Herhaling Theorie Voor Praktijk Examen PDF

Summary

This document is a summary of neurological disorders, including the terms used in medical practice. It includes explanations, symptom descriptions, and various related theories.

Full Transcript

Herhaling theorie voor praktijk Termen ====== - Upper motor neurone weakness -\> RG en connus medularis (C0-L1 + L1/L2) - Negatieve klinische symptomen - Zwakheid - Vermoeibaarheid - Verminderde vaardigheid/behendigheid bij het bewegen - Positie...

Herhaling theorie voor praktijk Termen ====== - Upper motor neurone weakness -\> RG en connus medularis (C0-L1 + L1/L2) - Negatieve klinische symptomen - Zwakheid - Vermoeibaarheid - Verminderde vaardigheid/behendigheid bij het bewegen - Positieve klinische symptomen - Hyperreflexieve reacties op spiertrekking en huidsensorische stimulatie - Hyperreflexie - Klonus - Babinski-teken - Overdreven cutaneomusculaire reflexen - Lower motor neurone weakness -\> conus medularis en cauda equina (L1/L2 + L2-S4) - Zwakheid - Hyporeflexie - Verminderde spiertonus - Verminderde spierfasciculaties Disorders of muscles tone ------------------------- 1. **Spasticiteit**: Een verhoogde spanning wat kan lijden tot onvrijwillige spiercontracties, stijfheid en verminderde beweeglijkheid. Een snelheidsafhankelijke toename van tonische rekreflexen (spiertonus) met overdreven peesschokken tot gevolg van hyperexciteerbaarheid van de rekreflex. 2. **Hypertonus**: Een abnormaal hoge spierspanning of tonus, wat kan leiden tot stijfheid en verminderde flexibiliteit van de spieren. (oorzaken: spasticiteit, spiercontracturen, dystonie of rigide spieren) 3. **Hypotonus**: Een abnormaal lage spierspanning, wat resulteert in slappe en zwakke spieren. 4. **Onvrijwillige spier spasmes**: Plotselinge, onvrijwillige samentrekkingen van een spier of spiergroep, die meestal kortdurend zijn en ongemak kunnen veroorzaken. 5. **Dystonie**: Een bewegingsstoornis gekenmerkt door onvrijwillige, aanhoudende spiercontracties die leiden tot abnormale houdingen of draaiende bewegingen. Aanhoudende of intermittende spiersamentrekkingen die abnormale, vaak herhaalde bewegingen, houden of beide veroorzaken. 6. **Dyskinesieën**: Onvrijwillige bewegingen die kunnen variëren van lichte tremoren tot ongecontroleerde bewegingen van het lichaam. 7. **Rigiditeit (stijfheid)**: Een verhoogde weerstand tegen passieve beweging van de spieren. 8. **Lodenpijp rigiditeit**: Een vorm van rigiditeit waarbij de weerstand tegen passieve beweging gelijk blijft over het hele bewegingsbereik, alsof een loden pijp wordt gebogen. 9. **Tandrad rigiditeit**: Een type rigiditeit waarbij de spieren stijf zijn en kleine, schokkerige bewegingen vertonen tijdens passieve beweging, vergelijkbaar met het draaien van een tandrad. 10. **Zakmes rigiditeit**: Een type spasticiteit waarbij de weerstand tegen passieve beweging aanvankelijk hoog is, maar plotseling vermindert, vergelijkbaar met het openen van een zakmes. 11. **Contractuur**: Een blijvende verkorting van een spier of pees, wat leidt tot beperkte beweging en stijfheid van het aangetaste gewricht. ### Hypertonus - Hoofd en CWZ: - lateroflexie hemiplege zijde - rotatie naar niet−hemiplege zijde - Bovenste extremiteit (flexiepatroon) - scapula in retractie en schoudergordel staat in depressie - adductie en endorotatie in het glenohumeraal gewricht - elleboog in flexie met pronatie van de onderarm (soms supinatie) - pols in plantairflexie, meestal met ulnaire deviatie vingers in flexie en adductie - Romp (\"verkorting\") - lateroflexie hemiplege zijde - romp meestal in totale flexie en aan de hemiplegische kant naar achteren gedraaid - Onderste extremiteit (extensiepatroon) - bekken aan de hemiplegische zijde naar achteren gedraaid (retractie) en afhankelijk van de uitgangshouding omhoog getrokken (elevatie) - heup in extensie, adductie en endorotatie (soms exorotatie) - knie in extensie - voet in plantairflexie en inversie - tenen in flexie en adductie (teken van Babinski!) Disorder of coordination ------------------------ 1. **Cerebellaire ataxie**: Een vorm van ataxie die ontstaat door disfunctie van het cerebellum (kleine hersenen). Dit leidt tot problemen met coördinatie, balans, en motorische controle, wat zich kan uiten in een onstabiele gang, slechte hand-oog coördinatie, en trillen. 2. **Sensorische ataxie**: Een vorm van ataxie veroorzaakt door schade aan de sensorische zenuwen, waardoor de sensorische feedback naar de hersenen wordt verstoord. Dit resulteert in een gebrek aan coördinatie en balans, vooral wanneer visuele input ontbreekt. 3. **Ataxie**: Een algemene term voor een gebrek aan spiercoördinatie tijdens vrijwillige bewegingen, zoals lopen of grijpen. Ataxie kan verschillende oorzaken hebben, waaronder schade aan het cerebellum, genetische aandoeningen, of toxische stoffen. 4. **Rust tremor**: Een onwillekeurige, ritmische trilling van een lichaamsdeel die optreedt wanneer de spieren in rust zijn, zoals bij de ziekte van Parkinson. 5. **Intentietremor**: Een grove, langzame tremor die optreedt aan het einde van een doelgerichte beweging, zoals het indrukken van een knop. Deze tremor wordt vaak geassocieerd met schade aan het cerebellum. 6. **Verlies van behendigheid (loss of dexterity)**: Het onvermogen om handelingen snel en nauwkeurig uit te voeren, vaak als gevolg van neurologische aandoeningen die de fijne motoriek beïnvloeden. 7. **Dyssynergie**: spieren weken niet goed samen om een vloeidende beweging te maken wat resulteerd in een ongecoördineerde en abrupte beweging. Ontbinding van bewegingen in meerdere gewrichten. 8. **Dysmetrie**: variabele snelheid, pad en nauwkeurigheid van beweging. 