Samenvatting AK Hoofdstuk 2 PDF

**1 Ontbossing in het Amazonegebied** **Tropische regenwouden**, zoals het Amazonegebied, liggen in de tropen dicht bij de **evenaar**. Deze gebieden hebben het hele jaar door een warme temperatuur en veel neerslag, wat ideaal is voor een dichte en diverse vegetatie. Dit constante warme en vochtige...

**1 Ontbossing in het Amazonegebied** **Tropische regenwouden**, zoals het Amazonegebied, liggen in de tropen dicht bij de **evenaar**. Deze gebieden hebben het hele jaar door een warme temperatuur en veel neerslag, wat ideaal is voor een dichte en diverse vegetatie. Dit constante warme en vochtige klimaat bevordert de groei van een van de meest diverse **ecosystemen** op aarde, met planten en dieren die nergens anders voorkomen. De **vegetatie** is gelaagd in verschillende etages (kruinlaag, middelste laag, onderlaag), wat verschillende leefomgevingen biedt voor verschillende soorten organismen. Helaas wordt het Amazonegebied bedreigd door **ontbossing**. Dit is het kappen van bomen voor hout, landbouw of stedelijke ontwikkeling. Hierdoor verdwijnen grote delen van het natuurlandschap en daarmee ook vele plant- en diersoorten. De **bevolkingsspreiding** in Zuid-Amerika leidt tot meer cultuurlandschappen ten koste van de regenwouden. Tropische regenwouden zijn belangrijk voor het evenwicht van onze planeet, omdat ze bijdragen aan de watercyclus, klimaatregulatie, en de vermindering van CO₂ in de atmosfeer. **Duurzaam** gebruik van hulpbronnen, **herbebossing**, en het ondersteunen van inheemse gemeenschappen zijn belangrijk voor de bescherming van deze kostbare ecosystemen. **2 De outback in Australië** Australië heeft een lage **bevolkingsdichtheid** en de bevolking is ongelijk verdeeld. De meeste mensen wonen aan de oostkust, in steden zoals Sydney, Melbourne en Brisbane, vanwege het werk, onderwijs en milde klimaat. De **outback**, het binnenland van Australië, is zeer dunbevolkt door de **extreme klimaatomstandigheden** en het gebrek aan water. Het gebied bestaat voornamelijk uit **woestijn** en **steppe**, met hoge temperaturen en weinig regen, waardoor intensieve landbouw en grote bevolkingscentra niet mogelijk zijn. Australië kent verschillende klimaten. In het noorden valt de meeste neerslag tijdens de regentijd, wat leidt tot **savanne**-gebieden. Het zuiden en zuidoosten hebben een milder klimaat met gelijkmatig verdeelde neerslag, geschikt voor **intensieve veeteelt **en **landbouw**. In het binnenland is de neerslag beperkt en vinden we grote woestijngebieden zoals de Great Victoria en Simpson Desert, waar vaak **extensieve veeteelt** wordt bedreven. Droogte ontstaat door een gebrek aan neerslag, beïnvloed door **hoge drukgebieden**. Dit beïnvloedt het **bodemgebruik**; in droge gebieden moeten boeren hun vee over grote afstanden laten grazen. De topografie van Australië varieert van vruchtbare kustgebieden tot droge binnenlanden, met de Great Dividing Range als natuurlijke scheiding. **Klimaatdiagrammen** helpen om de klimaatsverschillen binnen Australië te begrijpen. **3 De Inuit in het poolgebied** In de poolstreken is de **bevolkingsdichtheid** zeer laag door de extreme kou en het gebrek aan voedsel. De Inuit, die wonen in Groenland, Canada en Alaska, zijn een van de weinige bevolkingsgroepen in deze regio. Het gebied is zo uitgestrekt dat je uren kunt reizen zonder een ander mens tegen te komen. Een groot deel van de poolstreken bestaat uit **toendra**, een **landschapstype** zonder bomen, met voornamelijk mossen, korstmossen, grassen en kleine struikjes. Ook is er veel **landijs** (zoals de ijskappen van Groenland) en **zee-ijs**, dat seizoensgebonden is en drijft op de oceaan. Het **noordpoolgebied** omvat landen zoals Groenland, Canada en Siberië en heeft een landschap met toendra, diepe fjorden en hoge bergen. De Inuit leven vooral in de kustgebieden en jagen op zeehonden, walvissen en vissen, terwijl ze in iglo's wonen en kleding van dierenhuiden dragen om zich te beschermen tegen de kou. Ten zuiden van de toendra ligt de **taiga**, een uitgestrekt woud van naaldbomen. De aarde is verdeeld in verschillende **luchtstreken** met variërende temperaturen en landschappen; in** koude streken** vind je toendra en permafrost, terwijl in **tropische streken** weelderige regenwouden groeien. De temperatuur bepaalt welke planten en dieren in een bepaald gebied kunnen overleven.