Examenvragen Ondernemingsrecht + Boekhouden, Vastgoed 2023 PDF

Summary

This document is 2023 past exam paper on business law and accounting, covering topics like company law and bookkeeping, presented by RealEstateMVP from Stuvia. The paper contains multiple-choice questions and is a beneficial practice resource for undergraduate studies.

Full Transcript

Examenvragen ondernemingsrecht + boekhouden, vastgoed 2023 geschreven door RealEstateMVP De website voor het Kopen en Verkopen van je Samenvattingen Op Stuvia vind je de beste samenvattingen, notities en...

Examenvragen ondernemingsrecht + boekhouden, vastgoed 2023 geschreven door RealEstateMVP De website voor het Kopen en Verkopen van je Samenvattingen Op Stuvia vind je de beste samenvattingen, notities en ander studiemateriaal. Voor alle toetsen, examens en cursussen. Bekijk het aanbod op Stuvia. www.stuvia.com Gedownload door: tibodepoorter | [email protected] Wil jij €76 per Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. maand verdienen? Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Examen Ondernemingsrecht januari 2023 Ondernemingsrecht Deel 1: Meerkeuzevragen …../10p A. Klassieke meerkeuzevragen met één juist antwoord ……/6p I.1. Welke bewering betreffende het toepassingsgebied van de bewijsregeling in ondernemingszaken is juist? A. Het bewijsrecht in ondernemingszaken geldt enkel voor geschillen tussen ondernemingen B. Het bewijsrecht in ondernemingszaken geldt voor geschillen tussen ondernemingen en ook voor geschillen tussen een onderneming en een burger als de onderneming iets wil bewijzen tegen de burger. C. Het bewijsrecht in ondernemingszaken geldt voor geschillen tussen ondernemingen en ook voor geschillen tussen een onderneming en een burger als de burger iets wil bewijzen tegen. de onderneming D. Het bewijsrecht in ondernemingszaken geldt voor geschillen tussen ondernemingen en voor geschillen tussen ondernemingen en burgers. I.2. Een zelfstandige kan onder bepaalde voorwaarden door het afleggen van een verklaring, zijn woning-hoofdverblijfplaats afschermen tegen zijn professionele schuldeisers. Op welke wijze dient deze verklaring te worden afgelegd en hoe dient deze verklaring tegenwerpelijk te worden gemaakt aan derden? A. De verklaring moet afgelegd worden in een notariële akte. Voor de tegenwerpelijkheid aan derden moet deze akte worden overgeschreven in een speciaal register op het bevoegde Kantoor Rechtszekerheid. B. De verklaring moet afgelegd worden in een notariële akte. Voor de tegenwerpelijkheid aan derden moet deze akte worden geregistreerd op het bevoegde (federale) registratiekantoor. C. De verklaring moet afgelegd worden in een onderhandse akte. Voor de tegenwerpelijkheid aan derden moet deze akte worden geregistreerd op het bevoegde (federale) registratiekantoor. Gedownload door: tibodepoorter | [email protected] Wil jij €76 per Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. maand verdienen? Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen D. De verklaring moet afgelegd worden in een onderhandse akte. Voor de tegenwerpelijkheid aan derden moet deze akte worden neergelegd op de griffie van de Ondernemingsrechtbank. I.3. Voor de toepassing van de regeling inzake onrechtmatige bedingen uit de wetgeving betreffende de marktpraktijken, dient onder een consument te worden verstaan: A. Een natuurlijke persoon die uitsluitend handelt voor private doeleinden. B. Een natuurlijke persoon die hoofdzakelijk handelt voor private doeleinden. C. Een natuurlijke persoon of een rechtspersoon met een burgerlijk doel (die geen economische activiteit ontwikkelt), die uitsluitend handelen voor private doeleinden. D. Een natuurlijke persoon of een rechtspersoon met een burgerlijk doel (die geen economische activiteit uitoefent), die hoofdzakelijk handelen voor private doeleinden. I.4. De wet verbindt als sanctie aan de opname van een onrechtmatig beding in een overeenkomst tussen een onderneming en een consument de nietigverklaring door de rechter van het ongeoorloofde beding. Het gaat om een "bijzondere relatieve nietigheid". Wie kan deze nietigheid inroepen? A. Alleen de consument. B. De consument en ook de rechter ambtshalve C. De consument en de onderneming. D. Elke belanghebbende en ook de rechter ambtshalve. Gedownload door: tibodepoorter | [email protected] Wil jij €76 per Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. maand verdienen? Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen I.5. De consument-koper die bij een professionele verkoper een goed koopt en die na de levering vaststelt dat het goed een gebrek vertoont kan als aan de door de wet gestelde voorwaarden is voldaan een beroep doen op de Wet Verkoop aan de Consument en de verkoper op grond van deze wet aanspreken. Deze wet kent aan de consument-koper een aantal belangrijke voordelen toe. Welk van de volgende vier voordelen wordt door de wet echter niet toegekend aan de consument-koper? Met andere woorden, welke bewering is fout? (De overige drie beweringen zijn dus correct). A. De consument-koper kan de kosteloze herstelling of vervanging van het gebrekkige goed vragen. B. De consument koper geniet van een voordelige bewijsregeling: indien de consument koper het gebrek vaststelt binnen de twee jaar (vroeger binnen de zes maanden) te rekenen vanaf de levering, dan wordt het gebrek vermoed aanwezig te zijn op het ogenblik van de levering. Hij hoeft dan met andere woorden niet de anterioriteit van het gebrek te bewijzen. C. De professionele verkoper kan zijn aansprakelijkheid op grond van de Wet Verkoop aan de consument niet beperken of uitsluiten door middel van een clausule in de koopovereenkomst. Exoneratiebedingen zijn nietig. D. De consument koper kan de professionele verkoper op grond van de Wet Verkoop aan de Consument aanspreken gedurende tien jaar te rekenen vanaf de levering van het goed. Het is bijgevolg niet erg als hij het gebrek pas na drie jaar te rekenen vanaf de levering heeft vastgesteld. I.6. Een Naamloze Vennootschap kan de voor een grote investering noodzakelijke financiële middelen aantrekken door de uitgifte van aandelen of door de uitgifte van obligaties. Er zijn echter een aantal belangrijke verschilpunten tussen aandelen en obligaties. Welke van de volgende vier beweringen is fout? (De overige drie beweringen zijn dus correct). A. De door aandelen aangetrokken financiele middelen behoren boekhoudkundig tot het eigen vermogen van de vennootschap, terwijl de door obligaties aangetrokken financiele middelen boekhoudkundig behoren tot het vreemd vermogen van de vennootschap. B. Aandelen worden uitgegeven voor onbepaalde duur. Obligaties hebben een bepaalde duur (bijvoorbeeld zeven jaar). Zij worden terugbetaald op de bij de uitgifte vastgestelde einddatum. Gedownload door: tibodepoorter | [email protected] Wil jij €76 per Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. maand verdienen? Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen C. Aandeelhouders kunnen jaarlijks een dividend ontvangen als de vennootschap winst heeft gemaakt en de algemene vergadering de uitkering van (een deel van) de winst goedkeurt. Obligatiehouders hebben jaarlijks recht op de bij de uitgifte vastgestelde vaste rente (interesten) en dit ongeacht of de vennootschap al dan niet winst heeft gemaakt. D. Een aandeelhouder is juridisch gezien een mede-eigenaar van al de onroerende en roerende goederen van de vennootschap. Een obligatiehouder is een - in principe chirografaire- schuldeiser van de vennootschap. Bij faillissement van de vennootschap hebben de aandeelhouders als houders van een zakelijk recht bijgevolg voorrang op de obligatiehouders, die slechts houder zijn van een persoonlijk recht (een vorderingsrecht). B. MEERKEUZEVRAGEN MET EEN OF MEERDERE JUISTE ANTWOORDEN …../4p Bij elke meerkeuzevraag is er minstens één antwoord juist. Er kunnen echter ook meerdere antwoorden juist zijn. Het is zelfs mogelijk dat alle antwoorden juist zijn. U dient alle juiste antwoorden aan te duiden. Elke meerkeuzevraag heeft de waarde van één (1) punt. Indien u bij een meerkeuzevraag alle juiste antwoorden hebt aangeduid, krijgt u één (1) punt. Indien u één fout heeft gemaakt, met name één juist antwoord niet hebt aangeduid of een fout antwoord ten onrechte hebt aangeduid, dan krijgt u 0,66 punten. indien u twee fouten hebt gemaakt, met name (1) twee juiste antwoorden niet hebt aangeduid of (2) ten onrechte twee foute antwoorden hebt aangeduid of (3) een juist antwoord niet hebt aangeduid én ten onrechte een fout antwoord hebt aangeduid, dan krijgt u 0,33 punten. Indien u meer dan twee fouten hebt gemaakt, dan krijgt u 0 punten. Er is geen giscorrectie. II.1. Er wordt bij overeenkomst - conform de nieuwe Pandwet- een pand gevestigd op de handelszaak ten voordele van een grote leverancier die krediet verleent aan de winkelier (de geleverde goederen mogen in schijven gespreid in de tijd betaald worden tegen een zeer lage rente). Geef aan welke van de volgende beweringen inzake dit pand op de handelszaak juist zijn. A. Dit pand is niet geldig want de pandhoudende schuldeiser is geen kredietinstelling. B. De pandovereenkomst is een consensuele overeenkomst, omdat de pandgever een onderneming is. C. De pandovereenkomst is een vormelijke overeenkomst, omdat de pandhoudende schuldeiser geen kredietinstelling is. Gedownload door: tibodepoorter | [email protected] Wil jij €76 per Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. maand verdienen? Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen D. De pandovereenkomst moet bij notariële akte worden vastgesteld, want de pandvestiging moet worden ingeschreven in een speciaal register op het Kantoor Rechtszekerheid. E. Het gaat om een pand met buitenbezitstelling. F. Het gaat om een "registerpand" het pand moet-voor de tegenwerpelijkheid aan derden- door de pandhoudende schuldeiser worden geregistreerd in het Centraal Pandregister. G. Het gaat om een "registerpand": het pand moet-voor de tegenwerpelijkheid aan derden - op verzoek van de notaris worden ingeschreven in een speciaal register op het Kantoor Rechtszekerheid. H. De pandhoudende schuldeiser bezit een voorrecht. I. De pandhoudende schuldeiser heeft een volgrecht. II.2. Een onderneming wordt failliet verklaard. Er zijn verschillende lopende contracten. Welke van de volgende uitspraken betreffende de invloed van het faillissement op de lopende contracten is/zijn juist? A. Door het faillissement worden alle lopende contracten automatisch beëindigd, tenzij de ondernemingsrechtbank in haar vonnis een uitzondering maakt voor welbepaalde overeenkomsten. B. Door het faillissement worden enkel de intuïtu personae contracten en de contracten die voor het geval van faillissement een uitdrukkelijk ontbindend bevatten automatisch beëindigd C. Bij faillissement beschikt de contractpartij op grond van de wet over de mogelijkheid om de lopende overeenkomst op te zeggen met een opzeggingstermijn van drie maanden. De opzegging moet bij aangetekend schrijven worden gericht aan de curator. D. De curator kan beslissen om een lopende overeenkomst te beëindigen. De contractpartij kan dan een schadevergoeding vragen. Deze vordering is echter niet bevoorrecht. E. De curator kan beslissen om de lopende overeenkomst voort te zetten. Hij is dan tot uitvoering van de uit de overeenkomst voortvloeiende verbintenissen gehouden (voor prestaties na het faillissement). Het gaat dan om een schuld van de boedel F. Indien de curator-binnen de 15 dagen na de ingebrekestelling door de contractpartij geen beslissing neemt over de verderzetting of de beëindiging van de lopende overeenkomst, dan wordt deze geacht van rechtswege te zijn ontbonden. Gedownload door: tibodepoorter | [email protected] Wil jij €76 per Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. maand verdienen? Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen G. De curator kan op grond van de wet er voor opteren om de lopende overeenkomst aan een derde over te dragen, die dan op zijn beurt verder zal gehouden zijn tot uitvoering van de uit de overeenkomst voortvloeiende verbintenissen. De contractpartij moet lijdzaam deze overdracht van overeenkomst ondergaan en de nieuwe schuldenaar accepteren. II.3. Tal van wetten ter bescherming van de consument (onder meer de wetgeving betreffende de marktpraktijden en de Wet op de Time-sharing) voorzien in een wettelijk herroepingsrecht voor de consument. Welke van de volgende beweringen aangaande het wettelijk herroepingsrecht is/zijn Juist? A. Een herroepingsrecht is het recht dat aan de consument wordt verleend om een gesloten overeenkomst, waarvan de uitvoering meestal reeds is gebeurd (of minstens is begonnen), eenzijdig ongedaan te maken. B. De consument moet in de precontractuele fase door de onderneming geïnformeerd worden over zijn herroepingsrecht C. De consument moet zijn herroepingsrecht uitoefenen binnen de door de wet voorziene termijn (vaak veertien dagen vanaf het sluiten van de overeenkomst). D. De consument moet zijn herroeping motiveren: hij moet zorgvuldig uitleggen om welke zwaarwichtig reden(en) hij zijn herroepingsrecht uitoefent. E. De consument die zijn herroepingsrecht uitoefent, dient verplicht gebruik te maken van het wettelijk modelformulier dat in bijlage bij de wet is gevoegd. Als de wet niet in een modelformulier voorziet, dan volstaat een door de consument zelf opgestelde brief die aangetekend naar de onderneming wordt verzonden. F. Als de consument zijn herroepingsrecht uitoefent, dan moet de onderneming binnen de door wet voorgeschreven termijn alle van de consument ontvangen betalingen terugbetalen onder aftrek evenwel van een forfaitaire compensatie van 5% G. Als de consument zijn herroepingsrecht uitoefent, dan moet de consument binnen de door de wet voorgeschreven termijn de reeds geleverde goederen terugsturen naar de onderneming. De onderneming moet aan de consument de door hem gemaakte kosten voor het inpakken en terugzenden van de goederen terugbetalen. Gedownload door: tibodepoorter | [email protected] Wil jij €76 per Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. maand verdienen? Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen II.4. Bij de meeste vennootschappen moet er een commissaris worden benoemd. Het statuut van de commissaris is wettelijk geregeld. Het gaat om een dwingende en gedetailleerde regeling. Welke van de volgende beweringen betreffende de commissaris-functie in een Naamloze Vennootschap is/zijn juist? A. De commissaris wordt benoemd door de raad van bestuur van de NV. B. De commissaris wordt benoemd voor een hernieuwbare termijn van drie jaar. C. Het mandaat van de commissaris is ad nutum herroepbaar. De vennootschap kan op ieder ogenblik het mandaat van de commissaris beëindigen met onmiddellijke ingang en zonder hiervoor een reden te moeten opgeven. D. Tot commissaris in een NV kunnen worden benoemd: bedrijfsrevisoren, accountants, boekhouders en gewezen bankiers. E. De commissaris voert de boekhouding en stelt de jaarrekening op. F. De commissaris oefent controle uit op de financiële positie van de vennootschap en op de regelmatigheid van de boekhouding en van de jaarrekening. G. De commissaris moet jaarlijks een controleverslag opstellen over de door hem verrichte controlewerkzaamheden. Dit controleverslag wordt overgemaakt aan en besproken op de jaarvergadering. H. De commissaris moet de belangrijke betalingsopdrachten uitgaande van de vennootschap (zoals overschrijvingen van grote bedragen) mede-ondertekenen voor akkoord (naast de handtekening van een bestuurder). Anders mogen deze betalingsopdrachten niet worden uitgevoerd. Gedownload door: tibodepoorter | [email protected] Wil jij €76 per Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. maand verdienen? Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Deel 2: Open vragen …../10p 1. Een handelszaak wordt verkocht a. Wanneer vindt de eigendomsoverdracht tussen de partijen plaats? De eigendomsoverdracht wordt overgedragen door louter wilsovereenstemming. Tussen de koop en de verkoop van een handelszaak zijn er geen formaliteiten. Het tekenen van een onderhandse verkoopovereenkomst is voldoende (er is geen notariële akte vereist.) b. Wat moet er gebeuren om de eigendomsoverdracht tegenwerpelijk te maken aan derden? Een handelszaak is een feitelijke algemeenheid van goederen en dit betekent dat er geen rechtspersoonlijkheid is. Er moet voor elk vermogensbestanddeel de eigen regels worden toegepast. 2 voorbeelden: → voor roerende lichamelijke goederen moeten er afgifte plaatsvinden (de materiële afgifte). →Intellectuele recht moeten gemeld worden aan het bevoegde bureau. 2. Een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid gaat een overeenkomst sluiten. a. Wat verstaat men onder de vertegenwoordigingsbevoegdheid De vertegenwoordigingsbevoegdheid is de bevoegdheid om in naam en volledige van de vennootschap het contract te tekenen. b. Wie heeft op grond van de wet de vertegenwoordigingsbevoegdheid? Welke modaliteit van deze bevoegdheid wordt vaak nader geregeld in de statuten? - Bij vennootschappen zit de vertegenwoordigingsbevoegdheid altijd bij het bestuursorgaan (raad van bestuur). - De vraag is of ze met 1 bestuurder kan tekenen of ze met 2 of meerdere moeten zijn. In de statuten word er soms gepresenteerd dat in de naamloze vennootschap er altijd minstens 2 bestuurders moeten zijn, u kan bijvoorbeeld in de statuten een “meer handtekeningen clausule” opnemen dat de vennootschap pas verbonden word wanneer er meerdere bestuurders zijn. Gedownload door: tibodepoorter | [email protected] Wil jij €76 per Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. maand verdienen? Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen c. Dient de vertegenwoordiger over een schriftelijke volmacht te beschikken? Zo ja, wanneer is een notariële volmacht vereist en wanneer volstaat een onderhandse volmacht? Zo neen, waarom niet en wat moet de vertegenwoordiger dan wel aantonen? Neen, het gaat niet om een klassieke volmacht, maar wel over een organieke vertegenwoordiging, de bestuurder tekent als orgaan van de rechtspersoon en als een orgaan tekent dan hoeft dat orgaan van een rechtspersoon niet over een schriftelijke volmacht te beschikken. Het enige wat dat orgaan aan een contractspartij moet kunnen voorleggen is een bewijs van benoeming tot bestuurder. (de meest gebruikelijke manier om dit aan te tonen is via een uittreksel uit het Belgisch staatsblad, maar het kan ook zijn dat u benoemt bent in de statuten, wat ook kan dienen als bewijs ) 3. Bart De Tekenaar is architect en de trotse eigenaar van een oud herenhuis in Antwerpen dat hij grotendeels gebruikt als woning-hoofdverblijf met uitzondering van twee kamers die hij gebruikt als bureau waar hij zijn plannen maakt en zijn administratieve werkzaamheden uitvoert (o.a. het aanvragen van de nodige vergunningen). Hij gaat bij de Genereuze Bank een lening aan om dit oud herenhuis zowel te moderniseren (o.a. plaatsen van een ingerichte keuken en badkamer) als energiezuinig te maken (o.a. isolatie en dubbele beglazing). Als waarborg voor de terugbetaling van het geleende kapitaal en de betalingen van de verschuldigde interesten wordt in de kredietovereenkomst een persoonlijke zekerheid bedongen, meer bepaald een borgstelling door zijn vader. Onder welke kredietwetgeving valt deze lening? Leg duidelijk uit waarom. O Hypothecair krediet O Consumentenkrediet O Gemeen recht inzake de lening op interest (= de rentelening). Er moet voldaan worden aan 3 cumulatieve voorwaarden: 1) de kredietnemer is een natuurlijk persoon en geen rechtspersoon die een hoofdverblijfplaats in België heeft. 2) De kredietnemer moet hoofdzakelijk handelen voor private doeleinden.→ de renovatie van het herenhuis is privatief. 