DEEL 5 GPR studiedoelstellingen.docx
Document Details
Uploaded by UnparalleledSardonyx
Full Transcript
DEEL 5 – DE BRITSE REVOLUTIE (1640-1701) 1066 1215 1534 1536 1559 1603-1688 1603-1625 1616 1625-1649 1628 1629-1640 1640-1649 1649-1660 1650 1651 1660 1660-1685 1665 1665-1667 1668 1673 1679 1685-1688 Normandische verovering van Engeland Magna Carta (beoogde inmenging koning in gewone rechtsgang...
DEEL 5 – DE BRITSE REVOLUTIE (1640-1701) 1066 1215 1534 1536 1559 1603-1688 1603-1625 1616 1625-1649 1628 1629-1640 1640-1649 1649-1660 1650 1651 1660 1660-1685 1665 1665-1667 1668 1673 1679 1685-1688 Normandische verovering van Engeland Magna Carta (beoogde inmenging koning in gewone rechtsgang te stoppen) Act of Supremacy Ontbinding van de kloosters en abdijen Act of Uniformity Stuart dynastie Jacobus I Afzetting van Edward Coke Karel I Petition of Rights Karel I regeert zonder parlement Burgeroorlog Commonwealth Act of Plantation Act of Navigation Restoratie van de Stuarts Karel II Additional Aid Act Tweede Engels Zeeoorlog (Vrede van Breda) Vrede van Aken Test Act Habeas Corpus Act Jacobus II 1688-1689 1688-1697 1689-1702 1689 1700-1713 1701 1707 Glorious Revolution Negenjarig Oorlog (Vrede van Rijswijk) Willem III en Maria II (tot 1694) Declaration of Rights & Tolerances Act (reeks toegevingen aan het parlement) Spaanse Successieoorlog (vrede van Utrecht)(Londen neemt definitief de leiding van Den Haag over) Act of Settlement Act of Union Gemengde regeringsvorm Historische jurisprundentie Monarchie Aristocratie Democratie Afsplitsing rechtbanken uit curia regis in 12e – 13e eeuw Common law rechtbanken Regeringsvorm waarbij elementen van 2 of 3 systemen (monarchie, aristocratie of democratie) in de constitutie samengingen. = het idee dat menselijk, positief recht resultaat is van langdurige ontwikkeling over generaties heen. Een begrip van Sir Edward Coke waarmee hij zich beriep op de geschiedeis van Engeland om het model van mixed government tussen koning, parlement en common law rechtbanken te verdedigen. De historische jurisprudentie plaatste zich op termijn in het midden tussen de natuur- en positiefrechtelijke tradities in de Europese rechtstheorie. 1 iemand regeert Elite regeert Volk regeert King’s Bench : belangrijke zaken Court of Common Pleas : gewone zaken Exchequer : financiële zaken Act of Supremacy (1534) Book of Common Prayer (1549) Act of Uniformity (1559) Petition of Rights Ze oefenden formeel de koninklijke rechtsmacht uit, maar gingen in de parktijk vaak hun eigen weg en handelden op basis van hun eigen interpretatie vh gewoonterecht en de wetgeving. + ook vormde zich een klassa v advocaten, rechters en andere gerechtsdienaren. Verwierp het pauselijke gezag en stelde de koning aan als hoofd vd Engelse kerk. Hierdoor drongen lutherse denkbeelden in de dogma’s binnen en werd de liturgie (geheel v voorgeschreven gebeden) versoberd. = kroonstuk vd religieuze politiek vd Virgin Queen (=Elizabeth). Deze vereiste dat eenieder geregeld de eucharistie in een officiële kerk zou bijwonen en verbood uitoefening van enig ander geloof dan dat vd anglicaanse kerk. Maar wie zich formeel conformeerde door aan deze uiterlijke geloofsdaden te voldoen, kon verder geloven wat hij of zij wilde. Tekst opgesteld door Coke en Selden: was een oplijsting v constitutionele eisen die de macht vd koning beperkten. 