Psychologie KOP-Model en Classificatiesystemen
44 Questions
1 Views

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to Lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Welk classificatiesysteem legt de focus op het gehele fysieke en mentale functioneren, inclusief de krachten en belemmeringen uit de omgeving?

  • ICF-model (correct)
  • KOP-model
  • DSM-5
  • Geen van deze

Het KOP-model is een categoriaal classificatiesysteem.

False (B)

Wat is een voordeel van het DSM-5 classificatiesysteem?

Heldere en eenduidige registratie en communicatie

Het KOP-model beschrijft de klachten, de omstandigheden, en de ______

<p>persoonskenmerken</p> Signup and view all the answers

Match de classificatiesystemen met hun beschrijving:

<p>DSM-5 = Categoriaal systeem met officieel erkende mentale stoornissen. ICF-model = Categoriaal systeem dat focust op fysiek en mentaal functioneren, inclusief omgevingsfactoren. KOP-model = Dimensionaal systeem dat klachten, omstandigheden en persoonskenmerken beschrijft.</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende opties wordt genoemd als een manier om meer aandacht te besteden aan de stem van het kind?

<p>Meer visualisering. (C)</p> Signup and view all the answers

De drie cirkels van HGD-light omvatten het bekijken van wat het kind fout doet, wat het kind beter kan doen, en doelen voor het kind.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Welke pijlen geven aan hoe alles in verbinding staat binnen de drie cirkels van HGD-light?

<p>Pijlen geven aan hoe alles in verbinding staat zoals bijvoorbeeld samenwerking school-ouder.</p> Signup and view all the answers

Binnen de vraagstellingen onderscheiden we onder andere _________ vragen.

<p>onderkennende</p> Signup and view all the answers

Combineer de type vraag met de juiste beschrijving:

<p>Onderkennende vragen = Helpen om de situatie te begrijpen Verklarende vragen = Onderzoeken de oorzaken van een probleem Veranderingsgerichte vragen = Focussen op mogelijke oplossingen Adviesgerichte vragen = Bieden aanbevelingen voor actie Evaluerende vragen = Beoordelen de effectiviteit van acties</p> Signup and view all the answers

Wat is een voorbeeld van een vraagstelling?

<p>Een onderkennende vraag. (D)</p> Signup and view all the answers

Visualisering wordt, volgens de tekst, gezien als een minder belangrijke manier om de stem van het kind te versterken.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Wie is de cliënt bij de rapportering over de resultaten van een selectieonderzoek?

<p>De sollicitant (C)</p> Signup and view all the answers

Een aanvullend selectieonderzoek is niet altijd noodzakelijk bij een interne sollicitatie.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is het startpunt van een psychodiagnostisch proces bij selectie?

<p>De aanmelding</p> Signup and view all the answers

Een functieanalyse geeft een nauwkeurig en gedetailleerd beeld van de taken, verantwoordelijkheden, en de vereiste ______ en kwalificaties.

<p>vaardigheden</p> Signup and view all the answers

Match de volgende competenties met hun definities:

<p>Kerncompetenties = Essentiële vaardigheden en eigenschappen Vaktechnische competenties = Specifieke vaardigheden of kennis voor de functie Gedragscompetenties = Persoonlijkheidseigenschappen die van belang zijn voor de rol</p> Signup and view all the answers

Waarvoor kan een functiebeschrijving als basis dienen?

<p>Voor het opstellen van een vacature, prestatiebeoordelingen, training en ontwikkeling, en het vaststellen van salarissen en arbeidsvoorwaarden (C)</p> Signup and view all the answers

Een competentieprofiel omvat alleen de vaktechnische competenties die men nodig heeft.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Noem een methode die gebruikt kan worden bij een functieanalyse.

<p>Interviews of observaties van werkprocessen</p> Signup and view all the answers

Een grondig zicht op de precieze ______ is van groot belang bij de aanmelding van een nieuw traject.

