Oefeningen op papier WZ9 PDF

**WERKZITTING 9 -- het beschrijven van twee variabelen: associatiematen op nominaal niveau** **Oplossingen zonder SPSS** Noot bij elke werkzitting - Bij het oplossen van de oefeningen mag je een **rekentoestel** gebruiken. Kijk op Blackboard bij "Evaluatie Hulpmiddelen Richtlijnen reken...

**WERKZITTING 9 -- het beschrijven van twee variabelen: associatiematen op nominaal niveau** **Oplossingen zonder SPSS** Noot bij elke werkzitting - Bij het oplossen van de oefeningen mag je een **rekentoestel** gebruiken. Kijk op Blackboard bij "Evaluatie Hulpmiddelen Richtlijnen rekentoestel" om na te gaan welk rekentoestel je op het examen mag gebruiken. Tip: leer bij het oplossen van de oefeningen werken met het rekentoestel dat je op het examen gaat gebruiken. - Formules die gebruikt worden staan op het **formularium**. Je mag dat formularium gebruiken op het examen. Het formularium vind je terug op Blackboard bij "Evaluatie Hulpmiddelen Formularium". Tip: leer bij het oplossen van de oefeningen werken met het formularium. +-----------------------------------------------------------------------+ | **Keuzemenu afhaalstatistiek** | | | | **THEMA 1: Samenhang (in de kruistabel)** | | | | -- ---------------------------------------------------------------- | | ---- -------------------- | | Afbeelding met rood, ontwerp Automatisch gegenereerde beschrijvi | | ng Oefeningen 1 -- 4 | |  | | Oefeningen 10 -12 | | **THEMA 2: Cramers V** | | | | Afbeelding met rood, ontwerp Automatisch gegenereerde beschrijvi | | ng Oefeningen 5 - 9 | |  | | Oefeningen 13 - 17 | | | | Oefening 18 | +-----------------------------------------------------------------------+ Noot: het examen zal steeds een mix bevatten van de drie types van oefeningen (mild, medium en hot). **Basisoefeningen** - **Oefening 1 -- Samenhang (in de kruistabel)** Welke stelling is **[CORRECT]**? - Als 2 variabelen samenhangen, dan is de ene variabele voorspelbaar vanuit kennis van de andere variabele. - Als 2 variabelen samenhangen, dan is de ene variabele de oorzaak van verandering in de andere variabele. - Als 2 variabelen samenhangen, dan zullen de variabelen ongeveer hetzelfde gemiddelde hebben. - Alle stellingen zijn correct. - **Oefening 2 -- Samenhang (in de kruistabel)** Een krantenkop luidt: "Meisjes roken en vapen evenveel als jongens." Welke stelling is **[CORRECT]**? - Variabele 'geslacht' hangt samen met variabele 'roken of vapen'. - Variabele 'geslacht' hangt niet samen met variabele 'roken of vapen'. - Cramers V zal in dit voorbeeld (ongeveer) 1 zijn. - Je kan geen uitspraak doen over de samenhang op basis van de krantenkop. - **Oefening 3 -- Samenhang (in de kruistabel)** Welke stelling is **[FOUT]**? - De relatie tussen leeftijd en geluk is asymmetrisch. - De relatie tussen alcoholconsumptie en geluk is symmetrisch. - De relatie tussen stress en slaapkwaliteit is symmetrisch. - De relatie tussen fysieke gezondheid en psychisch welzijn is asymmetrisch. - - **Oefening 4 -- Samenhang (in de kruistabel)** Aan 1400 studenten werd gevraagd wat hun geslacht is en hoe vaak ze aankopen doen via internet. Afbeelding met tekst, schermopname, Lettertype, nummer Automatisch gegenereerde beschrijving Controleer op basis van de kolompercentages of er samenhang is tussen beide variabelen. -- -- - **Oefening 5 -- Cramers V** Een onderzoeker bestudeert de samenhang tussen 'scholingsgraad' en 'geloofsovertuiging'. +-----------------------------------------------------------------------+ | **Variabele 1: scholingsgraad** | +=======================================================================+ | - Geen diploma | | | | - Lager onderwijs | | | | - Lager middelbaar onderwijs | | | | - Hoger middelbaar onderwijs | | | | - Hoger onderwijs -- Bachelor | | | | - Hoger onderwijs -- Master | | | | - Hoger onderwijs -- doctoraat | +-----------------------------------------------------------------------+ +-----------------------------------------------------------------------+ | **Variabele 2: geloofsovertuiging** | +=======================================================================+ | - Christendom | | | | - Islam | | | | - Jodendom | | | | - Hindoeïsme | | | | - Boeddhisme | | | | - Andere | | | | - Geen geloofsovertuiging | +-----------------------------------------------------------------------+ Welke stelling is **[FOUT]**? - Je