4 belangrijke beperkingen: Verbod belastingen of gedwongen leningen in te voeren zonder het parlement Het verbod tot vrijheidsberoving zonder proces Het verbod tot gedwongen inkwartiering v soldaten (=verblijf v soldaten bij burgers) Mixed government Artificiële rede Triennal Act (1641) Nineteen Propositions (1642) Uitroeping Commonwealth (1649) Additional Aid Act (1665) Test Act (1673) 4) Verbod om dispensatie (vergunning) te verlenen v vervolging voor wetsovertreders Regering met samenwerking tss koning, parlement en common law rechtbanken Begrip van Coke waarmee hij erkende dat er een natuurrecht bestond, waaraan alle mensen en dus ook de koning waren onderworpen. Hiermee werd bepaald dat er niet meer dan 3 jaar mocht verlopen tss het sluiten ve parlement en het openen ve volgend parlement, en dat dit minstens 50 dagen in sessie moest blijven. Een petitie vh parlement waarmee ze een nieuwe constitutie met verregaande in perkingen vd koninklijke macht voorstelde. De macht lag nu duidelijk bij de Commons, die het dagelijks bestuur toevertrouwde aan een Raad v State. Deze wet bepaalde dat de Commons jaarlijks een begroting van uitgaven zou goedkeuren waardoor het Lagerhuis inspraak kreeg in het beleid vd koninklijke regering. Karel II stemde hiermee in in ruil voor een zeer belangrijke subsidie voor de oorlogvoering. Deze eiste dat elke openbare functionaris onder eed enkele centrale elementen vd katholieke geloofsleer afzwoer en binnen de 3 maanen na de opname vh ambt de eucharistie vierde in een anglicaanse dienst. Hierdoor Declaration of Rights (1689) Act of Toleration (1689) Mutiny Act (1689) De Judges’ Bill Act of Settlement (1701) Act of Union (1707) werden katholieken nadrukkelijk van alle publieke ambten, inclusief in het leger en de vloot, uitgesloten. Omvatte een resem v constitutionele beginselen en maatregelen die de verhoudingen tss kroon en parlement vastlegden. Ze bevestigde dat het koningschap constitutioneel beperkt was. Liet feitelijk vrijheid van godsdienstuitoefening toe voor dissenters (personen die zicht verzetten tegen de anglicaanse kerk) buiten de anglicaanse kerk maar niet voor katholieken. Gaf de koning toestemming om voor 6 maanden een leger op te richten. è werd steeds verlengd Garandeerde aan rechters hun ambt voor het leven, of althans zolang ze naar behoren functioneerden en verzekerde daarmee een grotere onafhankelijkheid vd rechterlijk macht ten aanzien vd koning. Deze parlementaire wet garandeerde de zogenaamde protestantse Successie. Ze sloot katholieken, of personen die met een katholiek waren gehuwd, voor altijd uit vd kroon en gebood de toekomstige koningen om zich aan de anglicaanse kerk te conformeren. Hiermee werden de afzonderlijke koninkrijken Engeland en Schotland verenigd tot het koninkrijk GrootBrittannië. 16e – 17e eeuw 16e – 17e eeuw 16e – 17e eeuw 17e eeuw 16e -17e eeuw 16e – 17e eeuw 17e – 18e eeuw 17e eeuw 17e eeuw 17e – 18e eeuw Sit Edward Coke (een vd meest effectieve oppositieleiders tegen het absolutisme vd Stuarts) Oliver Cromwell (pleegde in 1653 staatsgreep + regeerde daarna over de Commonwealth als Lord Protector tot zijn dood) Hugo Grotius (grondlegger vd Moderne School van het Natuurrecht) Sir Matthew Hale (samen met Coke en Selden was hij de grondlegger vd historische jurisprudentie in Engeland) Thomas Hobbes (zette een absolutistische theorie die gebaseerd was op het natuurrecht en niet op goddelijke delegatie uiteen) Jacobus VI/I Stuart (was koning v Schotland, Engeland en Ierland + absolutist) Jacobus II (broer v Karel II en volgde hem op als koning + de geboorte van zijn zoon, Jacobus, leidde tot de Glorius Revolution) Karel I Stuart (volgde zijn vader Jacobus I in 1625 op als koning van Engeland, Schotland en Ierland) Karel II Stuart (koning die meer absolutistische koers vaart, mede door zijn bewondering voor Lodewijk XIV) John Locke (Locke wordt beschouwd als de vader vh modern politieke liberalism en de leer vd scheiding der machten) 16e – 17e eeuw John Selden (samen met Coke en Hale was hij de grondlegger vd historische jurisprudentie in Engeland) Hoofdstuk 5: doelstellingen 1. De rol van de koningen, common law rechtbanken, en parlementen tijdens de late middeleeuwen en onder de Tudors De koning en de curia regis è bureaucratisering regering