<p>vraagstelling</p> Signup and view all the answers

Wat is een belangrijk aspect van objectivering bij een test?

<p>Iedereen moet hetzelfde resultaat behalen bij het uitvoeren van de test. (B)</p> Signup and view all the answers

Een testhandleiding bevat geen informatie over de wetenschappelijke achtergrond van de test.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is het verschil tussen indruksvaliditeit hoog en laag?

<p>Bij een hoge indruksvaliditeit laat de test duidelijk zien wat hij meet, terwijl dit bij een lage indruksvaliditeit niet het geval is.</p> Signup and view all the answers

Een test is ______ als bepaalde groepen met hetzelfde niveau van een vaardigheid toch systematisch andere antwoorden geven op sommige items.

<p>partijdig</p> Signup and view all the answers

Match de volgende begrippen met hun beschrijving:

<p>Reikwijdte = Wat de test in kaart brengt Aanvaardbaarheid = Hoe acceptabel de test door de cliënt wordt gevonden Onpartijdigheid = Vrij van invloed van taal en cultuur Kost = De aankoop prijs van de test Baten = Informatie die in korte tijd verkregen word</p> Signup and view all the answers

Wat wordt bedoeld met 'faking good' in de context van testen?

<p>Het geven van sociaal wenselijke antwoorden om een positieve indruk te maken. (D)</p> Signup and view all the answers

Welk van de volgende is een voorbeeld van een item dat mogelijk niet door alle culturen even gemakkelijk begrepen wordt?

<p>Een vraag waarin het begrip 'dozijn' gebruikt wordt. (D)</p> Signup and view all the answers

Een test kan zonder risico op vertekening worden afgenomen als de cliënt de instructies niet volledig begrijpt.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Waarom kan het zinvol zijn om een test aan te passen voor kinderen?

<p>Omdat kinderen de testitems anders kunnen begrijpen dan volwassenen en sommige begrippen niet kennen. Bijvoorbeeld het woord 'dozijn' bij een iq test</p> Signup and view all the answers

Constanten zijn kenmerken die in normale omstandigheden niet veranderen.

<p>True (A)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende is een voorbeelden van een discrete variabele?

<p>Het aantal kinderen in een gezin (C)</p> Signup and view all the answers

Het meetniveau van numerieke variabelen bepaalt welke ______ mogelijk zijn.

<p>wiskundige bewerkingen</p> Signup and view all the answers

Match de volgende variabelen met hun type:

<p>De kleur van een auto = Niet-numeriek Het aantal auto's in een familie = Numeriek - discreet De leeftijd van een persoon = Numeriek - continu De temperatuur van een oven = Numeriek - continu</p> Signup and view all the answers

Waarom is het meetniveau van een variabele belangrijk?

<p>Het meetniveau bepaalt welke wiskundige bewerkingen mogelijk zijn en beïnvloedt de interpretatie van de data.</p> Signup and view all the answers

Wat is een essentieel onderdeel van psychometrische tests?

<p>Wetenschappelijke principes (A)</p> Signup and view all the answers

Slechte tests zijn vaak goed genormeerd en wetenschappelijk onderbouwd.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is de hoofddoelstelling van psychometrische tests?

<p>Onzichtbare psychologische eigenschappen meetbaar maken.</p> Signup and view all the answers

Het proces van het vertalen van eigenschappen naar een meetschaal noemen we ______.

<p>meten</p> Signup and view all the answers

Wat is een kenmerk van gesloten-antwoordvragen?

<p>Ze bieden vooraf gedefinieerde antwoordmogelijkheden. (B)</p> Signup and view all the answers

Een Likert-schaal wordt vaak gebruikt om emoties te meten.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Noem een type beoordelingsschaal die gebruik maakt van tegengestelde begrippen.

<p>Semantische Differentiëlen</p> Signup and view all the answers

Bij gedwongen-keuzevragen kiest de respondent tussen ________ opties.