9. **Dysdiadochokinesie**: langzame, afwisselende bewegingssnelheid 10. **Tremor**: onwillekeurige ritmische bewegingen van een lichaamsdeel. Kinetische, opzettelijke of posturale tremor van wisselende amplitude. Disorder of motor planning -------------------------- - Apraxie - Gebrek aan vermogen om een reactie te begrijpen of een actie uit te voeren op commando of nabootsing - Een neurologische aandoening waarbij iemand niet in staat is om doelgerichte bewegingen uit te voeren, ondanks dat er geen sprake is van spierzwakte of verlamming. Dit komt vaak door schade aan de hersenen, zoals bij een beroerte - Bradykinesie - Symptoom waarbij bewegingen langzamer zijn dan normaal (= trage beweging) - Een medische term voor vertraagde bewegingen. Dit betekent dat het langer duurt om een beweging te starten of uit te voeren. Bradykinesie is een veelvoorkomend symptoom van bewegingsstoornissen zoals de ziekte van Parkinson - Akinesie - Onvermogen om vrijwillige bewegingen te starten (= gebrek aan beweging, freezing) - Het volledige verlies van vrijwillige beweging. Dit kan optreden bij aandoeningen zoals de ziekte van Parkinson, waarbij de hersenen niet in staat zijn om de spieren aan te sturen om te bewegen - Freezing of gait - Korte episoden van afwezigheid of duidelijke vermindering van de voorwaartse progressie van de voeten ondanks de intentie om te wandelen - Een abnormaal looppatroon dat vaak voorkomt bij de ziekte van Parkinson. Hierbij ervaart iemand plotselinge, korte episodes waarin de voeten niet vooruit kunnen bewegen, ondanks de intentie om te lopen. Dit kan leiden tot vallen en is vaak frustrerend en gevaarlijk Vestibular disorders -------------------- - Perifere vestibulaire stoornissen / Peripheral vestibular disorders - Aandoeningen die het evenwichtsorgaan in het binnenoor aantasten, veroorzaken duizeligheid en evenwichtsproblemen - Centraal vestibulaire stoornissen / Central vesitbular disorders - Stoornissen met betrekking op problemen in de hersenen of CZS die het evenwicht beïnvloeden Disorders of visuospatial perception ------------------------------------ - Hemianopsie / Hemianopia - Aandoening waarbij iemand de helft van zijn gezichtsveld niet kan zien - Unilateraal ruimtelijk neglect / Unilateral spatial neglect - Aandoening waarbij iemand geen aandacht heeft voor één kant van zijn omgeving - Reageert niet op prikkels van de contralaterale zijde - Meestal rechts beroerte en links neglect - Soorten: lichaamsneglect, peri-persoonlijke ruimte, verre ruimte - Therapie: prisma-adaptatie, ooglapje, visueel scannen, nekspiervibratie, hersenstimulatie, VR - Contraversief duwen / Contraverive pushing - Aandoening waarbij iemand actief naar de aangedane (verlamde) kant duwt met zijn niet-aangedane ledenmaten, wat leidt tot een verlies van evenwicht Disorders of sensation ---------------------- - Zintuigelijk verlies / Sensory loss - Onderste ledenmaten: problemen met balans en mobiliteit - Bovenste ledenmaten: effect op behendige, bekwame handbewegingen voor zowel perceptie als actie - Rehabilitatie: stimulaite, zintuigelijk herweging en proprioceptieve feedback - Paresthersie / Paraesthesia - Abnormale, meestal niet-pijnlijke sensatie zoals tintelingen, branderigheid of het gevoel van \"spelden en naalden\" - Dyaestesie / Dysaesthesis - Onaangename, abnormale sensatie die vaak pijnlijk is zoals branden en hypersensitiviteit "pinpricks" - Pijn / Pain - Onaangename zintuigelijke en emotionele ervaring geassocieerd met daadwerkelijk of potentiële weefselschade Banen ===== **Dorsal column** +-------------+-------------+-------------+-------------+-------------+ | Naam | A of D | Verloop | Kruising | Functie | +=============+=============+=============+=============+=============+ | Tractus | A | Medula | Geen | Sensorische | | spinolemnis | | spinalis | | geleiding | | calis | | nucleus | | van: fijne | | inferior | | cuneatus en | | aanraking, | | | | nucleus | | druk, | | Tractus | | gracilis | | propriocept | | spinolemnis | | | | ie, | | calis | | Medulla | | twee punt | | superior | | oblongata | | discriminat | | | | | | ie, | | | | Thalamus | | trillingen | +-------------+-------------+-------------+-------------+-------------+ **Lateral column** +-------------+-------------+-------------+-------------+-------------+ | Naam | A of D | Verloop | Kruising | Functie | +=============+=============+=============+=============+=============+ | Tractus | A | Medulla | Geen | Onbewuste | | spinocerebe | | spinalis | | sensorische | | llaris | | | | geleiding: | | posterior | | Cerebellum | | propriocept | | | | | | ieve | | | | | | input van | | | | | | beide | | | | | | kanten van | | | | | | het lichaam | | | | | | voor | | | | | | gecoördinee | | | | | | rde | | | | | | spiercontra | | | | | | ctie | +-------------+-------------+-------------+-------------+-------------+ | Tractus | A | Medulla | Segmentaal | Onbewuste | | spinocerebe | | spinalis | | sensorische | | llaris | | | | geleiding: | | anterior | | Cerebellum | | propriocept | | | | | | ieve | | | | | | input van | | | | | | beide | | | | | | kanten van | | | | | | het lichaam | | | | | | voor | | | | | | gecoördinee | | | | | | rde | | | | | | spiercontra | | | | | | ctie | +-------------+-------------+-------------+-------------+-------------+ | Tractus | A | Medulla | Segmentaal | Sensorische | | spinothalam | | spinalis | | geleiding | | icus | | | | van: pijn | | lateralis | | Thalamus | | en | | | | | | temperatuur | +-------------+-------------+-------------+-------------+-------------+ | Tractus | D | Hersenschor | Medulla | Motorische | | corticospin | | s | oblongata | geleiding | | alis | | | | geassocieer | | lateralis | | Cornu | | d | | | | anterior | | met bewust | | | | medulla | | gecontrolee | | | | spinalis | | rde | | | | | | bewegingen | | | | | | van | | | | | | skeletspier | | | | | | en | +-------------+-------------+-------------+-------------+-------------+ | Tractus | D | Mescencepha | Begin pad | Motorische | | rubrospinal | | lon | | geleiding | | is | | nucleus | | geassocieer | | | | ruber | | d | | | | | | met | | | | Cornu | | spiertonus | | | | anterior | | en houding | | | | medulla | | | | | | spinalis | | | +-------------+-------------+-------------+-------------+-------------+ **Anterieure column** +-------------+-------------+-------------+-------------+-------------+ | Naam | A of D | Verloop | Kruising | Functie | +=============+=============+=============+=============+=============+ | Tractus | A | Medulla | Segmentaal | Sensorische | | spinothalam | | spinalis | | geleiding | | icus | | | | van: druk | | anterior | | Thalamus | | en grote | | | | | | aanraking/t | | | | | | ast | +-------------+-------------+-------------+-------------+-------------+ | Tractus | D | Cortex | Segmentaal | Motorische | | corticospin | | cerebralis | | geleiding | | alis | | | | geassocieer | | anterior | | Cornu | | d | | | | anterior | | met bewust | | | | medulla | | gecontrolee | | | | spinalis | | rde | | | | | | bewegingen | | | | | | van | | | | | | skeletspier | | | | | | en | +-------------+-------------+-------------+-------------+-------------+ | Tractus | D | Mesencephal | mescencepha | Motorische | | tectospinal | | on | lon | geleiding | | is | | tectum | | geassocieer | | | | | | d | | | | Cornu | | met het | | | | anterior | | richten van | | | | medulla | | de ogen en | | | | spinalis | | het hoofd | | | | | | naar | | | | | | auditieve | | | | | | en visuele | | | | | | stimuli | +-------------+-------------+-------------+-------------+-------------+ | Tractus | D | Medulla | Geen | Motorische | | vestibulosp | | nucleus | | geleiding | | inalis | | vestibulari | | geassocieer | | (lateralis | | s | | d | | en | | lateralis | | met | | medialis) | | en medialis | | spiertonus | | | | | | en houding | | | | Cornu | | (balans) in | | | | anterior | | relatie tot | | | | medulla | | bewegingen | | | | spinalis | | van het | | | | | | hoofd + | | | | | | Actie tegen | | | | | | zwaartekrac | | | | | | ht | | | | | | in | +-------------+-------------+-------------+-------------+-------------+ | Tractus | D | Pons | Geen | Motorische | | reticulospi | | formatio | | geleiding | | nalis | | reticularis | | geassocieer | | medialis | | | | d | | | | Cornu | | met | | | | anterior | | spiertonus | | | | medulla | | en | | | | spinalis | | activiteit | | | | | | van | | | | | | zweetkliere | | | | | | n | +-------------+-------------+-------------+-------------+-------------+ Aandoeningen ============ CVA --- +-----------------------------------+-----------------------------------+ | **Oxford Community Stroke Project | **Deficits** | | Classification** | | +===================================+===================================+ | **Totale anterieure circulatie | Al het volgende : | | infarct (TACI)** | | | | - hogere disfunctie | | een type herseninfarct dat de | (bijvoorbeeld spraak− of | | gehele anterieure circulatie | visueel−ruimtelijke | | aantast die één kant van de | beperkingen) | | hersenen voedt (17%) | | | | - visuele beperkingen | | | (homonymous hemianopie) | | | | | | - ernstig sensomotorisch tekort | | | in gezicht, arm, romp en been | +-----------------------------------+-----------------------------------+ | **Partiële anterieure circulatie | Een van deze : | | infarct (PACI)** | | | | - twee van de drie zoals TACI | | een type herseninfarct dat een | | | deel van de anterieure circulatie | - Alleen hogere disfunctie | | aantast die één kant van de | | | hersenen voedt (34%) | - beperkte sensomotorische | | | beperkingen in gezicht, arm, | | | romp en been | +-----------------------------------+-----------------------------------+ | **Lacunair infarct (LACI)** | Een van deze: | | | | | kleine bloedvaten die aangedane | - zuivere motorische | | zijn (small vessel), nooit groot | stoornissen in gezicht, arm, | | bloedvat | romp en been | | | | | een type ischemische beroerte, en | - zuivere zintuiglijke | | is het gevolg van de occlusie van | beperkingen in gezicht, arm, | | kleine penetrerende slagaders die | romp en been | | bloed leveren naar de diepe | | | structuren van de hersenen (25%) | - sensomotorische stoornissen | | | in gezicht, arm, romp en been | | | | | | - atactische hemiparese | +-----------------------------------+-----------------------------------+ | **Posterieure circulatie infarct | Een van deze: | | (POCI)** | | | | - hersenzenuwverlamming en | | een type herseninfarct dat het | sensomotorische stoornissen | | achterste bloedsomloop aantast | | | die één kant van de hersenen | - bilaterale sensorische of | | voedt (24%) | motorische stoornissen | | | | | | - conjugatie van een tekort aan | | | oogbewegingen | | | | | | - geïsoleerde cerebellaire | | | disfunctie | | | | | | - geïsoleerde gelijknamige | | | hemianopie | +-----------------------------------+-----------------------------------+ +-----------------------------------+-----------------------------------+ | a\. cerebri media -- voorste | Arm en gelaat \> been | | circulatie | | | | Hemiparese | | | | | | Hemihypeshtesie | | | | | | Hemianopsie | | | | | | Voorkeur- of dwangstand | | | | | | Spraak en taalstoornissen | +===================================+===================================+ | a\. cerebri anterior -- voorste | Been \> arm en gelaat | | circulatie | | | | Parese | | | | | | Hypesthesie | | | | | | Gedragsstoornis | +-----------------------------------+-----------------------------------+ | a\. cerebri posterior -- | Homonieme hemianopsie of | | achterste circulatie | kwandrantopsie | | (vestebrobasilair systeem) | | +-----------------------------------+-----------------------------------+ | Cerebellair -- achterste | Ispsilaterale ataxie | | circulatie (vertebrobasilair | | | systeem) | Cerebellaire dysartie | | | | | | Draaiduizeligheid | +-----------------------------------+-----------------------------------+ | Hersenstamischemie -- achterste | Diplopie | | circulaite (vertebrobasilair | | | systeem) | Dysfagie, dysartrie | | | | | | Parese / hypesthesie | | | | | | Mesencefalon: ipsilaterale | | | oculomotorische uitval | | | | | | Pons: ipsilaterale perifere | | | fascialisparese | | | | | | Medulla oblongata: wallenberg | | | syndroom | +-----------------------------------+-----------------------------------+ Pusher ------ - **Pusher syndroom** bij CVA-patiënten is een aandoening waarbij de patiënt actief naar de hemiplegische zijde duwt (de verlamde kant) en weerstand biedt tegen pogingen om deze houding te corrigeren. Dit gedrag komt voort uit