onder Hendrik VII en VIII curia regis splitst : Privy council Gespecialiseerde rechtbanken (al in 13de eeuw) àvaste zetel Westminster àbreiden rechtsmacht uit tot common law the King’s Bench the court of common pleas Exchequer Common law rechtbanken zelfstandig t.o.v. koning Magna Carta probeerde inmenging koning in rechtspraak te stoppen: bepaalde eigendomsgeschillen in rechtbanken v graafschappen court of common pleas reist niet meer mee met koning geen vrijheidsberoving zonder rechtszaak koning geen belasting heffen zonder beraadslaging adel en clerus Parlementen Ontstaan eind 13de eeuw door afsplitsing standenvertegenwoordiging curia regis (vgl. Staten-Generaal in FR) = tijdelijk en bijeengeroepen en ontbonden door koning House of lords: bisschoppen, abten en hoge adel House of commons: 2 vertegenwoordigers per graafschap/ borough/stad Functies: Uitoefenen rechtsmacht koning Toestaan belastingen aan koning Neerleggen klachten/ voorstellen/ petities koning - 14de eeuw: inspraak in aannemen wetgeving èontwikkeling wetgevende macht drie takken Commons en Lords stemmen in met tekst King/queen in parliament aanvaard tekst Onder Tudors hadden parlementen veel inspraak in wetgeving, maar vorsten hadden sterke greep op parlementen door ministers en zetten de parlementen naar hun hand!! 2. De maatschappelijke breuklijnen en diverse standpunten en belangen die de Britse politiek in de 17de eeuw bepaalden Drie breuklijnen die constitutionele breuklijn tss koning en parlementen onder Stuarts definiëren Economische veranderingen è bevolkingsexplosie è landbouwrevolutie + economische ontwikkelingen + zeevaart => opkomst elite/middenklasse met kapitaal => groei industrie en mijnbouw => internationale/koloniale handel; dominantie katoenimport sterke positie Caraïben => inmenging private ondernemers in staat: oprichting handelscompagnieën met monopolie bepaald gebied (door koning) Ondernemers eisen militaire bescherming van belangen, maar wilde geen belastingen betalen è spanningen ondernemers en Stuart koningen Religieuze conflicten 1534: Act of Supremacy: Hendrik VIII scheurt zich los van Kerk - Abdijen en kloosters ontbonden è elite bond zich financieel aan belangen Anglicaanse kerk Onder Eduard VI: bocht naar protestantisme: ‘Book of Common Prayer’ - Herstel katholicisme door Maria I Tudor Herstel Anglicaanse kerk Elizabeth I Conformisme met anglicaanse kerk, maar gewetensvrijheid Koningin = supreme governor anglicaanse kerk 1559: Act of Uniformity verplichte regelmatige bijwoning eucharistie verbod uitoefening ander geloof gewetensvrijheid om te geloven wat eenieder wil als deze uiterlijke geloofsdaden zijn voldaan =strijd binnen en rond kerk om controle over kerk en kroon ð Buitenlandse politiek Breuklijn kroon en parlementen : 2 facties : Radicale factie : ondernemers en edelen aan het hof : puriteinse sympathieën anti -Spaans pro koloniale expansie en kaapvaart Gematigde factie: koningin leider overeenstemming Spanje voorzichtiger in kolonisatie -nautraliteit in godsdienstoorlogen en opstand Oorlog met Spanje onvermijdelijk (1885-1604) commerciële/ fiscale belangen bij koloniale handel tegen Spanje samenzweringen Engelse edellieden en Spanje dreiging ineenstorting opstand in Nederlanden tegen Spanje spanningen in regeringskringen keuze steun of competitie Nederlanden en dus: oorlog met Spanje of samenwerking met Spanje 3. De theoretische opvatting van Jacobus I over de koninklijke macht Jacobus I = absolutist è sterk monarchaal karakter (voorstander v monarchie) = garantie tegen interne strijd/ anarchie èdoor God aangesteld; alleen onderworpen aan goddelijk/natuurrecht en fundamentele wetten è enkel door God ter verantwoording geroepen worden Hij wist dat compromissen nodig waren 4. De diverse lijnen van conflict tussen koning en parlementen onder de twee eerste