<p>meerdere</p> Signup and view all the answers

Match de soorten gesloten-antwoordvragen met hun beschrijving:

<p>Meerkeuzevragen = Een respondent kiest één of meer juiste antwoorden. Checklist = De respondent kruist alle opties aan die van toepassing zijn. Beoordelingsschalen = Er wordt aan elke uitspraak een cijferwaarde toegekend. Grafische Responsschalen = Een visuele weergave van de beoordelingsschaal.</p> Signup and view all the answers

Flashcards

Categoriaal classificatiesysteem

Een classificatiesysteem dat kijkt naar of iemand voldoet aan een reeks van criteria om een diagnose te kunnen stellen.

Dimensionaal classificatiesysteem

Een classificatiesysteem dat de focus legt op het beschrijven van een persoon zonder een label te plakken.

DSM-5

Een categoriaal classificatiesysteem met een lijst van alle officiële mentale stoornissen en diagnoses.

ICF-model

Een categoriaal classificatiesysteem dat de nadruk legt op functioneren, zowel mentaal als fysiek.

Signup and view all the flashcards

KOP-model

Een dimensioneel classificatiesysteem dat klachten, omstandigheden en persoonlijke kenmerken beschrijft.

Signup and view all the flashcards

Visualisering in HGD

De focus ligt op het gebruik van visuals, zoals afbeeldingen, tekeningen en infographics, in plaats van alleen tekst.

Signup and view all the flashcards

3 Cirkels van HGD-light

Een model dat gebruikt wordt om de ontwikkeling van een kind te visualiseren. Het bevat drie cirkels die aangeven wat het kind goed doet, wat het kind beter kan doen en welke doelen er zijn voor het kind.

Signup and view all the flashcards

Onderkennende vraag

Een type vraag dat gericht is op het begrijpen van de huidige situatie van een kind. Het is bedoeld om meer inzicht te krijgen in de context van het kind.

Signup and view all the flashcards

Verklarende vraag

Een type vraag dat gericht is op het verklaren van bepaalde aspecten van de situatie van een kind. Het wil inzicht geven in de oorzaken van het gedrag of de ontwikkeling van het kind.

Signup and view all the flashcards

Veranderingsgerichte vraag

Een type vraag dat gericht is op het stimuleren van verandering in het gedrag of de ontwikkeling van het kind. Het wil het kind aanmoedigen om te groeien of te verbeteren.

Signup and view all the flashcards

Adviesgerichte vraag

Een type vraag dat gericht is op het geven van advies aan het kind of de ouders. Het wil concrete suggesties doen om te helpen met de ontwikkeling van het kind.

Signup and view all the flashcards

Evaluerende vraag

Een type vraag dat gericht is op het beoordelen of evalueren van de situatie van het kind. Het wil vaststellen of de huidige aanpak effectief is en of er verbeterpunten zijn.

Signup and view all the flashcards

Sollicitant

Een persoon die zich intern of extern kandidaat stelt voor een functie.

Signup and view all the flashcards

Selectie-onderzoek

Het proces van het verzamelen van informatie over een sollicitant om te bepalen of deze geschikt is voor de functie.

Signup and view all the flashcards

Functiebeschrijving

Een document dat de taken, verantwoordelijkheden, vaardigheden en kwalificaties van een functie omschrijft.

Signup and view all the flashcards

Competentieprofiel

Een document dat de persoonlijke eigenschappen, vaardigheden en kennis beschrijft die nodig zijn voor een functie.

Signup and view all the flashcards

Aanmelding

De eerste stap in het psychodiagnostisch proces, waarbij de vraagstelling van de opdrachtgever wordt gedefinieerd.

Signup and view all the flashcards

Functieanalyse

Een grondige analyse van een functie, waarbij taken, vaardigheden, attitudes en werkomstandigheden geanalyseerd worden.

Signup and view all the flashcards

Vaktechnische Competenties

De vaardigheden en kennis die specifiek nodig zijn voor een bepaalde functie.

Signup and view all the flashcards

Gedragscompetenties

Persoonlijkheidseigenschappen die belangrijk zijn voor een functie.

