk dat je dit en dat doet en dat dat, want dan moeten we naar de klant en dan zou ik dat toch willen kunnen laten zien. En dan beginnen allerlei gewoon die context zorgt er al voor dat er een zekere structuur nodig is. En zeker in een bedrijf, dan is er ook die marketingafdeling die begint te vragen zeggen, en hoe gaan we dat dan in de markt zetten? En voor wie is dat bedoeld? En hoe gaan we dat verkopen? En de productieafdeling die zegt ja maar, we moeten wel de productie beginnen voorbereiden. Misschien moeten we matrijs beginnen maken. Hoe gaan we dat aanpakken? En dan heb je de salesafdeling die wellicht al verkocht hebben, waar je nog moet gaan ontwerpen. Die al allerlei klanten gevonden hebben om dat te kopen, zonder goed te weten waarover we het hebben. Dus dat is de context waarin je zit. En die context wordt nog erger, want je hebt dan nog het management dat een visie heeft over wanneer dat iets geld moet beginnen opbrengen. En zeker onder druk van de aandeelhouders die, laat ons eerlijk zijn, in onze neoliberale samenleving, die zitten te wachten op dividend om hun investering terug te verdienen. Dus dat is de context waarin dat productontwikkeling gebeurt en waarin dat van geen product tot een product gegaan wordt. En dus die context vraagt wel om een beetje structuur. En structuur is één zaak, maar een structuur die jouw proces ook kan sturen en mee begeleiden in positieve weg, dat is uiteraard een andere zaak. En dus als je, en dat is belangrijk, ik wil dat gewoon nog eens benadrukken, als je naar deze cursus kijkt, dan moet je dat zien vanuit de wereld van de context van de bedrijven. Ik vertel deze methodieken niet om jullie als student te zeggen hoe je een ontwerppro project moet aanpakken. We gaan er wel voor zorgen dat jullie die ontwerpmethodiek leren, dat jullie die stappen kennen, dat je de logica, de rationele kent, om dan die te kunnen gaan toepassen in de context waar het echt nodig is. En dat is de bedrijfswereld. En dan komen we heel snel bij de vraag: waarom moeten we dat dan doen in een bedrijfscontext? Wel, het antwoord is simpel. Als een bedrijf aan innovatie doet of wilt aan productontwikkeling doen. Ik ga zo dadelijk nog zien over die innovatie productontwikkeling. Ja, dan is de vraag, in een bedrijf wil je dat het succesvol is. Denkt u aan die aandeelhouders, die zitten daar druk op. Het moet succesvol zijn, maar innovatie is ook risicovol. Maar wanneer is dan een product succesvol? Wanneer kunnen we zeggen: je hebt een ontwerp gedaan en je hebt dat goed gedaan. Wat zijn de factoren die daar een rol zouden spelen? En weet niet of je de slide hebt openstaan, maar kijk alsjeblieft dan niet naar de volgende slide. Ja. En kunnen we wat generieke omschrijven? Dat het op maat is van de mensen die het moet gebruiken. Ik denk dat dat een beetje omschrijving is. Dat het efficiënter is bijvoorbeeld. Ja. Als het voor het bedrijf winst oplevert, uiteraard. Ja, dat is een simpele uitzicht, het vervult zijn functie, dat klopt. En waarom de naam? Dat kan je als een succesfactor ervaren. Er zijn verschillende manieren om naar succes te kijken als we het over dat product hebben. Ik heb hier een aantal gehoord die heel duidelijk zijn, maar ik heb hier nog een paar andere. Een product is succesvol als het relevant is. En relevant wil zeggen het doet wat het moet doen voor de mensen die dat nodig hebben. Dat is waar dat daar eigenlijk wereldwijd staan. Als het product geproduceerd voor een prijs die men ervoor wil betalen. Misschien wil iedereen tegen een muur willen opklimmen, maar niemand is bereid om daar tienduizend euro voor te betalen. Misschien sommigen wel, dat weet ik niet. Maar dus als jij een muis gaat kopen straks, een computer muis, dan weet jij op voorhand hoeveel dat jou dat waard is. En afhankelijk van de lat, hoe hoog dat je de lat ligt, er zullen mensen zijn die zeggen ik geef dat niet meer dan twintig euro aan, want ik verlies er altijd. En er zullen mensen zijn die zeggen: ja, ik wil er eentje van tachtig of negentig euro, want ik wil allerlei features die belangrijk zijn voor mij. Maar als je weet op voorhand wat dingen voor jou waard zijn. Dus een product is succesvol als het aan de prijs verkocht wordt dat jij er wilt aan geven. Voor het bedrijf is belangrijk dat dat een competitief voordeel oplevert. Dat dat product iets teweegbrengt en niet alleen vandaag, maar hopelijk ook naar de toekomst toe. En uiteraard zoals hier al gezegd werd, het product moet op een of andere manier winst opleveren voor het bedrijf. Geen winst voor het bedrijf, het bedrijf verdwijnt en het product zal ook heel snel verdwijnen. We