Samenvatting Sociale Psychologie Deel 1 - Ferre Muermans

Summary

Deze samenvatting van sociale psychologie, deel 1, behandelt onderwerpen zoals methodes, sociale invloed, attitudes, agressie, altruïsme en stereotypes. Het document is geschreven door Ferre Muermans voor studenten psychologie aan de KU Leuven.

Full Transcript

# SAMENVATTING SOCIALE PSYCHOLOGIE ## INHOUDSOPGAVE - SAMENVATTING SOCIALE PSYCHOLOGIE 1 - INLEIDING 5 - WAT IS SOCIALE PSYCHOLOGIE? 5 - UITGANGSPUNTEN VAN SOCIALE PSYCHOLOGIE 5 - SOCIALE PSYCHOLOGIE EN MENSENKENNIS 6 - ROL VAN WAARDEN IN SOCIALE PSYCHOLOGIE 6 - HOOFDSTUK 1: METHOD...

# SAMENVATTING SOCIALE PSYCHOLOGIE ## INHOUDSOPGAVE - SAMENVATTING SOCIALE PSYCHOLOGIE 1 - INLEIDING 5 - WAT IS SOCIALE PSYCHOLOGIE? 5 - UITGANGSPUNTEN VAN SOCIALE PSYCHOLOGIE 5 - SOCIALE PSYCHOLOGIE EN MENSENKENNIS 6 - ROL VAN WAARDEN IN SOCIALE PSYCHOLOGIE 6 - HOOFDSTUK 1: METHODES SOCIAALPSYCHOLOGISCH ONDERZOEK 8 - OBSERVATIE 8 - ZELFBESCHRIJVINGEN 8 - CORRELATIONEEL ONDERZOEK 10 - HET EXPERIMENT 11 - DE EMPIRISCHE CIRKEL 15 - : SOCIALE INVLOED 26 - INVLOED EN AANWEZIGHEID VAN ANDEREN 26 - IMPLICIETE SOCIALE INVLOED: MEERDERHEIDSINVLOED 32 - IMPLICIETE SOCIALE INVLOED: MINDERHEIDSINVLOED 35 - MEERDERHEID VERSUS MINDERHEID: FUNDAMENTEEL VERSCHILLEND? 37 - EXPLICIETE SOCIALE INVLOED: INWILLIGEN VAN VERZOEKEN 38 - IMPLICIETE EN EXPLICIETE INVLOED: FUNDAMENTEEL VERSCHILLEND 54 - HOOFDSTUK 4: ATTITUDES 55 - METINGEN VAN ATTITUDES EN HUN VOORSPELLENDE WAARDE 55 - DE VORMING VAN ATTITUDES 61 - ATTITUDEVERANDERING VIA GEDRAGSVERANDERING 72 - HOOFDSTUK 5: AGRESSIE 82 - HOE VALT AGRESSIE TE BESTUDEREN? 84 - DE FREUDIAANSE VISIE OP AGRESSIE 87 - DE FRUSTRATIE-AGRESSIE HYPOTHESE 89 - PROVOCATIE EN AGRESSIE 91 - AGRESSIE, MACHT EN ONMACHT 97 - GENERAL AGGRESSION MODEL 101 - HOOFDSTUK 6: ALTRUÏSTISCH GEDRAG 109 - DEFINITIE VAN ALTRUÏSTISCH GEDRAG 109 - METHODOLOGIE VAN ALTRUÏSTISCH ONDERZOEK 110 - ALTRUÏSTISCHE INTENTIE EN BEOORDELING VAN GEDRAG 111 - WAAROM HELPEN MENSEN? 111 - SLOTBESCHOUWING 120 - HOOFDSTUK 7: STEREOTYPES 122 - WAT ZIJN STEREOTYPES? 122 - HOE ZIJN STEREOTYPES TE METEN? 123 - WAAR KOMEN STEREOTYPES VANDAAN? 124 - STEREOTYPES EN DE VERWERKING VAN INFORMATIE OVER PERSONEN 126 - STEREOTYPES BEPALEN MEE HOE WE MENSEN BEOORDELEN 129 - STEREOTYPES BEPALEN MEE OVERT GEDRAG 130 - FACTOREN DIE INVLOED VAN STEREOTYPES BEPALEN 132 - STEREOTYPES HOUDEN ZICHZELF IN STAND 138 - HOE KUNNEN STEREOTYPES VERANDEREN? 142 - SLOTBESCHOUWING 143 - HOOFDSTUK 8: SOCIALE VERGELIJKING 144 ## INLEIDING * **WAT IS SOCIALE PSYCHOLOGIE?** > De studie van hoe we denken, voelen en ons gedragen in sociale situaties. * **UITGANGSPUNTEN VAN SOCIALE PSYCHOLOGIE** > - Individuen zijn sociale wezens. > - Gedragingen zijn het resultaat van interacties tussen sociale en persoonlijke factoren. * **SOCIALE PSYCHOLOGIE EN MENSENKENNIS** > Psychologen proberen de sociale invloeden op het gedrag van individuen te verklaren. * **ROL VAN WAARDEN IN SOCIALE PSYCHOLOGIE** > De persoonlijke waarden van de onderzoeker beïnvloeden het onderzoeksproces. # **HOOFDSTUK 1: METHODES SOCIAALPSYCHOLOGISCH ONDERZOEK** * **OBSERVATIE** > - Rechtstreeks observeren van gedrag in natuurlijke