Summary

Dit document beschrijft infecties van het centrale zenuwstelsel (CZS), inclusief classificatie, verwekkers, symptomen, diagnostiek en behandeling van verschillende soorten infecties zoals meningitis, encephalitis en hersenabscessen. Het behandelt ook specifieke pathogenen zoals bacteriën, virussen en schimmels. De inhoud behandelt ook de lokalisatie en de verwekkers van ruggenmerg- en wervelkolominfecties, evenals de overeenkomstige pathologie.

Full Transcript

Infecties van het Centrale zenuwstelsel (CZS) Indeling CZS infecties naar soort  Infecties in en rond de hersenen:  Meningitis  Encephalitis  Hersenabsces  Infecties van het ruggemerg:  Meningitis  Epidurale/subdurale infecties  Intramedullaire infecties  Doorga...

Infecties van het Centrale zenuwstelsel (CZS) Indeling CZS infecties naar soort  Infecties in en rond de hersenen:  Meningitis  Encephalitis  Hersenabsces  Infecties van het ruggemerg:  Meningitis  Epidurale/subdurale infecties  Intramedullaire infecties  Doorgaans zijn het infecties van omgevende structuren (spondylodiscitis, epiduraal absces): S. aureus, E. coli, TBC, …. CZS infecties naar verwekkers  Vijf groepen:  Bacterieel  Fungaal (cryptococcen, candida,histoplasma, …)  Viraal (HSV, …..)  Parasitair (Toxoplasma, amoeben, schistosoma..)  Prionziekten Meningitis (Hersenvliesontsteking)  Bacterieel (o.a.streptokokken, meningococcen, listeria)  Viraal (HSV, CMV,…) 1=huid, 2=aponeurose, 3=periost, 4=schedel,5=hersenvliezen: 6=hard hersenvlies, 7=spinnenwebvlies, 8=zacht hersenvlies Hersenabscessen veroorzaakt door bacteriëen (S. pyogenes) CT scan image of brain cysticercosis, caused by ingestion of Taenia solium eggs from a person infected through consumption of infected and undercooked pork meat. This person may get intestinal tapeworms, but no tissue invasion. If the larval cysts that are excreted become ingested by another person (or a pig) this may lead to tissue cysticercosis. Bacteriele meningitis/encephalitis: verwekkers naar levensfase  Neonaten: E. coli, groep B streptococcen, Listeria monocytogenes (geboortekanaal)  Jonge kinderen: Haemophilus influenzae, meningokokken  Jong volwassenen: meningococcen  Zwangeren, Ouderen (> 65): Listeria monocytogenes  Alle leeftijden: Streptococcus pneumoniae Symptomatologie van bacteriële meningitis  Hoge koorts  Hoofdpijn  Braken  Bij lich. onderzoek: nekstijfheid Meningococcenmeningitis  10 % van alle mensen is drager van meningoccen in de nasopharynx.  Transmissie vindt plaast via druppelinfectie  Bij crowding (kazernes, studentenslaapzalen) is er meer transmissie  Enige vorm van bacteriële meningitis die outbreaks geeft (o.a. in Afrika) H. Influenzae meningitis  Treedt vooral op bij jongere kinderen.  Incidentie is sterk afgenomen sinds vaccinatieprogramma L. monocytogenes meningitis  Listeria zit in ongepasteuriseerde melkprodukten (Franse kaas, rauwe melk, rauwe groenten).  Zwangeren, neonaten, oudere mensen hebben een grotere kans op meningitis. Meningitis Tuberculosa  Vrijwel altijd een reactivatie van latente tuberculose  Uitzondering: jonge kinderen  Bij volwassenen vaak secundair aan een gestoord immuunsysteem (HIV of andere cellulaire immuundeficiëntie) Symptomatologie van Meningitis Tuberculosa  Omdat de infectie vaak in de hersenstam zit, waar de hersenzenuwen uittreden, is er vaak (gedeeltelijke) uitval van de hersenzenuwen ( blikparese, ptosis etc.)  