Module 4 - VVVVVVVVVV - Psychodiagnostiek (Hogeschool PXL) PDF
Document Details

Uploaded by SuitableSanDiego
Hogeschool PXL
Henry Winter
Tags
Related
- Unit 2 Basic Psychometric Concepts PDF
- Introduction to Psychological Testing and Assessment PDF
- Educational Psychology and Counselling Learning Objectives PDF
- Psychological Testing and Assessment (9th Ed) PDF
- Section 8 Assessment in Education - Cognitive Ability PDF
- Psychometrics PDF: Psychological Measurement & Testing - [Book Chapter]
Summary
This document appears to be module notes or a study guide from Hogeschool PXL regarding psychometric testing. It covers the basics of psychometrics, including scaling, numerical and non-numerical variables, and the different types of measurement levels, and provides examples. The document contains detailed explanations of psychological testing methods, different types of questions, and a step-by-step plan.
Full Transcript
lOMoARcPSD|42729624 Module 4 - VVVVVVVVVV inleiding tot de psychodiagnostiek (Hogeschool PXL) Scannen om te openen op Studocu Studocu wordt niet gesponsord of ondersteund door een hogeschool of universiteit Gedownload door Henry Winter (sobremontejay...
lOMoARcPSD|42729624 Module 4 - VVVVVVVVVV inleiding tot de psychodiagnostiek (Hogeschool PXL) Scannen om te openen op Studocu Studocu wordt niet gesponsord of ondersteund door een hogeschool of universiteit Gedownload door Henry Winter ([email protected]) lOMoARcPSD|42729624 MODULE 4 PSYCHOMETRIE HHkg4.mo Om een betrouwbare en nauwkeurige meting te garanderen, moet een psychologische test psychometrisch onderbouwd zijn. Dit betekent dat de test is ontworpen volgens wetenschappelijke principes die ervoor zorgen dat eigenschappen zoals intelligentie, persoonlijkheid en vaardigheden op een consistente en valide manier worden gemeten. Stappen in het proces van psychometrische tests: Het belang van goede tests Een test is alleen nuttig als deze goed is opgebouwd en voldoet aan de wetenschappelijke eisen van psychometrie. Slechte tests, zoals willekeurige vragenlijsten die je online kunt vinden, hebben vaak geen normering of wetenschappelijke onderbouwing en zijn daardoor onbetrouwbaar 4.1 SCHALEREN HHkg4.mo De hoofddoelstelling van psychometrische tests is om onzichtbare psychologische eigenschappen (zoals intelligentie, persoonlijkheid of sociale vaardigheden) meetbaar te maken. Dit proces noemen we meten of schaleren: het vertalen van eigenschappen naar een meetschaal, zodat je ze kunt vergelijken en analyseren. In dit hoofdstuk wordt stap voor stap uitgelegd hoe meten in de psychometrie werkt. Het begint met enkele basisprincipes van de statistiek, zoals: 1. Variabelen: Dit zijn kenmerken die je kunt meten, bijvoorbeeld lengte, IQ of stressniveau. 2. Meetschalen: Dit zijn de manieren waarop je variabelen kunt meten en weergeven, zoals: Gedownload door Henry Winter ([email protected]) lOMoARcPSD|42729624 3. Meetniveaus: Elk type meetschaal heeft een ander meetniveau, wat invloed heeft op hoe je de gegevens kunt analyseren en interpreteren. Omzetting van scores Na het uitleggen van de basisconcepten gaat het hoofdstuk verder met hoe je ruwe scores kunt omzetten naar gestandaardiseerde uitslagen. Dit proces maakt het mogelijk om de scores van verschillende personen met elkaar te vergelijken en te interpreteren. 4.1.1 VARIABELEN EN MEETSCHALEN HHkg4.mo4 Dit deel van de tekst gaat over hoe we variabelen meten en uitzetten op een meetschaal. Hierbij worden enkele belangrijke basisprincipes en onderscheidingen uitgelegd: 1. Wat zijn variabelen?  