CONTEXTUEEL WERKEN.docx
Document Details
Uploaded by AmberBeirX
Full Transcript
CONTEXTUEEL WERKEN (ANKE INGHELBRECHT) INLEIDING Psychologie was vooral gefocust op mensen, individuen. Nagy ontwikkelde een theorie die de focus legde op de context waarin mensen zich begeven. Hij integreerde invloeden uit de psychoanalyse en gezinstherapie. (Onder andere door M. Buber voor wie...
CONTEXTUEEL WERKEN (ANKE INGHELBRECHT) INLEIDING Psychologie was vooral gefocust op mensen, individuen. Nagy ontwikkelde een theorie die de focus legde op de context waarin mensen zich begeven. Hij integreerde invloeden uit de psychoanalyse en gezinstherapie. (Onder andere door M. Buber voor wie een mens slechts een mens is in relatie tot de andere.) Nagy merkte de kracht van familiebanden op door het werken met psychiatrische patiënten. Hij merkte de impact op van familiebanden op doorheen generaties en op relaties doorheen ons leven. Het belangrijke is passend omgaan met elkaar in het hier en nu, aandacht hebben voor defecten van ons doen en laten op volgende generaties. Visie van Nagy Wanneer men alleen is op een onbewoond eiland kan men met niemand een relatie aangaan. Men weet niet of men een aardig persoon is of juist vervelend. Er is niemand om gedrag aan te toesten en daardoor duidelijkheid te krijgen over de relationele kant van de persoonlijkheid. Van zodra er iemand op het eiland aanspoelt, is er relationele ethiek van kracht. De ene kan de andere helpen of juist kwetsen, men kan met elkaar een balans van geven en ontvangen opbouwen of men kan elkaar juist uitbuiten en leegzuigen. Context = alles wat zich errond afspeelt Gezinsgericht werken Gezin = systeem en ieder individu maakt deel uit van systeem Systeem = geheel, samengesteld uit verschillende onderdelen die met elkaar in verbinding staat en elkaar beïnvloeden De context is de verklaring van hoe iemand is, welk gedrag hij stelt, hoe hij zich gedraagt t.a.v. anderen, wordt in de interactie gezocht tussen mensen in een systeem. Waarom in sociaal werk? Oog hebben voor context en sociale omstandigheden van CL Oog hebben voor herkomst, (familie)geschiedenis, vroeger relaties, … om personen in het heden en de toekomst te kunnen helpen. Helpt inzicht krijgen in gedrag van CL Helpt inzicht krijgen in eigen gedrag kleine wereld fenomeen volgens Karinthy 2 onbekenden zijn met elkaar verbonden via een ketting van slechts 5 tussenpersonen(= iedere inwoner van de aarde zou iedereen kunnen ontmoeten met een maximum van 6 of minder tussenpersonen) We maken allemaal deel uit van een menselijke keten Een unieke plek (bij de geboorte) die ons verbindt met mensen uit het heden, verleden en de toekomst. Vervolgens maken we ook deel uit van een gezin. Ons gezin maakt deel uit van de samenleving. -> keten H1 RELATIONELE WERKELIJKHEID Elk levensverhaal heeft vele feiten en gebeurtenissen die op een eigen manier beleefd en verwerkt worden Context of contextuele (heden, verleden en toekomst met de mens in al zijn verbanden Mens krijgt pas betekenis in verbinding met de ander: de werkelijkheid is relationeel (De mens staat niet op zichzelf maar is ook niet ‘slechts’ onderdeel van een systeem. De mens staat als individu in een relationele werkelijkheid, waarbij factoren invloed uitoefenen op de relationele context waarin de mens staat en andersom) Hebben invloed op iemands bestaan (biologisch, financieel, juridisch, …) Hebben relationele gevolgen Feiten van huidige en vorige generaties = existentiële feiten Genogram = feiten over intergenerationele verhoudingen structureren. Kan onrecht in schuilen: Verdelend onrecht = toedelend onrecht: onrecht door het leven uitgedeeld, niemand kan verantwoordelijk gesteld worden —> het overkomt je Vergeldend onrecht = wat mnesen elkaar