Stuarts 5 conflictpunten hof en parlementaire oppositie: Autocratische regeringsstijl binnen privacy council è Elizabeth I: 50 leden, rem op vorstelijke willekeur è Stuarts: selecte club had nauwe samenwerking met koning (verzet binnen en buiten raad) Jacobus en Karel: Voorstanders gematigd protestantisme met een duidelijke hiërarchie v bisschoppen Buitenlandse politiek tegen wensen protestanten (vredeswens Spanje)Stuarts tegen wensen parlement Door de vredeswens met Spanje laten de Stuarts hun protestantse bondgenoten (Nederlandse republiek) in de steek. de vrede zou er namelijk voor zorgen dat de koning minder afhankelijk zou zijn vh parlement om belastingen in te voeren In 1625 onder Karel terug oorlog met Spanje è steun oppositie Halfslachtige manier oorlog è nieuwe vertrouwensbreuk! Jacobus en Karel in conflict met common law rechtbanken Stuarts: beroepen zich op hun prerogative powers (processen buiten common law RB) afsplitsing prerogative courts koninklijke raad 16de eeuw: Courts of Chancery : ontkomen aan strenge regels common law rechtbanken: oordeel op basis van billijkheid ontstaan High Court of Admiralty: zaken over kapingen ontstaan Court of high commission: rechtsmacht koning kerkelijke Zaken Star Chamber: vervolgen politiek gevoelige misdrijven: symbool vorstelijke willekeur! Groeiend verzet vanuit common law rechtbanken : Sir Edward Coke liet door koning gearresteerde vrij Jacobus: ‘judge of all judges’, rechters interpreteren wet ze maken ze niet! è ontslag Coke 5. Stuarts probeerden macht parlementen maximaal in te dijken Conflict: Koning wou nieuwe belastingen invoeren zonder de steun vh parlement zelfstandige wetgeving van koning mogelijk (beh. Over life, liberty, property) 1610: parlement poneert ‘king in parliament’ : koning kwaad Escalatie in 1628: koning misbruikt prerogative powers (PP) => parlement eist: wet met omschrijving PP è petition of rights: (door Coke & Selden) - verbod op belastingen/ gedwongen leningen zonder parlement verbod vrijheidsberoving zonder proces verbod gedwongen inkwartiering soldaten verbod verlening dispensatie wetsovertreders Karel gaat akkoord 1629: Karel ontbindt parlement en arresteerde 9 oppositieleiders è regeert 11 jaar zonder parlement 5. De historische jurisprudentie van Coke, Selden en Hale, en de constitutionele betekenis ervan volgens Coke Historische jurisprudentie = het idee dat menselijk, positief recht resultaat is van langdurige ontwikkeling over generaties heen. Recht is te vinden in de gewoonte en de voordurende interpretatie en herinterpretatie: recht is resultaat v historisch proces Common law (over generaties heen) als resultaat v ontwikkeling = drager v rechten en plichten van Engelsen en Engelse constitutie Doel Engels positief recht volgens Coke = uitwerking geven aan natuurrecht en goddelijk recht; dat mag enkel nog van belang zijn binnen kader v common law Natuurrecht is zo opgenomen in het positieve recht dat het er helemaal in verweven is Natuurrecht is geen aparte norm meer MAAR natuurrecht staat wel nog steeds boven het positief recht In zijn opvatting over de Engelse constitutie en het Engelse recht stond het begrip ‘artificial reason’ centraal. (=Coke erkende dat een een natuurrecht bestond, waaraan alle mensen en dus ook de koning waren onderworpen) o Om effectief te zijn diende dit natuurrecht te worden uitgewerkt en aangepast aan de veranderende, historische omstandigheden (de artificiële rede moest worden gebruikt om het positieve recht uit te werken en te ontwikkelen) è Deze taak werd gelegd bij de common law, (collectieve taak die gelegd werd bij de juristen vd common law) Recht volgens Coke= common law zoals door de eeuwen heen ontwikkeld door common law rechtbanken, koningen en parlementen => koning = gebonden aan eigen wetten en die van voorgangers! Common law= drager