Hoofdstuk 8 - VWO 5 Chemie - Ella Webb
Document Details
Uploaded by VerifiableNirvana5071
Dr. Mollercollege
Ella Webb
Tags
Summary
These notes cover Chapter 8 of a VWO 5 chemistry course focusing on pH, acids in water, formulas of acids, and calculations. They detail the properties of acids, indicators, pH calculations, and different types of acids with example problems. Written for a high school chemistry student.
Full Transcript
Hoofdstuk 8 vwo 5 Ella Webb Paragraaf 8.1 De pH van een oplossing Doelen □ Leerling kan m.b.v. indicatoren bepalen wat de pH van een vloeistof ongeveer is. □ Leerling weet welke pH waarden horen bij zure of basische oplossingen. Welke zuren kennen jullie? Natuurlijke producten Afgeleide producten...
Hoofdstuk 8 vwo 5 Ella Webb Paragraaf 8.1 De pH van een oplossing Doelen □ Leerling kan m.b.v. indicatoren bepalen wat de pH van een vloeistof ongeveer is. □ Leerling weet welke pH waarden horen bij zure of basische oplossingen. Welke zuren kennen jullie? Natuurlijke producten Afgeleide producten Welke basen kennen jullie? Natuurlijke producten Afgeleide producten Zuurgraad in talwaarde pH pH bepalen Indicatoren Rode koolsap Zuur rood Base groen Lakmoespapier Zuur blauw lakmoes wordt rood Base rood lakmoes wordt blauw Universeel indicatorpapier Oplossinigen Tabel 52A Omslagtraject pH-gebied waarin de indicator van kleur verandert Opdrachten A: 1, B: 2, 3, 4, 7 C: 5, 6 Paragraaf 8.2 Zuren in water Doelen □ Leerling kan verklaren waarom zure oplossingen stroom geleiden. □ Leerling kan een reactievergelijking geven van het oplossen van zuren. □ Leerling kan m.b.v. BINAS 49 oplosvergelijkingen opstellen. □ Leerling kan m.b.v. BINAS 49 zwakke en sterke zuren identificeren. Zuren Moleculaire stoffen die stroom kunnen geleiden. Zuren geven H+ af aan water en er ontstaat een oxoniumion: H3O+ HCl + H2O H3O+ + Cl- H+ Sterk en zwakke zuren Sterk valt volledig in ionen uit elkaar Lineair verband tussen de molariteit en geleidbaarheid Zwak ioniseert niet volledig Geen lineair verband Sterke en zwakke zuren Sterk: valt volledig in ionen uit elkaar STERK Aflopende reactie HCl + H2O H3O+ + Cl- Zwak: ioniseert niet volledig ZWAK Evenwicht HF + H2O ⇌ H3O+ + F- Evenwichtsvoorwaarde Opdrachten A: 8, 9, 10 B: 11, 12 C: 13, 15 Paragraaf 8.3 Formules van zuren Doelen □ Leerling kan organische zuren herkennen en vinden in BINAS 49. □ Leerling kan instabiele zuren herkennen en de bijbehorende reactievergelijking geven. □ Leerling kan zouten herkennen die op kunnen treden als zuren. Organische zuren Zuren met een koolstofketen, karakteristieke groep –COOH Eenwaardige zuur: Negatieve geladen ion = zuurrestion alkanoaten Meerwaardige zuur: meerdere zuurgroepen zoals citroenzuur Anorganische zuren Zuren zonder koolstofketen Tabel 66B Instabiele zuren: koolzuur + zwaveligzuur CO2 + 2 H2O ⇌ H3O+ + HCO3- Kz = 4,5·10-7 HCO3- + H2O ⇌ H3O+ + CO32- Kz = 4,7·10-11 Ionen als zuren Zout oplossingen bestaan uit ionen Ammonium-ion NH4+ + H2O ⇌ H3O+ + NH3 Zie tabel 49 Opdrachten B: 17, 18, 20, 21, 22, 25 C: 23 Paragraaf 8.4 pH-berekeningen Doelen □ Leerling kan de pH berekenen van zure oplossingen. □ Leerling kan concentratie H3O+ berekenen vanuit de pH waarde. □ Leerling kan een zuur evenwichtsvoorwaarde opstellen m.b.v. BINAS 49. □ Leerling kan berekeningen uitvoeren met zuurevenwichten. Verband tussen pH en [H3O ] + [H3O+] ↑, de zuurder de oplossing, pH ↓ Er bestaat een logaritmische verband [H3O+] pH -log[H3O+] pH = - log [H3O+] (mol/L) [H3O+] = 10-pH 1 · 100 0,0 -log 1 · 100 = 0 1 · 10-1 1,0 -log 1 · 10-1 = 1,0 Vuistregel 1 · 10-2 2,0 -log 1 · 10-2 = 2,0 Aantal significante cijfers in [H3O+] moet even groot zijn als het aantal decimalen in de pH Voorbeeld 1: [H3O+] = 0,250 M dan is pH = - log (0,250) = 0,602 Voorbeeld 2: pH = 5,4 dan is [H3O+] = 10-5,4 = 4·10-6 M Sterk zuur Wordt volledig geïoniseerd rechtstreeks berekenen uit de molariteit Je hebt 1,2·10-2 M zoutzuuroplossing waarvan je de pH wilt berekenen. HCl + H2O H3O+ + Cl- HCl : H3O+ = 1:1 pH = - log 1,2·10-2 = 1,92 Let op 2 significante cijfers = 2 decimalen Opgave Je lost 5,0 gram zoutzuur in 250 mL water. Bereken de pH van deze oplossing. Zwak zuur Niet volledig geïoniseerd kan niet rechtstreeks berekenen uit molariteit 𝐾 𝑍=¿ ¿ HF + H2O ⇌ H3O+ + F- Water is constant verwaarloosbaar Concentratie berekenen met BOE schema X verwaarlozen = [HZ] > 100 x Kz of Kz/[HZ] < 0,01 Voorbeeld Bereken de pH van een HF oplossing met een molariteit van 2,5 M. Opgave Bereken de pH van een azijnzuuroplossing met een molariteit van 2,1 M Je hebt een onbekende hoeveelheid oxaalzuur in 1,0 L water. De pH = 2,30. Bereken de molariteit van de oxaalzuuroplossing. Opdrachten B: 27, 28 C: 29 Opdrachten B: 30, 31 C: 21 Opdrachten B: 36, 37 C: 35