LPD 2 - Lestekst Sparen en Beleggen PDF

Document Details

RighteousBurgundy4305

Uploaded by RighteousBurgundy4305

Sint-Jozefscollege

2025

Ruben Bevernaegie, Ria Gryspeerdt, Camille De Cuyper, Nic Deprez, Steffi Deseure

Tags

saving investing financial literacy economics

Summary

This document is a lesson plan on saving and investing for 3rd grade students. It details different types of savings accounts, investment types and opportunities for different financial goals.

Full Transcript

FINANCIEEL ECONOMISCHE VORMING Thema Sparen en beleggen Financieel economische vorming 3e graad– LPD 2 - schooljaar 2024-2025 Ruben Bevernaegie -Ria Gryspeerdt-Camille De Cuyper-Nic Deprez-Steffi Deseure p....

FINANCIEEL ECONOMISCHE VORMING Thema Sparen en beleggen Financieel economische vorming 3e graad– LPD 2 - schooljaar 2024-2025 Ruben Bevernaegie -Ria Gryspeerdt-Camille De Cuyper-Nic Deprez-Steffi Deseure p. 1 p. 1 Thema Sparen en beleggen Inhoudsopgave 1. Sparen................................................................................ 2 1.1. Spaardoelstellingen........................................................... 2 1.2. Pensioensparen................................................................ 2 1.3. Spaarvormen................................................................... 3 1.3.1. De spaarrekening........................................................... 3 1.3.2. De termijnrekening......................................................... 5 2. Beleggen............................................................................. 7 2.1. Obligaties.......................................................................... 7 2.2. Aandelen.......................................................................... 8 2.3. Beleggingsfondsen............................................................... 8 2.4. Een effectenrekening........................................................... 9 2.5. Alternatieve beleggingsvormen............................................... 9 2.6. Crowdfunding..................................................................... 9 2.7. Duurzaam beleggen........................................................... 10 2.8. Financiële wijsheid!........................................................... 10 p. 1 1. Sparen Geld uitgeven is gemakkelijk en leuk. Maar het is belangrijk om geld opzij te zetten voor verwachte of onverwachte uitgaven. Wanneer je bewust een geldreserve opzijzet voor later, ben je aan het sparen. 1.1. Spaardoelstellingen Specifieke uitgaven Wanneer een gezin reeds weet dat het binnen een bepaalde termijn een aankoop of uitgave heeft, kan het hiervoor sparen. Een spaarplan opstellen om dit doel te bereiken is hierbij aangewezen. Dat kan bijvoorbeeld door op regelmatige basis een bedrag opzij te zetten. Het gezinsbudget bepaalt de mate waarin het mogelijk is om te sparen. Een buffer voorzien Het geeft een gezin een geruster gevoel wanneer het een buffer heeft voor uitzonderlijke, lopende en onvoorziene uitgaven. Een tegenvaller is steeds mogelijk en daarom is een beschikbaar bedrag aan te raden. Het bedrag van de buffer varieert per gezin en is afhankelijk van de levensstandaard, de inkomsten, de leeftijd en de gezinssituatie. Fiscaal sparen Bij fiscaal sparen wordt gespaard op lange termijn en krijgt de spaarder een fiscaal voordeel op het gespaarde bedrag. Een fiscaal voordeel is een belastingvoordeel en geniet je steeds in het volgende jaar. Het wordt verrekend via de belastingaangifte. Pensioensparen is de meest gebruikte vorm van fiscaal sparen maar ook langetermijnsparen is een mogelijkheid. 