kan voor deze variabelen geen associatiematen op ordinaal niveau berekenen. - Door Cramers V te berekenen, kan je iets zeggen over de sterkte van de samenhang. - Door Cramers V te berekenen, kan je bepalen welke de afhankelijke en onafhankelijke variabele is. - Als je Cramers V berekent, zal deze tussen 0 en 1 zijn. - - **Oefening 6 -- Cramers V** De formule van Cramers V is: \ [\$\$V = \\ \\sqrt{\\frac{\\chi ²}{N(k - 1)}}\$\$]{.math.display}\ Bepaal k in onderstaande vraagstukken. **K** ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- ------- Een onderzoeker bestudeert het verband tussen 'geslacht' (man/vrouw/non-binair) en 'gekozen afstudeerrichting TP' (organisatiepsychologie/klinische psychologie/school- en pedagogische psychologie). Een onderzoeker bestudeert het verband tussen 'geloofsovertuiging' (Christendom/ Islam/Jodendom/Hindoeïsme/Boeddhisme/andere), en 'houding tegenover het recht op euthanasie' (voor/tegen). Een onderzoeker bestudeert het verband tussen 'geaardheid' (heteroseksueel/ homoseksueel/biseksueel/andere) en 'het hebben van een partner' (ja/nee). Een onderzoeker bestudeert het verband tussen 'leeftijd' (14-39 jaar/40-65 jaar/65+) en 'vaakst gebruikte vervoersmiddel' (Auto/fiets/openbaar vervoer). - - **Oefening 7 -- Cramers V** De formule van Cramers V is: \ [\$\$V = \\ \\sqrt{\\frac{\\chi ²}{N(k - 1)}}\$\$]{.math.display}\ Bepaal [*χ*²]{.math.inline} *voor onderstaande kruistabel.* **Mate van sociale angst** --------------- --------------- ---------------------------- --------------- ---------- ------------ **Laag** **Gemiddeld** **Hoog** **Totaal** **Soc. Act.** **Zelden** **10** **12** **31** **53** **Af en toe** **316** **160** **36** **512** **Vaak** **76** **49** **24** **149** **Totaal** **402** **221** **91** **714** -- -- - **Oefening 8 -- Cramers V** Om het verband tussen 'geslacht' (man/vrouw) en 'beroepsstatuut' (arbeider/bediende/zelfstandige) in kaart te brengen, wordt Cramers V berekend. Geweten is dat [*χ*^2^]{.math.inline} = 12.45 en N = 200. a. **Bereken** Cramers V. -- -- b. **Interpreteer** het resultaat. -- -- **Oefening 9 -- Cramers V** Hoe **interpreteer** je de volgende uitkomsten van Cramers V? **Cramers V** **Interpretatie** --------------- ------------------- 0.28 0.93 0.53 0.79 0.05 1 **Verdiepingsoefeningen** - **Oefening 10 -- Samenhang (in de kruistabel)** In een studie werd een bevraging gehouden bij 120 studenten uit twee studierichtingen, namelijk Toegepaste Psychologie en Toegepaste Informatica. Aan de studenten werd gevraagd of ze liever individueel of in groepsverband werken. De resultaten zijn als volgt: Toegepaste Psychologie Toegepaste Informatica --------------- ------------------------ ------------------------ Individueel 40 33 Groepsverband 30 17 Controleer op basis van de kolom- of rijpercentages of er een samenhang is tussen 'studierichting' en 'werkvorm'. -- -- - **Oefening 11 -- Samenhang (in de kruistabel)** Aan 11 leerlingen werd gevraagd wat hun favoriete festival is: Rock Werchter (W), Pukkelpop (P) of Dour Festival (D). Ook werd het geslacht van elke leerling genoteerd: Meisje (M) of jongen (J). Leerling Geslacht Festivalvoorkeur ---------- ---------- ------------------ 1 M P 2 M P 3 J D 4 J W 5 M W 6 J D 7 J D 8 J P 9 J D 10 M W 11 J D Controleer op basis van de kolom- of rijpercentages of er een samenhang is tussen 'geslacht' en 'festivalvoorkeur'. -- -- - **Oefening 12 -- Samenhang (in de kruistabel)** 21 mensen werden bevraagd over hun copingstijl en hun favoriete activiteit om te ontspannen. De mogelijke copingstijlen zijn: probleemgericht, emotiegericht en vermijdend. De mogelijke ontspanningsactiviteiten zijn: sporten, lezen en tv-kijken. De resultaten zijn als volgt: ID favoriete ontspanning copingstijlen ---- ----------------------- ----------------- 1 Sporten Probleemgericht 2 Sporten Emotiegericht 3 Lezen Probleemgericht 4 Sporten Probleemgericht 5 TV-Kijken Vermijdend 6 Lezen Emotiegericht 7 TV-Kijken Probleemgericht 8 Sporten Emotiegericht 9 Lezen Emotiegericht 10 Sporten Probleemgericht 11 TV-Kijken Probleemgericht 12 Lezen Probleemgericht 13 TV-Kijken Emotiegericht 14 Lezen Emotiegericht 15 TV-Kijken Probleemgericht 16 Lezen Vermijdend 17 Sporten Emotiegericht 18 TV-Kijken Emotiegericht 19 Sporten Vermijdend 20 TV-Kijken Emotiegericht 21 Lezen Probleemgericht Controleer op basis van de kolom- of