Multimedia 4.2 Begrippen PDF
Document Details
Uploaded by ConscientiousCottonPlant1310
Tags
Summary
This document provides a list of terms related to art history and religious studies, likely part of a multimedia presentation or educational resource. The terms cover a variety of topics, including architectural styles, religious figures, and artistic techniques.
Full Transcript
Begrippen Bespiegeling Hoofdstuk 2 aflaat Binnen de katholieke kerk: een (gedeeltelijke) kwijtschelding van straf voor de zonden die iemand heeft begaan. Een aflaat wordt door de kerk afgegeven in ruil...
Begrippen Bespiegeling Hoofdstuk 2 aflaat Binnen de katholieke kerk: een (gedeeltelijke) kwijtschelding van straf voor de zonden die iemand heeft begaan. Een aflaat wordt door de kerk afgegeven in ruil voor bijvoorbeeld schenkingen of het ondernemen van een pelgrimstocht. altaarstuk Kunstwerk dat op het altaar wordt geplaatst. Vaak een paneel of een veelluik met een aantal panelen, waarop heiligen of Bijbelse voorstellingen zijn afgebeeld. amfitheater Ovaal theater met oplopende zitplaatsen (tribune). annunciatie Letterlijk: aankondiging. Boodschap van de aartsengel Gabriël aan Maria dat zij moeder zal worden van Christus. apostel Elk van de twaalf leerlingen en volgers van Christus, de eerste verspreiders van het christelijke geloof. apsis Halfronde nis of uitbouw waarmee het koor van de kerk wordt afgesloten. artes liberales Letterlijk: de vrije kunsten. Zeven takken van wetenschap of vakken die deel uitmaken van het studieprogramma in oudheid en middeleeuwse opleidingen. bedelorde Type kloosterorde ontstaan in de eerste helft van de dertiende eeuw, die zich vestigt in de steden en in het eigen levensonderhoud voorziet door het ontvangen van giften in ruil waarvoor de orde diensten aan de stad verleent, zoals onderwijs en ziekenzorg. bestiarium Middeleeuws geïllustreerd manuscript met echte dieren en planten maar ook fabeldieren en fabelachtige mensensoorten die als echt-bestaand beschreven worden. Gebaseerd op onder meer klassieke en Bijbelse bronnen. cantus firmus Hoofdmelodie die uitgangspunt is in de meerstemmige (polyfone) compositietechniek. chanson In de middeleeuwen de benaming voor de niet- religieuze liederen van de Franse troubadours. Tegenwoordig een meer algemeen benaming voor Franstalige (literaire) liederen. cisterciënzers Kloosterorde gesticht in Citeaux. Soberheid, in navolging van Christus, is kenmerkend voor de leefwijze, liturgie en bouwstijl van de orde. cluniacenzers Kloosterorde gesticht in Cluny. Luxe en rijkdom ter ere van God is kenmerkend voor de leefwijze, liturgie en bouwstijl van de orde. contratenor Hoge mannenstem met een stembereik dat overeenkomt met de lage vrouwelijke altstem. In de vocale polyfonie de tegenstem van de tenor. Het bereik komt overeen met een mannelijke kopstem in de populaire muziek. fresco Muur- of plafondschildering aangebracht op een natte kalklaag (al fresco) waardoor pigmenten bij droging in de muur trekken. gebrandschilderd glas Gekleurd glas waarop voorstellingen of abstracte patronen zijn aangebracht door o.a. ijzeroxide te laten versmelten met het glas. Vaak toegepast in combinatie met glas-in-lood. getijden Officiële gebeden van de katholieke kerk op vaste tijden van de dag. gilde Samenwerkingsverband van ambachtslieden met hetzelfde beroep in een stad. glas in lood Vensterraam bestaande uit gekleurde stukken glas bijeengehouden door loodlijsten en smalle loodstrips. gotiek Laat-middeleeuwse stijl in de architectuur en beeldende kunst. Kenmerkend voor de bouwkunst zijn luchtbogen, spitsbogen en grote raampartijen. Kenmerkend voor de beeldende kunst is het streven naar gedetailleerdheid en realisme. gregoriaans Benaming van de eenstemmige Latijnse onbegeleide kerkzang in de katholieke kerk. halfzuil Een zuil die half verzonken in het muurvlak tegen een dragende pijler of muur aan is gebouwd. Wordt ook wel schalk genoemd. handschrift Document dat met de hand is geschreven, voorafgaand