Studiewijzer Module 8: Gebouwen PDF

Summary

This document is a study guide for module 8 on buildings, focusing on environmental impacts, life cycle analysis, and sustainable construction. It details the role of buildings in reducing environmental impact, including the concept of the heat island effect and explores ways to mitigate environmental pressures linked to buildings. It covers various topics such as operational emissions, embodied carbon, and the financial impact of constructing different types of buildings.

Full Transcript

# Studiewijzer Module 8: Gebouwen ## 1. Inleiding - 1.1 Inleiding - 1.2 Bronnen ## 2. Milieueffecten van de bouw - 2.1 Context - **Wat is de rol van gebouwen in het verminderen van de milieu-impact?** - Gebouwen spelen een belangrijke rol in het verminderen van de milieu-impact, omda...

# Studiewijzer Module 8: Gebouwen ## 1. Inleiding - 1.1 Inleiding - 1.2 Bronnen ## 2. Milieueffecten van de bouw - 2.1 Context - **Wat is de rol van gebouwen in het verminderen van de milieu-impact?** - Gebouwen spelen een belangrijke rol in het verminderen van de milieu-impact, omdat de bouwsector verantwoordelijk is voor 40% van het energieverbruik en 36% van de uitstoot van broeikasgassen. Deze sector heeft daarom een grote invloed op klimaatverandering. - **Wat houdt het concept van het hitte-eiland effect in?** - Het hitte-eiland effect verwijst naar het fenomeen waarbij temperaturen in steden hoger zijn dan in omliegende, minder bebouwde gebieden. Dit wordt veroorzaakt door een hogere absorptie van zonnestraling door gebouwen en infrastructuur in steden. - 2.2 Belangrijkste uitdagingen - **Wat zijn drie verschillende uitdagingen in het verminderen van de impact op het milieu?** - 1. Het energieverbruik van bestaande gebouwen verminderen. Dit vereist ingrijpende renovaties, vooral in België, waar veel gebouwen energie-inefficiënt zijn en de renovatiesnelheid laag is. - 2. Het verminderen van embodied impacts, ofwel de uitstoot van broeikasgassen die samenhangen met de productie, transport en verwerking van bouwmaterialen. - 3. Het aanpakken van andere milieudrukken die de bouwsector veroorzaakt, zoals de winning van grondstoffen, landgebruik, watergebruik, fijnstofuitstoot en plastic afval. Deze factoren hebben een aanzienlijke impact op bijvoorbeeld biodiversiteitsverlies, zoetwatertekorten en oceaanverzuring. - **Wat houden de concepten van operationele emissies en embodied carbon in?** - Operationele emissies zijn de uitstoot van broeikasgassen die vrijkomt tijdens het gebruik van een gebouw, zoals door verwarming, koeling en verlichting. - Embodied carbon verwijst naar de uitstoot die vrijkomt tijdens de productie, transport en het einde-levenscyclus-behandeling van de materialen die gebruikt worden voor de bouw of renovatie van een gebouw. - 2.3 Levenscyclusanalyse - **Wat zijn de levenscyclusfasen van een gebouw?** - De levenscyclusfasen van een gebouw omvatten de productie- en constructiefase, de gebruiksfase en de einde-levensfase. Bij het beoordelen van de milieu-impact van gebouwen worden alle fasen meegenomen om een volledig beeld te krijgen van de gevolgen gedurende de hele levenscyclus. - **Waarom is een levenscyclusanalyse niet beperkt tot de koolstofvoetafdruk?** - Een levenscyclusanalyse (LCA) gaat verder dan alleen de koolstofvoetafdruk en geeft een bredere milieuvoetafdruk weer. Naast klimaatverandering beoordeelt een LCA ook effecten op hulpbronnenuitputting, ecosysteemkwaliteit en de gezondheid van de mens. Dit omvat bijvoorbeeld ecotoxiciteit, hulpbronnenuitputting en kankerverwekkende effecten. - 2.4 Kenniscontrole ## 3. Casestudie: woningvoorraad België - 3.1 Levenscyclusanalyse op gebouwniveau - **Wat zijn de trends in milieueffecten tijdens de levenscyclus van verschillende soorten gebouwen?** - Bij oudere gebouwen (zoals voor 1945 of uit de jaren '70) is het energieverbruik voor verwarming de belangrijkste bron van milieueffecten, wat de noodzaak tot renovatie onderstreept. - Bij nieuwere, energiezuinige gebouwen worden de materiaaleffecten net zo belangrijk, of zelfs belangrijker, dan de impact van het operationele energieverbruik. - **Verschillen tussen gebouwtypes:** - Vrijstaande huizen hebben door hun lagere thermische compactheid een hogere operationele impact dan rijhuizen met hetzelfde isolatieniveau. - Appartementen hebben een hogere impact door gemeenschappelijke ruimtes (zoals trappen en gangen) en door de lift, wat vooral bij lagere appartementenbouw een grote impact heeft. - **Wat zijn de trends in financiële effecten tijdens de levenscyclus van verschillende soorten gebouwen?** - Investering- en onderhoudskosten hebben een grotere invloed op de totale kosten dan het operationele energieverbruik. - De hoge arbeidskosten in België maken deze kosten significant. - Financiële kosten zijn tijdsafhankelijk en kunnen veranderen door bijvoorbeeld schommelende energieprijzen. - Beslissingen gebaseerd op kosten komen niet altijd overeen met beslissingen op basis van milieueffecten. - 3.2 Levenscyclusanalyse en stadsplanning - **Wat is het verschil in impact per m² tussen vrijstaande huizen en rijtjeshuizen?