Signup and view all the flashcards

Kerncompetenties

De kernvaardigheden en eigenschappen die essentieel zijn voor succes in een functie.

Signup and view all the flashcards

Betrouwbaarheid

De mate waarin een test consistent en betrouwbaar is. Een test is betrouwbaar als hij bij herhaalde afname van de test onder dezelfde omstandigheden consistent dezelfde resultaten oplevert.

Signup and view all the flashcards

Validiteit

De mate waarin een test meet wat hij beoogt te meten.

Signup and view all the flashcards

Psychometrische kwaliteiten

Het proces van het verzamelen van gegevens over een test en het analyseren van die gegevens om de betrouwbaarheid en validiteit van de test te bepalen.

Signup and view all the flashcards

Testhandleiding

Een handleiding die informatie geeft over de test, waaronder de wetenschappelijke achtergrond, de constructie van de test, de scoringsprocedure, standaardisatie, de norm, betrouwbaarheid, validiteit en interpretatie van scores.

Signup and view all the flashcards

Reikwijdte

De mate waarin een test bruikbaar is voor een specifieke doelgroep.

Signup and view all the flashcards

Aanvaardbaarheid

De mate waarin een test acceptabel is voor de cliënt. De test moet een hoge indruksvaliditeit hebben, wat betekent dat de cliënt begrijpt wat de test meet.

Signup and view all the flashcards

Onpartijdigheid

Een test is partijdig als bepaalde groepen mensen met hetzelfde niveau van een vaardigheid, toch sommige items systematisch anders invullen.

Signup and view all the flashcards

Objectiviteit

Een test is onvoldoende objectief wanneer de uitkomst van de test afhangt van de persoon die de test afneemt. Een objectieve test heeft een duidelijk antwoord en is voor iedereen hetzelfde.

Signup and view all the flashcards

Bias

Factoren die de betrouwbaarheid en/of validiteit van een test kunnen beïnvloeden. Denk aan taalvaardigheden, culturele achtergrond, motivatie en angst.

Signup and view all the flashcards

Schaleren

Het proces van het omzetten van onzichtbare psychologische eigenschappen naar meetbare waarden.

Signup and view all the flashcards

Variabelen

Kenmerken die meetbaar zijn, zoals lengte, intelligentiequotiënt of stressniveau.

Signup and view all the flashcards

Meetschalen

Manieren om variabelen te meten en weer te geven.

Signup and view all the flashcards

Meetniveaus

Het niveau van precisie van een meetschaal, beïnvloedt hoe je data analyseert.

Signup and view all the flashcards

Omzetting van scores

Het omzetten van ruwe scores naar gestandaardiseerde uitslagen.

Signup and view all the flashcards

Wat is een variabele?

Een kenmerk dat kan variëren, zoals intelligentie, gewicht of oogkleur.

Signup and view all the flashcards

Wat is een numerieke variabele?

Variabelen die in cijfers kunnen worden uitgedrukt en een meetniveau hebben.

Signup and view all the flashcards

Wat is een discrete variabele?

Variabelen die duidelijke, afzonderlijke waarden hebben, zoals het aantal kinderen.

Signup and view all the flashcards

Wat is een continue variabele?

Variabelen die vloeiende overgangen hebben zonder vaste grenzen, zoals gewicht.

Signup and view all the flashcards

Waarom is het meetniveau belangrijk?

Het meetniveau van numerieke variabelen bepaalt hoe we de data kunnen analyseren en welke bewerkingen mogelijk zijn.

Signup and view all the flashcards

Open-Antwoordvraag

Dit type vraag biedt veel vrijheid aan de respondent om zijn antwoord te formuleren, van een enkel woord tot een uitgebreide tekst.

Signup and view all the flashcards

Gesloten-Antwoordvraag

Gesloten-antwoordvragen bieden een beperkt aantal vooraf geselecteerde antwoordmogelijkheden, waardoor ze makkelijk te beoordelen zijn.

