leervormen.docx
Document Details
Uploaded by AmberBeirX
Full Transcript
Een proces om betekenis te geven: Aan de wereld Wat gebeurt er rondom mij? Hoe ziet onze samenleving eruit? (micro; gezin, vrienden, meso; werk, school, macro; samenlevingsstructuren)? Hoe werken bepaalde processen? (vb. armoede, klimaatopwarming, economie, …) Aan onszelf Waar bevind ik mij in...
Een proces om betekenis te geven: Aan de wereld Wat gebeurt er rondom mij? Hoe ziet onze samenleving eruit? (micro; gezin, vrienden, meso; werk, school, macro; samenlevingsstructuren)? Hoe werken bepaalde processen? (vb. armoede, klimaatopwarming, economie, …) Aan onszelf Waar bevind ik mij in die samenleving? (sociaal-economisch, geografisch, filosofisch, ethisch, ..) Wat is mijn rol in die samenleving? (welke studies kies ik en waarom? Welke waarden vind ik belangrijk?) Hoe komt de betekenisgeving tot stand? Door interactie met de sociaal-culturele wereld In een bepaalde tijd (deze generatie, dit tijdperk, deze fase in mijn leven) Op een bepaalde plaats (westerse samenleving, school, gezin, werk, vereniging, …) Hoe uit die betekenisgeving zich? In gedrag en handelen (nieuw gedrag, nieuwe vaardigheden, bv. na een opleiding of stage, na levenservaring In taal (nieuwe woordenschat, het leren kennen van nieuwe of andere culturen, …) In inrichting en interpretatie van de omgeving (keuzes voor samenleefvormen, levensstijl, levenskeuzes, bv. ecologischer leven, geen vlees meer eten, meer bewegen, …) Leren verwijst naar de persoon die leert, de ‘leerling’ die zich ontwikkelt “omzetten van ervaringen in (nieuwe) kennis, vaardigheden en houdingen, die in nieuw gedrag kunnen uitgedrukt worden”. leidt tot verandering vaak onbewust en spontaan vaak als neveneffect van een activiteit met een ander doel Educatie verwijst naar de persoon die doelbewust het leren van anderen wil bevorderen of beïnvloeden. “een doelbewuste actie om ervaringen in verband te brengen met de mogelijkheid om nieuwe kennis, vaardigheden of houdingen te ontwikkelen.” Specifieke leerprocessen Planning en doelgerichtheid Ervaringsleren = leren vanuit en door ervaringen Kenmerken ervaringsleren: Lerende zelf is eigenaar van het ‘leerprobleem’ en de oplossing ervoor Vanuit de ervaring een proces op gang brengen van Bewustwording (herkenning) Verantwoordelijkheid (erkenning) Keuze maken oude gedrag of: Experimenteren Keuze Transfer Leren is een proces: = cyclisch gebeuren (vb. leercirkel van Kolb) De leerzones: Theorie van de leerzones: Comfortzone: Weinig of geen stressfactoren of angsten Zaken die als gewoon en routine aanvoelen Voelt veilig Brengt rust Weinig of geen uitdagingen om een groeiproces op gang te brengen Groeizone Is de meest interessante zone om te leren Mensen worden geprikkeld en uitgedaagd Ervaring van (positieve) stress Wisselend evenwicht tussen angst en verlangen Zone warin mensen groeien, nieuwe inzichtingen verwerven en durven experimenteren met nieuw gedrag Paniekzone Te vermijden zone Gevoel van onveiligheid Een slechte ervaring kan blijvende impact hebben Ervaringsleren: Wordt gekenmerkt door leerprocessen die: Actief zijn Doel georiënteerd zijn Voort bouwen op eerdere leefsituaties Deel uitmaken van een authentieke, situatiegebonden context Zelfgestuurd zijn Reflexief zijn (denken én voelen) Een leerstrategie ontwikkelen die kan veranderen naargelang de omstandigheden of gewenst resultaat H2 GLOBALE DOELORIËNTATIES VAN LEREN Globale doeloriëntatie = zegt iets over de richting die je uit wil met het leren. Diegene die het leerproces ontwikkelt is zich bewust van de bedoeling die er achter zit. Leren gebeurt vaak onbewust ‘vorming of educatie’ impliceert nogtans een bewust opgezet leerproces Leren je als persoon ontwikkelen Vervullen van ontwikkelingstaken Socialisatieprocessen Emancipatie – bevrijdend leren (zelfwaarde) Samen leren is gemeenschap vormen Verandering krijgt betekenis binnen sociale context Sociaal kapitaal – lerende organisatie of samenleving Leren is de kern van culturele ontwikkeling Geheel van betekenissen transformeren: nieuwe kennis, kunde