3) Het krediet moet een roerende bestemming hebben. → dit is het niet. Maar hier is er een uitzondering waarbij er ook geldt dat het gaat om een onroerend goed te renoveren op voorwaarde dat er geen hypothecaire waarborg is. Gedownload door: tibodepoorter | [email protected] Wil jij €76 per Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. maand verdienen? Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen 4. a. Wat verstaat men bij faillissement van een onderneming onder de schulden van de boedel? Geef twee concrete voorbeelden van dergelijke schulden. Schulden van de boedel = Boedelschulden → dit zijn schulden die ontstaan na het faillissement en die door de curator worden aangegaan in het belang van hoe de afrekening van het faillissement wordt afgehandeld. vb.1) Huren van een opslagruimte vb.2) Het loon van een door de curator aangestelde boekhouder b. Moeten deze schuldeisers aangifte van hun schuldvorderingen doen? O ja O neen extra info: (schuldeisers van de boedel → geen schuldvordering) (schuldeisers in de boedel → wel schuldvordering) c. Welke plaats heeft deze categorie van schulden in de voorgeschreven volgorde van uitbetaling door de curator van de verkoopopbrengst van de activa? De schulden van de boedel hebben de aller eerste plaats bij het faillissement en worden dus voor alle andere schuldeisers (zelfs bevoorrecht, hypothecaire,…) geplaatst. Het wordt dus als eerste geplaatst in de rangorde van de schuldeisers. Gedownload door: tibodepoorter | [email protected] Wil jij €76 per Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. maand verdienen? Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Boekhouden Deel 1: Klassieke meerkeuzevragen met één juist antwoord …../4p I.1. Een handelszaak is eigendom van en wordt uitgebaat door een natuurlijke persoon. Op welke vermogen heeft de boekhouding van de handelszaak betrekking en op welk vermogen kunnen de professionele schuldeisers van de handelszaak bij wanbetaling beslag leggen? A. De boekhouding heeft alleen betrekking op het bedrijfsvermogen en de professionele schuldeisers kunnen alleen beslag leggen op het bedrijfsvermogen. B. De boekhouding heeft alleen betrekking op het bedrijfsvermogen, terwijl de professionele schuldeisers beslag kunnen leggen zowel op het bedrijfsvermogen als op het privé vermogen. C. De boekhouding heeft zowel betrekking op het bedrijfsvermogen als op het privé vermogen, terwijl de professionele schuldeisers alleen beslag kunnen leggen op het bedrijfsvermogen D. De boekhouding heeft zowel betrekking op het bedrijfsvermogen als op het privé vermogen en de professionele schuldeisers kunnen beslag leggen zowel op het Bedrijfsvermogen als op het privé vermogen. I.2. Bij het voeren van de boekhouding moeten de regels voor het debiteren en crediteren van individuele rekeningen worden in acht genomen. Welke van de volgende vier beknopte samenvattingen van deze regels is juist ? (De overige drie samenvattingen zijn dus foutief). A. Bij daling van de banktegoeden, bij stijging van een schuld aan een leverancier, bij daling van het eigen vermogen, bij het ontstaan van een kost en bij daling van een opbrengst moet de betrokken rekening worden "gecrediteerd". B. Bij stijging van de voorraden, bij het ontstaan van een schuld aan een kredietinstelling, bij daling van het eigen vermogen, bij stijging van een kost en bij het ontstaan van een opbrengst moet de betrokken rekening worden "gedebiteerd. C. Bij daling van de handelsvorderingen, bij de uitgifte van een obligatielening, bij stijging van het eigen vermogen, bij daling van een kost en bij het ontstaan van een opbrengst moet de betrokken rekening worden "gecrediteerd". Gedownload door: tibodepoorter | [email protected] Wil jij €76 per Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. maand verdienen? Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen D. Bij stijging van de geldbeleggingen, bij daling van een belastingschuld, bij stijging van het eigen vermogen, bij het ontstaan van een kost en bij de stijging van een opbrengst moet de betrokken rekening worden "gedebiteerd". I.3. Welke van de volgende vier beweringen betreffende de "buiten balans verplichtingen" is fout? (De overige drie beweringen zijn dus correct). A. Met de "buiten balans verplichtingen " worden voornamelijk bedoeld de zakelijke zekerheden (bijvoorbeeld een hypotheek) en de persoonlijke zekerheden (bijvoorbeeld een borgstelling) die de onderneming aan haar schuldeisers heeft verleend. B. In het Minimum Algemeen Rekeningenstelsel zijn de "buiten balans verplichtingen" terug te vinden op de "orderekeningen”, die ook de "0-rekeningen" (nul rekeningen) worden genoemd. C. De "buiten balans verplichtingen" staan vermeld op de passiefzijde van de balans meer bepaald gans onderaan ander een horizontale streep (dus na rubriek 10). Dit is logisch, omdat het gaat om potentiële schulden van de onderneming aan derden. D. In de toelichting moet nadere informatie worden gegeven over de "buiten balans verplichtingen" Het gaat dus om een verplicht onderwerp in de toelichting 1.4. Een grote Naamloze Vennootschap, die geen deel uitmaakt van een groep, moet jaarlijks drie met de boekhouding verband houdende documenten openbaar maken. Deze documenten worden de jaarstukken genoemd. Welke van de volgende vier beweringen betreffende deze openbaarmakingsverplichting is juist ? (De overige drie beweringen zijn dus fout). A. De drie openbaar te maken documenten zijn de jaarrekening, de resultatenrekening en het controleverslag van de commissaris. B. De jaarstukken moeten worden openbaar gemaakt door neerlegging op de griffie van de Ondernemingsrechtbank van de zetel van de vennootschap. Deze jaarstukken worden opgenomen in het ondernemingsdossier. C. De jaarstukken moeten worden openbaar gemaakt binnen de 30 dagen nadat de jaarrekening is goedgekeurd door de algemene vergadering en ten laatste zeven maanden na het afsluiten van het boekjaar. Gedownload door: tibodepoorter | [email protected] Wil jij €76 per Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. maand verdienen? Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen D. De raad van bestuur moet instaan voor de (tijdige) openbaarmaking van de twee documenten die door de raad van bestuur zijn opgesteld (en die door de algemene vergadering in goedgekeurd). De commissaris moet zogen voor de (tijdige) openbaarmaking van het door hem opgestelde controleverslag (waarvan de algemene vergadering heeft kennis genomen). Deel 2. Open vragen …../6p 1.a. Wat is een enkelvoudige jaarrekening? Een jaarrekening van 1 enkele onderneming als afzonderlijk rechtspersoon gezien. (staat tegenover een geconsolideerde jaarrekening) 1.b. Welke functie of functies vervult een enkelvoudige jaarrekening? 