van constitutie =mixed government tussen koning, parlement en rechtbanken => Common law (ergo constitutie) bestond reeds eeuwenlang (=ging terug van voor Normandische verovering) Magna Carta = belangrijkste ijkpunt in ontstaan vd parlementaire en common law traditie (Mythe langzame, continue ontwikkeling parlementarisme en constitutionalisme) Theorie Coke= basis historische interpretatie recht èverleden verklaard waarom common law was zoals het was EN waarom het zo moest zijn Selden & hale werkten theorie Coke uit tot algemene rechtstheorie (ook voor de rest vd wereld) 6. De blijvende betekenis van de commonwealth en de juridische weerslag ervan uit de periode 16491667 De UW en WM berusten in deze periode bij de commons ð Monarchie en house of Lords afgeschaft ð Macht bij de commons ð Dagelijks bestuur: door Raad v State De commonwealth zorgde voor radicale en blijvende transformatie vd Britse staat: - Macht gecentraliseerd bij regering in Londen Opbouw groot en efficiënt staatsapparaat, leger en fiscale macht gefinancierd door stabiele belastinginkomsten - Algemene nationale heffingen è belastinginkomsten met 400% verhoogd o Verviervoudiging vloot en leger + professionalisering Ambtenarij werd meritocratisch (aanstellingen en bevorderingen obv verdiensten) => handhaving katholieke opstand Ierland + dienen merchant interest - Ook expansie maritieme en koloniale handel Oliver Cromwell = New Model Army : leger en vloot geprofessionaliseerd - Economische transformatie: Plantation Act 1649, 1650: verbod handel drijven met Britse kolonies door buitenlandse schepen Navigation Act 1651: vrachtvaart van en naar Britse eiland voor buitenlandse schepen enkel voor in- en export eigen land => aanval op dominantie Nederlanden in internationale vrachtvaart 1659: ontbinding parlement 1660: restauratie monarchie Karel II è parlementair evenwicht blijft behouden plantation and navigation acts blijven behouden; instemming parlementen belastingen blijven behouden door Additional aids act 1665 à commons zouden elk jaar begroting van uitgaven goedkeuren 1660-1667: goede samenwerking Karel II en parlementen tories (voortzetting koninklijke factie burgeroorlog) vs. Whigs (parlementaire factie) à beide wilden nieuwe burgeroorlog vermijden 1665: tweede zeeoorlog nederlaag voor Engeland; Karel II verloor steun elite Vrede van Aken 1668 Zonnekoning en Karel II willen wraak op Nederlanden alliantieverdrag: Lod geeft Kar subsidie; Kar minder afhankelijk parlement Kar bekeert zich tot katholicisme en steunt offensief tegen Ned àoffensief mislukt en Britten treden lamentabel op tegen Ned à Kar laat Lod vallen en sluit zich aan bij Ned è Parlement heel kwaad: samenwerking monarchie en commons gedaan! è 1673: Test act parlement: uitsluiting katholieken alle publieke ambten Troonopvolger bekeert zich tot katholicisme = probleem 7. De oorzaken van de glorious revolution Tijdens de commomwealth voert men een agressieve, koloniale buitenlandse politiek Spanje is dan de normale vijand MAAR nu ook confrontaties met Nederland; ze zijn jaloers op de commomwealth (oa voor visserij en cargo handel) maar ze hebben er ook bewondering voor De invoer vd Plantation Act en Navigation Act zijn een dolk voor de Nederlandse economie Doel vd Acts = Britse vrachtvaart en handel steunen Act of Plantation = verbod buitenlandse schepen handel te drijven met Britse kolonies Act of Navigation = vrachtvaart en naar Britse eilanden voor buitenlandse schepen enkel toegelaten voor eigen in- en export 1665: Tweede zeeoorlog Nederlandse republiek valt Britse vloot aan (deze waren slecht voorbereid op een aanval) Nederlaag voor Engeland (Karel II verloor steun elite) Vrede v Breda: Nederlandse republiek spaarde zijn tegenstanders: ze wouden zo snel mogelijk vrade om daarna een alliantie te kunnen vormen tegen het Franse