of overtuiging ontwikkelen Leren is de hefboom voor de creatie van welvaart Kennis en creativiteit als bron voor welvaart Omslag naar competentiebenadering: inzichtbaarheid in economische termen Inburgeringscursussen Workshop graffiti Vorming leren solliciteren Sociaal artistiek project Vorming omgaan met geld. Vorming voor animatoren Buurtwerker geeft een straatfeest met de buurt De doeloriëntaties staan niet los van elkaar maar vullen elkaar aan en spelen op elkaar in. Bijvoorbeeld: de doeloriëntatie ‘samen leren is gemeenschap vormen’ impliceert ook ‘leren is je als persoon ontwikkelen’. Waarom toch een onderscheid tussen de verschillende doeloriëntaties? Bij het ontwikkelen van een leerproces is het belangrijk dat de organisator van het leerproces nagaat wat de belangrijkste doeloriëntatie is. Wat is de essentie van de interventie? Deze vormt dan het vertrekpunt, de basis. De andere doeloriëntaties zijn ook, in meer of mindere mate aanwezig, maar zijn niet de prioritaire doelstelling. Vanuit verschillende wetenschappelijke studiedomeinen naar leren kijken: psychologie, sociologie, pedagogie, … (schema ter hulp bij studeren, namen zijn minder belangrijk) Leidt tot een een veelheid aan theorieën vanuit verschillende visies en met verschillende perspectieven Belang van deze theorieën voor het eigen professioneel werken: Weten vanuit welke visie je werkt, met welk perspectief Nagaan welke theorie best aansluit bij de context van de omgeving en de deelnemers waarmee je werkt Leren is ingeleid worden in het bestaande, door de interactie met en overname van ‘taal en symbolen’ van een bepaalde context. Socialisatieprocessen staan daarbij centraal Brede gemeenschappen (vb. Europa, Vlaanderen) Kleinere gemeenschappen (vb. gezin, dansgroep, studentenclub) Vb.: in een studentenclub ga je je anders gedragen en andere taal gebruiken dan dat je thuis doet. Leren valt samen met waarneembare verandering in gedrag. Via straffen en belonen – ‘conditionering’ – komen mensen tot nieuw gedrag Leren is soort black box. Je ziet niet wat aan de binnenkant gebeurd. Je ziet wel wat eruit komt. Gedrag belonen en straffen Gebruiken we deze benadering nog in sociaal werk? Leren is het opbouwen en veranderen van onze cognitieve structuren: raamwerken waarbinnen we ons weten en onze interactie met de wereld ordenen Letterkast Concepten(rechtvaardigheid, tuin) Manieren van redeneren (logish, abstract) Procedures (optellen, ikeakast samensteken) Structuren (macro, meso, ..) Betekenis geven aan de wereld. Je eerste leerervaringen als basis. Je blijft je letterkast verfijnen/uitbreiden Leren is het veranderen en bijstellen van systemen en interactiepatronen tussen mensen, gestuurd door feedback-mechanismen. Leren speelt zich niet enkel af binnenin maar ook tussen mensen Interactieregels die geformaliseerd worden zorgen voor organisatie. Betekenisgeving cfr vorige les Leren is iedere verandering aan die regels tussen mensen Als je wil dat gedrag verandert dan moet je de context aanpakken. Metacommunicatie: helekoptervisie. Je benoemt en bespreekt de patronen en de systeemkenmerken. Van daaruit probeer je de regels aan te passen om tot nieuw gedrag te komen. Leren : actief betekenis en zin geven aan ‘ervaringen’ – door reflectie en in interactie met anderen. Dit leidt tot de constructie van persoonlijke referentiekaders, altijd ten dele gedeeld met anderen Letterkast zoals cognitieve benadering Maar kennis is niet letterlijk. Je interpreteert, je bewerkt en maakt die eigen. Je geeft er betekenis aan Door interactie kan je uw eigen kennis en betekenis laten opschuiven. Je krijgt bouwstenen van anderen en past je denkkader aan. Leren wordt gestuurd door dieperliggende behoeften en dynamieken, vaak onbewust. Zelfontplooiing staat vooral in de humanistische psychologie centraal, vrijheid van handelen en oprecht menselijk contact kunnen deze zelfontplooiing bevorderen. Mensen hebben een identiteit en potentie in zich. Ze willen die zo goed mogelijk ontwikkelen. Zichzelf ten volle ontplooien Als omgeving juiste steun en erkenning geven kan de