Strafrecht Lesnotities 2024-2025 PDF
Document Details
Uploaded by CleanBalance9889
Tags
Summary
These notes detail the subjects of criminal law and cover topics like the legal framework, history of punishment, and material and formal law. The concept of a "crime" and different forms of punishment are explored in detail. It includes the origins and development of criminal law, from ancient times to modern developments.
Full Transcript
Strafrecht Deel 1: Strafrecht ================== H1: Juridische situering ------------------------ ### Begrip Het geheel van rechtsregels dat bepaalt: \(1) onder welke voorwaarden gedragingen **misdrijven** zijn en welke gedragingen misdrijven zijn; \(2) wie **dader** van een misdrijf is en st...
Strafrecht Deel 1: Strafrecht ================== H1: Juridische situering ------------------------ ### Begrip Het geheel van rechtsregels dat bepaalt: \(1) onder welke voorwaarden gedragingen **misdrijven** zijn en welke gedragingen misdrijven zijn; \(2) wie **dader** van een misdrijf is en strafrechtelijke verantwoordelijkheid draagt; \(3) welke **straffen** bestaan en welke straffen op de misdrijven worden gesteld; \(4) onder welke voorwaarden straffen aan daders kunnen worden **opgelegd en uitgevoerd**; en \(5) **hoe** de bevoegde instanties oordelen over misdrijf, dader en straf. **Misdrijf**: Afwijkingen van de norm die een reactie in de vorm van een straf verantwoorden. Wat een misdrijf is, verschilt in tijd en ruimte. Wat is een misdrijf (algemeen) en welke gedragingen zijn een misdrijf (bijzonder)? **Dader**: Bestraffing voor daders en regels over wie dader kan zijn en strafrechtelijke verantwoordelijkheid draagt. **Straf** (en beveiligingsmaatregel): Wettelijk bepaalde vorm van leed door de rechter opgelegd als sanctie voor een misdrijf. Wat is een straf (algemeen) en met welke straf wordt een bepaald misdrijf bestraft (bijzonder)? Beveiligingsmaatregelen zijn geen straffen (maar vallen wel binnen het strafrecht). **Procedureregels**: Formele regels over hoe de bevoegde instanties oordelen of misdrijf, dader en straf. ### Publiek recht Strafrecht = publiekrecht **Verticale rechtsverhouding**: Het plegen van een misdrijf brengt een relatie tot stand tussen dader en de staat. Het recht om te straffen is voorbehouden aan de staat. **Openbare orde**: Strafwetten zijn van dwingend recht. Burgers kunnen geen afspraken maken over de inhoud, reikwijdte en toepassing van de strafwet. **Slachtoffers**: Slachtoffers hebben geen recht om te straffen en zijn ook niet nodig om te straffen (geen klachtmisdrijven meer). Wel deelnemen aan de procedure en daarin via burgerlijke partijstelling privaatrechtelijk belang (schadevergoeding bekomen) nastreven. Geen recht om de strafvordering uit te oefenen en (mee) te beslissen over straf en strafuitvoering. Wel meer aandacht voor slachtofferrechten (o.m. inzage, onderzoekshandelingen, gehoord en geïnformeerd worden....). ### Materieel en formeel strafrecht **Materieel strafrecht**: Rechtsregels die betrekking hebben op de omschrijving van strafbare gedragingen, daderschap, straffen en voorwaarden om straffen op te leggen en uit te voeren. **Formeel strafrecht**: Procedureregels over de toepassing van het materieel strafrecht. Door wie en op welke manier worden misdrijven vastgesteld, opgespoord, vervolgd, bewezen, berecht en uitgevoerd (strafvordering, strafprocesrecht). **Strafuitvoeringsrecht** is materieel en formeel strafrecht. ### Nationaal en internationaal **Nationaal strafrecht**: Strafrecht is hoofdzakelijk nationaal recht. Er is federaal strafrecht, maar ook strafrecht van gemeenschappen, gewesten, provincies en gemeenten. **Internationaal strafrecht**: Hybride rechtstak tussen internationaal recht en strafrecht: - **Nationaal materieel strafrecht met internationale achtergrond**: Internationale organisaties en samenwerkingsverbanden stimuleren staten om misdrijven en straffen op elkaar af te stemmen. Vooral nationaal (bijzonder) strafrecht. - **Internationale strafbaarstellingen**: Internationale strafrechtbanken hebben (bij verdrag) eigen regels over (internationale) misdrijven, daders en straffen. - **Rechtsmachtrecht**: Bevoegdheid van de staat om het toepassingsbereik van de strafwet te bepalen (ook buiten het eigen grondgebied). Vooral nationaal recht. - **Formeel internationaal strafrecht**: Procedureregels voor de behandeling van internationale misdrijven voor internationale strafrechtbanken en internationale rechtshulp in strafzaken. ### Algemeen en bijzonder strafrecht Afbeelding met tekst, schermopname, Lettertype, nummer Automatisch gegenereerde beschrijving **Algemeen materieel strafrecht** (algemene beginselen) **Boek I Nieuw Strafwetboek**: 'Algemene regels van het strafrecht' met zeven hoofdstukken. **Complementaire wetten**: Na Strafwetboek 1867 ter aanvulling van boek I Strafwetboek (bv. internering, probatie, strafuitvoeringswetten) (aanvullend) **Bijzonder (materieel) strafrecht** Het **bijzonder strafrecht** omvat het geheel aan regels waarin specifieke gedragingen strafbaar gesteld worden en vermeld wordt welke straffen daarop van toepassing zijn. Het bijzonder strafrecht zit vervat in **Boek II Strafwetboek** (art. 79 tot 691 Nieuw Sw.) en in **heel veel bijzondere strafwetten**. Bijzondere strafwetten kunnen de vorm aannemen van wetten, decreten, ordonnanties of provinciale en gemeentelijke verordeningen. **Toepassing algemeen strafrecht op het bijzonder strafrecht** - Algemeen strafrecht uit **boek I Nieuw Strafwetboek**: "*Bij gebreke van andersluidende bepalingen in boek II en in de bijzondere wetten en verordeningen, worden de bepalingen van dit boek toegepast op de misdrijven die bij boek II alsook bij die bijzondere wetten en verordeningen strafbaar zijn gesteld*." (art. 77 Nieuw Sw.) - Toepassing **complementaire wetten** op bijzonder strafrecht blijkt uit complementaire wet zelf. - ~~Het **Oud Sw. (art. 100 Sw.)** kent een andere regeling waarbij de regelingen uit Boek I over de strafbare deelneming en verzachtende omstandigheden niet automatisch van toepassing zijn op de bijzondere strafwetten.~~ - Boek I Nieuw Sw. is van toepassing op bijzondere wetten in de vorm van **decreten en ordonnanties**, behoudens de uitzonderingen die voor bijzondere inbreuken door een decreet kunnen worden gesteld (Bijzondere Wet 8 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen). Wanneer bij decreet of ordonnantie straffen of vormen van strafbaarstellingen worden ingevoerd die boek II Nieuw Sw. niet kent, is een eensluidend advies van de federale ministerraad vereist. H2: Functies en achtergronden ----------------------------- ### Wortels **Straffen is geen exclusief menselijk gedrag**: Poetsvis: eet liefst vis zelf ipv vuil -\> gastvis boos =\> poetsvis mag niet bijten anders krijgt geen voedsel meer van andere vissen =\> beheersing poetsvis nodig; meestal in team dus bij overtreding dan straft ene de andere (die ene is niet het slachtoffer maar een derde die reageert om systeem te laten voortbestaan) =\> die regels zitten in dna om te overleven (systeem van orde en rust) **Jagers-verzamelaars** (150.000 jaar geleden): autoritair geweld is niet functioneel in egalitaire gemeenschap. Regels, rituelen en symbolen voor kanalisering van (de reactie op) ongewenst gedrag. **Landbouwers** (10.000 jaar geleden): eerste rechtssystemen met regels en formele handhaving (door anderen dan het slachtoffer). **Strafrecht als beperking van intern geweld:** Eerste strafrecht als wraakrecht ('oog om oog, tand om tand'). Strafrecht nog steeds in ruime mate begrenzend: wat niet strafbaar is gesteld, mag niet worden bestraft. Legaliteit, proportionaliteit en subsidiariteit. **Strafrecht als toelating**: Van toegelaten en geregeld privaat wraakrecht naar publiek strafrecht als toegelaten (geweld) instrument voor beheersing van gedrag **Instrumentaliteit en rechtsbescherming**: - Instrument **van** de macht: Strafrecht als instrument van de macht ter ondersteuning van het beleid en als afspiegeling van de machtsverhoudingen (veel gecentraliseerde macht, veel, hard en publiek straffen) - Instrument **tegen** de macht: Strafrecht als beperking van en bescherming tegen de macht (weinig gecentraliseerde macht, legaliteit, proportionaliteit) **Strafrechtsgeschiedenis en -theorie:** - Van wraakrecht naar publiek strafrecht (11^de^ - 15^de^ eeuw) - Strafrecht van en voor de vorst (15^de^ - 18^de^ eeuw) - Daad- en schuldstrafrecht (18^de^ -- eind 19^de^ eeuw) - Dader -- en gevaarstrafrecht (eind 19^de^ eeuw -- eerste helft 20^ste^ eeuw) - Daderstrafrecht met een menselijk gelaat (tweede helft 20^ste^ eeuw) - Postmodern strafrecht (laatste kwart 20^ste^ eeuw - ) ### Van wraakrecht naar publiek strafrecht (11^de^ - 15^de^ eeuw) - **Wraakrecht**: Straffen als private aangelegenheid van de familie tegen andere families als wraak- of vuistrecht. Ontstaan van regels over uitoefening en beperking van de wraak. Risico op escalatie van wederzijds geweld en eindeloze vetes blijft bestaan. - **Bloed- en vredegeld**: Verdere uitbouw van regels om wraakrecht te begrenzen en tussenkomst van (feodale) overheden om vrede tussen families te bevorderen. Vooral bemiddelend gericht op (financiële regeling) en afkoop wraakrecht. Bloedgeld als soort (privaatrechtelijke) schadevergoeding voor slachtoffer, maar ook vredegeld als soort (publiekrechtelijke) boete voor de tussenkomende overheid. - **Strafrecht wordt publiek recht**: Tussenkomst overheid wordt verplicht en privaat wraakrecht wordt verder afgebouwd. Afhandeling van inbreuken op de regels wordt veel meer een (exclusieve) aangelegenheid van de overheid. ### Strafrecht van en voor de vorst (15^de^ - 18^de^ eeuw) - **Lokaal vastgelegd materieel strafrecht**: Plaatselijke landheren bundelen economische en politieke vrijheden (keuren) -- formeel en (minder) materieel strafrecht -- plaatselijke rechtbanken - **Centrale aanvullingen met weinig materieel strafrecht**: Meer centralisatie van de macht leidt tot meer, maar al bij al beperkt, centraal straf(proces)recht) van de vorsten (ordonnantiën) dat vooral betrekking heeft op eigen centrale belangen (muntrecht, economische rechten, sociale en veiligheidsbelangen,...) - **Strafrechtspraak**: Formeel vastgelegde beslissingen die bijgehouden en geconsulteerd worden ter inspiratie - **Strafrechtsleer over de praktijk**: Vanaf 16^de^ eeuw veel aandacht studie van strafrecht (bv. Wielant, De Damhouder) met vooral beschrijving van de praktijk (inventarisatie en taxonomie) voor de rechtspraktijk. Vooral procedure. Weinig aandacht voor algemene beginselen en materieel strafrecht. - **Instrumenteel strafrecht**: Overheid en vorst bepalen wat misdrijven en toepasselijke straffen zijn in functie van de eigen prioriteiten. Strafrecht wordt meer en meer ingezet ter ondersteuning van beleid. Weinig nood en draagvlak voor algemene beginselen (en materieel strafrecht) dat toepassing en bereik strafrecht regelt (en begrenst). - **Straffen op het lichaam**: Groeiende (centralisatie van de) macht, meer strafwetten en forsere bestraffing, inclusief onterende en lijfstraffen. Belang en functie van straffen op het lichaam (verminken of doden), openbare en zichtbare bestraffing en disproportionele bestraffing. Illustratie van (centralisatie van de) macht en absoluut beschikkingsrecht van de machthebbers. ### Daad- en schuldstrafrecht -- klassieke leer (eind 18^de^ eeuw - eind 19^de^ eeuw) - **Legitiem en effectief strafrecht**: Erg divers en ondoorzichtig recht afkomstig van een gecontesteerde overheid dat weinig effectief is. Macht (*ius puniendi*) komt niet uit zichzelf of van bovenaf, maar wordt door de gemeenschap gegeven (sociaal contract). Beginselen voor een legitiem strafrecht: legaliteitsbeginsel, proportionaliteitsbeginsel, subsidiariteitsbeginsel, personaliteitsbeginsel, gelijkheidsbeginsel, publiciteitsbeginsel,... - **Strafrecht dat mensen kan veranderen**: Strafrecht en straffen moeten mensen tegenhouden om