1) rapporteringsfunctie (jaarrekening (+jaarverslag) is het document waarvan de bestuurders jaarlijks de verantwoording afleggen aan de algemene vergadering) 2) Informatieve functie (ten opzichte van derde) 2.a. Waarvoor staat de afkorting “IFRS”? International Financial Reporting Standards 2.b. Waarom werd IFRS ingevoerd? Om de verschillen in de boekhouding tussen de verschillende landen weg te werken want in elk land heb je eigen regels die voor een stuk verschillen. Het IFRS is dus daarom ingevoerd als je bijvoorbeeld 2 bedrijven van 2 verschillende landen wilt vergelijken in cijfers. 2.c. Welke Belgische vennootschappen moeten IFRS toepassen? De beursgenoteerde vennootschappen 2.d. Wat moeten de andere Belgische vennootschappen toepassen? Belgian GAAP (generally accepted accounting principles) 2.e. Mogen de andere vennootschappen vrijwillig opteren voor de toepassing van IFRS? O ja O neen Gedownload door: tibodepoorter | [email protected] Wil jij €76 per Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. maand verdienen? Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen 3. Een grote NV wenst via externe financiering de aankoop van nieuwe dure machines te financieren. Zij geeft daarom obligaties uit met een loontijd van 8 jaar waarop door beleggers wordt ingetekend. 3.a. Wat is het alternatief voor het uitgeven van obligaties? Bancaire kredieten en hier komen alle mogelijke bancaire kredieten in aanmerking: investeringskredieten, termijn kredieten,… 3.b. Waar zijn de uitgegeven obligaties terug te vinden op de balans van de NV? (zijde, naam rubriek en deel van rubriek). Ze zijn terug te vinden in de passief zijde van de vennootschap in de rubriek “schulden op lange termijn” en het deelrubriek “financiële schuld” 3.c. De NV moet jaarlijks de overeengekomen interesten (rente) betalen aan de obligatiehouders. Waar zijn de betaalde interesten terug te vinden in de jaarrekening van de NV? (onderdeel van jaarrekening, eventueel zijde en naam rubriek) De interesten vindt je terug in de resultatenrekening, bij “financiële kosten” 3.d. Welke "overboeking moet er gebeuren bij het begin van het laatste jaar (in casu het achtste jaar) van de obligatie? Een obligatie die op het einde komt moet op het begin van het laatste jaar overgeboekt worden van schulden op lange termijn naar schulden op korte termijn. 3.e. Op het einde van het achtste jaar wordt het geleende kapitaal terugbetaald aan de obligatiehouders met geld dat op de bankrekening van de NV staat. Hoe zal dit worden geboekt in de boekhouding van de NV? U heeft enerzijds de rekening “bank” of als u de globale rekening neemt “liquide middelen”, die staat op het actief van de balans, geld gaat van de rekening en gaat naar de obligatiehouder dus de actief rekening daalt, dus wat moet u doen? → crediteren. De rekening schuld aan de obligatiehouders daalt, die schuld is een passief rekening, wat moet u doen? → debiteren Gedownload door: tibodepoorter | [email protected] Wil jij €76 per Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. maand verdienen? Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen INHAAL EXAMEN VERSIE 1, Deel ondernemingsrecht, open vragen 1.a. Beschrijf de 2 specifieke verplichtingen die op de verkoper van een handelszaak rusten wanneer die een handelszaak doorverkoopt en geef telkens aan welke verplichting dit is in het kader van de overdracht. 1) Introductieplicht: de verkoper van de handelszaak moet bij de verkoop de overnemer voorstellen aan het cliënteel en de leveranciers. 2) Concurrentie verbod: Je mag geen concurrentie vormen tot de overnemer. U mag geen soortgelijke handel uitvoeren in de buurt van de overnemer. 1.b. Een naamloze vennootschap met een monistisch bestuursorgaan, wie benoemt hier de bestuurders? De algemene vergadering 2.a. Voor welke termijn worden de bestuurders in een NV benoemt, dus de maximum duur? 6 jaar 2.b. Kan dit mandaat worden verder gezet? Ja, de algemene vergadering kan op mandaat hernieuwen en dus voor een nieuwe termijn van 6 jaar benoemen 2.c. Kan een bestuurder van een vennootschap een verklaring tot afscherming van zijn woning hoofdverblijf afleggen? Ja, elke zelfstandige die een economische activiteit uitoefent (dus ook de bestuurders) kunnen zo een verklaring tot afscherming afleggen. 2.d. Kan het mandaat van een bestuurder op grond van de wet vervroegd word geëindigd als er geen verklaring wordt neergeschreven? Ja, krachtens de wet zijn bestuurders “ad nutum” afzetbaar. De vennootschap kan het mandaat van de bestuurder op elk moment vervroegd beëindigen. 3.a. De natuurlijke persoon gaat een consumentenkrediet aan om een duur roerend goed aan te kopen en zijn broer stelt zich borg voor het terug betalen. Wat is er nodig om dit consumentenkrediet tussen de partijen geldig tot stand te laten komen? Een consumentenkrediet is geen consensuele overeenkomst, maar een vormelijke overeenkomst, om het consumentenkrediet geldig tot stand te laten komen is een onderhandse akte vereist. Gedownload door: tibodepoorter | [email protected] Wil jij €76 per Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. maand verdienen? Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen 3.b. De kredietovereenkomst wordt bij onderhandse akte gesloten, wie moet er dan het origineel exemplaar krijgen? De wet zegt dat bij het consumentenkrediet elke partij een exemplaar moet krijgen (zowel de krediet nemer als de krediet gever) + de borg. De wet voorziet dus ook dat van de borg een origineel exemplaar moet overhandigd worden aan beide partijen. 3.c. Als je een kredietovereenkomst notarieel zou vaststellen, is daar een gevolg aan? Ja, als je consumentenkrediet notarieel vaststelt en je komt boven een bepaalde drempel, dan weet de notariële akte dat je niet alle formaliteiten van consumentenkrediet kunt vervullen, dat ongeveer de helft van de wetsbepalingen hier niet van toepassing zijn. (Vraag 4 was hetzelfde als het originele 1ste examen) 4.a. Wat verstaat men bij faillissement van een onderneming onder de schulden van de boedel? Geef twee concrete voorbeelden van dergelijke schulden. Schulden van de boedel = Boedelschulden → dit zijn schulden die ontstaan na het faillissement en die door de curator worden aangegaan in het belang van hoe de afrekening van het faillissement wordt afgehandeld. vb.1) Huren van een opslagruimte vb.2) Het loon van een door de curator aangestelde boekhouder 4.b. Moeten deze schuldeisers aangifte van hun schuldvorderingen doen? O ja O neen extra info: (schuldeisers van de boedel → geen schuldvordering) (schuldeisers in de boedel → wel schuldvordering) 4.c. Welke plaats heeft deze categorie van schulden in de voorgeschreven volgorde van uitbetaling door de curator van de verkoopopbrengst van de activa? De schulden van de boedel hebben de aller eerste plaats bij het faillissement en worden dus voor alle andere schuldeisers (zelfs bevoorrecht, hypothecaire,…) geplaatst. Het wordt dus als eerste geplaatst in de rangorde van de schuldeisers. Gedownload door: tibodepoorter | [email protected] Wil jij €76 per Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. maand verdienen? Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen INHAAL EXAMEN VERSIE 2 Deel ondernemingsrecht, open vragen 1. Een onderneming huurt een winkelhuis om er zijn papierhandel en drukkerij in uit te baten. 1.a. Welke vorm is er nodig om de handelshuurovereenkomst tussen de partijen geldig tot stand te laten komen en om welke type overeenkomst gaat het? - Bij de klassieke handelshuur is de huurovereenkomst een consensueel contract louter wilsovereenstemming. - De handelshuur van korte duur is een vormelijke overeenkomst en daarin wordt de geldigheid van het contract tussen partijen een onderhandse akte vereist. 1.b. Wat is nodig om deze handelshuur tegenwerpelijk te maken aan derden? - Klassieke handelshuur → notariële akte die overschreven word op het kantoor rechtszekerheid, hypotheekkantoor - Handelshuur van korte duur → Dit kan zijn de geregistreerde onderhandse akte of een notariële akte. 2.a. Leg de belangrijkste gelijkenis en de belangrijkste 2 verschil punten uit tussen een buitengewone algemene vergadering en een bijzondere algemene vergadering. Gelijkenis: het zijn alle 2 bijkomende algemene vergaderingen boven op de jaarlijkse algemene vergadering. Verschil 1: Buitengewone algemene vergadering → De wijziging statuten staat altijd op de agenda. Bijzondere algemene vergadering → Er staat nooit een statuten wijziging bij. Verschil 2: Buitengewone algemene vergadering→ Er moet altijd een notaris aanwezig zijn. Bijzondere algemene vergadering → aanwezigheid van notaris is niet vereist. 2.b. Wat zijn de verplichtingen die op de krediet geven rusten bij consumenten krediet in de precontractuele fase in de fase voorafgaand bij het sluiten van de kredietenovereenkomst? 3 verplichtingen: 1) Informatie en toelichtingsplicht (schriftelijk) 2) Raadgevingsplicht, hij moet de meest geschikte kredietformule voor de kredietnemer aanbevelen, 3) De kredietgever moet de kredietwaardigheid van het krediet beoordelen, hij moet nagaan of de kredietnemer op basis van de gegevens waarover hij als kredietgever beschikt, in staat zal zijn om zijn terugbetalingsverplichtingen zal kunnen nagaan. Gedownload door: tibodepoorter | [email protected] Wil jij €76 per Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. maand verdienen? Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen 2.c. In welke volgorde worden de schuldeiseres betaald bij faillissement? 1) Schulden van de boedel 2) Bevoorrechten (hypothecaire, ambt houdende schuldeisers) 3) Chirografaire schuldeisers in de boedel 4) Achtergestelde schuldeisers 5) Wanneer er nog iets overschiet, dan gaat het naar de gefailleerde (of aandeelhouders) 2.d. Waar in de volgorde van de vorige vraag staan de obligatiehouders? Bij nummer 3) Chirografaire schuldeisers in de boedel (Vraag 3 en 4 waren hetzelfde als het originele 1ste examen) 3. Bart De Tekenaar is architect en de trotse eigenaar van een oud herenhuis in Antwerpen dat hij grotendeels gebruikt als woning-hoofdverblijf met uitzondering van twee kamers die hij gebruikt als bureau waar hij zijn plannen maakt en zijn administratieve werkzaamheden uitvoert (o.a. het aanvragen van de nodige vergunningen). Hij gaat bij de Genereuze Bank een lening aan om dit oud herenhuis zowel te moderniseren (o.a. plaatsen van een ingerichte keuken en badkamer) als energiezuinig te maken (o.a. isolatie en dubbele beglazing). Als waarborg voor de terugbetaling van het geleende kapitaal en de betalingen van de verschuldigde interesten wordt in de kredietovereenkomst een persoonlijke zekerheid bedongen, meer bepaald een borgstelling door zijn vader. Onder welke kredietwetgeving valt deze lening? Leg duidelijk uit waarom. O Hypothecair krediet O Consumentenkrediet O Gemeen recht inzake de lening op interest (= de rentelening). Er moet voldaan worden aan 3 cumulatieve voorwaarden: 1) de kredietnemer is een natuurlijk persoon en geen rechtspersoon die een hoofdverblijfplaats in België heeft. 2) De kredietnemer moet hoofdzakelijk handelen voor private doeleinden.→ de renovatie van het herenhuis is privatief. 3) Het krediet moet een roerende bestemming hebben. → dit is het niet. Maar hier is er een uitzondering waarbij er ook geldt dat het gaat om een onroerend goed te renoveren op voorwaarde dat er geen hypothecaire waarborg is. Gedownload door: tibodepoorter | [email protected] Wil jij €76 per Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. maand verdienen? Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen 4. a. Wat verstaat men bij faillissement van een onderneming onder de schulden van de boedel? Geef twee concrete voorbeelden van dergelijke schulden. Schulden van de boedel = Boedelschulden → dit zijn schulden die ontstaan na het faillissement en die door de curator worden aangegaan in het belang van hoe de afrekening van het faillissement wordt afgehandeld. vb.1) Huren van een opslagruimte vb.2) Het loon van een door de curator aangestelde boekhouder b. Moeten deze schuldeisers aangifte van hun schuldvorderingen doen? O ja O neen extra info: (schuldeisers van de boedel → geen schuldvordering) (schuldeisers in de boedel → wel schuldvordering) c. Welke plaats heeft deze categorie van schulden in de voorgeschreven volgorde van uitbetaling door de curator van de verkoopopbrengst van de activa? De schulden van de boedel hebben de aller eerste plaats bij het faillissement en worden dus voor alle andere schuldeisers (zelfs bevoorrecht, hypothecaire,…) geplaatst. Het wordt dus als eerste geplaatst in de rangorde van de schuldeisers. Gedownload door: tibodepoorter | [email protected] Wil jij €76 per Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. maand verdienen? Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen INHAAL EXAMEN Deel boekhouden, open vragen 1.a. Wat is een geconsolideerde jaarrekening? Is een jaarrekening voor een groep van ondernemingen waar abstractie gemaakt wordt van de rechtspersoonlijkheid van de verschillende vennootschappen. 1.b. Welke functie of functies vervult een geconsolideerde jaarrekening? 1 functie → Informatieve functie (geen rapporterings functie want de geconsolideerde jaarrekening moet niet moet worden goedgekeurd door de algemene vergadering, moet enkel worden meegedeeld) 1.c. Op welke vennootschap rust de verplichting om een geconsolideerde jaarrekening op te stellen op de moeder (vennootschap die aan het hoofd staat)? Welke vennootschappen moeten worden opgenomen in de consolidatie kring? De moeder met inbegrip van al haar dochters. 