identitieit ten volle ontplooien. Niet het wegwerken van tekorten maar het verder uitplooien van kwaliteiten Flow: helemaal opgaan in je leerproces. Leren is het fundamenteel in vraag stelle van ‘oude’ denkkaders, en ze vervangen door grondig vernieuwende of zelf bevrijdende opvattingen over organisaties of de samenleving Opvattingen over de wereld die als waar worden ervaren in vraag stellen Vervangen door opvattingen die rechtvaardiger zijn Er worden nieuwe betekenissen geleerd die zo stek afwijken dat het referentiekader verandert. Bewustwording. Kritisch leren is onderdeel en motot van gewenste verandering. Leren en actie zijn onlosmakelijk verbonden met elkaar. Net zoals bij de doeloriëntaties kunnen verschillende leertheorieën aanwezig zijn bij een leerproces Leertheorieën kunnen elkaar aanvullen Ook hier is het belangrijk dat de organisator van het leerproces nagaat welke theorie best aansluit bij de context, de deelnemers en de eigen visie en/of de visie van de organisatie. 2 betekenissen: Leren voor de groep (mensen leren niet alleen voor zichzelf, bijvoorbeeld in een team,…) Vb.: EHBO leren zodat de rest van de groep dit ook kan Leren door de groep Vb.: groep kan jouw leren omgaan met kinderen, kan leren omgaan in groepen, … Geïnspireerd door de ‘risicomaatschappij’, als gevolg van een toenemende complexiteit van samenleven en toenemende poging tot beïnvloeding vanuit verschillende hoeken (politiek, burgers, wetenschappers, economie, actievoerders, …). Kenmerken van de risicomaatschappij: Chronisch onzeker de samenleving verandert zeer snel, er duiken nieuwe problemen op waardoor we niet meer kunnen terugvallen op de gekende oplossingen (de Corona-pandemie is daar een heel pijnlijk voorbeeld van) Onstabiel en turbulent Zekerheden vallen weg en dat zorgt voor ontwrichting van het sociaal systeem, mensen, groepen vinden hun plaats niet, angst en weerstand zijn het gevolg .. is participeren (niet ‘om te participeren’) Participeren op zich is de kern van het leerproces in sociaal leren Leerprocessen spelen zich af in het echte leven, er is geen ‘alsof’ situatie .. is een open leerproces Het leren wordt niet vooraf boven de hoofden van de deelnemers vastgelegd Het leerproces volstrekt zich door het inzetten en ontwikkelen van competenties van de deelnemers … zoekt naar verantwoorde en creatieve oplossingen voor problemen. Ontwikkelt zich op 2 sporen Strategisch leren Verschillende visies samenbrengen rond een concreet probleem. Kans geven aan nieuwe creatieve oplossingen Intrumenteel: vooral het resultaat is van belang Verantwoordingsleren Eigen leerprocessen staan centraal Confrontatie met en mogelijks bijsturen van eigen visie, handelen, rol Het leren functioneren van groepen of sociale verbanden in nieuwe, onverwachte onzekere en moeilijk te voorspellen omstandigheden Maakt optimaal gebruik van probleemoplossend potentieel dat in de groep aanwezig is. Sociaal leren is een competentiebenadering Het is gericht op het oplossen van onvoorziene contextproblemen Sociaal leren is kritisch reflexief, interactief en communicatief, er wordt maximaal gebruik gemaakt van de dialoog tussen betrokkenen, het is handelings- en ervaringsgericht. Samen leren van elkaar We leren meer in heterogene groepen dan in homogene groepen Verschillende manieren van kijken naar de wereld, onverwachte botsingen en ontmoetingen kunnen leiden tot creativiteit en energie ‘Ownership’ (eigenaarschap) bij zowel leerproces als de gevonden oplossingen vergroot de kans dat er ook daadwerkelijk iets gebeurt Gezamenlijke betekenisverlening en zingeving. (Schema niet kunnen tekenen) 4 leerassen: Actie: Engagement komt voort uit een bepaalde nood of tekort Om de nood te vervullen worden vaardigheden en competenties ingezet Gebrek aan vaardigheden en competenties leidt tot machteloosheid en frustratie Gebrek aan nood leidt tot routinegedrag of zinloosheid Reflectie Stilstaan bij de geformuleerde doelstellingen, de gekozen uitgangspunten, de effectivitieit van de gesprekken Betekenis van het zich engageren (hier en nu samen bezig zijn, benoemen