aan de uitvinding van de boekdrukkunst. heiligverklaring Officiële verklaring door de paus voor een persoon die als martelaar voor het geloof is gedood of tijdens het leven wonderen heeft verricht waarin de macht van God is geopenbaard. hoofse liefde Benaming voor de aandacht die in de late middeleeuwen in Frankrijk ontstaat aan adellijke hoven voor de verering en het bezingen van – en voor de verliefdheid op - een (onbereikbare) vrouw. kapelmeester Leider van een kapel, dirigent kapiteel Kopstuk van een zuil, pijler of pilaster waaraan je de bouworde herkent. kathedraal De eigen kerk van de bisschop in zijn bisdom, ook wel dom genoemd. komedie Dramavorm ontstaan in het antieke Griekenland die zich van de tragedie onderscheidt door de vrolijke, satirische toon, een volks karakter en vaak goede afloop. kruistocht Internationale tochten met ridders van de elfde tot en met de dertiende eeuw, gericht op de verspreiding van het christelijk geloof en de heroveringen van Jeruzalem op de moslims. laatste oordeel De dag die zowel in het christelijke, islamitische als joodse geloof genoemd wordt, waarop God over alle (ook de eerder gestorven) mensen een oordeel over goed en kwaad velt. lijnperspectief Weergave van de ruimte op een plat vlak, toegepast vanaf de renaissance. Uitgangspunt is de regelmatige verkleining naar een verdwijnpunt (vluchtpunt) op de horizon. Wordt ook wel centraal perspectief genoemd. liturgie Alle gebeden, rituelen en handelingen die horen bij een kerkdienst. liturgisch drama In de katholieke kerk: uitbreiding van de liturgie met dialogen en theatrale middelen. luchtboog Constructie zichtbaar aan de buitenkant van de kerk in de vorm van een boog of halve boog met de bedoeling de druk van de gewelven en het dak af te leiden. manuscript Documenten die met de hand geschreven zijn voor de uitvinding van de boekdrukkunst. Handschriften gebundeld tot een boek noemen we ‘codex’. martelaar Iemand die vereerd wordt omdat hij geleden heeft en gestorven is omwille geloof of overtuiging. De katholieke kerk verklaarde bijvoorbeeld martelaren die gestorven zijn ten tijde van de christenvervolging in het Romeinse Rijk heilig. melismatisch In de eenstemmige vocale muziek: het zingen van meerdere noten op één lettergreep. middenschip In een kerk met als plattegrond een kruisvorm, is het middenschip het deel van de kerk dat in de lengte-as is gebouwd en omgeven wordt door de zijbeuken. mirakelspel Middeleeuws theatergenre met volkse maar wel religieuze inhoud. Werd niet in de kerk gespeeld en was niet rechtstreeks op Bijbelverhalen gebaseerd. mis Liturgie of dienst in de rooms katholieke kerk met vaste terugkerende onderdelen waaronder ook delen die gezongen kunnen worden zoals het Kyrie, Gloria, Credo, Sanctus en Agnus Dei. mysteriespel Op Bijbelverhalen of op de beschrijving van het leven van de heiligen gebaseerd toneelspel, gespeeld buiten de kerk. mystiek Het streven naar - en de persoonlijke ervaring van – één te worden met God. neumen Vroege vorm van muzieknotatie die bestaat vóór de notenbalknotatie. De vorm van de neumen geven het stijgen of dalen van de melodie aan. opera Muzikaal drama voor zangstemmen en orkest waarbij de muziek en tekst belangrijk zijn. Zang, instrumentale muziek, dichtkunst, acteerkunst, decorkunst en vaak ook danskunst vormen de wezenlijke bestanddelen van de opera. palazzo In Italië is een palazzo een groot prestigieus gebouw als woon-en werkpaleis voor gezaghebbende families of als hoofdkwartier van instellingen. passie Het lijdensverhaal van de kruisiging van Christus. passiespel Toneelspel, vooral in de late Middeleeuwen en vroegrenaissance, waarin het lijden en de kruisiging van Christus het hoofdthema is. pelgrimstocht Bedevaartstocht naar plaatsen waar de relieken van heiligen worden bewaard of een goddelijk wonder heeft plaatsgevonden. pijler of kolom Smalle verticale versteviging opgenomen in een muur om dienst te doen als onderdeel van de draagconstructie. Halfrond (halfzuil) of plat (pilaster). polyfonie Letterlijk: meerstemmigheid. Meerstemmige compositietechniek waarbij elke stem een zelfstandige melodie volgt. processie Plechtige kerkelijke optocht, waarin vaak heilige voorwerpen worden meegedragen. Vaak onderdeel van een viering en voorafgaand aan de dienst of mis, soms als extra inspanning om begane fouten goed te maken. psalm Lied opgenomen in de Bijbel (Oude Testament) dat wordt gezongen in de kerk en soms ook in huiselijke kring. reliëf Driedimensionale gebeeldhouwde afbeelding in hout, brons, steen, etc. die niet helemaal vrijstaand is. Een reliëf heeft een driedimensionale voorkant en meestal een platte achterkant. reliek Overblijfselen van een heilige. Relieken kunnen delen van het stoffelijk overschot van de heilige betreffen (primaire relieken) of voorwerpen die de heilige heeft aangeraakt (secundaire relieken). Ze worden meestal bewaard in duur bewerkte houders (reliquiarium) of kasten (reliekschrijn). renaissance Opleving van de idealen en kunst van de klassieke oudheid. In de veertiende eeuw opgekomen in Italië, met als centrum Florence, later verspreid over heel Europa. Studie en wetenschap staan hoog in aanzien, het wereldbeeld is humanistisch en de invloed van niet-kerkelijke opdrachtgevers neemt toe. romaans Benaming voor (bouw)kunst uit Europa uit de elfde en twaalfde eeuw. Gebaseerd op de op de vroegere Romeinse bouwkunst, met rondbogen en zware massieve dragende muren. rondboog Halfronde boog die de bovenkant vormt van een poort, raam of gewelf. Veel gebruikt in de klassieke oudheid door de Romeinen en in de middeleeuwen in romaanse kerken. roosvenster Rond venster als onderdeel van de portalen in een kerkgebouw waarmee het middenschip en het dwarsschip worden afgesloten. Vaak voorzien van gebrandschilderde ramen. scholastiek Filosofische praktijk op middeleeuwse scholen en universiteiten waarin een verbinding wordt gemaakt tussen de leer van de kerk en filosofen uit de Oudheid, met name Aristoteles. scriptorium Schrijfkamer, ruimte waar boeken in een klooster worden gekopieerd en bewaard. sinopia Voortekening of schets als basis voor een fresco schildering. Het woord synopsis is hiervan afgeleid. skeletbouw Constructiewijze toegepast vanaf de gotiek waarbij gewicht gedragen wordt door een geraamte en muren alleen dienen om ruimtes te scheiden. steunbeer Massieve verzwaring ter versterking van de muur om de zijwaartse druk van gewelven, luchtbogen of daken op te vangen. syllabisch Een syllabe is een lettergreep. In syllabische vocale muziek wordt per lettergreep slechts één noot gezongen. tenor De stem die de melodie vasthoudt (vasthouden = tenere). Hoge mannelijke zangstem. timpaan Een halfcirkelvormig of driehoekig vlak onder een (dak)lijst of boog of boven een toegangspoort, met reliëfs als decoratie. tongewelf Gewelf in de vorm van een halve cilinder. troubadour Zanger in de middeleeuwen die als liefhebberij optreedt in eigen adellijke kring met een niet-kerkelijk repertoire, vaak over de hoofse liefde. vagant Rondtrekkende geestelijken of studenten die in de middeleeuwen de kost verdienen met voordrachten en met zingen van een niet-kerkelijk repertoire, de vagantenpoëzie. vagevuur In de katholieke kerk een plaats tussen hemel en hel, waar foltering en pijn worden ondergaan. Zo kunnen de laatste zonden van overledenen worden weggevaagd en kunnen ze worden toegelaten tot de hemel. visitatie In de Bijbel: het bezoek van Maria aan Elisabeth, beiden zwanger en toekomstige moeders van Christus (Maria) en Johannes de Doper (Elisabeth). Het moment waarop Elisabeth (en daarmee Johannes de Doper) volgens de Bijbel ‘vervuld wordt van de Heilige Geest’. Wordt ook wel Maria-visitatie genoemd. wagenspel Middeleeuws toneelspel, aanvankelijk met religieuze inhoud. Opgevoerd op platte wagens waarlangs het publiek kan trekken, of als een processie of optocht waarbij de wagens langs het publiek trekken. zuil Vrijstaande, verticale en cilindervormige ondersteuning. Soms een vrijstaand monument.