2.a. Wat verstaat men onder Belgian GAAP? Generally accepted accounting principles (Belgische algemeen aanvaarde boekhouding principes). 2.b. Welke Belgische instelling verduidelijkt in haar grondige adviezen Belgian GAAP? De commissie voor boekhoudkundige normen. 2.c. Welke Belgische vennootschappen moeten Belgian GAAP toepassen? Allemaal, behalve de beursgenoteerd want zij moeten IFRS toepassen. 3. Een grote NV wenst de aankoop van een bedrijfsgebouw te financieren door een bancair krediet, meer bepaald een investeringskrediet op 10 jaar. 3.a. Waarop is dit investeringskrediet terug te vinden op de balans? Bij passief schulden op meer dan 1 jaar (want het is een krediet van 10 jaar) en er is een schuld aan gevaardigd (financiële schuld) 3.b. Waar vinden we de jaarlijkse interesten terug? Op de resultatenrekening bij de financiële kosten. Gedownload door: tibodepoorter | [email protected] Wil jij €76 per Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. maand verdienen? Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen 3.c. Welke overboeking moet er op het laatste jaar van dat krediet gebeuren? En hoe wordt er betaalt? Op het laatste jaar dat het krediet dat nog maar 1 jaar loopt, moet het van lange termijn naar schuld op korte termijn overgeboekt worden. De bankrekening verminderd en word dus gecrediteerd. De passief rekening (schulden) verminderd en wordt gedebiteerd. 3.d. Wat verstaat men bij boekhouden onder de voorstelling van financiële informatie in scontrovorm? Dit is de vorm waarin een balans word voorgesteld ( T- vorm, horizontaal) (het omgekeerde is “staffelvorm” waarbij je het onder elkaar schrijft (verticaal)) (balans wordt dus via scontrovorm opgesteld en een resultatenrekening via staffelvorm) 4.a. Wat is de gezaghebbende rechtsvorm die eigen is aan het boekhoudrecht? Adviezen van de commissie voor boekhoudkundige normen. 4.b. leg het verschil of de gelijkenis uit tussen een dividend en een tantième? Gelijkenis: beide zijn winstuitkeringen → wintuitkering aan aandeelhouders = dividend → winstuitkering aan bestuurders = tantième 4.c. Wat is de normale duur van een boekjaar? Boekjaar duurt 12 maanden bij een natuurlijke persoon - Bij een handelaar- natuurlijke persoon duurt het boekjaar van 1 januari tot 31 december (kalenderjaar) - Bij een vennootschap hoeft het boekjaar niet met het kalenderjaar samen te vallen. Een vennootschap kan zijn boekjaar dus zelf kiezen. 4.d. Wat verstaat men bij een vennootschap onder permanent vermogen? Een permanent vermogen is een eigen vermogen + vreemd vermogen op lange termijn. 4.e. Op de balans van een grote NV staan obligaties op 2 plaatsten. Leg uit waar de obligaties kunnen staan op de balans van een grote NV. Ten eerste: op het passief en schulden op lange termijn als een vennootschap zelf obligaties uitgeeft. Ten tweede: op het actief van de vennootschap, als een vennootschap een overschot aan geld heeft en zelf obligaties koopt van andere vennootschappen. Dit is een bezitting en hoort dus bij de geldbeleging. Gedownload door: tibodepoorter | [email protected] Wil jij €76 per Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. maand verdienen? Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen 4.f. Je hebt betaalde interesten en ontvangen interesten, waar vind je die? Op de resultatenrekening→ de ontvangen interesten gaan bij de financiële opbrengsten staan. → de betaalde interesten gaan bij de financiële kosten staan. De meerkeuzevragen bij zowel het deel ondernemingsrecht als het deel boekhouden waren bij het INHAAL examen hetzelfde als bij het EERSTE ORIGINELE examen. Gedownload door: tibodepoorter | [email protected] Wil jij €76 per Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. maand verdienen? Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen 3/4 van de meerkeuzevragen bij het examen deel ondernemingsrecht (2023) waren hetzelfde als de vragen van het jaar voordien (2022). Hier zijn de meerkeuze vragen uit 2022 die NIET terug kwamen. 1. Een handelshuurder wil zijn handelszaak overlaten. Hij wenst zijn handelshuur mee over te dragen aan de overnemer van zijn handelszaak. Geef aan in welke van de volgende gevallen hij zijn handelshuur mee kan overdragen. (1 of meerdere keuzes) ❑ Ingeval er een verbod tot huuroverdracht staat in de handelshuurovereenkomst, maar de handelshuurder draagt zijn handelshuur over samen met zijn handelszaak en de overdracht slaat op al zijn huurrechten. Hij moet dan wel de voorgeschreven kennisgevingsprocedure volgen. ❑ Ingeval er een verbod tot overdracht staat in de handelshuurovereenkomst is de overdracht van de handelshuur enkel mogelijk als de handelshuurder 10% van de overnameprijs van de handelszaak afstaat aan de verhuurder. Bovendien moet de handelshuurder zich tegenover de verhuurder hoofdelijk borg stellen voor de betaling van de huurgelden door de overnemer en dit voor de resterende duur van de lopende handelshuur. ❑ Als er niets staat in de handelshuurovereenkomst over overdracht van huur. ❑ Ingeval er een verbod tot huuroverdracht staat in de handelshuurovereenkomst, kan de handelshuurder de zaak voor de Ondernemingsrechtbank brengen, die een rechter-commissaris zal aanduiden die de overeenkomst van overdracht van huur zal opmaken en namens de verhuurder zal goedkeuren. ❑ Ingeval er een verbod tot huuroverdracht staat in de handelshuurovereenkomst, kan de overdracht van huur bij notariële akte worden vastgelegd, waarna deze akte door een gerechtsdeurwaarder dient betekend te worden aan de verhuurder. 2. Een handelszaak wordt overgedragen door middel van een koopovereenkomst die bij notariële akte wordt vastgesteld. De koopovereenkomst voorziet in onmiddellijke eigendomsoverdracht tussen partijen. Vanaf wanneer is de eigendomsoverdracht van de handelszaak en al haar bestanddelen tegenwerpelijk aan derden. (1 antwoord juist) ❑ Vanaf de registratie van de notariële verkoopakte. ❑ Vanaf het ogenblik dat voor elk van de bestanddelen van de handelszaak de eigen regels en formaliteiten inzake tegenwerpelijkheid vervuld zijn. ❑ Vanaf de overschrijving op het kantoor Rechtszekerheid van de notariële verkoopakte. ❑ Vanaf de overschrijving op het kantoor Rechtszekerheid van de notariële verkoopakte. Gedownload door: tibodepoorter | [email protected] Wil jij €76 per Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. maand verdienen? Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen 3. Welke van de volgende beweringen over de ondernemingsrechtbank is/zijn juist? (1 of meerdere keuzes) ❑ De ondernemingsrechtbank is bevoegd voor een geschil tussen een onderneming en een burger als het de burger is die de vordering instelt (=eiser). ❑ De ondernemingsrechtbank is bevoegd voor alle geschillen tussen ondernemingen. ❑ De ondernemingsrechtbank is bevoegd voor een geschil tussen een onderneming en een burger als het de onderneming is die de vordering instelt (=eiser). ❑ De werking en organisatie van de ondernemingsrechtbank, alsook haar bevoegdheden, zijn vastgelegd in het Wetboek van Economisch Recht, meer bepaald in het boek over de controle en de sancties. ❑ De ondernemingsrechtbank is bevoegd voor een aantal specifieke geschillen zelfs als geen van de partijen een onderneming is (bv: voor een geschil tussen vennoten van een vennootschap). ❑ Elke kamer van de ondernemingsrechtbank bestaat uit een voorzitter die een beroepsmagistraat is en twee lekenrechters –de “rechters in ondernemingsrechtzaken”- die uit het bedrijfsleven komen en aldus voeling hebben met de gangbare ondernemingsgebruiken. o Griffie + openbaar ministerie ❑ De ondernemingsrechtbank is, ongeacht het bedrag van de vordering, bevoegd voor alle geschillen inzake handelshuur en pacht, omdat deze huurcontracten verbonden zijn met een economische activiteit. 4. Op grond van het Franse Decreet d’Allarde en artikel II.3. Wetboek van Economisch Recht staat het elke burger vrij om een ondernemingsactiviteit van zijn keuze uit te oefenen. Sommige personen mogen echter om uiteenlopende juridische redenen geen ondernemingsactiviteiten uitoefenen. Geef aan welke van de personen geen ondernemingsactiviteit mogen uitoefenen. (1 of meerdere keuzes) ❑ Een minderjarige. ❑ Een gehuwde persoon die geen toestemming heeft verkregen van zijn echtgenoot. ❑ Een vastgoedmakelaar. ❑ De ontvanger van de Registratie (hoofd van een federaal registratiekantoor) en de hypotheekbewaarder (hoofd van een kantoor Rechtszekerheid). ❑ Een persoon waaraan door de rechter een beroepsverbod is opgelegd bij zijn veroordeling wegens een ernstig financieel misdrijf. ❑ Een notaris. Gedownload door: tibodepoorter | [email protected] Wil jij €76 per Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. maand verdienen? Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen 5. Een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid kan de voor een grote investering noodzakelijke financiële middelen aantrekken door de uitgifte van aandelen of door de uitgifte van obligaties. Welke van de volgende vier beweringen zijn fout? De overige beweringen zijn dus correct. (1 antwoord) ❑ Een aandeelhouder is juridisch gezien een mede-eigenaar van al de onroerende en roerende goederen van de vennootschap. Een obligatiehouder is een –in principe chirografaire- schuldeiser van de vennootschap. Bij faillissement van de vennootschap hebben de aandeelhouders als houders van een zakelijk recht bijgevolg voorrang op de obligatiehouders, die slechts houder zijn van een persoonlijk recht (een vorderingsrecht). ❑ De door aandelen aangetrokken financiële middelen behoren boekhoudkundig tot het eigen vermogen van de vennootschap, terwijl de door obligaties aangetrokken financiële middelen boekhoudkundig behoren tot het vreemd vermogen van de vennootschap. ❑ Aandelen worden uitgegeven voor onbepaalde duur. Obligaties hebben een bepaalde duur (bv: 7 jaar). Zij worden terugbetaald op de bij de uitgifte vastgestelde einddatum. 6. Bij een appartementsgebouw, dat valt onder de Wet op de Appartementsmede-eigendom en dat beheerd wordt door een professionele syndicus, moeten volgende personen zich inschrijven bij de Kruispuntbank van Ondernemingen via de daartoe bevoegde “tussenpersoon”. (1 of meerdere keuzes) ❑ De occasionele syndicus, die een mede-eigenaar is, via een ondernemingsloket. ❑ De voorzitter en de secretaris van de algemene vergadering van mede-eigenaars via een ondernemingsloket. ❑ De occasionele syndicus, die een mede-eigenaar is, via een ondernemingsloket. ❑ De occasionele commissaris van de rekeningen, die een mede-eigenaar is, via een ondernemingsloket. ❑ De leden van de algemene vergadering van mede-eigenaars via een ondernemingsloket. ❑ De professionele commissaris van de rekeningen via een ondernemingsloket. ❑ De professionele syndicus van een ondernemingsloket. ❑ De leden van de raad van mede-eigendom, die allen mede-eigenaars zijn, via een ondernemingsloket. ❑ De Vereniging van Mede-eigenaars (VME) -als rechtspersoon- via de hypotheekbewaarder (= hoofd van het Kantoor Rechtszekerheid). Gedownload door: tibodepoorter | [email protected] Wil jij €76 per Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. maand verdienen? Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen 7. De ondernemingsrechtbank is, ongeacht het bedrag van de vordering, bevoegd voor alle geschillen inzake handelshuur en pacht, omdat deze huurcontracten verbonden zijn met een economische activiteit. (1 of meerdere keuzes) ❑ Een winkelier die een kleinhandelszaak uitbaat. ❑ Een magistraat. ❑ Een docent aan een Vlaamse universiteit die tot het Zelfstandig Academisch Personeel van de betrokken universiteit behoort. ❑ Een bestuurder van een Naamloze Vennootschap. ❑ Een Besloten Vennootschap. ❑ Het OCMW van de stad Gent. ❑ Een plastisch chirurg. ❑ Een schoenmaker die een ambachtsbedrijf uitbaat. ❑ VLABEL (= De Vlaamse Belastingdienst te Aalst). ❑ Een landbouwer. 8. Welke bewering(en) over de inhoud van het Wetboek van Economisch Recht is/zijn juist? (1 of meerdere keuzes juist) ❑ Het Wetboek van Economisch recht bevat ook talrijke wetsbepalingen die tot het Ondernemingsrecht behoren; het merendeel van de wetsbepalingen van het opgeheven Wetboek van Koophandel werden –na aanpassing- overgeheveld naar het Wetboek van Economisch Recht. ❑ Het Wetboek van Economisch Recht bevat ook wetsvoorschriften die tot het Financieel Recht (onder meer Hypothecair krediet en consumentenkrediet) en het Boekhoudrecht (hoe de boekhouding dient te worden gevoerd) behoren. ❑ Het Wetboek van Economisch Recht bevat de belangrijkste federale wetgeving van Economisch Recht: zowel marktrecht als Consumentenrecht. ❑ Het Wetboek van Economisch Recht bevat ook de voornaamste regionale wetgeving van Economisch Recht van de verschillende gewesten en gemeenschappen. ❑ Het Wetboek van Economisch Recht bevat ook de voornaamste rechtsleer (een bundeling van interessante tijdschriftartikelen. Gedownload door: tibodepoorter | [email protected] Wil jij €76 per Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. maand verdienen? Powered by TCPDF (www.tcpdf.org)

Use Quizgecko on...
Browser
Browser