hebben in het verleden al heel mooie voorbeelden gezien van producten die ongelooflijk goed waren en die dan toch op een of andere reden het bedrijf failliet gaat. Een van die school voorbeelden is ook altijd tuperweer geweest. Tuperweer de plastieke potjes en deze weken hebben we moeten lezen in de krant dat tuperweer failliet gegaan is. En een product of dienst heeft een unieke meerwaarde. Dat is niet onbelangrijk en dat heb ik jullie niet horen zeggen, want dat is echt een gouden regel in productontwikkeling. Alles draait om meerwaarde. Als je een product ontwikkelt dat geen enkele meerwaarde heeft 10 opzichte van een vorig product, dan is er geen enkele reden waarom dat iemand jouw product zou kopen. Dus die unieke meerwaarde, dat is essentieel in heel het verhaal. Ja? Ed the value. Ik weet niet of jullie Dieter Rams kennen. Dieter Rams was een heel belangrijke ontwerper in de jaren zeventig en een aantal van zijn producten zijn nog altijd een beetje legendarisch en dat was nog de periode dat ontwerpers ook een naam waren en dat die ook echt waren een beetje de fenomenen, de rockstar van het design op die op dat moment. En Ditter Rams is echt wel een belangrijke figuur en hij had tien regels over good design. Kies ze maar mee, ik moeten het niet allemaal eens zijn wat die te ramp zit, maar voor de jaren zeventig vind ik dat toch wel straf. Het moet innovatief zijn, dus hij refereert naar meerwaarde. Een product moet beter zijn dan een vorige, anders gaan mensen dat nooit kopen. Het moet bruikbaar zijn en we moeten kunnen doen waar het moet doen. Het moet esthetisch verantwoord zijn. Blijven we nog altijd super belangrijk vinden. Die Tarant was daar een ongelooflijk exponent van. Hij heeft een heel sobere lijn geïntroduceerd in het design, het dichte, sobere design. Dat heeft enorm veel invloed gehad op andere designers. Een product moet zichzelf begrijpbaar maken. Denk aan onze knopjes om de weg over te steken. Het moet inoptrusive zijn en als ik dat goed vertaal wil zeggen dat je dat je niet te hard mag ingrijpen op het leven van de mensen. In de zin dat je niet belastend mag zijn op één of andere manier. Je moet eerlijk design maken en dat is een regel die uiteraard over ethische issues gaat. En die hoe langer hoe meer terug belangrijk wordt en waar het verleden precies toch niet iedereen heel hard rekening heeft gehouden. Typisch wat voor Dieter Rams zei, wat hij zei: good design is de sleutel, design is posible. Maar hij was ook een minimalistisch en dat was zijn manier om over design na te denken. Dat hoeft niet, maar het is een keuze. Soms gaat het ook over stijl en stijl kunnen verschillend zijn. Environmentally friendly uiteraard, toen in de jaren zeventig. Je moet de oog hebben voor detail in design, in goed design. En het moet lang, een product moet lang gebruikt kunnen worden. Ik denk dat we daar soms toch wel de boot in gegaan zijn in onze wegwerpmaatschappij. Maar dus er zijn allerlei manieren om na te denken over wanneer is een design goed gedaan. Maar de vraag is niet alleen als we het hebben over design, over het product. Er zijn zeker wat succesfactoren voor het product, maar ze zijn er net zo goed voor het proces. De succesfactor voor het proces situeren zich uiteraard op een beetje een ander vlak. Ik ga ze jullie gewoon geven, want ik heb minder zoveel tijd. Belangrijk in dat proces is dat je op tijd bent. Dat is iets waar jullie eigenlijk best wel wat mee geconfronteerd worden, want voor jullie is dat ook super belangrijk. Jullie deadline is meestal van drieëntwintig uur negenenvijftig en geen minuut later. En dat wil zeggen als je begint, dat je hebt voordat je een beetje zicht moet hebben. Wanneer moet ik wat gedaan hebben tegen wanneer, enzovoort. Dat is wel uitdagend. In die industrie geldt dat ook. En dat is een van de belangrijkste parameters om een proces goed te managen. Een tweede belangrijke is dat je risico's probeert te beperken. Risico's beperken wil zeggen op voorhand kunnen inschatten waar de moeilijkheden zich gaan bevinden en daarop anticiperen. En daar acties doen die ervoor zorgen dat die risico's teniet gedaan worden. We gaan er later nog op terugkomen. Maar alleszins risico's beheersen is essentieel in een ontwikkelingsproces. Ik kom er al op terug. Binnen budget blijven. Dan gaat het niet alleen over het feit dat een product niet te duur is op het einde van de rit, maar dat het proces om tot zo'n product te komen, het innovatiebudget van een onderneming, dat dat ook binnen de perken blijft. Als je straks een team van tweehonderd mensen nodig hebt om een heel eenvoudig product op de markt te brengen, dan