een verstoorde perceptie van de verticale lijn van het lichaam. - **Kenmerkende houding** - **In zit**: De patiënt kantelt naar de niet-hemiplegische kant en duwt met de niet-hemiplegische arm en/of been naar de hemiplegische zijde. - **In stand**: De patiënt vertoont abductie en extensie van de niet-hemiplegische ledematen, met een duidelijke gebogen uitlijning en flexie van het hemiplegische been. - **In lig**: De romp is verlengd aan de hemiplegische zijde en actief verkort aan de niet-hemiplegische zijde. - **Pathofysiologie** - De exacte oorzaak van het pusher syndroom is nog niet volledig begrepen, maar het wordt verondersteld dat verstoringen in de neurale netwerken die verantwoordelijk zijn voor de perceptie van zwaartekracht en verticale oriëntatie een rol spelen. Dit leidt tot een abnormale posturale reactie en een misinterpretatie van sensorische input, zoals somatosensorische, vestibulaire en visuele waarnemingen. Parkinson --------- - **Definitie van Parkinson** - De ziekte van Parkinson is een chronische en progressieve neurodegeneratieve aandoening die voornamelijk de motorische functies aantast. Het wordt veroorzaakt door het afsterven van dopamine-producerende neuronen in de substantia nigra, een deel van de hersenen. - **Drie Kenmerken** - **Tremor**: Trillen van handen, armen, benen, kaak of hoofd, vooral in rust. - **Rigiditeit**: Spierstijfheid die de bewegingen beperkt en pijn kan veroorzaken. - **Bradykinesie**: Vertraagde bewegingen en een verminderd vermogen om spontane bewegingen te initiëren. - **Symptomen van Parkinson** - Motorische Symptomen - **Tremor**: Trillen van ledematen, vooral in rust. - **Rigiditeit**: Stijfheid van spieren. - **Bradykinesie**: Vertraagde bewegingen. - **Posturale** **instabiliteit**: Problemen met balans en coördinatie, wat kan leiden tot vallen. - **Freezing**: Plotselinge blokkering van bewegingen, vooral tijdens het lopen. - Niet-Motorische Symptomen - **Slaapstoornissen**: Problemen met slapen, zoals REM-slaapgedragsstoornis. - **Cognitieve** **problemen**: Trager denken, geheugenproblemen. - **Stemmingsstoornissen**: Depressie, angst. - **Autonome** **disfunctie**: Problemen met bloeddruk, spijsvertering, en blaasfunctie. - **Reukverlies**: Verminderd vermogen om geuren waar te nemen. - **Pathofysiologie** - De ziekte van Parkinson wordt gekenmerkt door het verlies van dopaminerge neuronen in de substantia nigra pars compacta. Dit leidt tot een tekort aan dopamine, een neurotransmitter die essentieel is voor het reguleren van bewegingen. De exacte oorzaak van dit neuronverlies is onbekend, maar factoren zoals genetische predispositie, omgevingsfactoren en verstoorde eiwitafbraak spelen waarschijnlijk een rol. ### Verloop van ernst volgens 'Modified Hoegn and Yahr scale' Afbeelding met tekst, schermopname, Lettertype, nummer Automatisch gegenereerde beschrijving - **[Early phase (H&Y 1 -- 2,5): ]** - Unilaterale symptomen \--\> bilateraal - Vermidnerde axiale spiersterkte - Verminderde axiale mobiliteit - Rotatie en extensie romp en nek (flexiecontractuur tegengaan) - Tremor (in begin een emotionele factor) - "Masked facial exptression" - Stemverandering - Posturale verstoring (op achtergrond in deze fase) - Verstoord gangpatroon - **[Mid phase (H&Y 3 -- 4):]** - Fluctueren van "wearing off" fenomeen - Medicatie gerelateerd - Dyskinesie - FoG - Verslechterde houding - Slikproblemen - Balans problemen - Vanaf dit stadium komt "freezing" vaak voor - **[Late phase (H&Y 5): ]** - Immobiliteit ### parkinsonisme **Prakinsonisme**: het is een algemene term die verwijst naar een groep neurologische aandoeningen die bewegingsproblemen veroorzake die lijken op die van de ziekte van Parkinson - Geneesmiddel-geïnduceerd parkinsonisme - Progressieve supranucleaire parese - Multipele system atrophy (SMA) - Vasculair parkinsonisme - Dementie van Lewy-body - Corticobasale degeneratie ### Medicatie ![Afbeelding met tekst, schermopname, Webpagina, Website Automatisch gegenereerde beschrijving](media/image2.png) Afbeelding met tekst, diagram, lijn, Perceel Automatisch gegenereerde beschrijving ### Therapie per fase **Early fase:** - Preventie van inactiviteit, mobiliteit en deformiteit - Prevensie voor bewegingsangst of valangst - Behouden en verbeteren van fysieke capaciteit - mobilisaties - posturale reëducatie - spierkracht- en uithouding - preventie voor inactiviteit, angst en vallen **Mid fase:** - Transfers - Lichaamshouding - Rijken en grijpen - Balanc / wandel training (met of zonder dubbeltaken) - Bv. relaxatie, dansen, loopband - mobilisatie - relaxatie - functionele training - wandeltraining - technische hulpmiddelen (compensaties aanleren, parkinson heeft veel invloed op kwaliteit van leven) **late fase:** - Bewaren van vitale functies - Complicaties voorkomen (drukpunten en contracturen) Dwarsleasie / spinal cord injury -------------------------------- - - Hoog: C1-T1 - Laag: C7-T1 - *Zowel bovenste als onderste ledematen als romp* - - *Onderste ledenmaten en deel van de romp* - Anterieure ruggenmergsyndroom - Bilateraal verlies van motorische functie - Bilateraal verlies van pijn− en temperatuurgevoel - Licht aanraken en proprioceptie blijven behouden - Centraal ruggenmergsyndroom - Verlies van motorische functie - Variabel verlies van sensorische functie onder het letsel (afhankelijk van welke banen) - Blaasdisfunctie en urineretentie - Posterieure ruggenmergsyndroom - Verlies van proprioceptie, trillingsgevoel, tweepuntsdiscriminatie, stereognose - Motorische functie, pijn− en temperatuurwaarneming blijven behouden - Brown-séquard syndroom - Ipsilateraal verlies - Motorische functie - Positiegevoel - Contralateraal verlies - Pijn - Temperatuur - Conus medullaris (RG t.h.v. L1-L2) - Vergelijkbaar met cauda equina - Echter, het ruggenmerg kan ook betrokken zijn - Conus + zenuwwortels: mix van LMN + UMN (kan een mix zijn) - Sacrale reflexen kunnen behouden blijven (afhankelijk van het niveau) - Cauda equina syndroom (lumbosacrale zenuwwortels van L1−S5) - Laesie van de lagere motorneuronen (LMN)! - Slappe verlamming - Geen spinale