misdrijven te plegen (generaal-preventieve werking) en opnieuw misdrijven te plegen (individueel preventieve werking). Geboorte van de gevangenisstraf als effectief alternatief voor de lijfstraf -- gevangenisstraf in isolatie (cel) om veroordeelde te veranderen -- Panopticongevangenissen en Edouard Ducpétiaux in het Belgisch gevangeniswezen. DIA 20: Daad en schuld - **De *homo economicus* als mensbeeld**: Verlichting ziet mens als vrij en rationeel wezen. Misdrijf is slechte keuze die het strafrecht moet voorkomen (generaal-preventieve werking) of sanctioneren (individueel preventieve werking). - **Daad- en schuldstrafrecht**: Vooral aandacht voor de daad (misdrijven) en niet voor de dader (want iedereen wordt toch geacht gelijk te zijn). Toepassing voor de strafwet voor iedereen gelijk (evt. met vaste straffen). Legaliteit en proportionaliteit. Wie een misdrijf pleegt is daarvoor, behalve in uitzonderlijke gevallen, verantwoordelijk (slechte keuze) en treft schuld. - **Klassiek strafrecht of klassieke leer**: Klemtoon op daad, met veel aandacht legaliteit en proportionaliteit en schuld: Beccaria (1738-1794), Bentham (1748-1832), von Feuerbach (1775-1833), Howard (1726-1790), Goswin de Fierlant, Vilain XIIII. Belang van rechtszekerheid stimuleert vastleggen van strafrecht in wetboeken: - ***Franse revolutionaire periode***: Code Lepeletier (1791), Code Merlin (1795) - ***Franse Code pénal van 1810***: Legaliteit en proportionaliteit (maar wel strenge straffen), minimum- en maximumstraffen, gevangenisstraffen maar ook nog lijfstraffen en onterende straffen. - ***Nederlandse periode*** (1815-1830): Franse code pénal bleef toepasselijk - ***Belgische code pénal van 1867***: Pas in 1867 eigen Belgisch Strafwetboek geïnspireerd op Code pénal van 1810. Met doodstraf. Kritieken op het strafrecht van het ancien régime sporen met **sociaal- economische ontwikkelingen** waarbij een nieuwe burgerlijke elite de macht van vorst adel en clerus aan banden legt. Liberaal mensbeeld van de ondernemende mens voor wie alles toegelaten is dat niet verboden is. Weinig aandacht voor feitelijke ongelijkheden in maatschappij. ### Dader- en gevaarstrafrecht (19^de^ eeuw -- eerste helft 20^ste^ eeuw) - **Mensbeeld van de onvrije mens en sociaal verweer**: Ontwikkelingen binnen de wetenschap en positivisme (criminologie) leiden tot mensbeeld van de onvrije gedetermineerde mens: criminele antropologie (Lombroso), sociologische milieuschool (Lacassagne); bio-sociologische school (Ferri). Strafrecht en straffen weinig zinvol om misdrijven te voorkomen en te bestraffen. Enkel bescherming van de maatschappij (sociaal verweer). - **Gevaar en dader in plaats van schuld en daad**: Schuld (als morele verantwoordelijkheid) geen nuttig concept en vervangen door gevaarlijkheid (als sociale verantwoordelijkheid). Maatregelen (ter bescherming van de maatschappij) in de plaats van straffen. Reactie vooral afgestemd op de dader en veel minder op de daad. Proportionaliteit en legaliteit veel minder belangrijk dan in klassiek strafrecht. - **Sociaal verweer in België:** Vooral via Adolphe Prins belichaamd in een neo-klassieke versie van het sociaal verweer waarbij 'gewone', volwassen delinquenten als principieel verantwoordelijk worden gezien (zoals klassiek strafrecht) en anderen als ze gevaarlijk blijken (minderjarigen, personen met een geestesstoornis) aan beschermingsmaatregelen kunnen onderworpen worden. - **Strafrecht op twee sporen**: Klassiek strafrecht en klassiek strafwetboek van 1867 blijven in een eerste spoor voor 'gewone' volwassen delinquenten. Er komt een tweede spoor voor een reactie tegen gevaarlijke niet-verantwoordelijke personen en een aanvulling van de reactie t.a.v. 'gewone' volwassen in complementaire wetten: Wet Lejeune op de voorwaardelijke veroordeling en voorwaardelijke invrijheidstelling (1888), Wet op de kinderbescherming (1912), Afbouw van cellulaire opsluiting onder Vandervelde (1919-1920); Wet op abnormalen en gewoontemisdadigers (1930). - **Sociaal verweer en maatschappij:** Economische crisis bij (klein-industriële) burgerij, arbeidersklasse dringt aan op lotsverbetering (maar geen stemrecht). Grote onrust en opstand (bv. 1886) die werd onderdrukt, maar tegelijk ook overheidsinterventie in sociaal-economische sfeer (wetten uitbetaling lonen, werkmanswoningen, vrouwen- en kinderarbeid en na WOI of achturendag, enkelvoudig stemrecht,...). Van overheid (en strafrecht) wordt verwacht dat ze intervenieert en samenleving regelt. Dat kan niet met een rechtsbeschermend klassiek strafrecht waarbij iedereen als gelijk wordt gezien, wel met een sociaal verweerkader dat een toelaat de persoonlijkheid en gevaarlijkheid van in essentie verschillende mensen in rekening te brengen. ### Daderstrafrecht met een menselijk gelaat - nieuw sociaal verweer (tweede helft 20^ste^ eeuw) - **Strafrecht met aandacht voor rechtsbescherming en resocialisatie**: Grote aandacht voor mensenrechten en rechtsbescherming na WOII met hernieuwde aandacht voor legaliteit en proportionaliteit. Groot geloof in de maakbaarheid van de mens en de gedrags- en maatschappijwetenschappen om wetsovertreders te verbeteren of te resocialiseren. - **Nieuw sociaal verweer**: Bijstelling van het (oud) sociaal verweer met nog steeds aandacht voor persoon en gevaarlijkheid van de dader, maar niet ten koste van de rechtsbescherming en meer gericht op resocialisatie ipv neutralisatie. Marc Ancel en Willy Calewaert. Voorbeelden van complementaire strafwetten: Probatiewet (1964), interneringswet (1964) en jeugdbeschermingswet (1965) - **Nieuw sociaal verweer en maatschappij**: Consensusklimaat en economische heropleving na WOII. Interventie van de overheid in sociaal-economische aangelegenheden (bv. sociale zekerheid in 1944). Welvaarstaat met afname van ongelijkheid. Verzorgingsstaat. Optimisme en geloof in overheid en mogelijkheid tot verandering en verbetering. Strafrecht houdt zich veel meer bezig met sociaal-economische aspecten (economisch strafrecht, sociaal strafrecht,...). Geloof dat strafrecht en de straf mogelijkheden zijn om mensen te verbeteren (resocialiseren). Preventie werkt. Hulpverlening kan perfect in strafrechtshandhaving geïntegreerd worden. ### Postmodern strafrecht (laatste kwart 20^ste^ en 21^ste^ eeuw) **Kritisch tegen overheid en strafrecht**: Welvaartstaat onder druk en afnemend vertrouwen in overheid. Kritiek op overheidsinterventies en strafrecht vanuit verschillende hoeken: - Daderstrafrecht is niet verenigbaar met de ***basisbeginselen van het strafrecht***: Betrachting om te individualisering leidt tot ongelijkheid en problemen met legaliteitsbeginsel, proportionaliteitsbeginsel en subsidiariteitsbeginsel - ***Strafrecht en hulpverlening*** zijn onverenigbaar: Hulpverleners zijn geen uitvoerders van de straf maar zijn er voor een individuele hulpvraag (forensisch welzijnswerk buiten justitie) - ***Het werkt niet***: Veel interventies, zonder veel samenhang waarvan niet duidelijk was of ze ook werkten (geen evidence-base). En geen geld voor humaan daderbeleid. **Geen dominante benadering van het strafrecht**: Strafrecht wordt tegelijk vanuit erg verschillende (en vaak tegenstelde) visies en referentiekaders bekeken en vorm gegeven. Geen dominante benadering: - ***Daadstrafrecht voor daadwerkelijke bestraffing***: Terug naar klassiek strafrecht, misdrijf, legaliteit en proportionaliteit. Gelijkheid en een 'verdiende' proportionele straf. De opgelegde straf wordt onverkort uitgevoerd. Vergelding en algemene en individuele preventie. Effectieve (strenge) bestraffing werkt. (bv. wet 2017 invoering beveiligingsperiode). - ***Daadstrafrecht zonder veel schuld***: Strafrecht als handhavingsinstrument waarbij overtreding regel primeert (regelstrafrecht) en schuld veel minder belangrijk wordt. (bv. reglementaire misdrijven uit bijzondere strafwetten). - ***Daadstrafrecht met administratieve sanctie***: Focus op de daad met efficiënte en effectieve sanctionering buiten het strafrecht (bv. wet op de gemeentelijke administratieve sancties (2013). - ***Daadstrafrecht ter bescherming***: Rechtsbescherming primeert. Aandacht voor legaliteit en proportionaliteit tegen te vergaande overheidsinmenging. Niet te veel en breed omschreven misdrijven en goed afgelijnde straffen (bv. Wet 2018 die verbeurdverklaring aanpast omdat dit tot onredelijk zware straf zou leiden). - ***Risico-daderstrafrecht***: Sommige dadergerichte interventies werken wel en kunnen ingezet worden om het risico op recidive te evalueren en aan te pakken. (bv. wetgeving inzake strafrechtelijke bescherming minderjarigen en advies en behandeling seksuele delinquenten). - ***Mensenrechtelijk strafrecht***: Geen instrumentele invulling van de straf (in functie van recidive), maar recht op menswaardige bestraffing. Een menswaardige behandeling gericht op een goed leven zal mensen meer veranderen (en doen stoppen met criminaliteit -- desistance) dan een klassieke straf. (bv. decreet 2013 hulp- en dienstverlening aan gedetineerden en hun sociale omgeving) - ***Slachtoffer en herstel***: Strafrecht is zelf problematisch. Het kan worden afgeschaft (abolitionisme), vervangen of aangevuld met herstelrechtelijke interventies waarbij de betrokken individuen zelf de leiding nemen (bv. wet 2005 tot invoering bemiddeling in procedures). **Een eigentijds Nieuw Strafwetboek**: ***Eindelijk een Nieuw Strafwetboek***: Veel plannen voor nieuw strafwetboek na 1867 (Châtel/D'Haenens -- 1976-1979; Legros - 1985 ; Holsters -2003) maar in 2015 nieuw elan onder Minister Koen Geens. Commissie Rozie/Vandermeersch met voorstellen. Hernomen/aangevuld/bijgesteld onder Ministers Van Quickenborne en Van Tigchelt. Wetten van 29 februari 2024 (*BS* 8 april 2024), met inwerkingtreding in 2026 (en 2035). - ***Accuraat, coherent en eenvoudig***: Streven naar meer rechtszekerheid, vlotte toepasbaarheid en goed kenbaar. - ***Een eigentijds strafwetboek***: Geen expliciet referentiekader of theoretische benadering. Veel elementen van nieuw sociaal verweer (dadergericht, individualisering, resocialisatie en herstel), maar ook duidelijke daadgerichte lijnen (matiging bij onredelijk zware bestraffing, strenge regels voor herhaling). Deel 2: Strafwet ================ H1: Legaliteitsbeginsel ----------------------- ### Begripsomschrijving **Artikel 1 Nieuw Sw. -- Legaliteitsbeginsel** - **Hoeksteen van het klassiek strafrecht**: Oorsprong in kritieken op strafrecht ancien régime. Recht om te straffen kan enkel voor wat expliciet is verboden. Vastlegging misdrijf en straf kan enkel door een instrument die de gemeenschap vertegenwoordigt: de wet. - **Geen misdrijf, geen straf zonder wet:** *Nullum crimen, nulla poena sine lege*. Zowel wat een misdrijf is als welke straf daarvoor wordt voorzien, moet bij wet worden bepaald. - **Strafwet, grondwet en internationaal recht**: Niet alleen in strafwet, maar ook in grondwet (art. 12 en 14) en internationaal recht (art. 7 EVRM, art. 15 IVBPR). - **Rechtszekerheid**: Wettelijke basis van misdrijf en straf heeft maar zin indien de wet voldoende precies is. Legaliteitsbeginsel vereist dan ook dat de wet voldoende zekerheid geeft om te weten wat de strafrechtelijke gevolgen van een gedraging zijn (*lex certa-*beginsel). ### Wet **Wet in materiële zin:** - **Beslissingen van wetgevende organen**: Niet enkel beslissingen van de federale wetgevende macht (wet formele zin), maar naar beslissingen van democratisch verkozen beraadslagende vergaderingen (wet materiële zin). Dus ook decreten, ordonnanties, provinciale of gemeentelijke reglementen of verordeningen. Of genummerd KB waarbij de uitvoerende macht in plaats van de wetgever mag optreden. - **Krachtens de wet**: Het volstaat dat de wetgever de essentiële elementen vastlegt en verdere preciseringen delegeert aan uitvoerende macht. 