bewust of onbewust aandoen —> je kan iemand verantwoordelijk stellen Verdelend onrecht kan vergeldend onrecht oproepen. Hoe feiten van leven van persoon hebben beïnvloed en de gevolgen daarvan voor de persoonlijkheidsontwikkeling Intrapsychische en psychodynamische innerlijke van de persoon (hoe we alles beleven en verwerken) Bv. behoeften, fantasieën, motivaties, angsten, verlangens, afweermechanismen, veerkracht, … niveau van de individuele psychologie Veel psychologische theorieën helpen ons inzicht in deze dimensie te krijgen: psychoanalyse, ontwikkelingspsychologie, behaviorisme, ontwikkelingspsychologie, hechtingstheorie, … We kunnen niet ‘niet communiceren’ Verbaal/non-verbaal Zwijgen heeft ook betekenis Regels en omgangspatronen Universeel of cultuurgebonden (vb.: boeren laten na het eten) Situationeel (vb.: badpak dragen op de Antwerpse Meir is niet ok) Interactie = communcatiepatronen en onderlinge beïnvloeding tussen mensen Verschillende betrokkenen in een relatie hebben allemaal een invloed op de wijze waarop ze met elkaar omgaan. Bv. Als hulpverlener bekijken we hoe betrokkenen met elkaar communiceren, in welke mate de relaties gelijkwaardig zijn tss bv. Broers en zussen, hoe de relatie is van een kind met vader, moeder, broers, … via hun communicatiepatronen Systeemtherapie: interactie en communicatiepatronen, zondebokmechanismen, coalities, hiërarchie, … Hoeksteen van contextuele benadering (Nagy). Het werken vanuit een contextuele benadering vraagt aandacht voor een kijk vanuit een meergeneratieperspectief. Het is de toevoeging in het kijken naar en werken met de menselijke relationele werkelijkheid. Naast feitelijke determinanten (dimensie 1), de subjectieve beleving van mensen (dimensie 2), en het complexe netwerk van relaties waarvan mensen deel uitmaken (dimensie 3) bestaan er krachtige relationele hefbomen, relationele motieven die het menselijke gedrag in beweging zetten. Nagy wilt duidelijk maken dat het (bekijken van) het handelen van mensen vanuit de eerste 3 dimensies aangevuld moet worden met een zeer doorslaggevende factor namelijk rechtvaardigheid. Rechtvaardigheid binnen relatie (deze overkoepelt de eerste 3) Contextuele hulpverlening houdt rekening mat factoren uit de eerste 3 dimensies maar de focus ligt op het creëren van rechtvaardigheid in de 4e dimensie. Rechtvaardigheid = de dialoog tussen mensen waarin gezamenlijk overeengekomen wordt welke realiteit van geven en nemen zij als rechtvaardig zien. Deze wordt beïnvloed door waarden en normen. (= ethiek in zijn klassieke betekenis -> goed en kwaad) Elke sociaal werker die vanuit contextuele gedachtengoed werkt zal een analyse maken van de 4 dimensies. Je zult de eerste 3 (feiten, psychologie en interacties, omgansnormen) verkennen in gesprekken. Deze 3 komen voornamelijk aan bod tijdens de intake en de onderzoeksfase. Nadat alles helder is kun je kijken welke gevolgen elke dimensie heeft voor de balans tussen geven e ontvangen in het leven van de CL = de rechtvaardiging De dimensies zijn met elkaar verbonden en de 4e overkoepelt als het ware de andere 3 en heeft er een invloed op, de 4e staat niet boven de andere 3! Het gaat om een zeker verwevenheid, de dimensies kunnen zich niet scheiden van elkaar omdat ze zich tegelijkertijd voordoen in de relationele werkelijkheid. Een interactie/interventie op de ene dimensie zal een effect hebben op de andere. (Interventie op dimensie 1 zal effect hebben op een ander dimensie) Hierdoor is elke interventie ook te bekijken vanuit de verschillende dimensies. Een balans tussen geven en ontvangen is zeer belangrijk. Er is echter ook aandacht voor het verleden van iemand, ofdat deze persoon meer of minder heeft moeten ontvangen/geven en dit heeft een invloed op het