reflexactiviteit - Aangetaste sensorische functie - Sacrale reflexen ontbreken, wat invloed heeft op de lagere urinewegen, distale darm en seksuele functie ### Symptomatologie - Spinale shock - Tijdelijke onderdrukking en geleidelijke terugkeer van reflexactiviteit onder het letsel (onmiddellijk na traumatische SCI) - Verlies van functie op het niveau van SCI en lager: slappe verlamming, sensorisch verlies, areflexie en verlies van darm- en blaas functie - Motorische dysfunctie - Upper motor neuron leasie (UMNL) - Ruggenmerg (C0−L1) en conus medullaris (L1/L2) - Hypertonie en hyperreflexie - Zwakte/spasticiteit - Lower motor neuron leasie (LMNL) - Conus medullaris (L1/L2) en cauda equina (L2−S4) - Verlies van spierspanning en reflexen - Zwakte - Sensorische dysfunctie - Verlies van sensatie: aanraking, druk, proprioceptie, trillingen, temperatuur en pijn - Bijkomende sensaties: parestesie (prikkelingen, tintelingen, branderige sensaties), neuropatische pijn - Respiratoire dysfunctie - Laesie op T12 of hoger - Hoesten = moeilijk of onmogelijk - Verminderde ventilatie - Verhoogd risico op luchtwegaandoeningen en infecties - Verminderde vitale capaciteit - Verhoogd energieverbruik (vermoeidheid) - Verminderde mobiliteit van de thorax en compliance van de longen - Cardiovasculaire dysfunctie - Verlies van sympathische uitvoer bij laesies boven T6: bradycardie ; hartstilstand - Onder het niveau van de laesie - Diameter van bloedvaten neemt af - Verlies van spierpomp door parese - Verlies van perifere vasoconstrictiereflex - Hoger risico op diepe veneuze trombose - Orthostatische hypotensie: van lig naar zit -\> daling bloeddruk -\> verhoogde hartslag, duizeligheid, bleke huid en bewusteloosheid ### Consequenties - Pijn - Negatieve invloed op de kwaliteit van leven, sociaal functioneren, werk, stemming en deelname aan revalidatie - Gemengde pijnpresentatie: nociceptieve en neuropathische pijn - VR-therapieën - Schouderpijn - Autonome dysreflexie - Laesie op niveau T6 of hoger - Overdreven reactie van het sympathische zenuwstelsel - Pijnlijke stimulus onder het niveau van het letsel - Levensbedreigend! - Symptomen: Hypertensie; Bradycardie; Hoofdpijn; Zweten boven het niveau van het letsel - Verwijder de oorzaak: Zet de patiënt rechtop; Laat de blaas legen ;Maak strakke kleding los - Depressie - Obesitas - Incontinentie - Laesie \> T10: detrusor−overactiviteit - Detrusor−sfincter−dysynergie (DSD) - Laesie op S2−S4: slappe blaas - Stress− of overloopincontinentie - Seksualiteit en vruchtbaarheid - Decubitus - Neurogene heterotope ossificatie: verkalking in zacht weefsel onder het niveau van de laesie - Osteoporose ### diagnostisch proces - Beoordeling - AISA - **A = complete**: afwezigheid van motoriek en sensorische functie op S4−S5 niveau - **B = onvolledig**: afwezigheid van motoriek, aanwezigheid van sensibiliteit onder het niveau van de laesie (incl. S4−S5) - **C = onvolledig**: aanwezigheid van motorische activiteit onder het niveau van de laesie. Meer dan de helft van de geteste spieren onder het niveau van de laesie heeft een spiergraad \< 3 - **D = onvolledig**: aanwezigheid van motorische activiteit onder het niveau van de laesie. Ten minste de helft van de geteste spieren onder het niveau van de laesie heeft een spiergraad van \>3 - **E = normaal**: normale motorische en sensorische activiteit Niveau van sensorische en motorische functie - Motorische beoordelig (ASIA-schaal) 10 key muscles ---------------- -------------------------------- ---- ------------------------ C5 Elleboog flexoren L2 Heup flexoren C6 Pols extensoren L3 Knie extensie C7 Elleboog extensoren L4 Enkel dorsiflexie C8 Vinger flexoren (middelvinger) L5 D2 (teen) extensor T1 Pink abductie S1 Enkel plantairflexoren - Sensorische beoordeling (ASIA-schaal) - 28 dermatomen = een specifiek gebied van de huid dat wordt voorzien door een segment van het ruggenmerg - Bilaterale beoordeling - Stomp = zachte aanraking + druk - Scherp = zachte aanraking + druk + pijn - Pijngevoel is het verschil tussen stomp en scherp - 0 = afwezig - 1 = veranderd - 2 = normaal - NT = niet testbaar - Niveau van sensorische functie: het meest caudale segment met zowel normale zachte aanraking als prikkeling - Niveau van motorische functie: het meest caudale segment met spiergraad 3 of hoger EN normale kracht (5) daarbove - Het sensorische niveau wordt gebruikt wanneer er een gebrek is aan belangrijke spieren (boven C5 en T2−L1) - Neurologisch niveau van letsel (NLI): het meest caudale segment met intacte sensorische en motorische functie (\>3) EN normale functie daarboven - Onafhankelijkheidsniveau (SCIM-spinal cord independence measure) - Zelfzorg - Ademhaling en sluitspierbeheer - Mobiliteit (ruimte en op het toilet) - Mobiliteit (binnen en buiten, op een vlak oppervlak) ### vroege revalidatiefase - Algemene richtlijnen in revalidatie - Patiëntgericht - Doelgericht proces - Inbreng van het gehele behandelteam, inclusief de patiënt en hun ondersteuningsnetwerk - Acuut management +-----------------------------------------------------------------------+ | Algemene doelen tijdens acuut manegement: | | | | - Complicaties (met levensgevaar) vermijden of stoppen | | | | - Een omgeving creëren die een optimale neurologische herstel | | bevordert | | | | Stabiliteit van de wervelkolom heeft prioriteit! | | | | - Overleg met artsen welke bewegingen/posities gecontra− indiceerd | | zijn | | | | - Chirurgie versus conservatieve behandeling | | | | - Voldoende stabiliteit is nodig om bewegingen en verticale | | belasting toe te staan | +-----------------------------------------------------------------------+ - Vermijd drukwonden - Handhaaf mobiliteit - Tenodesis is een functionele grip die gebruikmaakt van activiteit in de polsextensoren en verkorting in de flexoren van hand en onderarm om passieve oppositie van de duim en vingerflexie te bewerkstelligen bij tetraplegie op niveau C6−C7 - Ademhalingsfunctie - Spierkracht - Transfer bed-rolstoel ### Subacute / chronische fase - Algemene doelen tijden de subacute en chronische fase +-----------------------------------------------------------------------+ | - Doelen van de acute fase | | | | - \+ | | | | - Handhaven/optimaliseren van mobiliteit en spierkracht | | | | - Verbeteren van functionele onafhankelijkheid, indien nodig met | | compensatiestrategieën | | | | - Het bevorderen van optimaal neurologisch herstel | +-----------------------------------------------------------------------+ - Verticalisatie - Bovenste ledemaat en handfunctie +-----------------------------------+-----------------------------------+ | Niveaus waarop spieren voldoende | | | innervatie ontvangen om redelijk | | | te kunnen bewegen | | +===================================+===================================+ | C4 | Diafragma | +-----------------------------------+-----------------------------------+ | C5 | Schouder flexie | | | | | | Schouder abductie | | | | | | **Elleboog flexie** | +-----------------------------------+-----------------------------------+ | C6 | Schouder extensie | | | | | | Schouder adductie | | | | | | **Pols extensie** | +-----------------------------------+-----------------------------------+ | C7 | **Elleboog extensie** | | | | | | Pols flexie | | | | | | Vinger extensie | | | | | | Duim abductie | | | | | | Duim adductie | +-----------------------------------+-----------------------------------+ | C8 | **Vinger flexie** | | | | | | Duim flexie | | | | | | Duim extensie | +-----------------------------------+-----------------------------------+ | T1 | **Vinger abductie** | | | | | | Vinger adductie | +-----------------------------------+-----------------------------------+ - Spierkracht - Functionele mobiliteit en transfers - Ademhalingstraining - Cardiovasculaire fitheid - Hydrotherapie - Looppatroon - Aangepaste sportactiviteiten ### Gevolgen voor het motorische niveau afhankelijk van het niveau van het letsel ![Afbeelding met tekst, schermopname, Lettertype, ontvangst Automatisch gegenereerde beschrijving](media/image4.png) Afbeelding met tekst, schoeisel, schermopname Automatisch gegenereerde beschrijving Amyotrofische laterale sclerose (ALS) ------------------------------------- **Amyotrofische Laterale Sclerose (ALS)** is een progressieve neurodegeneratieve aandoening die de motorische zenuwcellen in de hersenen en het ruggenmerg aantast. Dit leidt tot spierzwakte en verlamming. **Symptomen** De symptomen van ALS variëren, maar veelvoorkomende tekenen zijn: - Spierzwakte en atrofie - Moeite met spreken, slikken en ademen - Spierstijfheid en krampen - Verminderde motorische functies, zoals moeite met lopen en opstaan - Ongecontroleerd lachen of huilen (pseudobulbaire affect) **Prognose** De prognose van ALS varieert, maar de gemiddelde levensverwachting na diagnose is 2 tot 5 jaar. Ongeveer 10% van de patiënten leeft langer dan 10 jaar, en 5% leeft 20 jaar of langer. De ziekteprogressie en overleving kunnen sterk variëren afhankelijk van factoren zoals de leeftijd van aanvang en de locatie van de eerste symptomen. **Pathogenese** De exacte oorzaak van ALS is nog onbekend, maar er zijn verschillende mechanismen die bijdragen aan de neurodegeneratie: - Genetische factoren, zoals mutaties in het SOD1-gen en C9orf72-gen - Glutamaat-gemedieerde neuronale schade - Oxidatieve stress en mitochondriale dysfunctie - Aggregatie van neurofilamenten en verstoring van transportmechanismen **Behandeling** Er is momenteel geen genezing voor ALS, maar behandelingen richten zich op het vertragen van de ziekteprogressie en het verbeteren van de levenskwaliteit: - **Riluzol**: Het enige goedgekeurde medicijn in Europa, dat het ziekteverloop vertraagt en de overleving met enkele maanden verlengt. - **Multidisciplinair behandelteam**: Bestaat uit revalidatieartsen, fysiotherapeuten, ergotherapeuten, logopedisten, diëtisten, maatschappelijk werkers en psychologen. **Kinesitherapie** Kinesitherapie speelt een cruciale rol in de symptomatische behandeling van ALS: - **Optimalisatie van bewegingspatronen**: Helpt bij het behouden van mobiliteit en flexibiliteit. - **Kompensatiestrategieën**: Ontwikkelen van alternatieve manieren om dagelijkse activiteiten uit te voeren. - **Spierverzorging**: Voorkomen van spierstijfheid en krampen door middel van stretching en lichte oefeningen. - **Ademhalingsoefeningen**: Verbeteren van de ademhalingsfunctie en voorkomen van longontstekingen. - **Hulpmiddelen**: Aanbevelingen voor braces, wandelstokken, rolstoelen en andere hulpmiddelen om de mobiliteit te ondersteunen. - **Opleiding van verzorgers**: Instructies voor familieleden en verzorgers om de patiënt te helpen bij dagelijkse activiteiten. Charcot-marie-tooth ------------------- **Charcot-Marie-Tooth (CMT)** is een groep erfelijke aandoeningen die de perifere zenuwen aantasten, wat leidt tot progressieve spierzwakte en verlies van gevoel, voornamelijk in de armen en benen. **Symptomen** De symptomen van CMT variëren, maar veelvoorkomende tekenen zijn: - Spierzwakte en atrofie in de benen en voeten - Holvoeten en hamertenen - Verminderde spiermassa in de benen en voeten - Moeite met lopen en evenwicht - Verlies van gevoel in de voeten en handen - Spierstijfheid en krampen - Verminderde peesreflexen **Prognose** CMT is een progressieve aandoening, wat betekent dat de symptomen in de loop van de tijd verergeren. De snelheid van progressie kan variëren, maar de meeste mensen met CMT behouden een normale levensverwachting. De ernst van de symptomen kan sterk variëren, zelfs binnen dezelfde familie. **Pathogenese** CMT wordt veroorzaakt door genetische mutaties die de zenuwen beïnvloeden. Deze mutaties kunnen leiden tot problemen met de myelineschede (de beschermende laag rond de zenuwen) of de zenuwvezels zelf. Dit resulteert in zwakkere signalen tussen de hersenen en de spieren, wat spierzwakte en verlies van gevoel veroorzaakt. **Behandeling** Er is momenteel geen genezing voor CMT, maar behandelingen richten zich op het beheersen van de symptomen en het verbeteren van de levenskwaliteit: - **Fysiotherapie**: Helpt bij het behouden van spierkracht en flexibiliteit. - **Ergotherapie**: Ondersteunt bij het vinden