'krachtens de wet' (art. 14 Gw.). Kaderwetten, opdrachtwetten en blanco-strafwetten. (bv. drugswet 1921) Strafwet **Algemene beginselen die door de volkerengemeenschap worden erkend:** - **Achtergrond**: Vervolgingen na WOII voor internationale straftribunalen voor oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid die op het moment van de feiten nog niet bestonden. Volgens tribunalen worden dergelijke gedragingen in het algemeen bewustzijn van de volkerengemeenschap als misdrijven gezien. Uitzondering op het legaliteitsbeginsel of bijzondere invulling van begrip 'wet'. - **Algemene beginselen erkend door de volkerengemeenschap**: Ingeschreven in internationaal recht en nu ook in art. 1 Nieuw Sw. De erkenning moet niet vastliggen in concrete wetten, maar kan blijken uit de houding van de volkerengemeenschap. Ondertussen zijn dergelijke strafbaarstellingen wel in de strafwet ingeschreven. Strafwet **Internationale verdragen:** - **Geen wet**: Sommige verdragen hebben directe werking en kunnen rechtstreeks en met voorrang op het Belgisch recht worden ingeroepen voor de Belgische rechter. Maar internationaal verdrag kan geen misdrijf of straf invoeren. Altijd tussenkomst vereist van een Belgische wetgever. - **EVRM**: Verdrag met directe werking dat evenwel geen bepalingen bevat over welke gedragingen misdrijven zijn en welke straffen moeten worden opgelegd. Wel verbod voor nationale wetgever om misdrijven en straffen in te voeren die strijdig zijn met de mensenrechten (negatieve verplichting -- schildfunctie) en verplichting voor nationale wetgever om aantastingen van bepaalde mensenrechten (bv. recht op leven) te sanctioneren (via misdrijf en straf) (positieve verplichting -- zwaardfunctie). (vergelijkbaar IVBPR). - **Recht van de Europese Unie**: Unie kan lidstaten via verordeningen of richtlijnen verplichten om misdrijf/straf te bepalen (positieve doorwerking) of aan te passen via HvJ (negatieve doorwerking). ### Legaliteitscontrole - **Legaliteitscontrole door het Grondwettelijk Hof:** Beroepen tot vernietiging van een wetsbepaling wegens schending Titel II Gw. of regels m.b.t. bevoegdheden Staat, gemeenschappen of gewesten. Dus ook vernietiging mogelijk voor schendingen legaliteitsbeginsel. - **Legaliteitscontrole door hoven en rechtbanken:** Hoven en rechtbanken passen strafbepalingen uit algemene, provinciale en gemeentelijke besluiten en verordeningen enkel toe indien ze met de wet overeenstemmen. Voor vragen over legaliteit van wetten, decreten en ordonnanties wenden hoven en rechtbanken zich via een prejudiciële vraag tot het Grondwettelijk Hof. Wel toetsing van wetten aan internationale verdragen met directe werking (tenzij grondrechten uit de Gw.). Ook prejudiciële vragen aan Hof van Justitie voor toetsing aan rechtstreeks toepasselijke regels van het recht van de Europese Unie. **Art. 2 Nieuw Sw. - Toepassing van de strafwet in de tijd** H2: Toepassing van de strafwet in de tijd ----------------------------------------- ### Ten tijde van de gedraging **Een wetsbepaling in werking**: Op het moment van de gedraging of het misdrijf moet er een wetsbepaling in werking zijn die de gedraging strafbaar stelt en de straf bepaalt. **Inwerkingtreding vanaf bekendmaking**: Wet pas verbindend na bekendmaking in de vorm bij de wet bepaald (art. 190 Gw.). In Belgisch Staatsblad (bindende kracht na 10 dagen, tenzij anders bepaald) of provinciale of gemeentelijke websites (bindende kracht na 5 dagen, tenzij anders bepaald). **Niet opgeheven**: Expliciete opheffing doordat de wetgever aangeeft dat de bepaling is opgeheven, of slechts bepaalde termijn van kracht blijft of impliciete opheffing door het uitvaardigen van nieuwe wet die onverenigbaar is met de oude. Opheffing wet leidt ook tot opheffing uitvoeringsbesluiten ervan, tenzij nieuwe wet dezelfde doelstellingen als oude wet heeft of misdrijfomschrijvingen opnieuw opneemt. **Niet vernietigd**: Vernietiging door Grondwettelijk Hof. Indien er definitieve veroordeling is op basis van vernietigde wet bestaat bijzonder rechtsmiddel van het beroep tot intrekking. **Geen opheffing door onbruik**: Wel rechtspraak die onoverkomelijke rechtsdwaling aanvaardt. ### Conflicten in de tijd **Geen retroactiviteit van de strengere strafwet**: Legaliteitsbeginsel laat niet toe om strengere strafwet toe te passen die pas na het stellen van de gedraging in werking is getreden. Geen retroactiviteit indien: - Nieuwe misdrijfomschrijving - Uitbreiding misdrijfomschrijving - Verzwaring van de straf (let op: invoering van nieuwe straffen ter vervanging van gevangenisstraf is geen verzwaring) - Verzwaring van de strafuitvoering (let op: hier tijdstip van de veroordeling - en niet tijdstip stellen gedraging - als startpunt) **Retroactiviteit van de strafwet met de voor de dader meest gunstige bepalingen**: Billijkheid. Retroactiviteit indien: - Beperking misdrijfomschrijving - Lichtere straf (zowel bij hoofdstraf en bijkomende straf) **Bijzondere gevallen waarin geen retroactiviteit is van de strafwet met de voor de dader meest gunstige bepalingen**: - Periodieke reglementering, gelegenheidswetten en tijdelijke wetten - Uitvoeringsreglementering **Buiten de toepassing van art. 2 Nieuw Sw.** - Interpretatieve wetten - Procedurewetten: Zij krijgen onmiddellijke toepassing - Wetten die betrekking hebben op niet strafrechtelijke sancties: bv. internering, bijdrage aan het Fonds voor hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en aan occasionele redders. H3: Toepassing van de strafwet in de ruimte ------------------------------------------- **Art. 3. Nieuw Sw. - Toepassing van de strafwet in de ruimte** ### Rechtsmacht **Rechtsmachtrecht** bepaalt waar de (straf)wet van toepassing is: het Belgisch grondgebied (altijd) of ook daarbuiten (indien de wet dit bepaalt). **Vestigen** (op grondgebied en daarbuiten) en **uitoefenen** van rechtsmacht (enkel op grondgebied, daarbuiten internationale samenwerking in strafzaken). **Materieel strafrecht**, hoewel regels extraterritorialiteit in V.T. Sv. **Rechtsmachtconflicten**: Brede definitie van (eigen) grondgebied en veel extraterritorialiteit leiden ertoe dat op een misdrijf strafwetten uit meerdere landen van toepassing kunnen zijn. ### Territorialiteit als regel **Misdrijven op het grondgebied --** Basisaanknopingspunt voor rechtsmacht is territorium (soevereiniteit van de staat) -- altijd **toepassing Belgische strafwet**, in principe zonder beperkingen. **Belgisch grondgebied:** - ***Land***: Binnen de landsgrens met inbegrip van ambassades, consulaten en internationale instellingen (onschendbaarheid -\> niet - ***Zee***: territoriale zee, met inbegrip van buitenlandse schepen - ***Luchtruim***: Boven land en zee, met inbegrip van buitenlandse vliegtuigen die in België landen - ***Belgische schepen en vliegtuigen*** ### Lokalisatie van het misdrijf **Lokalisatietheorieën --** Wanneer zijn misdrijven op het grondgebied gepleegd: lichamelijke gedraging, instrument, effect? **Ubiquiteit als Belgische lokalisatietheorie**: één van de constitutieve of verzwarende bestanddelen op Belgisch grondgebied (art. 3 Nieuw Sw.) (moreel bestanddeel alleen volstaat evenwel niet) - deelneming aan misdrijf in België -- voortdurende misdrijven. Ook **theorie van ondeelbaarheid** voor misdrijven buiten België gepleegd die een ondeelbaar geheel vormen met een in België gepleegd misdrijf (maar niet in Nieuw Sw.) **Misdrijven met meerdere pleegplaatsen** en rechtsmachtconflicten ### Extraterritorialiteit als uitzondering **Vestigen extraterritorale rechtsmacht is toegelaten**: Inmenging in binnenlandse aangelegenheden via vestigen (niet uitoefenen) rechtsmacht mag. Internationaal recht stimuleert en beperkt weinig. Aanknopingspunten die verband houden met de eigen belangen en zich niet al te ver mengen in de aanspraken van de delictstaat. **Enkel in de wet bepaalde gevallen:** - Veel vestiging van extraterritoriale rechtsmacht in V.T. Sv. - Vaak beperkingen zoals: dubbele incriminatie, *ne bis in idem*, aanwezigheid verdachte in België, klacht of voorafgaand bericht, vervolgingsfilters (staten filteren wanneer extraterritoriaal uitoefening rechtsmacht =\>mag pas in sommige gevallen worden uitgeoegefend als het echt noodzakelijk & opportuun is),... **Aanknopingspunten voor extraterritoriale rechtsmacht** - **Persoonlijke aanknopingspunten**: Nationaliteit (of verblijf) van de verdachte (actief personaliteitsbeginsel) en nationaliteit of verblijf van slachtoffers (passief personaliteitsbeginsel) - **Zakelijke aanknopingspunten**: (Gevaar voor) krenking van een concreet belang. Veiligheid van de staat (beschermingsbeginsel) en internationaal strafwaardig karakter van de feiten (universaliteitsbeginsel) **Afgeleide rechtsmacht**: Rechtsmacht wordt uitgeoefend in de plaats van een andere staat. Overname van strafvervolging en plaatsvervanging of vertegenwoordiging (*aut dedere, aut judicare*). **Art. 4 Nieuw Sw. - Interpretatie van de strafwet** H4: Interpretatie van de strafwet --------------------------------- ### Kwalificeren en interpreteren **Legaliteitsbeginsel**: - laat niet toe om gedragingen die niet onder een misdrijfomschrijving vallen als misdrijf te beschouwen; - vereist dat de wet voldoende precies aangeeft wat de strafbare gedraging is. Rechter moet algemene regel (misdrijfomschrijving) op concreet geval (gedraging) toepassen **Kwalificeren:** Bepalen onder welke misdrijfomschrijving een gedraging valt **Interpreteren**: Misdrijfomschrijving analyseren om te kunnen kwalificeren ### Niet interpreteren of strikt interpreteren **Niet interpreteren van heldere wetteksten -- anders enkel strikte interpretatie** (art. 4 Nieuw Sw.): zoals de wetgever het heeft bepaald. Niet hetzelfde als beperkt of restrictief: de rechter mag niet meer gedragingen als strafbaar aanzien dan de wetgever heeft bepaald, maar ook niet minder. **Toegelaten interpretatiemethoden**: - **Letterlijk**: Woorden lezen in hun normale taalkundige betekenis of in de betekenis die de wetgever er zelf aan heeft gegeven - **Teleologisch**: De bedoeling/wil van de wetgever achterhalen en respecteren (niet expliciet in Nieuw Sw.). **Teleologisch-progressief of -evolutief**: Ook gedragingen die de wetgever niet kon voorzien op het ogenblik van de totstandkoming van de strafwet maar door wetgever bedoeld ("*De strafwet kan worden toegepast op feiten die de wetgever volstrekt onmogelijk kon voorzien ten tijde van haar afkondiging op voorwaarde dat de wil van de wetgever om dat soort feiten tot misdrijf te maken zeker is en dat de feiten onder de wettelijke omschrijving van het misdrijf kunnen vallen."* -- art. 4, tweede lid Nieuw Sw*.*) ### Nooit naar analogie in het nadeel van de vervolgde persoon **Verbod van analogische interpretatie**: Geen interpretatiemethoden die ertoe leiden dat andere gedragingen onder de misdrijfomschrijving worden gevat dan de rechter heeft bepaald. De analogische interpretatie -- uitbreiden van het toepassingsgebied van een misdrijfomschrijving naar gedragingen die niet door de wetgever zijn bepaald, maar daarop lijken - is daarom expliciet verboden in het Nieuw Sw. **In het nadeel van de vervolgde persoon**: Dus wel analogische interpretatie toegelaten indien in het voordeel van de vervolgde persoon (*analogia in bonam partem*). Om billijkheidsredenen. Deel 3: Misdrijf ================ H1: Bestanddelen van een misdrijf --------------------------------- ### Begrippen **Art. 5 Nieuw Sw. - Bestanddelen van het misdrijf** **Geen definitie, wel bestanddelen**: Niet wat een misdrijf is maar welke de noodzakelijke/constitutieve en bijkomende/verzwarende bestanddelen van een misdrijf zijn. **Bestanddelen van alle misdrijven** (algemeen strafrecht), die voor elk specifiek misdrijf anders worden ingevuld (bijzonder strafrecht) **Drie (of vier) constitutieve bestanddelen:** \(1) Materieel bestanddeel \(2) Moreel bestanddeel \(3) Wederrechtelijkheid \(4) (Strafwaardigheid -- geen bestanddeel volgens Nieuw Sw.) ### Constitutieve bestanddelen **Art. 6 Nieuw Sw. - Materieel bestanddeel** **Een louter voornemen, plan of idee kan nooit een misdrijf zijn**.