heden. H2 BEGRIPPENKADER VAN CONTEXTUEEL DENKEN Het woord context = dynamisch verband tussen een persoon en zijn belangrijke, betekenisvolle relaties over verschillende generaties heen. Een mens is fundamenteel relationeel: een mens is per definitie een relatie. Dit is omdat de relaties die mensen hebben zeer bepalend zijn voor wie ze zijn of zullen worden. Het begrip context = ieder mens is verweven in een netwerk van relaties, waarin gegeven ontvangen passende zorg het dynamische kenmerk is. De context omvat huidige, vroegere (ook overleden) en toekomstige relaties. De context omvat alle grootboeken van bilijkheid waarbij iemand betrokken is. Er wordt ook een onderscheid gemaakt tussen Gegeven relaties/existentiele relaties = gekregen relaties (bij geboorte), relaties verkregen van oorsprong (ouders, kinderen, familie), dit zijn vaak ongelijke (assymetrische relaties) vb ouder-kind -> Verworven relaties = gekozen relaties(later in het leven, doorheen het leven), gelijke relaties (symmetrisch) vb partner, vrienden, collega’s Relationele ethiek ligt in het gebied van relaties tussen mezelf en de ander. Ethiek in klassieke betekenis = goed en kwaad, waarden en normen die samenleven tussen de mensen. In de contextuele benadering val de ethisch relationele ethiek hier niet mee samen. Ethiek verwijst hier naar de waarde van en de behoefte aan rechtvaardigheid en bilijkheid in relaties. De relatie is rechtvaardig, betrouwbaar en fair wanneer men verantwoordelijkheid opneemt voor de consequenties van wat men doet en er een evenwicht is tussen geven en ontvangen.(balans) Geven, rekening houdend met wat de behoeften zijn van een ander en hetgeen haalbaar is voor jezelf, maar tegelijkertijd het geven van een ander kunnen ontvangen. Er wordt rekening gehouden met verschillen in verantwoordelijkheden (ouder-kind) en mogelijkheden (intelligentie, fysieke kracht). Diegene die in relatie staan tot elkaar weten tegelijkertijd wat fair en unfair is in hun onderlinge verhouding. (Enkel zij kunnen dit onderling uitmaken, dit gebeurt via dialoog) De hulpverlener moet ervan uitgaan dat de basis van elke relatie wordt gevormd doordat mensen aan elkaar geven en van elkaar ontvangen. We leren geven en ontvangen in de context waarin we opgroeien, ook leren we de balans tussen dit geven en ontvangen. Gezonde relaties -> vrij geven en ontvangen, zorgen voor elkaar. Wanneer mensen iets kunnen geven is dit waardevol. Het geeft het gevoel daj je iets te bieden hebt. Als je dit als kind mag doen doet dit je groeien in zelfvertrouwen. Een relatie is dus rechtvaardig als Verantwoordelijkheid opnemen voor de consequenties van wat men doet Balans aanwezig tusssen geven en nemen in de relatie De balans van geven en nemen/ontvangen (Deze speelt in elke relatie -> toevallig of intense relatie) Passend geven Wat wordt gegeven aan elkaar? Zorg = elke handeling die effect heeft in de relatie met anderen en tegemoetkomt aan wat de ander nodig heeft. Dit is niet een overweldigende zorg maar wel een passende zorg: een zorg die haalbaar is voor mezelf en passend bij de noden van de ander. Passende zorg wordt altijd bepaald in dialoog De rechtvaardigheid zit verweven in een gezonde balans tussen geven en nemen (deze dynamische balans = de dimensie van de relationele ethiek) Het kunnen ontvangen van andermans geven Rekening houden met verschillen in verantwoordelijkheden (ouders kinderen) Deze gezonde balans is redelijk dynamisch, er zijn periodes in ons leven waar we meer ontvangen -> denk aan jonge kinderen, in de meeste situaties krijgen jonge kinderen veel liefde van de ouders. De blauwdruk voor die balans van geven en nemen ontwikkelt zich in gezin waarin je opgroeit, In de gevende relaties, maar zet zich verder in de verworven