Ontwikkelingstaken PDF

nul tot twee wat het kind moet leren ○ ○ lichaamsbeheersing ○ dag en nacht en eetritme ○ hechting, persoonsdifferentiatie ○ overwinnen scheidingsangst ○ exploreren omgeving en voorwerpen nul tot twee kenmerkende gedrgagingen ○ ○ sabbe...

nul tot twee wat het kind moet leren ○ ○ lichaamsbeheersing ○ dag en nacht en eetritme ○ hechting, persoonsdifferentiatie ○ overwinnen scheidingsangst ○ exploreren omgeving en voorwerpen nul tot twee kenmerkende gedrgagingen ○ ○ sabbelen op alles, voedsel uitspugen, zicht vastklampen, vallen en omgooien ○ slecht slapen, huilen, hoofdbonken, schomellen, voedsel weigeren, spugen, volproppen ○ lachen en geluiden herhalen, zich afwenden van derden en kleven ○ huilen, klampen, duimen, rituelen, knuffelbeest, nachtelijke angsten, paniek en apathie bij scheiding ○ bijten, vernielen, kliederen twee to zes wat het kind moet leren ○ van aanhankelijkheid naar zelfstandig gedrag ○ experimenteren met eigen temperament en gedragsstijl ○ frustratietolerantie vergroten ○ socialer gedrag en plaats delen met anderen ○ naar school gaan twee tot zes kenmerkende gedragingen ○ imiteren, willen zijn als de ouders ○ koppigheid en alles zelf willen doen, driftbuien, grenzen testen ○ angst bij onvermogen, soms regressie, magische rituelen ○ ruziën en rivaliseren met siblings ○ soms terugtrekken en regressie naar aanhankelijker gedrag ○ trots, soms weer hevige separatieangst, nachtmerries en lichamelijke klachten ○ zes tot elf wat het kind moet leren ○ aanpassen aan leeftijdsgenoten, vorming invoelingsvermogen en omgaan met een grotere sociale omgeving ○ school en leerstof, concentratie en discipline ○ vormen van eigen waarden en normen zes tot elf kenmerkende gedragingen  ○ spelinitiatief nemen, vriendschappen sluiten en in groepjes functioneren, maar ook sociale angst en zich terug terugtrekken ○ leren presteren en interesses opbouwen ○ soms schoolfobische klachten en leerstoornissen ○ minder af-en aanhankelijk gedrag, zefstandiger en gewetensvoller twaalf tot vijftien wat het kind moet leren ○ omgaan met veranderingen in het lichaam ○ verdere afweging van normen en waarden, opbouw van eigen referentiekader en identiteitt ○ vaardiger omgaan met leeftijdsgenoten en anderen twaalf tot vijftien kenmerkende gedragingen ○ lichamelijke klachten als pijn, ontregelde slaap en eten, hormonale problemen ○ debatteren, ruziën, selftalk, daboeken, schuldgevoelens, rationaliseren, fantaseren, ○ zich afzetten tegen de ouders en idolenverheerlijking ○ probleem oplossen, vriend-en vijandschappen, soms sociale angst, zich terugtrekken en apathie en lichaamsvergelijking vijftien tot twintig wat het kind moet leren ○ verder onafhankelijk worden van de feedback van ouders en leraren ○ kiezen voor eigen strategieën en ideeën, ontwikkelen van een steviger gevoel van eigenwaarde ○ verdere verwerking van sociale en beroepsvaardigheden ○ zich losmaken van de ouders en het nest, plaatsbepaling ○ oplossen loyaliteitsconflicten, verwerking van verlies ne afscheid ○ vijftien tot twintig kenmerkende gedragingen ○ experimenteren met extreme gedragsalternatieven, debatteren en grenzen stellen ○ zichzelf over en onderschatten of afkeuren, depressieve buien, soms angst, rationaliseren en intellectualiseren ○ stapsgewijs maar ongelijkmatig soms provocerend verminderen van afhankelijk gedrag ○ gedrag samenhangend met gevoelens van angst, agressie, schuld, verdriet, die kenmerkende zijn voor verwerkingsstadia rond het verlies van de ouders als identificatiefiguren en de geborgen plaats in het gezin