\ Elk misdrijf moet dan ook een 'materieel' (uiterlijk waarneembaar) bestanddeel hebben. **Een handeling of een nalaten** (met inbegrip van het **veroorzaken van een bepaald gevolg**) **Handeling of nalaten (verzuim)** - **Handelingsmisdrijven** (commissiedelicten): Materieel bestanddeel is stellen handeling (bv. diefstal). - **Verzuimsmisdrijven** (omissiedelicten): Materieel bestanddeel is nalaten of verzuim. Bestraffing van niet-nakoming handelingsplicht (bv. familieverlating, schuldig verzuim) - **Oneigenlijke verzuimsmisdrijven** (commissie door omissiedelicten): Handelingsmisdrijven kunnen soms gepleegd worden via een verzuim (bv. doden door geen geneesmiddel toe te dienen). Dicht bij schuldig verzuim -- vereist is dat onthouding uiting is van doelgerichte wil om een bepaald resultaat te bereiken en wanneer wetgever materieel bestanddeel niet heeft willen beperken tot fysieke handeling. **Veroorzaken van een bepaald gevolg** **Gevolgmisdrijven**: Misdrijven waarbij het veroorzaken van een gevolg een bestanddeel uitmaakt (bv. integriteitsaantasting door een ernstig gebrek aan voorzorg of voorzichtigheid (Art. 217 Nieuw Sw.).\ Gevat onder handelings- of verzuimsmisdrijven. **Gevolgmisdrijven en causaliteit**:\ Hoe oorzakelijk verband tussen gedraging en in de wet omschreven gevolg bepalen? - **Equivalentieleer**: Alle oorzaken - voorafgaande gebeurtenissen die noodzakelijk aanwezig moeten zijn opdat een gevolg zou intreden -- zijn evenwaardig (equivalent) ten aanzien van het gevolg.\ *Conditio sine qua non-*test. Dominante leer in Belgisch strafrecht - **Adequatieleer**: Enkel oorzaken die adequaat (doeltreffend of geschikt) zijn ten aanzien van het gevolg, zijn oorzaken bij een gevolgmisdrijf. **Art. 7 Nieuw Sw. -- Moreel bestanddeel** **Naast handeling of nalaten vereist misdrijf ook een ingesteldheid van de dader** 1. **In staat om bewust én uit vrije wil te handelen als minimale schuldvorm voor alle misdrijven**: - **Vermoed** aanwezig te zijn als de gedraging wordt gesteld. - **Weerlegging vermoeden** kan indien bestaan schuldontheffingsgrond (\*) (onoverkomelijke dwaling of onweerstaanbare dwang) aannemelijk wordt gemaakt. - Bijna materiële misdrijven -- schuld door wetsinbreuk - Minimale schuldvorm **volstaat voor reglementaire misdrijven** (misdrijven uit bijzondere strafwetten), tenzij anders bepaald **2. Naast de minimale schuldvorm is ook opzet vereist bij opzettelijke misdrijven** - Misdrijven opgenomen in boek 2 Nieuw Sw., tenzij de wetgever gekozen heeft voor onachtzaamheidsmisdrijven; - Misdrijven uit bijzondere wetten indien de bijzondere wet dit zo bepaalt. Algemeen opzet & bijzonder opzet **2a. Algemeen opzet** **Art. 7 Nieuw Strafwetboek -- moreel bestanddeel** - Het **voornemen om met kennis van zaken strafbaar gedrag aan te nemen**: bewuste keuze om strafbare gedraging te stellen -- vaak niet expliciet in misdrijfomschrijving - Algemeen opzet wordt **niet vermoed**: Openbaar Ministerie moet opzet bewijzen -- dader kan aannemelijk maken dat er geen bewuste keuze was. Geen vereiste dat dwaling 'onoverkomelijk' was. - Kennis van zaken bij **omstandigheid**: zich bewust zijn dat een omstandigheid bestaat of kan bestaan in de normale gang van zaken. - Kennis van zaken bij **gevolg**: zich bewust zijn dat een gevolg zich zal voordoen of zou kunnen voordoen binnen het normale verloop van de gebeurtenissen (geen nood aan 'eventueel opzet' oud strafrecht). Kennisvoorwaarde leidt tot tempering toepassing equivalentieleer materieel bestanddeel. **2b. Bijzonder opzet** **Art. 7 Nieuw Strafwetboek -- moreel bestanddeel** Door de wet bepaald resultaat of geestesgesteldheid blijkt uit de misdrijfomschrijving - **Het voornemen om een door de wet bepaald resultaat te bereiken**: Het resultaat wordt geacht te zijn nagestreefd wanneer de dader dit als doel van zijn gedrag had of wanneer hij dit heeft aanvaard als een gevolg dat zich zou voordoen binnen het normale verloop van de gebeurtenissen (geen nood eventueel opzet oud strafrecht). - **Een door de wet bepaalde geestesgesteldheid**:\ Zie bv. 'bedrieglijk' wegnemen bij diefstal (art. 463 Nieuw Sw.) **Gans bijzonder opzet:** Specifieke beweegredenen of drijfveren van de dader in misdrijfomschrijving Zie bv. gijzeling (art. 226 Nieuw Sw.) of genocide (art. 82 Nieuw Sw.) -- vormen van bijzonder opzet **3. Ook een zware fout vereist bij onopzettelijke misdrijven** **Art. 7 Nieuw Strafwetboek -- moreel bestanddeel** Naast minimale schuldvorm ook **zware fout** vereist bij **onopzettelijke misdrijven of onachtzaamheidsmisdrijven** (doden, integriteitsaantasting, nalaten onderhoud minderjarige, brandstichting,...) Handeling gesteld uit een **ernstig gebrek** aan voorzorg of voorzichtigheid: Foutbegrip in het strafrecht niet (langer) gelijklopend met het burgerlijk recht (waar lichtste fout volstaat). **Onopzettelijke misdrijven en opzettelijke misdrijven**: Onderscheid niet altijd gemakkelijk te maken. Geen nood meer aan 'eventueel opzet' uit oud strafrecht, waardoor meer misdrijven nu als onopzettelijk gekwalificeerd worden. **Causaliteit en onopzettelijke gevolgmisdrijven**: Geen verschil tussen toerekening materieel bestanddeel (equivalentieleer) en moreel bestanddeel. Ook onvoorziene gevolgen meegenomen. **Art. 5 Nieuw Strafwetboek -- Bestanddelen van het misdrijf** Wederrechtelijkheid als **derde constitutief bestanddeel**. Wederrechtelijke gedragingen zijn **ongeoorloofd of ontoelaatbaar**. Soms zijn er omstandigheden (rechtvaardigingsgronden) die door de strafwet verboden gedragingen geoorloofd maken, waardoor de gedraging geen misdrijf (meer) is. Wederrechtelijkheid **wordt vermoed** wanneer materieel en moreel bestanddeel zijn vervuld. **Rechtvaardigingsgronden** kunnen dit vermoeden weerleggen (art. 10 Nieuw Sw.). **Een vierde bestanddeel strafwaardigheid(?)** Strafwaardigheid **niet als bestanddeel in Nieuw Sw.**, MAAR een strafwaardige gedraging is een gedraging waarvoor een straf kan worden opgelegd. **Strafuitsluitende verschoningsgronden** (anders dan strafverminderende verschoningsgronden) zijn omstandigheden die tot strafuitsluiting/strafontheffing leiden. In dat geval kan de gedraging geen straf krijgen en is de gedraging niet strafwaardig. *Voorbeelden*: Bepaalde bloed- of aanverwantschappen (art. 650 en 660 Nieuw Sw.); aangifte aan de overheid (art. 392 Nieuw Sw.; art. 6 Drugswet); onderwerping aan de overheid (art. 410 Nieuw Sw.); herstel van de schade (ar. 497 Nieuw Sw.); misdrijven gepleegd in het kader van bijzondere opsporingsmethoden (art. 47*quinquies*, §2 Sv.); slachtofferschap (art. 264 Nieuw Sw.); tenlasteneming kind (art. 361 Nieuw Sw.) ### Verzwarende bestanddelen **Art. 8 Nieuw Strafwetboek - Verzwarend bestanddeel** Elementen die tot gevolg hebben dat een **basismisdrijf** wordt omgevormd **tot een nieuw verzwaard misdrijf**. Enkel mogelijk indien de **wet** dit expliciet in de misdrijfomschrijving voorziet en **verplicht in aanmerking te nemen** door de rechter als onderdeel van kwalificatie van de feiten **Verzwarende bestanddelen** leiden tot oplegging straf van hoger niveau, **verzwarende factoren** niet. H2: Strafbare poging -------------------- ### Begrip **Art. 9 Nieuw Strafwetboek - Strafbare poging** Uitbreiding strafbaarheid naar gedragingen die geen voltooid misdrijf zijn, maar waar er enkel een voornemen is tot stellen strafbaar gedrag en dit voornemen zich heeft geopenbaard door een begin van uitvoering. *Iter criminis*: voornemen -- begin van uitvoering -- voltooid misdrijf Actief berouw of inkeer na voltooiing misdrijf geen enkele invloed op bestaan misdrijf (uitzonderlijk wel via strafuitsluitende verschoningsgrond -- bedrieglijk onvermogen, art. 497 Nieuw Sw.) **Voorbereidingshandelingen** zijn handelingen die de voorbereiding van een misdrijf uitmaken, maar nog geen begin van uitvoering van een welbepaald misdrijf zijn -- soms afzonderlijk als autonoom misdrijf strafbaar gesteld. Wanneer is er begin van uitvoering?\ Afhankelijk van **pogingsleer**: - **Objectivisme**: Klemtoon op gedraging en aantasting rechtsgoed - **Subjectivisme**: Klemtoon op bedoeling van de dader - **Belgisch strafrecht**: Vooral objectivistisch (begin van uitvoering, lagere straf voor poging) maar met subjectivistische elementen (interpretatie begin van uitvoering en soms zelfde bestraffing voor poging) ### Voorwaarden 1. **Crimineel voornemen van de dader:** om welbepaald misdrijf te plegen 2. **Begin van uitvoering** - Uitvoeringshandeling van een **welbepaald** misdrijf - **Geen poging verzuimsmisdrijven,** want hierbij geen uitvoeringshandeling en hoe dan ook onmiddellijk voltooid - **Geen volledige objectivistische invulling** van begin van uitvoering: 'handelingen die naar hun aard en strekking geen twijfel laten bestaan over de bedoelingen van de dader en direct en noodzakelijk in verband staan met de voltooiing van het misdrijf'. - Strafbaarheid van **onmogelijke en ondeugdelijke pogingen,** maar niet van absurde misdrijven - **Putatieve misdrijven** bestaan enkel in verbeelding van de dader. **3. Voor een opzettelijk misdrijf**: Altijd strafbaar voor opzettelijke misdrijven, tenzij de wet dit anders bepaalt. ### Vrijwillige terugtred **Art. 9 Nieuw Strafwetboek -- Strafbare poging** - **Geen negatieve voorwaarde voor strafbare poging meer**:\ In Oud Sw. was vereist dat dader ongewild niet tot een voltooid misdrijf is gekomen. Bij vrijwillige terugtred voorwaarde poging niet voldaan. - **Nu een strafuitsluitende verschoningsgrond**:\ Nieuw Sw. bepaalt dat vrijwillige terugtred strafwaardigheid wegneemt. - **Vrijwillig, definitief en voor voltooien van een misdrijf** - **Doorwerking naar de deelnemers** ### Bestraffing **Art. 9 Nieuw Strafwetboek -- Strafbare poging** - Voornamelijk **objectivistische** invulling - Straf van het onmiddellijk **lagere strafniveau** - Poging tot misdrijf **niveau 1** met dezelfde straf of enkel bijkomende straf - **Gelijke bestraffing** als voltooid misdrijf indien wet dit bepaalt ### Crimineel aanbod **Art. 9 Nieuw Strafwetboek -- Strafbare poging** Doen of aanvaarden crimineel aanbod is **geen volwaardige strafbare poging** (want geen begin van uitvoering welbepaald misdrijf). Oorspronkelijk autonome strafbaarstellingen - **nu een bijzondere vorm van strafbare poging** (voorstel, aanbod of aanzetting - op vasthoudende wijze -misdrijf strafniveau 5) naast autonome strafbaarstellingen en met aparte bestraffing. H3: Rechtvaardigingsgronden --------------------------- **Art. 10 Nieuw Strafwetboek -- Rechtvaardigingsgronden** ### Begrip DEFINITIE: Door de wet bepaalde omstandigheden die **de wederrechtelijkheid van de gestelde gedraging opheffen** waardoor deze gedraging geoorloofd of gerechtvaardigd wordt. **Wederrechtelijkheid wordt vermoed** aanwezig te zijn wanneer materieel en moreel bestanddeel vervuld zijn (art. 5 Nieuw Sw.). Rechtvaardigingsgronden doen de gedraging **het karakter van misdrijf verliezen**. De gedraging wordt geoorloofd/gerechtvaardigd zodanig dat het geen misdrijf meer is. **Enkel door de wet bepaald** Soms **uitsluiting van rechtvaardigingsgronden\ **Zie bv. foltering (art. 119 Nieuw Sw.) ### Gebod of toelating bij wet **Art. 11 Nieuw Strafwetboek - Gebod of toelating bij de wet** **\ Rechtvaardiging door de wet laat o.m. toe:** - **andere** (specifieke) rechtvaardigingsgronden dan die uit art. 10 in te voeren (bv. art. 175, 176, 180, 302 en 424 Nieuw Sw.) en; - **impliciete** rechtvaardiging door de wet (ook toelaten van gedragingen zorgt voor rechtvaardiging bv. uitoefening geneeskunde, risicogevechtsporten...) (wet laat gedraging toe die in strijd is met de strafwet =\> gedraging is gerechtvaardigd zonder dat het expliciet in de wet staat) - sommige zijn ook specifiek in de wet geschreven bv art 302 Nieuw Sw **Wet in materiële zin**: elk bindend voorschrift met algemene draagwijdte uitgevaardigd door een bevoegde overheid **Toestemming van het slachtoffer is geen rechtvaardigingsgrond:** Toestemming slachtoffer **niet in art. 10 Nieuw Sw.