van manieren om dagelijkse activiteiten uit te voeren. - **Orthopedische hulpmiddelen**: Zoals braces en aangepaste schoenen om de mobiliteit te verbeteren. - **Pijnbestrijding**: Medicatie kan helpen bij het beheersen van zenuwpijn. **Kinesitherapie** Kinesitherapie speelt een cruciale rol in de behandeling van CMT: - **Oefeningen voor spierkracht en flexibiliteit**: Gericht op het behouden van de functionaliteit van de spieren. - **Balans- en coördinatieoefeningen**: Helpen bij het verbeteren van de stabiliteit en het voorkomen van vallen. - **Ademhalingsoefeningen**: Voor patiënten met ademhalingsproblemen als gevolg van spierzwakte. - **Gebruik van hulpmiddelen**: Aanbevelingen voor braces, wandelstokken en andere hulpmiddelen om de mobiliteit te ondersteunen. - **Opleiding van verzorgers**: Instructies voor familieleden en verzorgers om de patiënt te helpen bij dagelijkse activiteiten. Guillain-barré syndroom ----------------------- **Guillain-Barré Syndroom (GBS)** is een zeldzame, snel progressieve auto-immuunziekte waarbij het immuunsysteem de perifere zenuwen aanvalt, wat leidt tot spierzwakte en soms verlamming. **Symptomen** De symptomen van GBS beginnen vaak met tintelingen en zwakte in de benen en kunnen zich snel uitbreiden naar de bovenste ledematen en het gezicht. Veelvoorkomende symptomen zijn: - Tintelingen of een prikkelend gevoel in de vingers, tenen, enkels of polsen - Zwakte in de benen die zich uitbreidt naar de bovenste ledematen - Onstabiel lopen of moeite met traplopen - Moeite met gezichtsbewegingen, zoals spreken, kauwen of slikken - Dubbelzien of moeite met oogbewegingen - Ernstige pijn die \'s nachts erger kan zijn - Problemen met blaas- of darmfunctie - Snelle hartslag of lage/hoge bloeddruk - Ademhalingsproblemen **Prognose** De prognose van GBS varieert, maar de meeste mensen herstellen volledig, hoewel het herstel maanden tot jaren kan duren. Ongeveer 80% van de patiënten kan zes maanden na de diagnose weer zelfstandig lopen. Ongeveer 15% ervaart blijvende zwakte, en 5-10% overlijdt aan complicaties zoals ademhalingsfalen. **Pathogenese** GBS wordt vaak voorafgegaan door een infectie, zoals een luchtweginfectie of gastro-intestinale infectie. Het immuunsysteem reageert abnormaal en valt de myelineschede van de perifere zenuwen aan, wat leidt tot ontsteking en schade aan de zenuwen. **Behandeling** Er is geen genezing voor GBS, maar behandelingen richten zich op het verminderen van de symptomen en het versnellen van het herstel: - **Plasmaferese**: Verwijdert schadelijke antilichamen uit het bloed. - **Immunoglobulinetherapie**: Toediening van gezonde antilichamen via een infuus om de schadelijke antilichamen te neutraliseren. - **Pijnbestrijding**: Medicatie om pijn te verlichten. - **Preventie van bloedstolsels**: Medicatie om bloedstolsels te voorkomen bij immobiliteit. **Kinesitherapie** Kinesitherapie is essentieel voor het herstel van GBS: - **Bewegingsbereikoefeningen**: Om de flexibiliteit van de spieren te behouden. - **Krachttraining**: Om spierkracht terug te winnen. - **Balans- en coördinatietraining**: Om stabiliteit te verbeteren en vallen te voorkomen. - **Ganganalyse en -training**: Om het looppatroon te verbeteren. - **Ademhalingsoefeningen**: Voor patiënten met ademhalingsproblemen. - **Functionele training**: Om dagelijkse activiteiten weer zelfstandig te kunnen uitvoeren. - **Gebruik van hulpmiddelen**: Aanbevelingen voor braces, wandelstokken en andere hulpmiddelen om de mobiliteit te ondersteunen. Critically illness polyneuropathie ---------------------------------- **Critical Illness Polyneuropathie (CIP)** is een aandoening die optreedt bij ernstig zieke patiënten, vaak in de intensive care unit (ICU). Het wordt gekenmerkt door diffuse, symmetrische spierzwakte en verlies van spiermassa, voornamelijk in de ledematen en de ademhalingsspieren. **Symptomen** De symptomen van CIP zijn onder andere: - Spierzwakte, vooral in de onderste ledematen - Spieratrofie - Verminderde of afwezige diepe peesreflexen - Moeite met het spenen van de beademing - Sensorisch verlies, hoewel dit moeilijk te beoordelen is bij gesedeerde of geïntubeerde patiënten - Flaccide verlamming van de armen en benen **Prognose** De prognose van CIP varieert, maar volledig herstel is mogelijk, hoewel dit maanden kan duren. Sommige patiënten kunnen restverschijnselen behouden, zoals blijvende spierzwakte. **Pathogenese** De exacte oorzaak van CIP is onbekend, maar het wordt vaak geassocieerd met factoren zoals sepsis, systemische inflammatoire respons syndroom (SIRS), multi-orgaan falen, langdurige ICU-verblijven, hyperglykemie, en het gebruik van corticosteroïden en neuromusculaire blokkers. De pathofysiologie omvat axonale degeneratie en verlies van myeline. **Behandeling** Er is geen specifieke behandeling voor CIP, maar de zorg richt zich op ondersteunende maatregelen en revalidatie: - **Ondersteunende zorg**: Behandeling van de onderliggende aandoeningen zoals sepsis en multi-orgaan falen. - **Fysiotherapie en revalidatie**: Cruciaal voor het herstel van spierkracht en functionaliteit. **Kinesitherapie** Kinesitherapie speelt een essentiële rol in het herstel van CIP: - **Passieve en actieve mobilisatie**: Zelfs bij beademde patiënten kan vroege mobilisatie helpen om spieratrofie te voorkomen. - **Spierversterkingsoefeningen**: Gericht op het verbeteren van de spierkracht. - **Balans- en coördinatietraining**: Om stabiliteit te verbeteren en vallen te voorkomen. - **Ademhalingsoefeningen**: Voor patiënten met ademhalingsproblemen. - **Gebruik van hulpmiddelen**: Aanbevelingen voor braces, wandelstokken en andere hulpmiddelen om de mobiliteit te ondersteunen. - **Functionele training**: Om dagelijkse activiteiten weer zelfstandig te kunnen uitvoeren. **Wanneer kinesitherapie mogelijk is** Kinesitherapie kan worden gestart zodra de patiënt stabiel genoeg is om deel te nemen aan de oefeningen, zelfs als ze nog op de ICU zijn. Vroege mobilisatie en revalidatie zijn belangrijk om spieratrofie en andere complicaties te voorkomen. **Wanneer kinesitherapie niet van