Financiële Economie: Sparen en Beleggen

Geld uitgeven is gemakkelijk en leuk. Maar het is belangrijk om geld opzij te zetten voor ______ of onverwachte uitgaven.

Wanneer je bewust een geldreserve opzijzet voor later, ben je aan het ______.

Specifieke ______ kunnen een reden zijn om te sparen.

Een gezin dat binnen een bepaalde termijn een aankoop of uitgave heeft, kan hiervoor ______.

Het is handig om een ______ op te stellen om een spaardoel te bereiken.

Een spaarplan kan bijvoorbeeld door op regelmatige basis een ______ opzij te zetten.

Het ______ bepaalt hoeveel je kunt sparen.

Het gezinsbudget bepaalt de ______ waarin het mogelijk is om te sparen.

De ______ kan de basisrentevoet op je spaarrekening geregeld aanpassen, zolang ze haar cliënten hierover informeert.

Een ______ is een lening die je geeft aan een bedrijf of de overheid.

De wijziging geldt voor het bedrag dat al op de rekening staat en op de ______ stortingen.

Bij de meeste banken wordt de verworven basisrentevoet eenmaal per jaar aan je ______ toegevoegd.

De ______ van een obligatie bepaalt wanneer het geleende geld terugbetaald wordt.

De ______ die de overheid uitgeeft, wordt in de volksmond een staatsbon genoemd.

Meestal gebeurt dat rond ______ januari.

Bovenop de basisrente krijg je een ______ premie.

Obligaties kunnen gekocht worden op de ______ markt.

Op de ______ markt kan je een obligatie voor de vervaldatum verkopen

Die getrouwheidspremie krijg je enkel voor bedragen die 12 maanden op jouw rekening blijven ______.

De verworven getrouwheidspremies worden ______ uitbetaald.

De ______ van een obligatie kan door vraag en aanbod schommelen.

Het risico van een obligatie wordt vaak weergegeven met een ______.

Je laat die som tot 1 oktober of 12 maanden na je storting ______ .

Moody’s, Standard & Poor’s en Fitch zijn ______ bureaus.

Een ______ geeft een gezin een geruster gevoel.

______ sparen wordt gespaard op lange termijn en krijgt de spaarder een fiscaal voordeel.

Pensioensparen wordt aangemoedigd omdat het wettelijk ______ vaak niet volstaat.

Je bouwt je pensioen op via vier ______.

Je kunt geld bewaren in een ______ of onder je matras.

Het is aan te raden om te sparen via een ______ omdat dit een veilige spaarvorm is.

Op een ______ worden de aandelen, obligaties of fondsen die je kocht bijgehouden en beheerd.

Wanneer je geld op een spaarrekening zet, geeft de bank je er een ______ voor.

Op de meeste spaarrekeningen in België krijg je twee soorten ______: een basisrente en een getrouwheidspremie.

Niet alleen banken bieden ______ aan, ook instellingen die gespecialiseerd zijn in beleggen doen dat.

Als alternatief voor de klassieke beleggingsvormen kan je ook investeren in goederen zoals kunst, ______, diamant of goud.

Hoewel ______ bedoeld zijn als betaalmiddel, investeren heel wat mensen de laatste jaren ook in digitale munten als belegging.

Een ______ bestaat uit een unieke computercode.

Cryptomunten zoals Bitcoin en Ethereum zijn digitale munten die onafhankelijk werken van ______ en overheden.

De handel in digitale munten is onderhevig aan sterke ______, wat kan leiden tot zware financiële verliezen.

Crowdfunding is het zoeken van financiering door een beroep te doen op een grote ______.

Het ______ zorgt ervoor dat je spaargeld terugkrijgt als je bank failliet gaat.

Bij Belgische banken is je geld, op al je ______, spaarrekeningen, termijnrekeningen en kasbons samen, gewaarborgd tot 100.000,00 euro per bank en per persoon (niet per rekening).

Een ______ is een goede optie als je vooraf zeker weet dat je je geld voor een bepaalde termijn kunt missen.

De hoogte van de rentevoet op een termijnrekening is afhankelijk van de ______ en het bedrag.

Van de rente op een termijnrekening wordt ______ afgehouden.

Moet je het geld van de termijnrekening vroeger dan de vervaldag opvragen, dan moet je ______ betalen aan de bank.

Een ______ is een type spaarrekening waarop je rente krijgt die dagelijks aangepast kan worden.

Wanneer je maandelijks kunt sparen en reeds voldoende buffer opgebouwd hebt, dan kun je een deel van je spaargeld ______.