** **\ **Strafwet is van openbare orde en toestemming heeft geen invloed op misdrijf, tenzij: - toestemming **in de wet wordt ingeschreven** Zie bv. euthanasiewet laat doden met toestemming toe in specifieke gevallen; art. 8 EVRM omvat recht op seksualiteitsbeleving, waardoor ook sadomasochistische handelingen kunnen worden gerechtvaardigd); OF - toestemming (of afwezigheid ervan) **een bestanddeel van het misdrijf** is Zie bv. seksuele handelingen met toestemming niet strafbaar (art. 132 e.v. Nieuw Sw) en huisvredebreuk (art. 348 Nieuw Sw.) ### Bevel van de overheid **Art. 12 Nieuw Strafwetboek -- Bevel van de overheid** Voorwaarden: - **Vooraf** gegeven bevel - Door een **wettige** overheid:\ Naar Belgisch recht bekleed met publiek gezag (geen privaatrechtelijke gezagsverhoudingen) - **Rechtmatig**: Overheid bevoegd voor het bevel en bevel conform de wet **Overlap** met gebod of toelating bij de wet **Bevel van de overheid soms strafuitsluitende verschoningsgrond** Zie bv. art. 253, §2 Nieuw Sw. **Onrechtmatig bevel van de overheid** eventueel onoverkomelijke **dwaling** of onweerstaanbare **dwang** -- voor personen in openbare functie **strafuitsluitende verschoningsgrond** (art. 357 en 643 Nieuw Sw.) ### Noodtoestand **Art. 13 Nieuw Strafwetboek -- Noodtoestand** **Achtergrond**: Nood breekt wet -- conflicten tussen rechtsgoederen of belangen met verschillende waarde waarbij **gekozen wordt voor de vrijwaring van het goed of belang met de hoogste waarde**. Voor het eerst expliciet opgenomen in Strafwetboek **Toepassingsvoorwaarden:** - **Recht of belang in ernstig en onmiddellijk gevaar**: Gevaar op aantasting is ernstig en acuut. - **Subsidiariteit**: Geen andere optie dan het plegen van een strafbaar feit. - **Waardenverschil**: Rechtsgoed dat gevrijwaard is, moet van hogere waarde zijn. Lagere of gelijke waarde volstaat niet. Waardeninschatting gebeurt objectief. - **Noodtoestand niet opzettelijk zelf doen ontstaan** **Sommige misdrijven** kunnen **nooit door een noodtoestand gerechtvaardigd** worden. Zie bv. foltering (art. 119 Nieuw Sw.) of schendingen internationaal humanitair recht (art. 93, §1 Nieuw Sw.). ### Wettige verdediging **Art. 14 Nieuw Strafwetboek -- Wettige verdediging** *\ *Wettige verdediging of noodweer **als uitzondering op het verbod op eigenrichting**. Een **algemene rechtvaardigingsgrond** (in Oud Sw. een specifieke voor doodslag, slagen en verwondingen, maar analoog breed geïnterpreteerd in voordeel van de wetsovertreder) in principe voor alle misdrijven tenzij uitgesloten bij wet Zie bv. art. 93 en 119 Nieuw Sw. **Toepassingsvoorwaarden aanvalsdaad:** - **Onrechtmatig**: Dus geen rechtvaardiging voor verweer tegen rechtmatige aanval - **Ernstig**: leven, fysieke integriteit, gezondheid, vrijheid van komen en gaan of eerbaarheid (kunnen) aantasten - **Ogenblikkelijk**: aanval is begonnen, dan wel nakend en onafwendbaar - **Tegen een persoon**: tegen de eigen persoon of een andere. Geen goederen **Toepassingsvoorwaarden verweringsdaad:** - **Subsidiariteit**: Geen andere mogelijkheid dan verweer (dus geen hulp inroepen mogelijk) - **Proportionaliteit**: 'op een evenredige manier' i.e. ernst verweringsdaad in verhouding tot ernst aanvalsdaad (dit geldt niet voor de gevolgen van de verweringsdaad) - **Voor of tijdens de aanval, niet daarna**: Niet in de rug schieten van vluchtende aanvaller. - **Verdedigingswil**: Verweringsdaad moet gebeuren met de wil om zich te verdedigen **Geen vermoedens van wettige verdediging meer**: Oud Sw. kende weerlegbare vermoedens van wettige verdediging (afweren bij nacht van inbraak in bewoond pand,..). Meerwaarde beperkt en niet meer in Nieuw Sw. **Noodweerexces en uitlokking**: Verweringsdaad die niet voldoet aan voorwaarden wettige verdediging kan evenwel verschoond worden en tot strafvermindering lijden (noodweerexces -- zie art. 34 Nieuw Sw.) of er kan sprake zijn van uitlokking Zie bv. specifieke strafverminderende verschoningsgrond bij doodslag (art. 103 Nieuw Sw.) of gewelddaden (art. 203 Nieuw Sw.) **Putatief noodweer**: Iemand meent ten onrechte dat er sprake is van een aanvalsdaad in de zin van art. 14 Nieuw Sw. en verweert zich. Geen rechtvaardigingsgrond, maar evt. wel onoverkomelijke dwaling. ### Wettig verzet **Art. 15 Nieuw Strafwetboek -- Wettig verzet in geval van misbruik door de overheid** Verbod om zich met geweld en bedreiging te verzetten tegen aanvallen van een persoon met openbare functie (**weerspannigheid** - zie art. 644 Nieuw Sw.) Maar indien overheidsoptreden (aanval) **kennelijk onwettig** is en onmiddellijke reactie noodzakelijk, kan verweer tegen dat optreden gerechtvaardigd worden.\ Expliciet voorzien in Nieuw Sw. **Toepassingsvoorwaarden:** - **Kennelijk onwettige daad**: Manifest en zonder discussie of interpretatie onwettig - **Van de overheid**: Dus niet van privé personen - **Onverwijlde reactie noodzakelijk om onherstelbare schade te voorkomen**: Het verzet is de enige optie en gevaar op onherstelbare schade is noodzakelijk. - **Actief of passief verzet**: eerder verduidelijking dat verzet zowel via handelings- als verzuimsmisdrijven kan - **Proportioneel verzet**: Verzet evenredig met belang van de begane onwettigheid Deel 4: Dader ============= H1: Strafrechtelijke verantwoordelijkheid ----------------------------------------- Individuele verantwoordelijkheid **Art. 16 Nieuw Sw. -- Beginsel van de individuele verantwoordelijkheid** - Strafrechtelijke verantwoordelijkheid impliceert **de toerekening** van een misdrijf aan **een persoon** - **Materiële toerekening** = juridisch aanwijzen wie de dader of deelnemer van misdrijf is - **Morele toerekening** = juridisch aanwijzen van schuld of verwijtbaarheid - Verantwoordelijkheid voor andermans misdrijven is niet mogelijk - Persoonlijk karakter van de veroordeling en straf (nooit gezamenlijk of collectief) ≠ burgerlijk recht ### Daderschap **Art. 17 Nieuw Sw. -- Definitie van daderschap** - Natuurlijk persoon of rechtspersoon (≠ dieren of zaken) - waaraan alle constitutieve bestanddelen van misdrijf kunnen worden toegerekend **OF** - die voldoet aan de in artikel 9 Nieuw Sw. bepaalde voorwaarden inzake de strafbare poging\ (ook: doen of aanvaarden van crimineel aanbod) (zie deel III -- Misdrijf) - Drie vormen van daderschap: (1.) Onmiddellijk of rechtstreeks daderschap (art. 17, 1° Nieuw Sw.) - Daderschap 'in persoon' - De dader stelt zelf een gedraging waarin alle constitutieve elementen van misdrijf vervat zitten ![](media/image2.png) (2.) Middellijk daderschap (art. 17, 2° Nieuw Sw.) - Dader gebruikt derde persoon als 'instrument' voor misdrijf - De derde persoon is geen dader, WANT: - niet alle constitutieve elementen van misdrijf zijn aan\ deze derde toerekenbaar - ≠ aanzetting als vorm van deelneming (zie art. 19 Nieuw Sw.) *Bv. Art. 339 Nieuw Sw. (gebruik van personen met het oog op het plegen van een misdrijf)* (3.) Co-daderschap (art. 17, 3° Nieuw Sw.) - Gezamenlijk plegen van misdrijf door twee of meer personen\ (verbonden door éénzelfde opzet) - Twee vormen van co-daderschap: - Co-daderschap waarbij het gedrag van elke persoon afzonderlijk alle constitutieve bestanddelen vervult - Co-daderschap waarbij het gedrag van alle personen gezamenlijk alle constitutieve bestanddelen vervult ![Afbeelding met tekst, schermopname, Lettertype, Elektrisch blauw Automatisch gegenereerde beschrijving](media/image4.png) ### Rechtspersonen **Art. 18 Nieuw Sw. -- Verantwoordelijkheid van rechtspersonen** - Misdrijf en straf lang enkel voor natuurlijke personen - Voor 1999 - vervolging ondernemingsstrafrecht gebaseerd op identificatie van natuurlijke toerekenbare persoon\ MAAR\ veel praktische problemen en frustraties zonder effectieve bestraffingen - **Alle rechtspersonen (publiekrechtelijk en privaatrechtelijk) kunnen strafrechtelijk verantwoordelijk zijn** - Sinds 1999 -- strafrechtelijke verantwoordelijkheid van rechtspersonen - Tot 2018 -- bepaalde publiekrechtelijke rechtspersonen uitgesloten (bv. de Federale Staat, de gewesten, de gemeenschappen, provincies, gemeentes, de OCMW's..) - Vanaf 2018 -- van toepassing op alle publiekrechtelijke rechtspersonen (enkel bestraffing zal hier anders zijn-- zie artikel 40 Nieuw Sw.) - Ook sommige niet-rechtspersonen (zie art. 18, tweede lid Nieuw Sw.) - Maatschappen - Vennootschappen in oprichting - Rechtspersoon is (meteen) zelf dader - Eigen strafrechtelijke verantwoordelijkheid - Geen afgeleide strafrechtelijke verantwoordelijkheid (o.b.v. gedragingen van een concreet natuurlijk persoon) MAAR dit sluit de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van natuurlijke personen niet uit - Tot in 2018 -- cumulverbod tussen strafrechtelijke verantwoordelijkheid van natuurlijke persoon en rechtspersoon - Verantwoordelijkheid mogelijk voor alle (materieel en moreel) toerekenbare misdrijven - Toerekenbaarheid door relatie tussen gedraging natuurlijke persoon en rechtspersoon - Toerekenbaarheid door relatie tussen gedraging natuurlijke persoon en rechtspersoon - **Materiële toerekening** -- wie heeft het misdrijf gepleegd? - Wettelijke toerekening - = hoedanigheid van dader is (wettelijk) onderdeel misdrijfkwalificatie - *(zie bv. strafbepalingen in Wetboek Vennootschappen en Verenigingen en conventionele toerekening)* - Rechterlijke toerekening op basis van wettelijke criteria - = hoedanigheid van dader is geen (wettelijk) onderdeel misdrijfkwalificatie, waardoor rechter de (eventuele) strafrechtelijke verantwoordelijkheid van de rechtspersoon beoordeelt op basis van wettelijke criteria uit artikel 18, eerste lid Nieuw Sw. - \(1) Intrinsieke band (van gedraging) met verwezenlijking [voorwerp] ( ≠ doel) - \(2) Intrinsieke band (van gedraging) met de [belangen]waarneming (economische, financiële of morele belangen) - *(3)* Misdrijf [voor zijn rekening] gepleegd (breed criterium -- gelinkt aan concrete omstandigheden) - **Morele toerekening** -- draagt de (rechts)persoon schuld? - Rechterlijke toerekening op basis van feitenkwestie - Interpretatie van het 'bewust en uit vrije wil handelen' is noodzakelijk én mogelijk (zie art. 7 Nieuw Sw. -- reglementaire misdrijven) - Nagaan of verboden gedraging voldoet aan wettelijk vereiste schuldvorm *Voldoet de gedraging van de natuurlijke persoon, die materieel aan de rechtspersoon kan worden toegerekend, aan de wettelijk vereiste schuldvorm?* ### Administratieve en burgerlijke aansprakelijkheid rechtspersonen ≠ strafrechtelijke verantwoordelijkheid - - H2: Strafbare deelneming ------------------------ ### Begrippen **Art. 19 Nieuw Sw. -- Strafbare deelneming** - **Daders** vervullen alle bestanddelen van het misdrijf -- alleen of met meerdere personen (zie art. 17 Nieuw Sw.) - **Deelnemers** dragen op betekenisvolle wijze bij aan het misdrijf -- vervullen niet altijd alle bestanddelen van het misdrijf (zie art. 19 Nieuw Sw.) - **Zelfstandige deelneming (**deelnemer = dader van eigen, afzonderlijk voorzien deelnemingsmisdrijf) - **(Relatieve) onzelfstandige deelneming** (strafbaarheid van deelneming ontleend aan hoofdmisdrijf gepleegd door anderen) - Bepaald door kwalificatie misdrijf als de deelnemer zelf dader was geweest **OPGELET (!)** In het Nieuwe Strafwetboek wordt onder het begrip '*dader*' ook '*deelnemer aan het misdrijf*' begrepen *(zie art. 19, laatste lid Nieuw Sw.)