toepassing is** Kinesitherapie is mogelijk niet geschikt voor patiënten die hemodynamisch instabiel zijn, ernstige ademhalingsproblemen hebben die onmiddellijke medische interventie vereisen, of andere acute medische problemen hebben die fysieke activiteit gevaarlijk maken. Nitrous oxide induced demyelination / door lachgas veroorzaakte demyelinisatie ------------------------------------------------------------------------------ **Door lachgas veroorzaakte demyelinisatie** is een neurologische aandoening die ontstaat door het gebruik van lachgas (distikstofoxide, N2O). Lachgas kan de werking van vitamine B12 verstoren, wat leidt tot demyelinisatie van zenuwen. **Symptomen** De symptomen van door lachgas veroorzaakte demyelinisatie kunnen variëren, maar veelvoorkomende tekenen zijn: - Tintelingen en gevoelloosheid in de armen en benen - Spierzwakte en atrofie - Moeite met lopen en evenwicht - Verminderde peesreflexen - Sensorische uitval - Ataxie (coördinatiestoornissen) - In ernstige gevallen: optische atrofie en encefalopathie (oog- en hersenstoornissen) **Prognose** Bij tijdige herkenning en behandeling is de neurologische uitval vaak reversibel. Indien de aandoening niet tijdig wordt behandeld, bestaat er een risico op blijvende schade en mogelijke invaliditeit. **Pathogenese** Lachgas veroorzaakt demyelinisatie door de inactivatie van vitamine B12. Dit gebeurt via oxidatie van het kobaltion in vitamine B12, waardoor het zijn co-enzymfunctie verliest. Vitamine B12 is essentieel voor de synthese van myeline, de beschermende laag rond zenuwen. Een tekort aan functioneel vitamine B12 leidt tot verminderde methylatie van fosfolipiden in de myelineschede, wat resulteert in demyelinisatie. **Behandeling** De behandeling van door lachgas veroorzaakte demyelinisatie omvat: - **Stoppen met lachgasgebruik**: Dit is cruciaal om verdere schade te voorkomen. - **Vitamine B12-suppletie**: Hoge doses vitamine B12 worden intramusculair toegediend (bijvoorbeeld 1000 µg om de 3 dagen totdat de klachten verdwijnen of stabiliseren, daarna minder frequent). - **Monitoring van vitamine B12, homocysteïne en methylmalonzuur**: Om de effectiviteit van de behandeling te volgen. **Kinesitherapie** Kinesitherapie speelt een belangrijke rol in het herstelproces: - **Spierversterkingsoefeningen**: Om spierkracht terug te winnen. - **Balans- en coördinatietraining**: Om stabiliteit te verbeteren en vallen te voorkomen. - **Bewegingsbereikoefeningen**: Om de flexibiliteit van de spieren te behouden. - **Functionele training**: Om dagelijkse activiteiten weer zelfstandig te kunnen uitvoeren. - **Gebruik van hulpmiddelen**: Aanbevelingen voor braces, wandelstokken en andere hulpmiddelen om de mobiliteit te ondersteunen. - **Ademhalingsoefeningen**: Voor patiënten met ademhalingsproblemen. Kinesitherapie kan worden gestart zodra de patiënt stabiel genoeg is om deel te nemen aan de oefeningen. Het is belangrijk om de behandeling aan te passen aan de individuele behoeften en mogelijkheden van de patiënt. Multipele sclerose (MS) ----------------------- **Multiple Sclerose (MS)** is een chronische auto-immuunziekte die het centrale zenuwstelsel (CZS) aantast. Het immuunsysteem valt de myelineschede aan, de beschermende laag rond de zenuwvezels, wat leidt tot ontsteking en schade aan de zenuwen. **Symptomen** De symptomen van MS kunnen sterk variëren, afhankelijk van de locatie en ernst van de zenuwbeschadiging: - Vermoeidheid - Spierzwakte en spasmen - Problemen met lopen en evenwicht - Gevoelloosheid of tintelingen in de ledematen - Visuele problemen, zoals dubbelzien of verlies van gezichtsvermogen - Coördinatie- en evenwichtsproblemen - Cognitieve problemen, zoals geheugenverlies en concentratieproblemen - Blaas- en darmproblemen - Depressie en stemmingswisselingen **Prognose** De prognose van MS varieert sterk per persoon. Hoewel MS niet direct dodelijk is, kunnen complicaties zoals infecties en ademhalingsproblemen de levensverwachting verkorten. De meeste mensen met MS hebben een bijna normale levensverwachting, maar de kwaliteit van leven kan aanzienlijk worden beïnvloed door de symptomen en de progressie van de ziekte. **Pathogenese** De exacte oorzaak van MS is onbekend, maar het wordt beschouwd als een combinatie van genetische en omgevingsfactoren. De ziekte wordt gekenmerkt door: - Auto-immuunreacties waarbij het immuunsysteem de myelineschede aanvalt - Ontsteking en demyelinisatie in het CZS - Axonale schade en verlies van zenuwvezels **Behandeling** Er is geen genezing voor MS, maar behandelingen richten zich op het beheersen van symptomen, het verminderen van ontstekingen en het vertragen van de ziekteprogressie: - **Medicatie**: Zoals corticosteroïden voor het verminderen van ontstekingen en immunomodulerende therapieën om de ziekteprogressie te vertragen. - **Fysiotherapie**: Helpt bij het behouden van mobiliteit en het verbeteren van de spierkracht. - **Ergotherapie**: Ondersteunt bij het uitvoeren van dagelijkse activiteiten. - **Logopedie**: Voor spraak- en slikproblemen. - **Psychologische ondersteuning**: Voor het omgaan met de emotionele impact van de ziekte. **Kinesitherapie** Kinesitherapie is essentieel voor het verbeteren van de levenskwaliteit van mensen met MS: - **Spierversterkingsoefeningen**: Om spierkracht en uithoudingsvermogen te verbeteren. - **Balans- en coördinatietraining**: Om stabiliteit te verbeteren en vallen te voorkomen. - **Aerobe oefeningen**: Zoals wandelen, fietsen of zwemmen om de algehele fitheid te verbeteren. - **Stretching en flexibiliteitsoefeningen**: Om spierstijfheid te verminderen en de bewegingsvrijheid te behouden. - **Ademhalingsoefeningen**: Voor patiënten met ademhalingsproblemen. - **Gebruik van hulpmiddelen**: Aanbevelingen voor braces, wandelstokken en andere hulpmiddelen om de mobiliteit te ondersteunen. Kinesitherapie kan worden gestart zodra de patiënt stabiel genoeg is om deel te nemen aan de oefeningen. Het is belangrijk om de behandeling aan te passen aan de individuele behoeften en mogelijkheden van de patiënt.

Use Quizgecko on...
Browser
Browser