Verder zijn de symptomen gelijk aan andere vormen van bacteriele meningitis. Diagnostiek van meningitis  Bij koorts altijd bloedkweken  ‘Infectielab’ (leuco/diff, crp)  Lumbaalpunctie om liquor cerebrospinalis te verkrijgen (celtelling/diff, kweek, glucose, eiwit)  Voorafgaand aan de LP voor veiligheid een CT scan maken. Waarom? Risico van lumbaalpunctie: inklemming bij zeer hoge hersendruk Onderzoek Liquor cerebrospinalis bij meningitis Behandeling van bacteriële meningitis  Breedspectrum antibiotica, rekening houdend met de risicogroep  Altijd een cefalosporine  Bij risico op listeria: ampicilline toevoegen  Hogere dosis en frequentie vanwege de BBB Behandeling van meningitis tuberculosa  Tuberculostatica zoals bij de behandeling van ‘gewone’ tuberculose, maar langere duur (9-12 mnd)  Toevoeging van hoge doses corticosteroiden wordt standaard toegepast om inflammatie te bestrijden. Hemophilus influenzae, Neisseria meningitidis en Listeria monocytogenes BELANGRIJKE PATHOGENEN BIJ O.A. MENINGITIS Haemophilus influenzae  Gram negatieve coccobacil, facultatief anaeroob  Als commensaal aanwezig in de nasopharynx  Infectie meestal secundair aan virale BLWI  Vooral bij jonge kinderen: epiglotitis, bacteriaemie, meningitis.  Behandeling: amoxyciline/clavulaanzuur, cefalosporines, ciprofloxacin, macroliden.  Vaccinatie tegen HiB zit in het programma Neisseria meningitidis  Gram-negatieve diplokok  Kolonisatie: ongeveer 10% van volwassenen (nasopharynx)  Komt wereldwijd voor  Enige vorm van bacteriële meningitis die epidemisch kan voorkomen (Afrika, Azië)  Transmissie vnl. door druppelinfectie vanuit een drager of patient Pathologie van N. meningitidis  Vooral bij kinderen (< 5 jr.) en adolescenten  Meningokokkensepsis met orgaanschade door endotoxine  Huidbloedingen door DIC  Meningitis  Pharyngitis, pneumonie, arthritis, etc. Behandeling en prognose van meningococceninfecties  Hoge doses penicilline  Circulatie-ondersteunende maatregelen (i.v.m. shock door endotoxine)  Stefte aan meningitis is ongeveer 10 %  Ongeveer 10 % blijvende orgaanschade  Sterfte aan sepsis loopt op tot 50 %. Preventie van meningokokkeninfecties  Vaccinatie (zes soorten vaccin, afhankelijk van regio)  Vaccinatiekandidaten: Jonge kinderen (2-10 jr), adolescenten, studenten en militairen (slaapzalen), reizigers naar risicogebieden, gezondheidswerkers, immunodeficientie (HIV, splenectomie) etc.  Close contacts van geïnfecteerden profylactisch behandelen met rifampicine. Infecties van ruggemerg/wervelkolom (Spine/spinal cord) Lokaties:  Epiduraal  Meningeaal  Subduraal  Intramedullair Verwekkers van infecties van de wervelkolom  Bacterieën (S. aureus, Salmonella, E. coli, M. tuberculosis,….)  Schimmels (Candida species)  Infecties komen doorgaans to stand vanuit de bloedbaan Symptomatologie  Geen acuut ziektebeeld  Koorts staat niet op de voorgrond, soms subfebriel  Lokale pijn  Neurologische uitvalsverschijnselen. Diagnostiek van WK/ruggemerg infecties  Beeldvorming ( X-WK, Xthorax, CT scan, MRI)  Bloedkweken (meerdere, vanwege sampling errors)  Orienterend lab (CRP, leucocyten)  Soms is diagnostische punctie nodig voor diagnostiek Behandeling  Consult neuroloog/neurochirurg (soms is abscesdrainage geïndiceerd)  Antimicrobiele middelen gericht op de verwekker Samenvatting CZS infecties  Meningitis, (meningo-)encephalitis, infecties rondom het ruggenmerg.  Alle typen microörganismen  Ook bij mensen met adequate afweer  Beeldvorming belangrijk bij de diagnostiek  Liquorpunctie essentieel bij meningitis  Behandeling is goed mogelijk  Bij tijdige behandeling doorgaans restloze genezing

Use Quizgecko on...
Browser
Browser