relaties (intergenerationeel aspect) Grootboek tussen generaties Balans tussen geven en nemen is cruciaal = basis voor de balans tussen ons en anderen en tussen vorige, onze en volgende generaties. Ouders doen hun best voor kinderen Ouders geven gezien de omstandigheden van de mogelijkheden die ze hebben (afhankelijk van tijdsgeest, omstandigheden en omgeving) Geldt ook voor grootouders -> soms in staat te geven aan kleinkind wat aan kind niet kon Kinderen doen hun best voor hun ouders Kinderen van nature genereus Als ouders openstaan voor geven van kind, bouwen ze aan positief zelfbeeld van hun kind Als kinderen het goed doen, voelen ouders zich geslaagd en heeft dit betekenis aan hun leven bv kleuter die vol trots tekening cadeau doet vb diploma = ouders hebben gevoel dat opleiding geslaagd is Als ouders zorg nodig hebben geven de volwassen kinderen terug (passende hulp) Afhankelijk van de balans van het verleden verloopt dit soepel of complex (ook tussen andere broers en zussen) = trouw en betrouwbaar zijn, voor elkaar opkomen in een realtie, op basis van wederzijdse verdiensten en verplichtingen. Trouw en betrouwbaar zijn aan keuzes, mensen en principes (vb.: loyaal zijn aan familie, cultuur, land, …) Loyaal zijn = de ene verkiezen boven de andere Solidair of loyaal zijn aan een individu of groep (bv. Kuddegedrag, zoogdieren) We horen ergens bij en beschermd zijn tegen verstoting 3 partijen: Wijzelf Degene die gekozen wordt Degene die de voorkeur niet krijgt Existentiële loyaliteit (zijns-loyaliteit) primaire loyaliteit Via (biologische) geboorte levenslange verbondenheid tussen ouder-kind (bloedband, existentieel verbonden) Verantwoord ouderschap en zorg voor het kind (recht op liefde, opvoeding en verzorging) Loyaliteit tussen opvolgende generaties Gezamenlijk hebben van loyaliteitswortsels en het familiale erfgoed vormt een onvervangbare band tussen gezinsleden en familieleden door de generaties heen Stopt niet bij overlijden, fysieke of geografische scheiding, … ook als ouders/kinderen wederzijdse verantwoordelijkheden niet opnemen Deze band is bepalend voor het aangaan van andere relaties buiten het gezin Kind ontvangt erfgoed van ouders. Men krijgt niet alleen erfenis maar tegelijk de opdracht, er wordt van kind verwacht dat het iets met zijn erfenis gaat doen (behouden of veranderen) Legaat = Hier staat dus dat men iets met deze erfenis doet, wat een bijdrage levert aan de kwaliteit van het bestaan. Het is een opdracht (passend aan je mogelijkheden) die iets hoopvols inhoudt: uitzoeken wat bijdraagt aan de kwaliteit van het eigen leven en ten goed komt van het nageslacht en de gevolgen van de geërfde lasten helpen minderen. Delegaat = niet voldoen aan de verwachtingen die opgelegd worden zonder rekening te houden met de belangen van het kind of de toekomstige generaties. Erfgoed: Stimuleren: steun en vertouwen aanwezig zijn, er is toestemming om de erfenis te veranderen naar wat nodig/passend is. De verlangens van ouders aanpassen aan de reële mogelijkheden en interesses van het kind. Er is dus een eigen keuze. (Bij stimuleren is er vaker legaat) Blokkeren: wanneer de verwachtingen t.a.v. het kind te hoog of te laag zijn, de kwetsuren van de ouders uit het verleden nog aanwezig zijn of er schuldgevoel is bij de kinderen. Er is geen eigen keuze, kind is verplicht om ouders te volgen en mag dus niet erfgoed aanpassen aan zichzelf of omstandigheden. (Bij blokkeren is er vaker sprake van delegaat) Immaterieel erfgoed: gewoontes, tradities, verwachtingen, waarden en normen, … Verworven loyaliteit Verdienen van loyaliteit door zorg en inspanning Is een vorm van verticale loylaiteit die naast de existentiëke loyaliteit kan bestaan Vb.: plusmama, pleegouder, adoptieouder, die ouderlijke