offensief Vrede van Aken 1668 Zonnekoning en Karel II willen wraak op Nederlanden Alliantieverdrag: Lodewijk XIV geeft Karel II subsidie; Kar minder afhankelijk parlement Kar bekeert zich tot katholicisme en steunt offensief tegen Nederlanse republiek è Offensief mislukt en Britten treden lamentabel op tegen Ned è Kar laat Lod vallen en sluit zich aan bij Ned 1688: Willem III valt Engeland binnen om Jacobus II uit te schakelen, hij wilde een nieuwe oorlog tussen Frankrijk en Nederland vermijden Jacobus II vluchtte uit het land en stierf in ballingschap Willem III stelt een nieuwe constitutionele convention voor die een declaration of rights and liberties of the subject goedkeurde. Het parlement erkende ook Willem III als koning van Engeland. à parlement moest koning goedkeuren: soevereiniteit schuift op in hun voordeel. Declaration of rights 1689 : constitutionele beginselen en maatregelen die verhoudingen tussen kroon en parlement vastlegden; opsomming in 1 tekst en aanvaarding door kroon verhief dit tot fundament van staatsbestel. preambule: macht koning is beperkt door constitutie (Jacobus II had zijn macht overschreden en was ‘geabdiceerd’) + reeks beginselen en rechten + wetgeving en instemming belastingen en oprichten staand leger = bevoegdheid parlement + commons samengesteld door vrije verkiezingen + vrije meningsuiting zonder gevaar voor opsluiting + koning kon geen wetten schorsen, vrijstelling verlenen of rechtbanken oprichten àbasis gelegd voor parlementaire monarchie Act of toleration 1689: feitelijke godsdienstvrijheid voor dissenters, niet voor katholieken - test act bleef niet conformisten bleven uitgesloten van openbare functies bank of England 1694: mogelijkheid langdurige oorlogen te financieren met leningen + afschaffing cesuur + persvrijheid triennal act 1694: duur van parlementen beperkt tot drie jaar act of settlement 1701: bepaalde dat na de dood van Willem III, zijn zus Anne hem zou opvolgen en als zij geen kinderen kreeg zou de kroon naar het huis van Hannover gaan + katholieken voorgoed uitgesloten van de troon + onderwerping van alle overheidsinstellingen aan het recht Act of Union 1707: Engeland en Schotland verenigd tot Groot-Brittannië 8. Het constitutioneel regime na de Glorius Revolution 1685-1688: Jacobus II wordt koning, het parlement aanvaardde dit om 2 redenen: 1) Vrees voor een nieuwe oorlog 2) Zijn opvolger is Mary Stuart en zij is getrouwd met de protestantste Willem III v Oranje 1989: nieuwe constitutionele conventie in Londen : Declaration of Rights goedgekeurd Parlement erkent Willem II en zijn echtgenote Mary als koning en koningin van Engeland, Schotland en Ierland Hierdoor werden de constitutionele regels inzake troonopvolging aan de kant geschoven en werd het koningschap afhankelijk gemaakt van parlementaire instemming. è soevereiniteit schoof op in de richting vh parlement Declaration of Rights omvatte een resem v constitutionele beginselen en maatregelen die de verhoudingen tss kroon en parlement vastlegden. : Koningschap is constitutioneel beperkt Bevoegdheden parlement: wetgeving, instemmen met belastingen en het oprichten ve staand leger in tijden v vrede Commons zouden worden samengesteld door vrije verkiezingen (+ kregen vrijheid v meningsuiting) Met de Declaration of Rights werd de basis gelegd voor de parlementaire monarchie die zich in de 18e eeuw zou ontwikelen. Er was een constitutionele regeling die de wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht aan diverse instellingen toebedeelde: WM : King in Parliament UM : koning en zijn ministers RM : bestaande rechtbanken en Lords è via wetgeving, belastingen en controle over het oprichten ve staand leger behield het parlement (vooral de commons die intussen duidelijk een leidende rol hadden verworven) de controle over de koning en zijn ministers