is er veel kans dat dat product niet economisch haalbaar zal zijn. En tot slot, wanneer we gezegd hebben, gedaan hebben wat we gezegd hebben, en dat wil eigenlijk zeggen voldoen aan uw eigen doelstellingen. Als je een bepaald product voor ogen hebt, het is altijd een reden waarom dat je een product begint te ontwikkelen. Als je een bepaalde reden voor ogen hebt, dan is het belangrijk op het einde van de rit dat je daar ook uitkomt. En dat je kan zeggen: dit was ons doel en we zijn erin geslaagd, want dit is het product. Dat is één zin die samenvat dat je eigenlijk helemaal aan je voldoet. Dus dat zijn de succesfactoren onder meer voor een proces. En dat is ook uiteraard de reden waarom sommige mensen beslissen om oké, als we dit willen onder controle houden, dan moeten we wel een beetje goed nadenken over die aanpak. En dan moeten we een manier vinden om die stap met elkaar te laten opvolgen. Aansluitend daarop, maar het is eigenlijk een andere vraag. Ik bekijk het nu heel hard vanuit de bedrijfswereld en bedrijven moeten winst maken. En ik kan me voorstellen dat dat soms wel een beetje pikt. Al zo dat de economische factoren de enige factoren zijn die relevant zijn. We kunnen niet anders dan vaststellen dat we binnen economische realiteit leven en dat binnen die economische realiteit product gerealiseerd moet worden. Als iets geen winst oplevert zal het niet gebeuren. En dus is de hamvraag: wat is dan de bijdrage van innovatie? Kan een product de wereld beter maken, ja of nee? Ik hoop dat ik jullie niet als schrik door dat economisch kader mee te geven, maar uiteraard zijn er allerlei producten die aantonen dat ook binnen een economisch kader dat je product kan ontwikkelen die een meerwaarde hebben en die op zich toch de wereld een iets betere plek kunnen maken. Ik hoop vooral dat die boodschap blijft hangen. En je ziet op de linkerkant een product dat hier ook nog samen met studenten ontwikkeld is. En dat is een klein device om urine op te vangen en die urine moet opgevangen worden om te testen op het HPV virus. En dat is een test die wordt uitgestuurd naar adolescenten om thuis op voorhand te kunnen screenen of dat je de HPV virus eventueel zou hebben. Draag dat bij tot een betere wereld? Ja, ik denk het wel, want als je dat soort testen, niemand doet dat graag. Niemand heeft graag een test die binnenkomt zich dan moet je weer urine opvangen en ik moet En als je er kan voor in slagen om dat op een zodanige manier te doen, dat dat heel gebruiksvriendelijk wordt, dat het gemakkelijk wordt, dat mensen daar geen weerstand meer tegen hebben en dat straks negentig procent van de mensen die screening zullen meedoen in plaats van zestig procent van de mensen, ja dan heb jij als ontwerper effectief een betere plek gecreëerd. Als jij nagedacht hebt over een oorstokje om dat niet wegwerp te maken, maar herbruikbaar te maken en je kan een product in die zin doen evolueren, dan heb jij een bijdrage geleverd. Het is niet altijd even succesvol. Wat je ziet is de computer die ooit ontwikkeld is om in het globale zuiden te kunnen gebruikt worden, die voorzien was van een elektrische generator en die kon je eigenlijk zonder aansluiting op een elektriciteitsnet manueel opdraaien. En dan kon je ervoor zorgen dat je ook in andere contexten gebruik kon maken van een computer. Of het strootje ontwikkeld was in Nederland waar een soort filter in zat waar je als je dan toch met besmet water te maken hebt, dat je rechtstreeks kan drinken van water en dat op een of andere manier gefilterd krijgt. Er zijn heel veel voorbeelden, maar ik wil gewoon de balans houden tussen wat economisch haalbaar is, maar wat is vanuit een duurzaamheidsperspectief of vanuit een humaan perspectief, wenselijk. Maar goed, bottom line. Als we het hebben over de context van productontwikkeling, dan hebben we het over nieuwe producten, diensten en systemen die ontwikkeld worden en die altijd een unieke meerwaarde moeten hebben. Anders beginnen we er zelfs niet aan. En dat speelt zich af over het algemeen binnen bedrijven of organisaties die uiteraard binnen een bepaalde realiteit leven, maar die ook te maken hebben met mensen die dat moeten doen, met een innovatiecultuur, met bepaalde processen. Dat is de context waarin dat we die methodiek van plaatsen en waar we gaan een bijdrage proberen leveren aan het stappenplan om hoe pak ik dat nu aan als ik het wil hebben over innovatie. Ik ga hier afsluiten voor vandaag. Ik ben nog niet helemaal door geraakt, maar volgende week verder. Wij zien elkaar volgende week vrijdag om half negen, same time. Sign place, dat weet ik niet. Check goed uw agenda.