Summary

This document provides a collection of formulas and tips related to electricity, specifically for secondary school students. It covers topics such as Ohm's law, electrical power, and resistance.

Full Transcript

Alle formules (en tips) op een rij (i.v.m. SE2 HAVO) ELEKTRISCHE STROMEN Tabel 7A: “elementaire lading” = e = 1,6 · 10-19 C (elektron-/protonlading) I = q /t (met q = lading in Coulomb) 1 A = 1 C/s Wet van Ohm: U=I·R (let op: Bij een gloeilamp neem...

Alle formules (en tips) op een rij (i.v.m. SE2 HAVO) ELEKTRISCHE STROMEN Tabel 7A: “elementaire lading” = e = 1,6 · 10-19 C (elektron-/protonlading) I = q /t (met q = lading in Coulomb) 1 A = 1 C/s Wet van Ohm: U=I·R (let op: Bij een gloeilamp neemt R toe met de temperatuur) weerstand van een draad: R=r·L/A (zie BINAS, tabel 8 + 9) serieschakeling: 1. Spanningen kun je optellen (= Ubatterij) 2. Weerstanden kun je optellen (= Rtotaal) 3. De stroomsterkte is overal gelijk (= I) parallelschakeling: 1. Stroomsterktes kun je optellen (= Itotaal) 2. De spanning is overal gelijk (= Ubatterij) 3. 1/Rv = 1/R1 + 1/R2 +... met Rv = vervangingsweerstand elektrisch vermogen: Pe = U · I ook geldt: Pe = Ee / t (1 W = 1 J/s) dus: Ee = Pe · t dus: aantal kWh = aantal kW x aantal h (uur) (let op: het is dus NIET kW/h maar kWh!!) 1 kWh = 3,6 · 106 = 3,6 MJ (ga zelf na). Energieverlies (verloren warmte per seconde) bij een stroomdraad: P = I2 · R Bijzondere weerstanden: Schuifweerstand = variabele weerstand LED = diode die licht geeft (diode laat maar in één richting stroom door) PTC = alle gewone metalen: R (weerstand) neemt toe als T toeneemt NTC = “halfgeleiders” (zoals silicium): R neemt juist af als T toeneemt LDR = halfgeleider die op licht reageert (laat dan stroom door) Alle onderdelen van de meterkast moet je “kennen en snappen” (zie boek) “Rendement” = nuttig/totaal x 100 % Transformator: Waarbij: “nuttig” = nuttig vermorgen (of energie in een bepaalde tijd) en: verhouding De “totaal” = totale Up : Uvermogen (ofde s is gelijk aan energie in eenNpbepaalde verhouding : Ns tijd) Voorbeeldsom: p = “primair” Een TL-buis(eerste (die aanspoel) het plafonds =hangt) “secundair” (tweede produceert 14spoel) W aan warmte Uit het stopcontact komt 35 W. Bereken het rendement van dit “proces”. Meestal mag je Berekening: ook aannemen: Rendement = (35P-p14)/35 = Ps (dus er is nauwelijks x 100% = 60% warmteverlies) (dit heet dan een “ideale transformator”) (35 - 14 = 21 W (= 21 Joule per seconde) = “licht”) EIGENSCHAPPEN VAN STOFFEN EN MATERIALEN dichtheid: ρ = m/V in kg/m3 (zie BINAS) Je hebt 3 soorten warmtetransport: stroming, straling en geleiding (zie boek) Bij geleiding van warmte (door bijvoorbeeld een muur) geldt: P = l × A × DT / d met l = warmtegeleidingscoëfficiënt (zie BINAS) Temperatuur: T (in K) = T(in °C) + 273 (dus - 273 °C (absolute nulpunt) = 0 K(elvin), 0°C = 273 K) (opgenomen of afgestane) WARMTE: Q = m · c · DT (c staat in BINAS) bij warmteoverdracht: Qop = Qaf (“wet van behoud van warmte”) rendement: h = Pnuttig / Ptotaal · 100 % ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------- In BINAS kun je dus in totaal 4 verschillende eigenschappen opzoeken: r = soortelijke weerstand (bij weerstand van een draad) r = dichtheid (of “soortelijke massa”) l = warmtegeleidingscoëfficiënt (of “thermische geleidbaarheid”) c = soortelijke warmte (bij water: c = 4,18 · 103 J/kgK) ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Werking en gevoeligheid van een sensor “Linksboven” op de bovenkant van een systeembord kun je een “sensor” aansluiten. In (bijvoorbeeld) een lichtsensor bevindt zich een LDR in serie met een vaste weerstand (bijvoorbeeld R = 100 W). De spanning over de vaste weerstand is dan het “signaal” (hoe meer licht op de LDR valt, hoe hoger deze spanning). Stel dat de LDR bij 0ºC (in smeltend ijs) een weerstand heeft van 900 W en bij 100 ºC (in kokend water) een weerstand van 25 W (en R is steeds 100 W). Bereken dan de “gevoeligheid” van de sensor (bij een “bronspanning” van 5,0 V). UR is eerst 1/10 deel van 5,0 V = 0,5 V. Daarna geldt: UR = 4/5 deel van 5,0 V = 4,5 V. De gevoeligheid = DU/DT = (4,5 – 0,5)/(100 – 0) = 4/100 = 0,04 V/ºC Let op: “LDR” moet natuurlijk “NTC” zijn. 4/5 deel van 5,0 V = 4,0 V De gevoeligheid is dus 0,035 volt per graad Celsius (!!)

Use Quizgecko on...
Browser
Browser