verantwoordelijkheden opnemen en zo verdiensten verwerven Verticale loyaliteit: Tussen verschillende generaties (ouder-kind) Ongelijk en asymetrisch Kind is meer gerechtigd om te krijgen (nemen) in de balans Onverbreekbaar (‘ex’ouders bestaan niet) Horizontale loyaliteit: Loyaliteit in gekozen relaties (vb.: partners, vrienden, collega’s) Gelijk of symmetrisch Beide partijen dragen evenveel verantwoordelijkheid in de balans van geven en nemen Verbreekbaar Diagonale loyaliteit Verticale loyaliteit door gemeenschappelijke ouders (dezelfde bloedband) Horizontale loyaliteit: keuze in hun band Splitsing loyaliteit: pleegzorg/adoptie/plusouders Existentiële loyaliteit: biologische ouders Verworven loyaliteit: pleegouders, adoptieouders, plusouders Deze zijn een deel van het leven, ze zijn ermee verbonden. Hoe ouder je wordt, hoe meer relaties, hoe meer loyaliteit en dus keuzes die je moet maken. (Keuzes tussen personen met wie je loyaliteitsband hebt, dilemma’s of conflicten in loyaliteit) Gespleten loyaliteit Kind is van nature loyaal aan beide ouders (en hun legaat). Gespleten loyaliteit kan voorkomen wanneer er bij een verticale loyaliteit 1 van de ouders het kind belemmert om loyaal te zijn aan de andere ouder. Het kind wordt gedwongen om te kiezen. Kind kan kiezen voor 1 ouder, blijft loyaal aan 1 maar ‘verraadt’ dan de andere, hij wordt er deloyaal aan. Dit is vaak door een situatie van wantrouwen en minachting tussen beide ouders(vb echtscheiding). Indien het kind kiest voor 1vd ouders ontwikkelt het een schuldgevoel tov de andere, het kind kan proberen het probleem te negeren maar dan ontstaat er iets genaamd onzichtbare loyaliteit. Probeert het kind eindeloos om zorg te geven aan beide ouders dan zal dit ten koste gaan van de eigen ontwikkeling. Onzichtbare of indirecte loyaliteit Vb wanneer ouders tekort gedaan hebben, willen kinderen helemaal niet op hen lijken. Vanuit de angst om op dezelfde manier te handelen ontkennen ze elke overeenkomst. Hierdoor ontkennen ze ook een deel van zichzelf dit kan als gevolg hebben dat ze de groei van hun eigen persoonlijkheid belemmeren. Dit kan schade veroorzaken en betrokkenheid belemmeren in horizontale relatie bv partner, vrienden, … hier spreken we van roulerende rekening. Deze onzichtbare loyaliteit kan zich uitten in onzichtbare of indirecte trouw aan hun familie. Vb geen band kunnen/willen maken met pleegouders -> als ik niet bij mijn ouders hoor, hoor ik bij niemand. Dit gedrag uit zich in onverschilligheid en vermijding. Overloyaal zijn Dit is wanneer er op een zichtbare wijze de kinderen te beschikbaar blijven voor de ouders, ten koste van de kwaliteit van het beschikbaar zijn in horizontale relaties en ontplooiing van eigen persoonlijkheid. Het kind zal altijd zijn ouders op de eerste plaats zetten, met zijn eigen gezin meegerekend, omdat het kind zich gedwongen voelt zijn leven op te geven voor de ouders. Bij parentificatie is er sprake van een verstoord evenwicht tussen geven en nemen van kinderen. Parentificatie is een proces, het gebeurd door zowel invloeden van buitenaf als binnenin. Dit evenwicht wordt verbroken wanneer het kind de rol van ouder wordt toebedeeld en deze ook aanvaard. (Kind neemt de rol van ouder op en ouder stapt (tijdelijk) uit de ouderrol) Als deze rol niet past bij de leeftijd en de vermogens van het kind (passend geven van het kind) leidt dit tot de beperking van eigen ontwikkelingskansen. Indien dit beperkt is in tijd en het kind erkenning krijgt voor zijn geven dan kan dit juist positief zijn voor de ontwikkeling, het kind leert namelijk omgaan met verantwoordelijkheid. De drijfveer voor parentificatie is het voortbestaan als gezin, het kind zal spontaan de plek van ouder innemen als dit ervoor zorgt dat