* (niet van toepassing op artikelen 7 en 17 Nieuw Sw.) ### Voorwaarden - Een misdrijf door een ander gepleegd - Handelings- of verzuimsmisdrijf - Reglementair of opzettelijk misdrijf (geen onopzettelijk misdrijf) - Poging tot deelneming bestaat NIET, maar deelnemen aan een poging is WEL mogelijk - Een deelnemingsgedraging (zie art. 19, eerste lid Nieuw Sw.) - '*Op betekenisvolle wijze*' bijdragen tot misdrijf (geen onderscheid meer tussen mededaders en medeplichtigen) - = de bijdrage heeft iets veranderd aan de concrete uitvoering van het misdrijf ('*in concreto'* beoordeling door rechter) - Zij die rechtstreeks aan de [uitvoering] deelnemen (1°) - Zij die de voorbereiding of uitvoering van misdrijf [vergemakkelijken] (2°) - Zij die rechtstreeks [aanzetten] tot plegen van misdrijf (3°) - Zij die [nalaten] om te handelen en hierdoor plegen van misdrijf rechtstreeks hebben bevorderd of vergemakkelijkt (4°) - Zij die hulp of bijstand verlenen aan dader [na het misdrijf] indien hierover [vooraf overleg] is gepleegd (5°) - Wetens en willens (moreel) - deelnemingsopzet - = gesteld met het doel om op betekenisvolle wijze bij te dragen tot het misdrijf - Verschillend van de schuldvorm die vereist is voor het gepleegde misdrijf - Geen deelneming aan onopzettelijke misdrijven (eventueel wel zelf gepleegd onopzettelijk misdrijf) ### Bestraffing - Deelnemers kunnen als daders worden gestraft (zie art. 19, eerste lid Nieuw Sw.) - Geen onderscheid meer tussen mededaders en medeplichtigen - Binnen straftoemeting kan onderscheid worden gemaakt binnen het spectrum van de strafvork (met eventuele toepassing van verzwarende bestanddelen of factoren) H3: verzwarende bestanddelen en verzwarende factoren ---------------------------------------------------- ### Objectieve verzwarende bestanddelen en factoren **Art. 20 Nieuw Sw. -- Doorwerking van de verzwarende bestanddelen en de verzwarende factoren** ### Subjectieve verzwarende bestanddelen en factoren - Geen wettelijke definitie voor het onderscheid tussen objectief en subjectief - **Objectieve verzwarende bestanddelen en factoren** - Inherent aan gedragingen van misdrijf (middelen, omstandigheden en gevolgen) - **Subjectieve verzwarende bestanddelen en factoren** - Inherent aan persoon van de dader (relatie dader tot slachtoffer, hoedanigheid dader, misdrijf met discriminerende drijfveer) ### Doorwerking - Voor het nieuwe Strafwetboek - **Objectieve** verzwarende omstandigheden werken enkel door naar dader of deelnemer die op de hoogte was van de verzwarende omstandigheden én deze verzwarende omstandigheden heeft aanvaard - (EHRM 2 juni 2005, nr. 50372/99, Göktepe v. België-- schending recht op eerlijk proces) - **Subjectieve** verzwarende omstandigheden gelden enkel voor dader of deelnemer waarop ze van toepassing zijn - In het nieuwe Strafwetboek (art. 20 Nieuw Sw.) - **Objectieve** verzwarende bestanddelen of factoren: werken door naar de co-dader of deelnemer indien die wist of had moeten weten dat er een objectief verzwarend bestanddeel of factor aanwezig was of kon zijn en met die kennis het misdrijf mee heeft willen plegen - **Subjectieve** verzwarende bestanddelen of factoren: hebben enkel gevolgen voor de dader of deelnemer indien wat hem betreft aan de toepassingsvoorwaarden ervan is voldaan. H4: Schuld ---------- ### Schuld De dader van een misdrijf kan enkel worden gestraft indien de dader **schuld** treft en de gedraging aan de dader kan worden **verweten** (i.e. de dader wordt kwalijk genomen dat hij een bepaalde gedraging niet heeft vermeden) **Schuld en verwijtbaarheid zijn geen voorwaarden van een misdrijf** (constitutieve bestanddelen). Het moreel bestanddeel bevat evenwel al aspecten van schuld. Wanneer een gedraging een misdrijf is, zijn er dan ook al **indicaties/aanwijzingen van schuld of verwijtbaarheid**. Die indicaties zijn evenwel niet absoluut -- omstandigheden die de schuld of verwijtbaarheid wegnemen -- **schuldontheffingsgronden** waardoor het misdrijf niet aan de dader toerekenbaar is (onweerstaanbare dwang en onoverkomelijke dwaling) - **Gronden van niet-toerekeningsvatbaarheid** maken een dader schuldonbekwaam (geestesstoornis en minderjarigheid) **Oordeel toerekenbaarheid komt voor oordeel toerekeningsvatbaarheid** ### Schuldontheffingsgronden **Art. 21 Nieuw Sw. -- Schuldontheffingsgronden** **Omstandigheden waardoor de dader geen verwijt treft**: weerleggen (ontheffen) indicatie van schuld die volgt uit het bestaan van een misdrijf **De gedraging blijft een misdrijf**: De dader pleegt een misdrijf, maar kan (omdat er sprake is van onweerstaanbare dwang of onoverkomelijke dwaling) niet worden gestraft omdat hij onverantwoordelijk is. **Schuldontheffingsgronden hebben geen invloed op misdrijf en moreel bestanddeel**: Maar wel verband met moreel bestanddeel: oordelen dat een misdrijf met de vereiste schuldvorm is gepleegd staat niet helemaal los van het oordeel dat de dader geen schuld draagt omdat de vrije wil of kennis door een schuldontheffingsgrond is weggenomen. Moreel bestanddeel niet vervuld (en dus geen misdrijf) of wel een misdrijf waarvoor de dader geen schuld treft? **Art. 22 Nieuw Sw. -- Onweerstaanbare dwang** **Onweerstaanbare dwang of overmacht:** Inroepbaar voor alle misdrijven, ook voor onopzettelijke misdrijven. (Moeilijk toepasbaar voor reglementaire misdrijven omwille van introductie schuldontheffing bij misdrijfbepaling, zie 7, §1, tweede lid) **Fysieke (materiële dwang) of morele dwang**: onweerstaanbare fysieke omstandigheden of dreiging met een ernstig kwaad (morele dwang is geen noodtoestand en geen noodweer) **Toepassingsvoorwaarden**: - **Onweerstaanbaarheid**: Beoordeling *in concreto*, met beperkingen op grond van redelijkheid - **Volledige uitschakeling vrije wil**: Beoordeling *in concreto*, met beperkingen op grond van redelijkheid - **Dwang mag niet aan de dader te wijten zijn**: bv. gebruik van alcohol en drugs creëert dwang die wel aan de dader te wijten is... **Art. 23 Nieuw Sw. --** **Onoverkomelijke dwaling** **Dwaling of onwetendheid** (cognitief gebrek) **Rechtsdwaling**: Dader vergist zich over strafbaarheid gedraging. Ondanks aanname dat iedereen geacht is de wet te kennen, kan onoverkomelijke rechtsdwaling tot schuldontheffing leiden **Feitelijke dwaling**: Dader vergist zich over de aard van zijn gedragingen of omstandigheden die gedrag strafbaar maken. Onoverkomelijke rechtsdwaling kan tot schuldontheffing leiden (maar toepassing wellicht beperkt). Onoverkomelijkheid: onoverwinnelijk - Dwaling kan op geen enkele wijze aan dader verweten worden - Vergissing (te GT) niet te vermijden - Criteria: dwaling = onoverkomelijk, als elke normale voorzichtige redelijke persoon zou hebben gedwaald (rek houdend met specifieke omstandigheden waar dader zich in bevond) **Reglementaire misdrijven**: Door art. 7§ 1, tweede lid Nieuw Sw. is schuldontheffing naar oordeel over misdrijf gebracht. Dus geen ruimte meer voor schuldontheffing op niveau dader. **Opzettelijke misdrijven**: rechtsdwaling kan, feitelijke dwaling als schuldontheffing problematisch indien dwaling van invloed op moreel bestanddeel. In dat geval zal dwaling bij moreel bestanddeel geen onoverkomelijkheid vereisen, en zal er geen discussie over dwaling als schuldontheffing meer kunnen zijn. **Onopzettelijke misdrijven**: Discussie over dwaling komt al aan bod bij beoordeling moreel bestanddeel (zware fout). ### Niet-toerekeningsvatbaarheid **Art. 24 Nieuw Sw. -- Gronden van niet-toerekeningsvatbaarheid** **Gronden van niet-toerekeningsvatbaarheid zijn omstandigheden waardoor de dader schuldonbekwaam is**: geestesstoornis en minderjarigheid **De gedraging blijft een misdrijf** **Gronden van niet-toerekeningsbaarheid heffen de indicatie van schuld niet op** (zoals schuldontheffingsgronden), maar zorgen voor **schuldonbekwaamheid**. Daarom **eerst beoordeling schuldontheffingsgronden en dan gronden van niet-toerekeningsvatbaarheid.** (burgerlijk recht: aparte aansprakelijkheidsregeling voor misdrijven gepleegd door personen met een geestesstoornis en minderjarigen) **Art. 25 Nieuw Sw. -- Geestesstoornis** **Toepassingsvoorwaarden geestesstoornis als grond van niet-toerekeningsvatbaarheid:** 1. **Geestesstoornis:** medisch concept zonder wettelijke definitie: hinderlijke afwijking van een norm uit de psychopathologie 2. **Teniet doen van oordeelsvermogen of controle over daden**: Volledige ontoerekeningsvatbaarheid is vereist (rechter kan deskundigenonderzoek bevelen om zich te laten adviseren) 3. **Op het tijdstip van de feiten**: Indien op moment van berechting niet meer toerekeningsvatbaar wel nog grond van niet-toerekeningsvatbaarheid. Indien enkel bij de berechting ontoerekeningsvatbaar, geen grond van niet-toerekeningsvatbaarheid. **Geestesstoornis als grond voor internering:** **Sociaal verweer en internering**: gevaarlijkheid als aanknopingspunt voor strafrechtelijke interventie -- beveiligingsmaatregel tegen 'abnormalen en gewoontemisdadigers (1930) -- Interneringswet (2014) **Voorwaarden voor internering** (art. 9 Interneringswet): 1. **Een misdrijf van zekere ernst**: Aantasting fysieke of psychische integriteit van derden aantast of bedreigt 2. **Geestesstoornis op het moment van berechting**: geestesstoornis maakt dader strafonbekwaam. (internering kan zelfs nog tijdens strafuitvoering) 3. **Geestesstoornis die het oordeelsvermogen of de controle over de daden tenietdoet of ernstig aantast**: Geen volledige ontoerekeningsvatbaarheid vereist. 4. **Gevaar op recidive** **Personen met een geestesstoornis die** **verminderd toerekeningsvatbaar** **zijn:** **Straf behandeling onder vrijheidsberoving**: Personen die lijden aan een psychiatrische aandoening die niet dermate ernstig is dat die hun oordeelsvermogen of controle over hu daden tenietdoet, maar waardoor zij een ernstig gevaar vormen voor andermans leven of integriteit (art. 42 Nieuw Sw. -- voorzien vanaf 2035). **Beveiligingsmaatregel ter bescherming van de maatschappij**: Veroordeelden tot een gevangenisstraf van minstens vijf jaar met een bijkomende TBS, bij wie op het moment van de veroordeling een ernstige psychiatrische aandoening wordt vastgesteld waarvoor vooralsnog geen voldoende effectieve behandeling bestaat en die niet van die aard is dat zij het oordeelsvermogen of de controle over de daden teniet doet, maar die tot gevolg heeft dat er een voortdurend, ernstig gevaar wordt vastgesteld op het plegen van een nieuw misdrijf dat de fysieke of psychische integriteit van derden ernstig aantast of bedreigt en die een gevangenisstraf van vijf jaar of meer tot gevolg kan hebben (Wet 29 februari 2024). **Art. 26 Nieuw Sw. -- Minderjarigheid** **Minderjarigen zijn ontoerekeningsvatbaar en schuldonbekwaam** **Minderjarigen uit het strafrecht**: Oordeel des onderscheids (1867), dan minderjarigen minder dan zestien jaar absoluut schuldonbekwaam (wel maatregelen) (1912), dan strafrechtelijk meerderjarigheid op achttien jaar (1965) - **Vlaams jeugddelict:** Sancties voor minderjarigen die een jeugddelict plegen (Vlaams Jeugddelinquentiedecreet 2019) **Schuldbekwaam vanaf twaalf jaar voor jeugddelicten** **Vanaf zestien jaar en soms toch strafrechtelijk schuldbekwaam**: - Voor **verkeersmisdrijven** en integriteitsaantastingen in een verkeersongeval, verzekeringsmisdrijven onder volwassenstrafrecht. - **Uithandengeving** indien jeugdrechtbank sancties niet geschikt acht -- enkel nadat eerst andere maatregelen heeft opgelegd gekregen en voor ernstige jeugddelicten) **Minderjarigen vanaf veertien jaar en administratieve sancties** Deel 5: Straf ============= H1: begripsbepaling ------------------- - Geen wettelijke definitie -- enkel opsomming en beschrijving straffen - 'Een wettelijk bepaalde vorm van leed dat door de rechterlijke macht wordt opgelegd als sanctie voor een misdrijf' (≈ leed) - Vier kenmerken: - Wettelijk: legaliteitsbeginsel (art. 1 Nieuw Sw.) - Rechterlijk: dus geen gas-boetes, geen minnelijke schikking, dus geen vervallenverklaringen die de wet automatisch aan veroordelingen verbindt... - Persoonlijk: geen verantwoordelijkheid voor andermans daden - Individueel: geen hoofdelijkheid mogelijk - EHRM hanteert eigen criteria EHRM -- is een sanctie een straf?: (1) interne kwalificatie; (2) toepassingsgebied verbodsbepaling; (3) aard- en intensiteit van de sanctie (Engelcriteria) -- Zie ook GwH & Cass. H2: De straffen --------------- ### Natuurlijke persoon **Art. 36 Nieuw Sw. -- Hoofdstraffen** **Misdrijf en straf:** Oud Sw: drieledig onderscheid - *Criminele straffen (misdaad -- min 5 jaar/vanaf 26 euro)* - *Correctionele straffen (wanbedrijf -- tot 5 jaar/vanaf 26 euro)* - *Politiestraffen (overtreding -- 1 tot 7 dagen/1-25 euro)* Nieuw Sw: enkel 'misdrijven' - Onderscheid hoofdstraffen volgens acht strafniveaus *(zie art. 36 Nieuw Sw.)