1.2. Pensioensparen Pensioensparen wordt aangemoedigd omdat het wettelijk pensioen vaak niet volstaat om jouw levensstandaard verder te zetten. Je bouwt je pensioen op via vier pijlers, de zogenaamde pensioenpijlers. Wettelijk pensioen: hangt onder andere af van je loon en het aantal jaar dat je gewerkt hebt. Aanvullend pensioen: een groepsverzekering of pensioenspaarfonds afgesloten door je werkgever. Pensioensparen: je bouwt zelf op een fiscaal voordelige manier een aanvullend pensioen op. Vrij sparen: je spaart zonder fiscaal voordeel. p. 2 1.3. Spaarvormen Er zijn vele manieren om te sparen. Je kunt geld bewaren in een spaarvarken of onder je matras, maar dat is niet het beste idee. Het geld kan immers gestolen worden, kan verloren gaan in een brand en het brengt niets op. Het is aan te raden om te sparen via een spaarrekening omdat dit een veilige spaarvorm is en het geld opvraagbaar blijft. De opbrengsten of het rendement van een spaarrekening zijn echter beperkt en daarbij moet ook rekening gehouden worden met de inflatie1. Wanneer de inflatie hoger is dan het rendement van een spaarrekening, verliest je spaargeld aan waarde en dus aan koopkracht. 1.3.1. De spaarrekening2 Wanneer je geld op een spaarrekening zet, geeft de bank je er een vergoeding voor: de intrest of rente. Op de meeste spaarrekeningen in België krijg je twee soorten intresten: een basisrente en een getrouwheidspremie. Basisrente Op elk bedrag dat je op jouw spaarrekening stort, krijg je een basisrente ten laatste vanaf de dag die volgt op de storting. Die wordt berekend per dag, over de hele periode dat je geld op je spaarrekening staat. De bank mag de basisrentevoet op je spaarrekening geregeld aanpassen, zolang ze haar cliënten hierover informeert. De wijziging geldt voor het bedrag dat al op de rekening staat en op de toekomstige stortingen. Bij de meeste banken wordt de verworven basisrentevoet eenmaal per jaar aan je spaarrekening toegevoegd. Meestal gebeurt dat rond 1 januari. Voorbeeld: Je stort op 1 juli exact 1 000 euro. De basisrentevoet is bijvoorbeeld 1,20 % op jaarbasis. Op 1 januari van het volgende jaar krijg je de intresten uitbetaald voor de periode van 1 juli tot 31 december. Voor een half jaar dus. Je krijg dus de helft van de opbrengst van 1,20 % per jaar: 6,00 euro. 1 Inflatie = stijging van het algemeen prijspeil. Inflatie wordt in België gemeten met de consumptieprijsindex (CPI), daarnaast wordt op Europees niveau de geharmoniseerde index van consumptieprijzen HICP berekend. Consumptieprijsindex | Statbel (fgov.be) Harmonised Index of Consumer Prices (HICP) | Statbel (fgov.be) 2 Wat is een spaarrekening? | Wikifin p. 3 Getrouwheidspremie Bovenop de basisrente krijg je een getrouwheidspremie. Die getrouwheidspremie krijg je enkel voor bedragen die 12 maanden op jouw rekening blijven staan. Het percentage van de getrouwheidspremie wordt voor 12 maanden vastgelegd op het ogenblik dat je de storting doet, zelfs al stijgt de premie drie dagen later. Tijdens die periode kan de bank het dus niet wijzigen voor het gestorte bedrag. De verworven getrouwheidspremies worden driemaandelijks uitbetaald: op 1 april, 1 juli, 1 oktober en 1 januari. Zij brengen vanaf die dag op hun beurt rente op. Voorbeeld Op 1 oktober stort je 1.000 euro op je spaarrekening. De basisrentevoet bedraagt bijvoorbeeld 1,20 % op jaarbasis. Op 1 januari van het volgende jaar krijg je de intresten uitbetaald voor de periode van 1 oktober tot 31 december, voor een kwartaal dus. Je ontvangt dan een vierde van 1,20 % op jaarbasis of 3,00 euro. Omdat die 1.000 euro slechts 3 maanden op je spaarrekening heeft gestaan, ontvang je nog geen getrouwheidspremie. Je laat die som tot 1 oktober of 12 maanden na je