rijpercentages of er een samenhang is tussen 'favoriete ontspanning' en 'copingstijl'. -- -- - **Oefening 13 -- Cramers V** Een onderzoeker voert een mobiliteitsstudie uit bij een steekproef van 600 hogeschoolstudenten. Hieronder vind je de kruistabel die de samenhang weergeeft tussen 'woonplaats' en 'vervoersmiddel om naar de Hogeschool te gaan'. Woonplaats -- ------------------ ------------ ---------- ------------ -------- Stad Voorstad Platteland Totaal Auto 256 41 46 343 Openbaar vervoer 66 56 8 130 Fiets 100 20 7 127 Totaal 422 117 61 600 Hoe sterk is het verband tussen 'woonplaats' en 'vervoersmiddel om naar de Hogeschool te gaan'? Bereken Cramers V en interpreteer. -- -- - - **Oefening 14 -- Cramers V** Het viel meneer De Vadder op dat er slechts een beperkte groep studenten aanwezig is in de werkzittingen. Na het examen berekent hij of het al dan niet komen naar de werkzitting samenhangt met het slagen op het examen Statistiek 1. Geslaagd Niet geslaagd Totaal ---------------------- ---------- --------------- -------- Aanwezig WZ 90 5 95 Niet aanwezig bij WZ 10 45 55 Totaal 100 50 150 Hoe sterk is het verband tussen beide variabelen? Bereken Cramers V en interpreteer. -- -- - **Oefening 15 -- Cramers V** Onderzoek toonde aan dat elk weekend drie minderjarigen met een alcoholvergiftiging worden opgenomen op een spoedafdeling van het ziekenhuis in Antwerpen. Als onderzoeker wil je weten wat de samenhang is tussen 'alcoholmisbruik' en variabelen zoals 'persoonlijkheidstype' en 'geslacht'. Persoonlijkheidstype -- -------- ---------------------- ----------- -------- Extravert Introvert Totaal Ja 42 37 79 Nee 152 190 342 Totaal 194 227 421 Geslacht -- -------- ---------- ------- -------- -------- Man Vrouw Andere Totaal Ja 45 31 3 79 Nee 140 190 12 342 Totaal 185 221 15 421 Welke uitspraak is **[CORRECT]**? - De samenhang tussen alcoholmisbruik en geslacht is sterker dan de samenhang tussen alcoholmisbruik en persoonlijkheidstype. - De samenhang tussen alcoholmisbruik en persoonlijkheidstype is sterker dan de samenhang tussen alcoholmisbruik en geslacht. - De samenhang tussen alcoholmisbruik en persoonlijkheidstype is even sterk als de samenhang tussen alcoholmisbruik en geslacht. - Je hebt te weinig gegevens om een uitspraak te kunnen doen over de samenhang tussen de variabelen. -- -- - - **Oefening 16 -- Cramers V** Lotte doet onderzoek naar de leesvaardigheden van kinderen uit het eerste leerjaar. Voor elk kind uit de steekproef wordt bepaald of hij/zij 16 woorden per minuut kan lezen. Daarnaast wordt voor elk kind genoteerd of zijn/haar thuistaal 'Nederlands' of 'niet-Nederlands' is. Lotte stelt een kruistabel op voor de variabelen '16 woorden per minuut' en 'thuistaal'. Hieronder staat de tabel die ze opstelde met SPSS. De tabel bevat zowel de geobserveerde als de verwachte celfrequenties. -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- Hoe sterk is het verband tussen beide variabelen? Bereken Cramers V en interpreteer. -- -- - **Oefening 17 -- Cramers V** **Kruistabel A:** **Uitkomst A** **Uitkomst B** **Totaal** ----------------- ---------------- ---------------- ------------ **Variabele X** **25** **25** **50** **Variabele Y** **25** **25** **50** **Totaal** **50** **50** **100** **Kruistabel B:** **Uitkomst A** **Uitkomst B** **Totaal** ----------------- ---------------- ---------------- ------------ **Variabele X** **50** **0** **50** **Variabele Y** **0** **50** **50** **Totaal** **50** **50** **100** **Kruistabel C:** **Uitkomst A** **Uitkomst B** **Totaal** ----------------- ---------------- ---------------- ------------ **Variabele X** **38** **22** **50** **Variabele Y** **12** **28** **50** **Totaal** **50** **50** **100** **Welke stelling over de samenhang in bovenstaande kruistabellen is [FOUT]?** - **Cramers V zal voor kruistabel A gelijk zijn aan 0** - **Cramers V zal voor kruistabel B gelijk zijn aan 1** - **Cramers V zal voor kruistabel C groter zijn dan voor kruistabel B** - **Cramers V zal voor kruistabel C groter zijn dan voor kruistabel A** **Uitdagende oefeningen** - **Oefening 18 -- Cramers V** Aan 1400 studenten (1124 mannen en 276 vrouwen) werd gevraagd wat hun geslacht is en hoe vaak ze aankopen doen via het internet. In onderstaande tabel vind je de resultaten.  Hoe sterk is het verband tussen beide variabelen? Bereken Cramers V en interpreteer. -- --