* - Strafniveau 8 *('uitzonderlijk ernstige misdrijven')* - Strafniveaus 2 tot 7 - Strafniveau 1 *('Misdrijven van geringe ernst')* - Overtredingen worden opgeheven - Geen 'correctionalisering' of 'contraventionalisering' (denaturatie) meer (zie verder) - Omzettingsregels voor bijzondere strafwetten *(zie art. 78 Nieuw Sw.)* **Hoofdstraffen** zijn de straffen die door rechter zelfstandig (en dus zonder andere straf) kunnen worden opgelegd: Vrijheidsbenemende hoofdstraffen -- 'ultimum remedium (*zie art. 27 Nieuw Sw.)* - Gevangenisstraf (art. 41 Nieuw Sw.) - Behandeling onder vrijheidsberoving (art. 42 Nieuw Sw.) Vrijheidsbeperkende hoofdstraffen - Straf onder elektronisch toezicht (art. 43 Nieuw Sw.) - Probatiestraf (art. 44 Nieuw Sw.) - Werkstraf (art. 45 Nieuw Sw.) - Verlengde opvolging (art. 46 Nieuw Sw.) - Ontzetting uit bepaalde burgerlijke en politieke rechten (art. 47 Nieuw Sw.) - Beroepsverbod (art. 48 Nieuw Sw.) - Verval van het recht tot sturen (art. 49 Nieuw Sw.) - Verblijfs-, plaats- of contactverbod (art. 50 Nieuw Sw.) **Veroordeling bij schuldigverklaring (art. 51 Nieuw Sw.)** **Vermogensstraf** - Geldboete (art. 52 Nieuw Sw.) - Verbeurdverklaring (art. 53 Nieuw Sw.) - Verruimde verbeurdverklaring (art. 54 Nieuw Sw.) - Geldstraf vastgesteld op basis van het verwachte of uit het misdrijf behaalde voordeel (art. 55 Nieuw Sw.) **Geen denaturatie of ontaarding meer in het Nieuw Sw.** (geen 'correctionalisering' of 'contraventionalisering') - Oud Sw.: Toepassing van verzachtende omstandigheden om op een lager niveau te kunnen bestraffen - Nieuw Sw.: Afgeschaft door invoering van acht (vaste) strafniveaus Gevolgen bevoegdheid **Hof van assisen** ('in criminele zaken' -- art. 150 Gw.): - Oud Sw.: misdaden/criminele straffen, tenzij correctionalisering) - Nieuw Sw.: Opsomming in art. 216novies Sv.: (1) misdrijven waarop een straf van niveau 8 is gesteld; (2) doodslag; (3) foltering met de dood tot gevolg; (4) aantasting van de seksuele integriteit en verkrachting met de dood tot gevolg; (5) gijzeling met de dood tot gevolg **Art. 37 Nieuw Sw. -- Bijkomende straffen** **Bijkomende straf(fen)** wordt (facultatief of verplicht) toegevoegd aan opgelegde hoofdstraf (dus **nooit zonder hoofdstraf**) - Uitgesproken in de door de wet bepaalde gevallen - Niet limitatieve lijst van art. 37 Nieuw Sw. (ook: bijzondere wetten) -- geen hiërarchie in bijkomende straffen - Kan ter vervanging van wettelijk bepaalde hoofdstraffen uit niveau 1 bij toepassing van verzachtende omstandigheden (art. 36, in fine Nieuw Sw.) ### Rechtspersoon **Art. 38 Nieuw Sw. -- Hoofdstraffen** - Hoofdstraffen (eigen strafarsenaal rechtspersonen ≠ natuurlijke persoon) - Oud Sw. - Conversiesysteem straffen NP -- RP - Geldboete als enige hoofdstraf (zie art. 7bis juncto art 41bis Oud Sw.) - Nieuw Sw. - Onderscheid hoofdstraffen volgens acht strafniveaus (zie art. 38 Nieuw Sw.) - Rechtstreekse sanctieregeling rechtspersoon - Geldboete (zonder conversiesysteem) - Dienstverleningsstraf (in lijn met werkstraf NP) - Probatiestraf (met gelijkaardige voorwaarden als voor NP) **Art. 39 Nieuw Sw. -- Bijkomende straffen** **Bijkomende straf(fen)** wordt (facultatief of verplicht) toegevoegd aan opgelegde hoofdstraf (dus **nooit zonder hoofdstraf**) - Uitgesproken in de door de wet bepaalde gevallen - Niet limitatieve lijst van art. 39 Nieuw Sw. (ook: bijzondere wetten) -- geen hiërarchie in bijkomende straffen - Kan ter vervanging van wettelijk bepaalde hoofdstraffen uit niveau 1 bij toepassing van verzachtende omstandigheden (art. 38, in fine Nieuw Sw.) **Art. 40 Nieuw Sw. -- De op bepaalde publiekrechtelijke rechtspersonen toepasselijke straf** **Hoofd- en bijkomende straffen uit artikelen 38 en 39 Nieuw Sw. niet van toepassing op bepaalde publiekrechtelijke rechtspersonen** - De federale Staat; - De gewesten, gemeenschappen, provincies; - De hulpverleningszones, prezones, de Brusselse agglomeratie, de gemeenten, de meergemeentezones, de binnengemeentelijke territoriale organen; - De Franse Gemeenschapscommissie, de Vlaamse Gemeenschapscommissie, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie; - De Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn. **Enkel veroordeling bij schuldigverklaring als hoofdstraf** (*zie art. 51 Nieuw Sw.)* ### Vrijheidsbenemend #### Gevangenisstraf **Art. 41 Nieuw Sw.** **Gevangenisstraf** **Oud Sw**.: Gevangenisstraf (correctionele straf) en opsluiting (criminele straf) **Nieuw Sw**.: Gevangenisstraf als vrijheidsberoving van een persoon voor de termijn die de rechter bepaalt en overeenkomstig de door de wet bepaalde regels. Enkel vrijheidsberoving in een gevangenis en zonder aantasting van andere rechten (dan deze die het noodzakelijk gevolg van de vrijheidsberoving zijn): - Min. 6 maanden -- max. levenslang (dag=24uur en maand=30 dagen) - Uitsluitend als hoofdstraf voor feiten die bestraft worden met strafniveau 8 t.e.m. 2. - Duurtijd van (eventuele) voorlopige hechtenis/plaatsing in gesloten opvoedingsafdeling wordt afgetrokken van duurtijd gevangenisstraf. #### Behandeling onder vrijheidsberoving **Art. 42 Nieuw Sw.** **Behandeling onder vrijheidsberoving** Nieuwe vrijheidsbenemende straf van het Nieuw Sw.: - Geen wettelijke definitie -- mengvorm internering en gevangenisstraf - Voor 'verminderd toerekeningsvatbare daders' met een 'psychiatrische aandoening' (geschikte behandeling nodig) -- rechter beoordeelt in concreto - Min. zes maanden -- max. twintig jaar - Rechter bepaalt de aard van de behandeling (op basis van gemotiveerd advies deskundige -- zie verder) - Uitsluitend als hoofdstraf voor feiten die bestraft worden met strafniveau 8 t.e.m. 2. - Vervangende gevangenisstraf uitgesproken binnen grenzen gesteld door de wet voor het misdrijf maar nooit lager dan wat is voorzien voor behandeling onder vrijheidsberoving - Inwerkingtreding vanaf 01.01.2035 (vooralsnog ontbreken capaciteit en middelen) **Toepassingsvoorwaarden:** - Psychiatrische aandoening die niet dermate ernstig is dat het oordeelsvermogen of de controle over zijn daden teniet wordt gedaan, maar waardoor hij een gevaar betekent voor de maatschappij (overlap met art. 9 Interneringwet); - Misdrijf moet mede het gevolg zijn van de psychiatrische aandoening waaraan de beklaagde of beschuldigde lijdt; - Geen andere, minder dwingende straffen of maatregelen kunnen worden opgelegd (zie bv. probatiestraf); en - Gemotiveerd deskundigenadvies (met recht op tegenspraak): Beschrijving van de stoornis; oorzakelijk verband tussen stoornis en misdrijf; en voorstel aard en duur behandeling ### Vrijheidsbeperkend #### Straf onder elektronisch toezicht **Art. 43 Nieuw Sw.** **Straf onder elektronisch toezicht** = 'verplichting tot aanwezigheid veroordeelde op bepaald adres (behoudens toegestane verplaatsingen, volgens programma, onder voorwaarden en controle via elektronische middelen)' **Oud Sw**.: Straf onder elektronisch toezicht (2014) als hoofdstraf naast elektronisch toezicht als modaliteit uitvoering gevangenisstraf en voorlopige hechtenis. In de praktijk amper opgelegd door de rechter. Straf niet mogelijk voor bepaalde (uitgesloten) misdrijven. **Nieuw Sw.**: - Mogelijk als hoofdstraf (art. 43 Nieuw Sw.) naast strafuitvoeringsmodaliteit en modaliteit voorlopige hechtenis - Min. één maand -- max. één jaar (zogenaamde 'pijngrens') - Rechter bepaalt de duur en kan aanwijzingen geven omtrent concrete invulling - Algemene voorwaarden (zie art. 43 § 2 Nieuw Sw.) en bijzondere (geïndividualiseerde) voorwaarden (+ uitvoeringsprogramma uitgestippeld binnen strafuitvoering) - Optioneel voorlichtingsrapport voor misdrijven die seksuele, fysieke of psychische integriteit huisgenoot aantasten -- geen absoluut verbod op elektronisch toezicht op adres slachtoffers - Vervangende gevangenisstraf uitgesproken voor zelfde duur als straf onder elektronisch toezicht - Geen uitstel van tenuitvoerlegging (zie art. 65, § 1 Nieuw Sw.) **Straf onder elektronisch toezicht** **Voorwaarden:** - In concreto straf van niveau 2 (bij aanneming verzachtende omstandigheden dus ook voor misdrijven met niveau 3, 4, 5 en 6) - Instemming van de beklaagde in persoon of via zijn advocaat (ieder persoon die met beklaagde samenwoont, kan worden gehoord) - Geen uitsluiting van misdrijven -- enkel strafniveau is relevant #### Probatiestraf **Art. 44 Nieuw Sw.** **Probatiestraf** = '*verplichting om algemene en bijzondere voorwaarden na te leven gedurende een door de rechter bepaalde termijn'* **Oud Sw. en Probatiewet (1964)**: Autonome probatiestraf (Sw.) en probatie als straftoemetingsmodaliteit bij opschorting en uitstel (Probatiewet) voor natuurlijke personen **Nieuw Sw.:** - Mogelijk als autonome hoofdstraf (art. 44 Nieuw Sw.) en strafuitvoeringsmodaliteit (art. 64 en 65 Nieuw Sw.) voor natuurlijke personen én rechtspersonen - **Afschaffing probatie-opschorting** - Min. zes maanden-- max. twee jaar proeftijd (zie ook: per strafniveau) - Rechter bepaalt de duur van probatiestraf en bijzondere voorwaarden - Algemene voorwaarden (zie art. 44 § 3 Nieuw Sw.) en bijzondere voorwaarden (o.m. opleiding, beroepsstage of ambulante behandeling) - Verplichte sociale begeleiding voor natuurlijke personen - Vervangende geldboete of vervangende gevangenisstraf uitgesproken - Geen uitstel van tenuitvoerlegging (zie art. 65, § 1 Nieuw Sw.) **Probatiestraf** **Voorwaarden:** - In concreto straf van niveau 2 - Instemming van de beklaagde (in persoon of via zijn advocaat) - Geen uitsluiting van misdrijven -- enkel strafniveau is relevant #### Werkstraf **Art. 45 Nieuw Sw.** **Werkstraf** = '*kosteloos verrichten van arbeid tijdens vrije tijd en naast eventuele school -- of beroepsactiviteiten'* **Oud Sw.**: Werkstraf ingevoerd in 2002 (naast dienstverlening in kader van bemiddeling en probatie) **Nieuw Sw.**: - Natuurlijke persoon verricht kosteloos arbeid in overheidsdienst of vereniging\ (≠ werk doorgaans door bezoldigde werknemers verricht) - Rechter bepaalt de duur en kan aanwijzingen geven omtrent concrete invulling - Min. 20 uren -- max. 300 uren (zie ook: per strafniveau) - Vervangende geldboete of gevangenisstraf uitgesproken - Geen uitstel van tenuitvoerlegging (zie art. 65, § 1 Nieuw Sw.) - ≠ Dienstverleningsstraf ten gunste van de gemeenschap voor rechtspersonen (zie art. 56 Nieuw Sw.) **Werkstraf** **Voorwaarden:** - In concreto straf van niveau 2 - Instemming van de beklaagde (in persoon of via zijn advocaat) - Geen uitsluiting van misdrijven -- enkel strafniveau is relevant #### Verlengde opvolging **Art. 46 Nieuw Sw.** **Verlengde opvolging** = 'verplichting om na afloop van gevangenisstraf of behandeling onder vrijheidsberoving voorwaarden na te leven voor een bepaalde duur' **Nieuw Sw.** (Oud Sw. kende deze straf niet): - Opgelegde voorwaarden vormen naast een hoofdstraf (vrijheidsbeneming) een bijkomende (verplichte of facultatieve) straf om veroordeelden op te volgen na strafuitvoering (strafeinde) - Opgelegde voorwaarden zijn gericht op aanpakken van eventuele 'problematiek' én vermijden van recidive (geen uitvoering in gevangenis, maar in FPC) - Een straf, geen beveiligingsmaatregel - Duur verplichte verlengde opvolging: min. 5 jaar -- max. 15 jaar\ (zie ook: per strafniveau) - Duur facultatieve verlengde opvolging: geen minimum -- max. 15 jaar (zie ook: per strafniveau) - Inwerkingtreding vanaf 01.01.2035 (vooralsnog ontbreken capaciteit en middelen) -- tot dan blijft terbeschikkingstelling van de strafuitvoeringsrechtbank (TBS) bestaan **Verlengde opvolging** Voorwaarden: Verplichte verlengde opvolging (zie wet): - rechter moet verplicht opleggen - afhankelijk van het strafniveau en de aard van de straf (zie wet) Facultatieve verlengde opvolging (zie wet): - rechter bepaalt na inwinnen van gemotiveerd deskundigenadvies - afhankelijk van het strafniveau en de aard van de straf (zie wet) *DIA 43-45 waar artikel????