storting staan. Op dat moment heb je recht op de getrouwheidspremie. Bij een rentevoet van de getrouwheidspremie van bijvoorbeeld 1,8 % heb je op 1 oktober (na 12 maanden) een bedrag van 18,00 euro verworven. Indien dit bedrag van 18,00 euro op de rekening blijft staan, zal dit vanaf de eerste dag van het volgende kwartaal, dus op 1 januari, ook een basisrente opbrengen. Vergelijk de kosten en opbrengsten Wanneer je een spaarrekening kiest, reken je best na wat de werkelijke opbrengst van de verschillende spaarrekeningen is. De basisrente en getrouwheidspremie vormen de mogelijke opbrengsten. Op de website www.spaargids.be kan je nagaan welke bank welke rentes toekent. Aan de kostenzijde heb je de roerende voorheffing. Dit is een belasting die de banken inhouden op je spaarrente. Een spaarrekening is fiscaal interessant. Op intresten uit een klassieke spaarrekening worden normaal gezien belastingen afgehouden onder de vorm van roerende voorheffing van 15%. Maar op de eerste schijf van 1.050,00 euro per persoon (of 2.100,00 euro samen voor gehuwden of samenwonenden) aan intresten op gereglementeerde spaarrekeningen 3 zijn vrijgesteld van belastingen. Ontvang je meer intresten dan 1.050,00 euro per persoon, dan houdt de bank op het bedrag boven die grens een roerende voorheffing van 15 % af. 3 Een gereglementeerde spaarrekening voldoet aan een aantal wettelijke bepalingen. De belangrijkste voorwaarde is: je kan je geld altijd afhalen en storten. p. 4 Intresten op spaarboekjes zijn dus belastingvrij tot een bepaald maximumbedrag per persoon. In 2025 is dit 1.050,00 euro intresten. Heb je verschillende spaarrekeningen, ook bij verschillende banken, dan moet je de oefening zelf maken. Komt de som van de intresten op al je gereglementeerde spaarrekeningen samen – zelfs al heb je die bij verschillende banken – boven 1.050,00 euro, dan moet je het bedrag boven die grens opnemen in je belastingaangifte. Vergeet daarvoor ook niet de intresten van de rekeningen van je minderjarige kinderen te laten meetellen. In principe neemt elke ouder daarvan de helft voor zijn rekening. Om te beoordelen wat een spaarrekening je werkelijk oplevert, moet je ook rekening houden met de bankkosten. Soms rekent een bank kosten aan voor de spaarrekening zoals openingskosten, beheerskosten, sluitingskosten of verzendingskosten. De informatiefiche vermeldt of er kosten worden aangerekend. Vaak bieden banken deze diensten gratis aan. Let ook op: er zijn veel verschillende voorwaarden wat betreft maximum bedragen enz. Wettelijke bescherming van het spaargeld In België is uw spaargeld wettelijk beschermd door het Garantiefonds. Als uw bank failliet gaat, ziet het Garantiefonds, dat gefinancierd wordt door de Belgische financiële instellingen, erop toe dat u uw spaargeld terugkrijgt. Bij Belgische banken is uw geld, op al uw zichtrekeningen, spaarrekeningen, termijnrekeningen en kasbons samen, gewaarborgd tot 100.000,00 euro per bank en per persoon (niet per rekening). Je loopt dus een bepaald risico wanneer je vermogen bij een bank groter is dan 100.000,00 euro. 1.3.2. De termijnrekening4 Indien je vooraf zeker weet dat je je geld voor een bepaalde termijn kunt missen, is een termijnrekening een goede optie. Hierbij zet je je spaargeld gedurende een bepaalde termijn vast en krijg je een vooraf bepaalde rentevoet. De termijn varieert vaak van enkele dagen tot tien jaar. De hoogte van de rentevoet is afhankelijk van de looptijd en het bedrag. Op het einde van de termijn wordt het geïnvesteerde kapitaal teruggestort op de rekening met de afgesproken rente. Van de rente wordt roerende voorheffing afgehouden (30%). Wanneer je het geld van de termijnrekening vroeger dan de vervaldag opvraagt, moet je een kost betalen aan de bank. Dit zijn uitstapkosten. 