en verhelderen van achterliggende wensen, behoeften, verlangens, ..) Communicatie Groep is afhankelijk van de buitenwereld voor oorzaken, oplossingen Stilstaan bij gevolgen voor externen (partners, deelnemers, organisaties, …) Goed organiseren van eigen vaardigheden en verantwoordelijkheden Zorgen voor wederzijds vertrouwen Onderhandeling Participatie en debat betekent ‘onderhandelen’, kunnen omgaan met verschillen vraagt bereidheid om samen te werken en te leren van elkaar. Dissensus Benoemen en verhelderen van verschillen Consensus Onderzoeken hoe je elkaar kan aanvullen en verrijken Aanpassen en inpassen Mensen leren functioneel wat de omgeving van hen verwacht Context/omgeving levert blauwdrukken waar het leren op gericht wordt Leerprocessen dragen bij tot het gaandeweg goed functioneren in een context Individuele ontwikkeling en ontplooiing Mensen leren in functie van eigen behoeften en verlangens Mensen ontwerpen zelf blauwdrukken waar ze hun leren op richten Leerprocessen dragen in de eerste plaats bij tot zelfrealisatie Maatschappelijke verandering en organisatieontwikkeling/ verstoren van het ‘beschikbare weten’ Het leren overstijgt hier per definitie het individu: leerprocessen vinden plaats op het niveau van structuur, cultuur, het ‘gedeelde en beschikbare weten’ Leerprocessen dragen bij tot een verdere ontwikkeling van cultuur, samenleving, organisaties, kennis en wetenschap, maatschappelijke structuren Leren als het veranderen van gedrag/kennis Perspectief van de klassieke cognitivistische leerprsychologie Nadruk op waarneembare veranderingen, objectiveerbaarheid, planbaarheid, individualiteit Leren als het samen construeren en veranderen van betekenis Perspectief van de sociaal-cunstructivistische leerpsychologie Nadruk op sociale interactie, context-gebonden betekenis geven, ontwikkelen van betekeniskader Leren als het veranderen van systemen en contexten Perspectief van de kritische leertheorie, contextuele en systeemtheorie Nadruk op transformatie van cultuur, structuur, intermenselijke en maatschappelijke processen Cognitieve Informatie opnemen, begrijpen, inzien, toepassen, reflecteren, analyseren, synthetiseren, beoordelen, creatief denken Psychodynamische Willen/motivatie, verlangens en behoeften, emotie, zelfbeeld, relationele verbindingen, patronen Lijfelijke Motorische leren, lichaamstaal ontwikkelen, neurologische sporten van leerprocessen Accumuleren Een nieuwe schema wordt verworven, zonder veel relaties met bestaand schema Assimileren Nieuwe ervaringen worden ingepast in bestaande schema’s Accomoderen Werkende schema’s worden aangepast aan nieuwe ervaringen Transformeren Diepgaande verandering van de persoonlijkheid ni alle dimensies, als antwoord op crisis, op compleet nieuwe contexten. H4 THEMAGECENTREERDE INTERACTIE Uitgangspunt = vertrekt vanuit sociaal-constructivisme, Ruth Cohn Vanuit ervaringen met psychoanalyse Een houding, manier om zichzelf en groepen te leiden Levend leren: motiverend, creatief, actief Maatschappelijk-therapeutische doelstelling Hulp bij zelfhulp Het thematische en interactionele niveau Holistisch principe De mens is een psycho-biologische eenheid. Hij is ook een deel van het universum. Daarom is hij tegelijkertijd autonoom en interdependent. Autonomie van de persoon neemt toe naarmate hij zich meer bewust wordt van zijn interdependentie (verbondenheid met en afhankelijkheid) van allen en alles Hoe beter we onze verbondenheid met de wereld begrijpen, hoe autonomer we zijn en hoe beter we keuzes kunnen maken Al wat leeft en groeit, verdient eerbied. Respect voor groei vereist waargenomen beslissingen. Het humane is waardevol, het inhumane waardenbedreigend Mensen beschikken over een ‘waarenorientatie’ ‘Waardengevoeligheid’ kan verder ontwikkeld worden Onze keuzes moeten gebaseerd zijn op respect voor al wat zich rond ons bevindt Nadruk lift op ‘heel worden’: zowel de emotionele als de intellectuele kant van de mens verdient erkenning en oefening Vrijheid in gebondenheid Maatschappelijke en persoonlijke omstandigheden hoe vrij we zijn om te kiezen