** - Rijtjeshuizen hebben over het algemeen lagere impact per m² vloeroppervlakte dan vrijstaande huizen. Dit komt door de hogere compactheid van rijtjeshuizen, wat resulteert in een lager energieverbruik en minder materiaalgebruik voor hetzelfde isolatieniveau. - Het relatieve belang van mobiliteit is nog belangrijker voor rijtjeshuizen, aangezien ze compacter zijn en hierdoor een lagere impact hebben op de materialen en operationele energieverbruik. - **Wat is het verschil tussen gebouwen in het stadscentrum en gebouwen in de buitenwijk?** - Gebouwen in het stadscentrum hebben een lagere mobiliteitsimpact dan gebouwen in de buitenwijk, omdat bewoners in de stad vaker lopen, fietsen of openbaar vervoer gebruiken in plaats van de auto. - Dit resulteert in een lagere milieu-impact voor bewoners in het stadscentrum, ondanks dat de gebouwen zelf misschien dezelfde isolatieniveaus hebben. - De locatie van gebouwen (stad versus buitenwijk) heeft een cruciale invloed op de algehele milieu-impact, waarbij stedelijke locaties doorgaans beter scoren dan buitenwijken, vooral door het lagere autogebruik. - 3.3 Kenniscontrole ## 4. Duurzaam bouwen - geleerde lessen - 4.1 Overzicht - **Wat zijn mogelijke oplossingen om de milieu-impact van gebouwen te verminderen?** - Verhoogde renovatieratio en diepe energetische renovaties van bestaande gebouwen. - Sloop en nieuwbouw kunnen soms de voorkeur krijgen als oplossing. - Mixed-use densification kan de impact van mobiliteit en infrastructuur verminderen. - Circular building door het hergebruiken van materialen via urban mining en het ontwerp van aanpasbare en demontabele gebouwen. - Vermijden van belastingsoverheveling door een levenscyclusbenadering die zowel operationele als embodied impacts meeneemt. - Verlaging van materiaaleffecten door het optimaliseren van het ontwerp, het gebruik van materialen met een lager milieu-impact, en circulair bouwen. - Goed stedelijk beleid om de impact van transport te verminderen door middel van efficiënt plannen en het bevorderen van openbaar vervoer. - Verlaging van het landgebruik door densificatie van bebouwing, met aandacht voor het vermijden van negatieve effecten zoals hitte-eilanden en het waarborgen van goede waterinfiltratie. - Levenscyclusdenken voor beslissingen, met een focus op kostenbesparing op lange termijn die vaak ook lagere milieu-impact betekent. - Dynamisch bouwen en aanpassen aan veranderende behoeften van bewoners, door gebouwen aanpasbaar te maken voor verschillende leeftijden en gezinssamenstellingen. - 4.2 Discussie - 4.3 Kenniscontrole ## 5. Het grotere plaatje - 5.1 Verbanden met andere uitdagingen - **Grondstoffenverbruik in de bouwsector:** - De bouwsector is verantwoordelijk voor een groot deel van het wereldwijde grondstoffenverbruik. - Het wereldwijde grondstoffenverbruik zal tegen 2060 bijna verdubbelen, volgens het OESO-rapport (2019). - Veel bouwmaterialen zijn energie-intensief en gebaseerd op mineralen, wat schadelijke milieueffecten veroorzaakt, zoals: - Verlies van biodiversiteit - Fijnstofuitstoot - Waterschaarste - Uitputting van hulpbronnen - Klimaatverandering - De bouwsector produceert ook een enorme hoeveelheid bouw- en sloopafval, waarvan veel te vaak wordt gestort. - **Energieverbruik en koolstofvoetafdruk:** - De bouwsector heeft een grote koolstofvoetafdruk door zowel directe als indirecte broeikasgasuitstoot. - De grote energiebehoefte van bestaande gebouwen voor verwarming en koeling draagt bij aan deze uitstoot, vooral door fossiele brandstoffen. - Energie-intensieve bouwmaterialen, zoals cement, staal en aluminium, dragen ook bij aan de CO2-uitstoot. - De bouwsector is verantwoordelijk voor ongeveer een derde van de wereldwijde energie- en procesgerelateerde CO2-uitstoot. - **Demografie en migratie:** - Het vloeroppervlak van gebouwen zal tegen 2030 naar verwachting met ongeveer 20% toenemen, wat meer grondstoffen, afval en energieverbruik met zich meebrengt. - Het verbruik van grondstoffen, de afvalproductie en de energiebehoefte zullen toenemen als de bouwsector doorgaat met bouwen op dezelfde manier als nu. - Er is een belangrijke uitdaging om duurzamer te ontwerpen, produceren en construeren om de milieu-impact van de bouwsector te verminderen binnen de planetaire grenzen. - **Klimaat en biodiversiteit:** - De bouw van nieuwe gebouwen en de renovatie van bestaande gebouwen vereist grote hoeveelheden grondstoffen, energie en land, en veroorzaakt aanzienlijke afvalstromen. - De bouwsector heeft een aanzienlijke impact op de planeet en overschrijdt de planetaire grenzen. - De bouwsector is verantwoordelijk voor 36-40% van de uitstoot van broeikasgassen. - De winning van grondstoffen (zoals metaalertsen, hout en oppervlaktemineralen) heeft een grote impact op biodiversiteit en ecosystemen. - Het landgebruik door gebouwen is groot en wordt beïnvloed door stedenbouwkundige beslissingen. - Er is een dringende noodzaak voor een duurzame transitie in de bouwsector.

Use Quizgecko on...
Browser
Browser