4 Wat is een termijnrekening? | Wikifin p. 5 Bedenking: Je overweegt een bedrag één jaar op een spaarrekening of termijnrekening te plaatsen. Wat zijn de belangrijkste verschillen? Spaarrekening Termijnrekening Rendement Basisrente (kan dagelijks Ligt vast voor volledige aangepast worden) + periode getrouwheidspremie Fiscaliteit Geen roerende voorheffing Wel roerende voorheffing (15%) (30%) (tenzij bedrag > 1.050,00 euro) Overheidsgarantie Depositogarantiefonds Depositogarantiefonds Opvraagbaarheid ‘Onmiddellijk’, soms bepaalde Voor einde termijn: extra voorwaarden vergoeding betalen aan de bank. p. 6 2. Beleggen Wanneer je maandelijks kunt sparen en reeds voldoende buffer opgebouwd hebt, dan kun je een deel van je spaargeld beleggen. Je investeert dan je spaargeld in financiële beleggingsproducten zoals beleggingsfondsen, aandelen en obligaties. Hou er rekening mee dat beleggen risicovoller is dan sparen. Voor je gaat beleggen is het belangrijk om na te gaan welk beleggersprofiel je hebt. Wanneer je belegt via een bank moet je een vragenlijst invullen over je financiële situatie, je kennis van financiële producten, je spaardoelstelling, je ervaring met beleggen, je risicobereidheid en hoe lang je je geld kunt missen. Op basis van die informatie maakt de bank een beleggersprofiel op. Beleggersprofielen: - Defensief: risico’s beperken, voornamelijk obligaties - Neutraal: bereid beperkt risico’s te nemen, mix van obligaties en aandelen - Dynamisch: kan hoog risico aan, voornamelijk aandelen 2.1. Obligaties5 De koper van een obligatie leent geld uit aan een onderneming of de overheid, de emittent, de uitgever van de obligatie. Dankzij de uitgifte van obligaties kan de emittent investeren in gebouwen, machines, infrastructuur… Een obligatie heeft een vooraf bepaalde looptijd. Op vervaldag wordt het geleende geld terugbetaald. De obligatiehouder ontvangt op afgesproken tijdstippen ook een rente. Van deze rente wordt roerende voorheffing (30%) afgehouden. Als de Belgische overheid een obligatie uitgeeft, dan wordt dit in de volksmond een staatsbon genoemd. Met de opgehaalde gelden kan de overheid investeringen doen in bijvoorbeeld de Belgische economie. De staatsbon met looptijd van 1 jaar die in 2023 uitgegeven werd, was een enorm succes6, er werd bijna 22 miljard euro opgehaald. Beleggen in obligaties is niet zonder risico. Je weet niet zeker of de emittent het geleende bedrag wel terug kan betalen. Meestal is er een verband tussen de hoogte van de rente en het risico dat eraan verbonden is. Hoe hoger de rente hoe meer risico. Veel emittenten van obligaties hebben een rating. Hoe beter de rating, hoe groter de kans dat de uitgever van de obligatie aan zijn verplichtingen zal voldoen. De bekendste ratingbureaus zijn Moody’s, Standard & Poor’s en Fitch. Zij hebben elk hun eigen ratingsysteem7. Een obligatie kan je kopen bij uitgifte (op de primaire markt) of nadien op de beurs (secundaire markt). Wens je de obligatie voor de vervaldatum te verkopen, dan doe je dit ook op de secundaire markt. Door het spel van vraag en aanbod kan de koers van een obligatie (prijs waartegen je de obligatie koopt) gaan schommelen. 