Variabelen zijn kenmerken die kunnen variëren, zoals intelligentie, gewicht of de kleur van iemands ogen.  Constanten daarentegen zijn kenmerken die in normale omstandigheden niet veranderen, zoals het aantal ogen of neuzen van een mens. 2. Numerieke en niet-numerieke variabelen  Numerieke variabelen kunnen in cijfers worden uitgedrukt en hebben een meetniveau. Ze kunnen verder worden onderverdeeld in: o Discrete variabelen: hebben duidelijke, afzonderlijke waarden (bijv. aantal kinderen). o Continue variabelen: hebben vloeiende overgangen zonder vaste grenzen (bijv. gewicht).  Niet-numerieke variabelen of kwalitatieve variabelen kunnen niet direct in cijfers worden uitgedrukt, tenzij ze worden omgezet naar cijfers door bijvoorbeeld telling of scoring. 3. Meetniveaus van variabelen Het meetniveau van numerieke variabelen bepaalt hoe we de data kunnen analyseren en welke wiskundige bewerkingen mogelijk zijn. Er zijn vier soorten meetschalen: Gedownload door Henry Winter ([email protected]) lOMoARcPSD|42729624 4. Waarom is het meetniveau belangrijk?  Het meetniveau bepaalt welke wiskundige bewerkingen mogelijk zijn en beïnvloedt de interpretatie van de data.  Voorbeeld: Een IQ-score wordt vaak behandeld alsof het een intervalschaal is, maar in de praktijk heeft het beperkingen. Je kunt niet zeggen dat iemand met een IQ van 120 "twee keer zo intelligent" is als iemand met een IQ van 60. Het gaat hier eerder om een ordinale schaal die soms wordt benaderd als een intervalschaal. 4.1.2 VAN TESTUITSLAGEN NAAR SCHAALSCORES HHkg4.mo4 Een psychologische test bestaat doorgaans uit meerdere items, waarbij elk item een opgave of bewering is waarop gereageerd moet worden. In dit overzicht bespreken we de verschillende soorten antwoordschalen, met een onderscheid tussen open- en gesloten-antwoordvragen en enkele specifieke varianten daarvan. 1. Open-Antwoordvragen Bij open-antwoordvragen formuleert de respondent zelf het antwoord. Dit type vraag biedt veel vrijheid en kan variëren van een enkel woord tot een uitgebreide essay-achtige respons. 2. Gesloten-Antwoordvragen Gesloten-antwoordvragen bieden een selectie van vooraf vastgelegde antwoordmogelijkheden, waardoor ze eenvoudiger te scoren zijn. Er zijn verschillende vormen van gesloten-antwoordvragen. - Meerkeuzevragen (Multiple Choice)  Hier kiest de respondent één of meer juiste antwoorden uit meerdere alternatieven, waarvan één correct is en de rest als afleiders dienen. Gedownload door Henry Winter ([email protected]) lOMoARcPSD|42729624  Er kan een raadcorrectie toegepast worden om het gokken te corrigeren, waarbij een fractie van de ruwe score wordt afgetrokken afhankelijk van het aantal afleiders. - Checklist  De respondent kruist alle opties aan die van toepassing zijn, zoals bij een lijst van emoties of gedragskenmerken. De score is het aantal aangekruiste items. - Beoordelingsschalen (Rating Scales)  Bij beoordelingsschalen wordt aan elke uitspraak een cijferwaarde toegekend. Deze kunnen door de respondent zelf of door een externe beoordelaar (bijv. een ouder of diagnosticus) ingevuld worden. - Likert-schaal  De Likert-schaal is een specifieke beoordelingsschaal die vaak gebruikt wordt om attitudes en persoonlijkheidskenmerken te meten. Respondenten kiezen een antwoord uit vooraf bepaalde categorieën die oplopen in intensiteit, zoals van "helemaal niet eens" tot "helemaal eens". - Semantische Differentiëlen  Dit type schaal maakt gebruik van tegengestelde begrippen (zoals "goed" versus "slecht") om