omgevingen (veldobservatie). > - Gebruik maken van archiefgegevens. * **ZELFBESCHRIJVINGEN** > - Deelnemers worden gevraagd hun gedachten, gevoelens en gedrag te beschrijven. > - Moeilijk te bepalen of deze beschrijvingen overeenkomen met realiteit. * **CORRELATIONEEL ONDERZOEK** > - Onderzoekt of er een verband bestaat tussen twee of meer variabelen. > - Bepaalt hoe sterk het verband is. > - Kan geen oorzaak-gevolgrelatie aantonen. * **HET EXPERIMENT** > - Manipuleert onafhankelijke variabelen om de invloed op de afhankelijke variabelen te bestuderen. > - Kan oorzaak-gevolgrelatie aantonen. > - Kritiek op ecologische validiteit * **DE EMPIRISCHE CIRKEL** > - Inductiefase: theorie gebaseerd op observaties > - Deductiefase: toetsen van de theorie door middel van experimenten > - Afronding: terugkoppeling naar theorie ## : **SOCIALE INVLOED** * **INVLOED EN AANWEZIGHEID VAN ANDEREN** > - Sociale facilitatie: aanwezigheid van anderen verbetert performantie op eenvoudige taken. > - Sociale inhibitie: aanwezigheid van anderen vermindert performantie op complexe taken. * **IMPLICIETE SOCIALE INVLOED: MEERDERHEIDSINVLOED** > - Conformisme: aanpassen aan het gedrag van anderen, vooral wanneer er een sociale druk is. * **IMPLICIETE SOCIALE INVLOED: MINDERHEIDSINVLOED** > - Innovatie: invloed van een kleine groep op de meerderheid, vooral wanneer de minderheid consistent en overtuigend is. * **MEERDERHEID VERSUS MINDERHEID: FUNDAMENTEEL VERSCHILLEND?** > - Consequentie van gedrag is belangrijk om tot verandering te leiden. Een consistent gedrag heeft meer invloed. * **EXPLICIETE SOCIALE INVLOED: INWILLIGEN VAN VERZOEKEN** > - Gehoorzaamheid: uitvoeren van een verzoek of bevel, vooral wanneer er een machtsverschil is. # **HOOFDSTUK 4: ATTITUDES** * **METINGEN VAN ATTITUDES EN HUN VOORSPELLENDE WAARDE** > - Attitudes zijn niet direct observeerbaar, maar worden gemeten door middel van zelfbeschrijvingen of indirecte metingen. * **DE VORMING VAN ATTITUDES** > - Evaluatief leren: een neutrale prikkel krijgt een evaluatieve betekenis door associatie met een betekenisvolle prikkel. * **ATTITUDEVERANDERING VIA GEDRAGSVERANDERING** > - Cognitieve dissonantietheorie: wanneer gedrag en attitude niet in overeenstemming zijn, ontstaat er een onaangenaam gevoel van dissonantie. Dit gevoel probeert men te reduceren door attitude aan te passen. # **HOOFDSTUK 5: AGRESSIE** * **HOE VALT AGRESSIE TE BESTUDEREN?** > - Fysieke agressie is moeilijk te onderzoeken in een lab setting, dus wordt vaak gebruik gemaakt van verbale of indirecte agressie. > - Provocatie is een veelgebruikte techniek om agressie uit te lokken. * **DE FREUDIAANSE VISIE OP AGRESSIE** > - Agressie wordt gezien als een gevolg van een aangeboren doodsdrift. * **DE FRUSTRATIE-AGRESSIE HYPOTHESE** > - Agressie wordt gezien als een reactie op frustratie. * **PROVOCATIE EN AGRESSIE** > - Het is niet altijd duidelijk of agressie ontstaat door de provocatie zelf, of door de waargenomen ernst van de schade die door de provocatie is veroorzaakt. * **AGRESSIE, MACHT EN ONMACHT** > - Agressie kan gezien worden als een poging om macht te herwinnen na machtsverlies. > - Oncontroleerbare aversieve prikkels versterken agressie. * **GENERAL AGGRESSION MODEL (G.A.M.)