Begrippen -> Historische Methode PDF

Document Details

EminentAspen

Uploaded by EminentAspen

UAntwerp

Tags

historical method historical concepts historical terms history

Summary

This document provides a list of key terms related to the historical method. It defines concepts such as historical consciousness, progress philosophy, teleology, and more. It is a compilation of definitions for various historical concepts.

Full Transcript

# Begrippen -> Historische Methode ## 1. Geschiedenis Verhaal gebaseerd op controleerbaar onderzoek over de belangrijke dingen die de mensen in het verleden hebben meegemaakt. ## 2. Historisch besef Het vermogen om zich rekenschap te geven met historische achtergronden van het eigen denken en hand...

# Begrippen -> Historische Methode ## 1. Geschiedenis Verhaal gebaseerd op controleerbaar onderzoek over de belangrijke dingen die de mensen in het verleden hebben meegemaakt. ## 2. Historisch besef Het vermogen om zich rekenschap te geven met historische achtergronden van het eigen denken en handelen en dat van anderen. Maakt menselijk en sociaal handelen mogelijk. Context, proces, eigenheid. ## 3. Vooruitgangsfilosofie Een optimistische opvatting van verandering over tijd. "Het wordt altijd beter". ## 4. Nostalgie Een pessimistische opvatting van verandering over tijd waarbij vroegere glorieperiodes mythische proporties krijgen. ## 5. Teleologie De gedachte dat alles een doel heeft. ## 6. Imagined community Een gemeenschap waarvan de leden elkaar nooit allemaal persoonlijk kennen, maar onderling een binding ervaren en zich als deel van de groep voelen en zich als deel van die groep beschouwen. ## 7. Anachronisme Een al dan niet gewilde (in)breuk in de chronologische samenhang van toestanden. ## 8. Egodocumenten Tekst waarbij je zelf de actor bent. (bv. Brief, autobiografie...) Er wordt automatisch aan zelfcensuur gedaan en er wordt een subjectief beeld gegeven. ## 9. Materiële auteur De persoon die de technische, fysieke inspanning levert. ## 10. Intellectuele auteur De persoon die het brein is achter de bron. ## 11. Intellectueel falsum Een vervalsing die vormelijk echt is, maar inhoudelijk vals. ## 12. Materieel falsum Een vervalsing die vormelijk vals, maar inhoudelijk correct is. ## 13. Pastiche Spelen met de waarheid en originaliteit. Een combinatie tussen de bron en fragmenten die er origineel niet toe behoren. (bewust en onbewust plagiaat, bv. Firma Breughel) ## 14. Authentieke kopie Een kopie gemaakt door een bevoegd oorkonder met bewijs in rechte, veiligheid. ## 15. Pseudo-kopie Perfide intentie; de bron beweert te zijn wat ze niet is. Kopie van een tekst die nooit bestaan heeft. ## 16. Pseudo-origineel Ziet eruit als origineel (schrift, materiaal, zegels, etc.), maar is het niet. (Er kan al dan niet een origineel van bestaan hebben) ## 17. Paleografie Het ontcijferen van letterbeelden. ## 18. Heuristiek De techniek die historici gebruiken om bronnen te zoeken. Kunst van het vinden en appreciëren van bepaalde bronnen. ## 19. Bron georiënteerd onderzoek Een onderzoek waarbij de bron in zijn oorspronkelijke hoedanigheid het uitgangspunt is. ## 20. Probleem georiënteerd onderzoek Een onderzoek waarbij een aantal vragen en problemen het uitgangspunt zijn en men op zoek gaat naar informatie hierover. ## 21. Externe kritiek De bron als voorwerp, waarbij men kijkt naar de gebruikte materialen en toepassing ervan (schriftdrager, auteur, lay-out en gebruikte inkt). ## 22. Interne kritiek Kritiek die kijkt naar de inhoud (statuut van de auteur, betekenis, doelstelling...) ## 23. Herstellingskritiek Achterhalen wat er in een kopie van de oorspronkelijke tekst overblijft om zo de leemtes op te kunnen vullen. (bewuste en onbewuste fouten) ## Methode van Lachmann Een kopiist neemt fouten uit de tekst over en voegt er, bewust of onbewust, nog aan toe. ## 25. Oorsprongskritiek Achterhalen wie de auteur is en waar en wanneer de bron gecreëerd is (wie, waar, wanneer?) ## 26. Juridische auteur Bedenkt geen tekst, maar ligt aan de basis ervan. (Veelal verslagen van wetenschappelijk onderzoek) ## 27. Intertekstualiteit Teksten verwijzen niet per se naar de werkelijkheid, maar naar andere teksten. Het verschijnsel waarbij literaire teksten echo's bevatten van andere literaire teksten. ## 28. Interpretatiekritiek Achterhalen wat de betekenis en de draagwijdte van een bron is. ## 29. Gezagskritiek Achterhalen wat de waarde van de bron is. Mogen we deze bron vertrouwen? ## 30. Bevoegdheidskritiek Achterhalen of de auteur in staat/bevoegd was om ons te informeren. ## 31. Glaubensunwilligkeit Gebeurtenissen zijn afschrikwekkend wreed en daarom al ongeloofwaardig, waardoor het publiek weigert ze voor waar aan te nemen. ## 32. Rechtzinnigheidskritiek Achterhalen van verdraaide en/of verzwegen feiten. ## 33. Onopzettelijke getuigenis Kan onbewaakt en dus volkomen oprecht zijn. ## 34. Relativisme Het idee dat een bepaald concept niet op zich staat, maar afhankelijk is van iets anders. ## 35. Paradigma Denkkader van waaruit de 'werkelijkheid' geanalyseerd en beschreven wordt. Deze paradigma's worden vanzelfsprekend gemaakt door het onderwijs. ## Hypothesevorming Poging tot verklaring door een ingebeeld verband te leggen tussen feiten. ## 37. Falsificatie Het weerleggen van een uitspraak door het aantonen van de waarheid van een andere uitspraak die logisch strijdig is met deze uitspraak. (Door Popper) ## 38. Recurrentie Wanneer situaties zich in een bepaalde mate herhalen. ## 39. Positivisme De opvatting dat enkel empirische wetenschappen geldige kennis opleveren. (Correct toepassen van de historische methode wordt essentieel geacht) ## 40. Linguistic turn Een verandering in de kijk op de mentaliteitsgeschiedenis, waarbij de zwakheden ervan inziet, namelijk het simplifi ceren en veralgemenen van de maatschappij, wat haar weinig gevoelig maakt voor individuele variatie.

Use Quizgecko on...
Browser
Browser