5 Obligatie | Wikifin 6 Staatsbon klokt af op 21,896 miljard euro | De Standaard 7 Obligatierating - Wikipedia p. 7 2.2. Aandelen8 Een aandeel is een bewijs van mede-eigendom van een onderneming. Als je een aandeel hebt van een onderneming, dan investeer je in de onderneming en kan je ook mee beslissingen nemen tijdens de aandeelhoudersvergadering. Ondernemers die winsten maken, kunnen beslissen om een deel van de winst uit te keren aan de aandeelhouders. Dit heet een dividend. In aandelen beleggen houdt risico’s in. Als het goed gaat met de onderneming, stijgt de waarde van de onderneming en dus ook de waarde van jouw aandeel. Je kan het aandeel dan verkopen aan een hogere prijs dan je er zelf voor betaald hebt. Dan realiseer je een meerwaarde. Maar de waarde kan ook dalen. De waarde van een aandeel is niet alleen afhankelijk van de onderneming zelf, maar ook van externe factoren zoals de algemene economische toestand of een oorlog. Dividenden zijn onderworpen aan roerende voorheffing, meerwaarden worden niet belast. Via verschillende websites9 kan je de evolutie van de aandelenkoersen (met vertraging) volgen. 2.3. Beleggingsfondsen Als je zelf niet de nodige tijd en kennis hebt maar wel wil beleggen, kun je instappen in een beleggingsfonds. Zo’n fonds brengt het geld van meerdere kleine investeerders samen in één pot en investeert in meerdere financiële producten zoals aandelen, obligaties en spaarrekeningen in vreemde munten. Met een beleggingsfonds spreid je het risico over verschillende aandelen en/of obligaties. Zo kan de winst van het ene het verlies van het andere compenseren. Vaak wordt ook belegd in verschillende thema’s en regio’s. Financiële experten stellen de fondsen samen en volgen ze op. Er bestaat een groot aanbod aan beleggingsfondsen zodat je zelf accenten kunt leggen. Het is moeilijk te voorspellen hoeveel een beleggingsfonds zal opbrengen. Veel hangt af van de risicoklasse die toegekend is aan het fonds. Hoe hoger de risicoklasse, hoe groter de potentiële opbrengst, maar ook het risico op verlies. Fondsen zijn niet gratis. Je betaalt een instapkost, jaarlijkse beheerskosten en taksen. Investeren via een beleggingsfonds doe je best op langere termijn. Bij een voorzichtig beleggersprofiel is de beleggershorizon over het algemeen korter dan bij een dynamisch profiel. Een beleggingshorizon is de aanbevolen termijn om een beleggingsfonds te behouden. Hierdoor heb je meer tijd om eventuele koersdalingen op te vangen. Dit is slechts een aanbeveling, je beslist zelf hoelang je je fonds behoudt. Fiscaliteit van fondsen is een complex gegeven waarop we in deze bundel niet dieper ingaan. Doe hiervoor navraag wanneer je in een specifiek fonds wenst in te stappen.10 8 Wat is een aandeel? | Wikifin 9 Koersenbord | De Tijd 10 Fiscaliteit van fondsen - alles wat je moet weten | MijnKapitaal.be p. 8 2.4. Een effectenrekening11 Op een effectenrekening worden de aandelen, obligaties of fondsen die je kocht bijgehouden en beheerd. Niet alleen banken bieden ze aan, ook instellingen die gespecialiseerd zijn in beleggen zoals beursvennootschappen of vermogensbeheerders doen dat. Je blijft steeds de eigenaar van de effecten op je rekening. Als je bank of beursvennootschap failliet zou gaan, is je eigendom op je aandelen niet in gevaar. Ze behoren niet tot de activa van een eventueel faillissement. 2.5. Alternatieve beleggingsvormen Als alternatief voor de klassieke beleggingsvormen kan je ook investeren in goederen zoals kunst, alcoholische dranken, diamant of goud en onroerende goederen. Deze vormen van beleggingen worden op allerlei manier aangeboden en zijn niet zonder risico. Hoewel cryptomunten bedoeld zijn als betaalmiddel, investeren heel wat mensen de laatste jaren ook in digitale munten als belegging. Een digitale munt bestaat uit een unieke computercode. Deze technologie wordt de Blockchain genoemd. Cryptomunten zoals Bitcoin en Ethereum zijn digitale munten die onafhankelijk werken van banken en overheden. De handel in digitale munten is onderhevig aan sterke koersschommelingen, wat kan leiden tot zware financiële verliezen of, als je geluk hebt, hoge winsten. 