* #### Terbeschikkingstelling van de strafuitvoeringsrechtbank (TBS) Voorwaarden: Verplichte TBS (zie wet): - rechter moet verplicht opleggen - afhankelijk van het strafniveau en de aard van de straf (zie wet) Facultatieve TBS (zie wet): - rechter bepaalt (inwinnen van gemotiveerd deskundigenadvies is niet verplicht) - afhankelijk van het strafniveau en de aard van de straf (zie wet) #### Ontzetting uit bepaalde burgerlijke en politieke rechten **Artikel 47 Nieuw Sw.** **Ontzetting uit bepaalde burgerlijke en politieke rechten** = 'bijkomende straf die het recht ontneemt om voor de toekomst bepaalde rechten uit te oefenen' **Oud Sw. -- Code pénal (1810):** Maatschappelijke orde beschermen - veroordeelde treffen in eer en goede naam -- rechtspositie aantasten **Nieuw Sw.**: - Slechts bepaalde rechten die vatbaar zijn voor ontzetting (zie art. 47 Nieuw Sw.) - Enkel verplicht bij strafniveau 8 - (Facultatieve) ontzetting uit kiesrecht bij strafniveau 7 en 8 - Duur min. 5 jaar -- max. levenslang (zie ook: per strafniveau) - Duur verlengd met periode van vrijheidsberoving (m.u.v. elektronisch toezicht en periodes van voorlopige of voorwaardelijke invrijheidsstelling) **Ontzetting uit bepaalde burgerlijke en politie rechten** **Voorwaarden:** - Facultatieve (gedeeltelijke) ontzetting bij strafniveau 2 t.e.m. 7 - Verplichte en algehele ontzetting enkel bij strafniveau 8 #### Beroepsverbod ***Artikel 48 Nieuw Sw.*** **Beroepsverbod** = 'bijzondere vorm van ontzetting waarbij veroordeelde verboden wordt om zijn beroep uit te oefenen indien hij daarvan ernstig misbruik heeft gemaakt om een misdrijf te plegen' **Oud Sw.:** Niet in boek I Oud Sw., wel in boek II en bijzondere strafwetten **Nieuw Sw.:** - Als hoofdstraf (strafniveau 1) of (facultatieve) bijkomende straf - Rechter beoordeelt 'ernst' van het misbruik - Beroepsverbod geldt voor beroep als loontrekkende (ook: ambtenaren) of zelfstandige als natuurlijke persoon of als rechtspersoon - Verboden activiteit uitoefenen door tussenkomst derde is schending van het beroepsverbod - Duur min. 1 jaar -- max. 5 jaar - Duur verlengd met periode van vrijheidsberoving (m.u.v. elektronisch toezicht en periodes van voorlopige of voorwaardelijke invrijheidsstelling) - Geen vervangende straf (zie wel: niet naleving van een verbod in art. 686 Nieuw Sw. ) **Beroepsverbod** **Voorwaarden:** - Facultatief - Voor alle misdrijven - Onverminderd andere wettelijke bepalingen (bijzondere strafwetten) #### Verval van het recht tot sturen **Artikel 49 Nieuw Sw.** **Verval van het recht tot sturen** = *'bijzondere vorm van ontzetting waarbij rechter een verval van het recht op sturen oplegt indien motorrijtuig gediend heeft of bestemd was voor het plegen van een misdrijf of tot het verzekeren van de vlucht'* **Oud Sw**.: Enkel in specifieke gevallen opgelegd *(zie bv. art. 38 Wegverkeerswet, art. 391bis en art. 406 Oud Sw.)* **Nieuw Sw.** - Algemene straf met toepassingsgebied motorrijtuigen (spiegelstraf) - 'Motorrijtuig' (zie definitie uit art. 1 WAM-wet) - Hoofdstraf (strafniveau 1) of (facultatieve) bijkomende straf - Duur min. 6 maanden -- max. 5 jaar (art. 49 Nieuw Sw. ≠ bijzondere strafwetten) - Mogelijkheid om verval te beperken tot uitvoering buiten beroepsactiviteit - Duur verlengd met periode van vrijheidsberoving (m.u.v. elektronisch toezicht en periodes van voorlopige of voorwaardelijke invrijheidsstelling) - Geen vervangende straf (zie wel: niet naleving van een verbod in art. 686 Nieuw Sw. ) **Verval van het recht tot sturen** **Voorwaarden:** - Facultatief - Voor alle misdrijven (indien motorrijtuig gediend heeft of bestemd was voor het plegen van een misdrijf of tot het verzekeren van de vlucht) - Onverminderd andere wettelijke bepalingen (bijzondere strafwetten) #### Verblijfs-, plaats- of contactverbod **Artikel 50 Nieuw Sw.** **Verblijfs- plaats- of contactverbod** = *'bijzondere vorm van ontzetting waarbij rechter de veroordeelde de ontzetting oplegt van het recht te wonen, te verblijven of zich op te houden binnen bepaald gebied of met bepaalde personen'* **Oud Sw.**: Enkel in bijzondere wetten of in kader van probatie opgelegd **Nieuw Sw.:** - Art. 50 Nieuw Sw. is een algemene bepaling en biedt enkel mogelijkheid om dit in bijzondere strafwetgeving te voorzien ('bij de wet bepaalde gevallen' in eerdere versie Nieuw Sw.) - Enkel in specifieke gevallen opgelegd (zie bv. art. 189 Nieuw Sw. inzake misdrijven tegen seksuele integriteit of art. 4bis § 3 Drugswet inzake havenverbod bij drugsmisdrijven) - Hoofdstraf (strafniveau 1) of (facultatieve) bijkomende straf - Duur min. 1 jaar -- max. 20 jaar (art. 50 Nieuw Sw. ≠ bijzondere strafwetten) - Duur verlengd met periode van vrijheidsberoving (m.u.v. elektronisch toezicht en periodes van voorlopige of voorwaardelijke invrijheidsstelling) - Geen vervangende straf (zie wel: niet naleving van een verbod in art. 686 Nieuw Sw. ) **Verblijfs- plaats- of contactverbod** **Voorwaarden:** - Facultatief - Voor alle misdrijven - Onverminderd andere wettelijke bepalingen (bijzondere strafwetten) ### Veroordeling bij schuldverklaring **Artikel 51 Nieuw Sw. -- Veroordeling bij schuldigverklaring** **Veroordeling bij schuldigverklaring** = *straf die erin bestaat de ten laste gelegde feiten bewezen en de beklaagde schuldig te verklaren* **Oud Sw.:** Wanneer de strafvervolging de redelijke termijn overschrijdt (*zie ook art. 21ter VTSv.*) of als straf voor bepaalde publiekrechtelijke rechtspersonen **Nieuw Sw.:** - Toevoeging aan straffenarsenaal boek 1 als minst zware straf - Veralgemeende toepassing - Verschilt van de opschorting van de uitspraak van de veroordeling (≠ art. 64 Nieuw Sw.) **Veroordeling bij schuldigverklaring** **Voorwaarden:** - Hoofdstraf bij strafniveau 1 of 2 (in concreto) - Feiten van geringe ernst of bij te lange duur vervolging (zie ook art. 21ter VTSv.) - Niet samen met een andere straf, behalve de verbeurdverklaring (+ kosten en eventuele teruggave) ### Vermogensstraf #### Geldboete **Artikel 52 Nieuw Sw. -- Geldboete** **Strafrechtelijke geldboete** = *verplichting tot betaling van een geldsom ten voordele van de staat* **Oud Sw.:** Systeem van opdeciemen -- aanpassingen van bedragen geldboeten door te vermenigvuldigen met een toepasselijke factor (in kader van inflatie) - Matigingsbevoegdheid rechter *(art. 163 en* *195 Sv.)* **Nieuw Sw.**: - Als hoofdstraf bij strafniveau 1 (zie art. 38 Nieuw Sw.) - Als bijkomende straf bij strafniveau 2 tot 8 (zie art. 52 Nieuw Sw.) - Facultatief karakter (tenzij anders bepaald in bijzondere strafwetten -- zie bv. Drugswet) - Bedragen geldboete in functie van in concreto hoofdstraf - Bedragen geldboete worden rechtstreeks aangepast in artikel 52 Nieuw Sw. - geen systeem van 'opdeciemen' meer (zie art. 78 Nieuw Sw. voor geldboeten uit bijzondere strafwetten) - Matigingsbevoegdheid rechter bij financieel precaire situaties: geldboete opleggen onder wettelijk bepaald minimum ('elementen financiële draagkracht en sociale toestand'); betaling in schijven ('wanneer omstandigheden van de zaak dit rechtvaardigen'). **Administratieve geldboete ≠ strafrechtelijke geldboete:** - Rechtstreeks door de overheid opgelegd (≠ rechter) - Efficiëntere afhandeling van lichtere verkeersinbreuken, overtredingen voetbalwet en inbreuken op sociale wetten - Overheid moet waarborgen dat overtreder zich tot een rechter kan wenden die met volle rechtsmacht kan oordelen over legitimiteit en opportuniteit administratieve sanctie **Bijdrage aan het slachtofferfonds ≠ strafrechtelijke geldboete:** - Fonds voor financiële hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en aan occasionele redders - Slachtoffers opzettelijke gewelddaden (bv. slagen en verwondingen, verkrachting, diefstal met geweld, poging doodslag..) niet steeds schadevergoeding via reguliere weg (insolvabiliteit dader) - Tegemoetkoming via Fonds dat financiering krijgt door bijdragen overtreders: Bij iedere veroordeling tot een criminele of correctionele hoofdstraf een bedrag van 25 euro (vermeerderd met opdeciemen) #### Verbeurdverklaring **Artikel 53 Nieuw Sw. -- Verbeurdverklaring** **(Bijzondere ) verbeurdverklaring** = Ontnemen van eigendomsrecht dader voor zaken misbruikt of verworven naar aanleiding van een misdrijf waarvoor dader veroordeeld werd. Nadien toegewezen aan Schatkist of teruggegeven aan burgerlijke partij. **Oud Sw. :** Opgenomen in Boek I Oud Sw. - Geen algemene verbeurdverklaring (≠ art. 17 Gw.) Objectconfiscatie en confiscatie bij equivalent **Nieuw Sw.:** - Verplicht uit te spreken als hoofdstraf (strafniveau 1) of bijkomende straf van zodra feiten bewezen worden verklaard - Verminderen (of niet opleggen?) indien onredelijk zwaar - ongrondwettigheid wanneer straf dermate afbreuk doet aan financiële toestand van persoon, dat schending eigendomsrecht - Ook als beveiligingsmaatregel: Het uit omloop nemen van schadelijke en/of verboden voorwerpen (zie art. 70 Nieuw Sw.) en zaken die strijdig zijn met openbare orde, openbare veiligheid, gezondheid of goede zeden (ook bij vrijspraak of onontvankelijke/vervallen strafvordering) **Zaken vatbaar voor verbeurdverklaring** (enkel indien uitdrukkelijk wettelijk bepaald): 1. **Zaken die het voorwerp van het misdrijf uitmaken (*objectum sceleris*):** - Zaken waarop materieel gezien misdrijf werd gepleegd (bv. vervalste akte, vervalste identiteitskaart, ten onrechte verkregen subsidies of zaken die voorwerp uitmaken van witwasmisdrijf) - Enkel objectconfiscatie (individualiseerbare zaak) - Eigendom van de veroordeelde (bescherming voor derden -- uitzondering b.v. in art. 502 Nieuw Sw. inzake witwasmisdrijven) - Zaken buiten het Belgisch grondgebied - Verbeurdverklaring ten aanzien van publiekrechtelijke rechtspersonen, evenwel enkel indien vatbaar voor burgerlijk beslag - Zaken die gediend hebben of bestemd waren tot plegen misdrijf (bv. wapens bij overval, weegschaal bij drugshandel, voertuig bij drugtransport, materiaal voor inbraak) - Enkel roerende goederen (tenzij wettelijk anders bepaald en enkel op schriftelijke vordering van OM -- zie bv. art. 292 Nieuw Sw. inzake huisjesmelkerij) - Objectconfiscatie of confiscatie bij equivalent - Eigendom van de veroordeelde (bescherming voor derden -- uitzondering b.v. in art. 292 Nieuw Sw. inzake huisjesmelkerij) - Matiging ter voorkoming van onredelijk zware bestraffing - Zaken buiten het Belgisch grondgebied - Verbeurdverklaring ten aanzien van publiekrechtelijke rechtspersonen, evenwel enkel indien vatbaar voor burgerlijk beslag 3. **Zaken die uit het misdrijf zijn ontstaan (*productum sceleris*)** - Zaken die als product rechtstreeks uit misdrijf voortkomen (bv. vals bankbiljet of vervalst schilderij) - Strikte interpretatie - Objectconfiscatie - Geen eigendomsvereiste **4. Vermogensvoordelen die uit het misdrijf zijn verkregen, van de goederen en waarden die in de plaats ervan zijn gesteld en van de inkomsten uit de belegde voordelen** - Voordeelsontneming: economische voordelen (met causaal verband misdrijf) aan dader ontnemen - reële opbrengst (zonder maximum) - Elk vermogensvoordeel rechtstreeks of onrechtstreeks verkregen uit misdrijf: Primaire vermogensvoordelen - rechtstreeks verkregen (bv. vergoeding huurmoordenaar, opbrengst drugverkoop, som omgekochte ambtenaar) en secundaire vermogensvoordelen -- onrechtstreeks verkregen (vervangingsgoederen en inkomsten) (bv. luxehorloge aangekocht met primaire voordelen, bankrente of dividenden behaald uit primaire voordelen, vervangingsgoederen die geïnvesteerd werden) - Bruto bedrag opbrengsten (geen rekening met gemaakte kosten) - Zaken die niet meer in het vermogen teruggevonden worden (onttrekking) - verbeurdverklaring bij equivalent - raming van geldbedrag - ex aequo et bono - Matiging ter voorkoming van onredelijk zware bestraffing - Gedeelde bewijslast: OM moet concrete en geloofwaardige bew