een mens is niet al-machtig en niet on-machtig dé uitdaging: grenzen verruimen!! ‘het bewustzijn van onze universele interdependentie is de basis van onze verantwoordelijkheid als mens’. “Binnen de grenzen zijn de mogelijkheden even onbeperkt als daarbuiten”. Ieder mens beschikt over vrije ruimte, binnen grenzen, die verruimd kunnen worden’ Innerlijke werkelijkheid Uiterlijke werkelijkheid Verantwoord beslissen Aanmoedigen tot zelfverantwoordelijkheid Wees je eigen leider Storingen zetten zich altijd door Aandachtsverschuivingen van de groep Constructieve omgang met storingen Ik Wij Persoonlijke geschiedenis, ambities, drijfveren, angsten, twijfels, opleiding, ervaring, visie, interesse, dromen, alle groepsleden samen en hun verhouding tot elkaar, interactie, respect of net niet, elkaar stimuleren of niet, samenwerken, … Streven naar consens Het (thema) is ‘centrum’ en moet ‘verbinden’ Kort en helder verwoord, niet banaal of afgezaagd, afgestemd op taal en niveau van deelnemers, geen negatieve gevoelens oproepen of kwetsen, werk emotioneel appelerend, is niet eenzijdig Globe Directe werkomgeving, kenmerken van de organisatie en de maatschappelijke structuur, de persoonlijke omgeving van de medewerker, de geografische en historische werkelijkheid (kan dus vanalles zijn) Gevolgen van onevenwicht: Te veel gericht op ‘het’ (te sterk gericht op de taak, het eindresultaat, weinig aandacht op de groep zelf en de context) Te veel gericht op ‘wij’ (te grote focussen op hoe de groep functioneert, de taak komt op de achtergrond te liggen en krijg je het gevoel dat je niet voorruit gaat) Te veel gericht op ‘ik’ (alleen maar met zichzelf bezig zijn, dan breng je meestal ook geen ideeën meer naar boven en komt de taak ook niet meer ter sprake) Te veel gerocht op ‘globe’ (te veel willen voldoen aan de verwachtingen van de omgeving, kan de werkdruk verhogen, je kan je eigen kwaliteiten ook niet ontwikkelen) Duidelijke leiding is noodzakelijk Leider is ook deelnemer Langzaam leiderschap aan de groep overlaten 3 belangrijke hoekstenen: Het gaat om waarden Politiek van de kleine stappen TGI als oriënteringshulp: voorbeelden zie dia 23 H5 DIDACTISCHE PRINCIPES = aantal vuistregels waarmee je rekening houdt bij het ontwikkelen en uitwerken van een leerstrategie, regels ondersteunen leerproces en zorgen voor een duurzamer effect van leren Stel eerst je doelen voorop Didactische principes zijn geen doel op zich, maar een middel om je doelen beter te kunnen bereiken Zorgt eerst dat je doelen helder zijn, wat wil je met de deelnemers bereiken? Intrinsiek of extrinsieke motivatie Sluit aan bij de belevingswereld Waar zijn deelnemers mee bezig? Wat zijn hun interesses Relevantie van de inhoud Zien deelnemers het nut in? Daag uit Stimuleer deelnemers om grenzen te verleggen Maak nieuwsgierig Meerdere zintuigen aanspreken via verschillende kanalen ASA (of CSA- concreet) Aanschouweljik (horen, zien, voelen, proeven) Systematisch (schema’s aanreiken) Abstract (definities, regels, theorie) Betekend meer dan verschillenden werkvormen of oefeningen maken Zowel motorische als denkactiviteit Van concreet naar abstract, van gemakkelijk naar moeilijk, van bekend naar nieuw, van bijzonder naar algemeen Kleine hgaalabare stappen -> doseer Beperk materiaal tot de essentie Laat ruimte voor inbreng deelnemers Aanvaard dat je niet alles kunt meegeven Belangrijk didactisch principe Gespreid over de tijd Variatie aan werkvormen Deelnemers verschillen qua interesses, motivatie, voorkennis, leefstijl, … Differentieer op inhoud Basis, verrijking, keuze Differentieer in werkvormen Observeer Stuur bij waar nodig Inhoud sluit best aan op wat deelnemers al weten of kunnen Zorg ervoor dat je deelnemers verbanden kunnen leggen tussen wat ze al weten of kunnen en de nieuwe inhouden (assimilatie) Zorg dat ze samenhang zien tussen oud en nieuw (accommodatie) Verticale verbanden (binnen het vak of domein) Horizontale verbanden (over de domeinen heen) Hoogste leerniveau Aandacht voor welbevinden van deelnemers Extra zorg waar nodig, ten ondersteuning van leerproces