** > - Verklaart agressie vanuit een combinatie van persoonsgebonden factoren en situationele determinanten. > - Routes van agressie: activatie van agressieve gedachten, opwekken van agressieve emoties, verhogen van arousal. # **HOOFDSTUK 6: ALTRUÏSTISCH GEDRAG** * **DEFINITIE VAN ALTRUÏSTISCH GEDRAG** > - Gedrag dat men vertoont met de intentie om de situatie van een ander te verbeteren. > - Altruïstisch gedrag versus prosociaal gedrag. * **METHODOLOGIE VAN ALTRUÏSTISCH ONDERZOEK** > - Altruïsme wordt vaak gemeten met behulp van cover stories, omdat deelnemers geneigd zijn om altruïstischer te handelen wanneer ze weten dat ze worden geobserveerd. * **ALTRUÏSTISCHE INTENTIE EN BEOORDELING VAN GEDRAG** > - Mensen beoordelen gedrag dat zowel voor de persoon die helpt als degene die geholpen wordt positief. * **WAAROM HELPEN MENSEN?** > - Evolutionaire benadering: helpend gedrag is gunstig voor overleven van genen. > - Sociale versterkers verhogen kans om geholpen te worden en verminderen kans om bekritiseerd te worden. > - Interne beloningen: mensen vinden het prettig om anderen te helpen. * **SLOTBESCHOUWING** > - Altruïstisch gedrag komt voor in vele vormen. > - Determinanten van altruïstisch gedrag zijn complex en hangen ook af van de situatie. # **HOOFDSTUK 7: STEREOTYPES** * **WAT ZIJN STEREOTYPES?** > - Mentale beelden van een groep mensen, waarin een aantal eigenschappen zijn vervat die we als typisch ervaren. * **HOE ZIJN STEREOTYPES TE METEN?** > - Stereotypes worden gemeten door middel van zelfbeschrijvingen of impliciete associatietesten. * **WAAR KOMEN STEREOTYPES VANDAAN?** > - Stereotypes ontstaan door categorisering van informatie. > - Stereotypes worden beïnvloed door ervaringen en culturele normen. * **STEREOTYPES BEPALEN MEE HOE WE MENSEN BEOORDELEN** > - Assimilatie: mensen die lijken op het stereotype worden ook zo beoordeeld. > - Contrast: mensen die afwijken van het stereotype worden anders beoordeeld. * **STEREOTYPES BEPALEN MEE OVERT GEDRAG** > - Stereotypes activeren verwachtingen over groepleden. > - Stereotypes lokken emotionele reacties uit die tot bepaald gedrag leiden. * **HOE KUNNEN STEREOTYPES VERANDEREN?** > - Contacthypothese: contact tussen groepen kan helpen om stereotypes te veranderen (maar het is niet altijd even effectief). > - Subtypemodel: een enkel groepslid dat afwijkt van het stereotype, kan helpen om het stereotype te veranderen. > - Decategorisering: de grenzen tussen categorieën minder scherp maken. * **SLOTBESCHOUWING** > - Stereotypes hebben zowel positieve als negatieve kanten. > - Onderzoek naar stereotypes is complex en vraagt om verschillende methodes. # **HOOFDSTUK 8: SOCIALE VERGELIJKING** * **BYSTANDER EFFECT** > - De aanwezigheid van anderen vermindert de kans dat mensen helpend gedrag vertonen. > - Verklaring: diffusie van verantwoordelijkheid, pluralistische ontkenning, impliciete sociale invloed. * **SLOTBESCHOUWING** > - Het bystander effect is een complex fenomeen dat beïnvloed wordt door verschillende factoren. > - De implicaties van het bystander effect zijn belangrijk voor het begrijpen van sociale interacties.

Use Quizgecko on...
Browser
Browser