attitudes te meten. De respondent geeft zijn positie aan op een continuüm tussen deze twee uitersten. - Grafische Responsschalen  Een grafische weergave van een beoordelingsschaal kan handig zijn voor kinderen of mensen met beperkte cognitieve vaardigheden, zoals de Self-Assessment Manikin (SAM-schaal) die gebruik maakt van figuurtjes om emotionele toestanden weer te geven. - Gedwongen-Keuzevragen (Forced Choice)  Bij gedwongen-keuzevragen kiest de respondent tussen meerdere opties die gelijkwaardig zijn geformuleerd. Dit type vraag is minder vatbaar voor sociaal wenselijke antwoorden, omdat de alternatieven even positief of negatief zijn geformuleerd. Gedownload door Henry Winter ([email protected]) lOMoARcPSD|42729624 4.1.2.1 STAPPENPLAN HHkg4.mo4 Psychologische tests bestaan vaak uit verschillende items of subtests, en de antwoorden van een individu leveren ruwe scores op. Deze ruwe scores zijn de optelsom van juiste antwoorden (in prestatieniveautests) of de som van gekozen antwoorden die een bepaald gedrag of eigenschap beschrijven. Waarom zijn ruwe scores beperkt? Ruwe scores hebben een aantal beperkingen: 1. Geen absolute betekenis: Een ruwe score geeft niet aan hoe hoog of laag iemand scoort in vergelijking met een standaard, omdat er geen absolute referentie bestaat voor eigenschappen zoals intelligentie. 2. Afhankelijkheid van de context: De betekenis van een ruwe score kan variëren afhankelijk van de populatie waarin deze score wordt gebruikt (bijv. leeftijdsgroep, cultuur). Stap 1: Berekenen van de ruwe scores  Prestatieniveautest: Bereken de som van het aantal correcte antwoorden. o Voorbeeld: Noor beantwoordt 15 van de 20 vragen correct op de subtest "Rekenen" van de WISC-V.  Test voor gedragswijze: Tel de gekozen alternatieven op, inclusief mogelijke omkering van reversed items.  Belangrijk: Een ruwe score geeft nog geen inzicht in de achterliggende psychologische eigenschap (zoals intelligentie of persoonlijkheid). Stap 2: Omzetting naar afgeleide uitslagen  Om de ruwe score betekenis te geven, moet deze vergeleken worden met een referentiepunt. Er zijn drie soorten vergelijkingen: 2.1 Normgerelateerde vergelijking  Vergelijk de score van een individu met die van een specifieke normgroep.  De normgroep fungeert als referentie, bijvoorbeeld een steekproef van de populatie. Gedownload door Henry Winter ([email protected]) lOMoARcPSD|42729624  Kenmerk: Dit is een relatieve vergelijking; de interpretatie van de score hangt af van de gebruikte normgroep. o Voorbeeld: Een score van 15 goede antwoorden kan hoog zijn in een groep van kinderen, maar gemiddeld bij volwassenen. 2.2 Criteriumgerelateerde vergelijking  Vergelijk de score van een individu met een extern criterium of absolute norm.  Kenmerk: Hier wordt een absolute norm gebruikt, los van hoe anderen scoren.  Ijkpunten: Gebruik van "cut-off scores" (afkapscores) om een drempelwaarde vast te stellen voor bijvoorbeeld slagen of falen. o Voorbeeld: In een examen is een score van 70% nodig om te slagen, ongeacht hoe de rest van de groep presteert. 2.3 Persoonsgerelateerde vergelijking  Vergelijk de score van een individu met een andere testuitslag van diezelfde persoon.  Ipsatieve scores: De vergelijking is binnen dezelfde persoon, bijvoorbeeld tussen verschillende eigenschappen of over verschillende tijdspunten. o Voorbeeld: Vergelijk iemands interesse in techniek versus cultuur, of vergelijk scores van vóór en na een training om persoonlijke groei te meten. Gedownload door Henry Winter ([email protected])