Signup and view all the flashcards

Meerkeuzevraag

Een meerkeuzevraag biedt meerdere antwoordopties, waarvan er één correct is. De andere opties zijn afleiders.

Signup and view all the flashcards

Checklist

De respondent kruist alle opties aan die van toepassing zijn op een lijst met items. De score is het aantal aangekruiste items.

Signup and view all the flashcards

Beoordelingsschaal

Een beoordelingsschaal gebruikt een numerieke waarde om een mening of attitude te beoordelen.

Signup and view all the flashcards

Study Notes

Psychodiagnostiek - Samenvatting

  • Psychodiagnostiek is een systematisch proces om informatie over een persoon en diens omgeving te verzamelen, met het doel verantwoorde beslissingen te nemen.
  • Het doel van psychodiagnostiek kan in 4 niveaus worden onderverdeeld: beschrijven, ordenen/classificeren, verklaren en voorspellen.
  • De empirische cyclus (De Groot): bestaat uit observatie, inductie, deductie, toetsing en evaluatie.
  • Module 1: Wat is psychodiagnostiek? omvat definities, voorbeelden, kwaliteit en psychologische consultatie.
  • Module 2: Het psychodiagnostisch proces bespreekt het proces in detail, de aanmelding, reflectie, scenario, de rapportering, en de uitvoering van het proces.
  • Module 3: De testbenadering omvat tests, verschillende testen (prestatie en gedragswijze), psychometrische kwaliteiten (betrouwbaarheid, validiteit, normering), item-responstheorie (IRT) en verschillende soorten tests (bv. intelligentietests, persoonlijkheidsvragenlijsten).
  • Module 4: Psychometrie behandelt de verschillende meetniveaus (nominaal, ordinaal, interval, ratio), schalen, variabelen, normering, betrouwbaarheid, en validiteit van testen.
  • Module 5 Deontologie en cultuursensitiviteit betreft de culturele gevoeligheid van psychodiagnostiek en ethische principes, verantwoordelijkheid, respect, en deontologische richtlijnen.
  • De handleiding geeft een stappenplan voor psychodiagnostiek (intake, strategie, onderzoek, integratie, advies), beschrijft normering, betrouwbaarheid, validiteit van testen. Er zijn verschillende testmethodes (bv. interviews, vragenlijsten, observaties) beschreven.
  • Verschillende testsommen (bv. WAIS-IV, BDI, Rorchach, TAT) zijn genoemd als voorbeelden.
  • Er is specifieke aandacht besteed aan de kwaliteiten van een psychodiagnostieker, de verschillende rollen en verantwoordelijkheden.
  • De handleiding bevat belangrijke informatie over de deontologie, ethische principes en respect voor de cliënt, de nood aan een zorgvuldig verslag, en de communicatie met de cliënt en de omgeving.
  • De tekst gaat dieper in op het begrip normen, en onderscheidt verschillende soorten normscores (percentielen, Z-scores, T-scores, stanines).
  • Aanvullende oefeningen zijn opgenomen om de leerstof uit te oefenen.
  • Verschillende soorten normen worden beschreven, zoals algemene normen en specifieke normen voor speciale groepen.
  • De nood aan een normgroep en het berekenen van betrouwbaarheidsintervallen is besproken.
  • De verschillende soorten validiteit (inhoudsvaliditeit, begripsvaliditeit, criteriumvaliditeit) en de manier om validiteit te onderzoeken zijn besproken.
  • Er zijn praktische richtlijnen voor de uitvoering van het proces, inclusief informed consent, dossiervoering, rapportage, en advisering.

Studying That Suits You

Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

Quiz Team

Description

Test je kennis over het KOP-model, DSM-5 en classificatiesystemen binnen de psychologie. Beantwoord vragen over de werking, voordelen en toepassingen van deze systemen. Leer ook meer over de benadering van de stem van het kind in het HGD-light model.

Use Quizgecko on...
Browser
Browser