2.6. Crowdfunding12. Crowdfunding is het zoeken van financiering door een beroep te doen op een grote groep mensen. Vrij vertaald betekent het trouwens: financiering door de menigte, "the crowd". Op die manier kan je toch een groot kapitaal samenbrengen. Crowdfunding maakt gebruik van internetplatformen. Crowdfunding is vaak een financieringsbron voor startende ondernemingen, die los van de financiële instellingen op zoek zijn naar startkapitaal. Crowdfunding kan in verschillende vormen: Crowdfunding gebaseerd op schenkingen: wie geld voor een project schenkt, krijgt hiervoor niets in de plaats. Crowdfunding met een voordeel in natura. In dit geval storten de mensen die aan een project willen deelnemen geld in ruil voor een voordeel in natura. Denk maar aan een crowdfundingcampagne voor het steunen van een 11 Wat is een effectenrekening? | Wikifin 12 Crowdfunding | Wikifin p. 9 startende rockband met als vergoeding een ticket voor hun eerste concert of een bierbrouwer die jaarlijks een biertje schenkt op je verjaardag. Crowdfunding als een belegging in een bedrijf. Dat kan onder de vorm van een lening, waarbij beleggers hun geld later met intrest terugkrijgen. Het kan ook via het kopen van aandelen, waarbij dit geld in de onderneming blijft en de geldschieter erop rekent dat die winstgevend wordt en hij dividenden en een meerwaarde op zijn aandelen kan realiseren. In dit geval delen de investeerders de mogelijke winsten... maar ook de financiële risico’s van het bedrijf. 2.7. Duurzaam beleggen Bij duurzaam beleggen beleg je in bedrijven die op een duurzame manier omgaan met de mens, de maatschappij en het milieu. Je kan investeren in bedrijven die een positieve bijdrage leveren op vlak van duurzaamheid, maar je kunt er ook voor kiezen om bepaalde sectoren helemaal uit te sluiten. Duurzaam ondernemen houdt dus niet alleen rekening met het financiële aspect, maar ook met de activiteiten van de onderneming en de gevolgen hiervan. Elk bedrijf kan maatregelen nemen om op een duurzame manier te werken, de zogenaamde ESG-criteria13 dienen hiervoor vaak als een leidraad. 2.8. Financiële wijsheid! Besef dat beleggingen winstgevende producten zijn voor banken. Je staat dus beter kritisch tegenover de financiële raadgevers en vergelijk goed de instap- en beheerskosten. Daarnaast circuleren op het internet ook adviezen van finfluencers die financiële producten promoten en daarvoor vergoed worden. Ze hebben echter niet altijd een opleiding genoten om deskundig advies te mogen geven. 13 ESG staat voor Environmental, Social, and Governance, en het verwijst naar een reeks criteria die worden gebruikt om de duurzaamheids- en ethische prestaties van een bedrijf te beoordelen. Deze criteria helpen investeerders en andere belanghebbenden om inzicht te krijgen in hoe een bedrijf omgaat met milieukwesties, sociale verantwoordelijkheid en corporate governance (goed bestuur). p. 10 Bronnen, nuttige websites - N. Claes, H. M. (2023). Financiële en economische vorming. Kalmthout: Pelckmans. - Sessie ‘slim omgaan met geld’, Get-a-teacher van KBC van Caroline Tack, Ruud Polfliet en Karen Martens - Wikifin: Home | Wikifin - Inflatie: Harmonised Index of Consumer Prices (HICP) | Statbel (fgov.be) Consumptieprijsindex | Statbel (fgov.be) - Obligaties / staatsbon: Staatsbon klokt af op 21,896 miljard euro | De Standaard Obligatierating - Wikipedia - Aandelenkoersen opvolgen: Koersenbord | De Tijd - ESG rapportering: Het ABC van ESG: Wat is ESG, waarom is het belangrijk en wat moeten CFO's weten? - CCH Tagetik | Wolters Kluwer p. 11

Use Quizgecko on...
Browser
Browser