het gezin blijft bestaan. Zorg door het kind kan op verschillende manier uitten: verzorgen, troosten, taken overnemen of juist stout en kinderlijk gedrag stellen. Actieve parentificatie o Hierbij wordt aan het kind gevraagd (of wil het dat zelf) om zich volwassener te gedragen dan het is. Hierdoor wordt de normale ontwikkeling van het kind ‘doorbroken’. Het kind krijgt de rol van mede-ouder, de zorg voor het gezin en het huishouden, partner of ouder van de ouder (psychologische steun). Onduidelijke afgrenzing tussen ouder en kind. De oorzaak is vaak overbelasting of uitputting van de ouder. Reeds zeer vroeg hebbende kinderen een gevoeligheid ontwikkeld om zich in te leven in de ouders en hun moeilijke situatie tegemoet te komen door de last te verminderen. (Vaak hebben de ouders zelf een tekort aan ouderlijke zorg gehad) Er is een onduidelijke afgrenzing tussen ouder en kind Passieve parentificatie Hierbij wordt gevraagd aan het kind om zich jonger en passiever te gedragen dan het is. Hierdoor ‘stagneert’ de eigen ontwikkeling. De ouders zijn vaak ‘bezitterig en overbeschermend’ dit kan leiden tot een verstoorde persoonlijkheidsontwikkeling van het kind = het klein houden van het kind. Dit gebeurt vaak bij de jongste in het gezin, een nakomertje of een enig kind. Wanneer bijna alle kinderen het huis uitgaan zal het overblijvende kind zijn autonomie uitstellen en afhankelijk blijven van de ouders om hen niet met hun promblemen en leegte te confronteren. De ouders maken het ook ‘extra’ moeilijk voor de kinderen om uit het huis te gaan -> bv materiële en andere verwenning, toegefelijkheid, huis als hotel zonder bijdrage. Door klein te blijven voldoet kind aan behoefte ouder -> zorgen voor kind is belangrijkste zingeving. Uit angst hebben ze moeite hun kind los te laten. Perfecte kind Hierbij krijgt het kind de rol opgelegd van volmaakte volwassene, hierdoor leeft het in sterke spanning om alles goed te doen. Ze zijn zeer gevoelig voor de verwachtingen van de ouders. Deze kinderen worden de wereld in gestuurd maar nemen wel een ouderlijke opdracht met zich mee, ze moeten zich houden aan de opdracht die hun ouders hebben gegeven (zij die hen uitsturen). Perfecte kinderen zijn in de ogen van hun ouders geslaagde kinderen. Alle inspanningen (van zowel kind als ouder) zijn erop gericht de ouders het gevoel te geven dat ze geslaagde ouders zijn. Vaak hebben de ouders als kind zelf deze rol aangenomen, hiervoor geen of onvoldoende erkennnig gekregen en dit ‘doorgerekend’ aan hun kinderen. De ouders zetten deze verwachtingen ook op bij hun kinderen zodat de via de kleinkinderen de grootouders erkennen hoeveel moeite ze hebben gedaan. Indien een kind niet aan de verwachtingen voldoet -> zondebok Zondebok Hierbij krijgt het kind van alle problemen thuis de schuld, hij wordt op een oneerlijke manier verplicht verantwoordelijkheid op te nemen voor de tekortkomingen van anderen. Het geven van dit kind wordt niet gezien/erkend. Beiden nemen de zorg voor het gezin op zich door de schuld op zich te nemen, het kind offert zich op en wordt geofferd ten voordele van het gezin. Beide vermijden dat ouders spanningen tussen elkaar moeten onder ogen zien en het gedrag van het kind wordt als oorzaak gezien. Kind krijgt geen erkenning maar wordt als last gezien, het helpende wordt afgestraft. De interactie tussen ouder en kind kan wisselen volgens levensfasen (vb puberteit) Soorten parentificatie kunnen zich afwisselen (vb van perfecte kind naar zondebok) Combinatie van parentificatie treedt op als verschillende leden van het gezin op een andere manier appél doen op het kind (vb beide ouders, grootouders,…) Parentificatie kan doorgegeven worden van generatie op generatie Opmerken van vormen van parentificatie en impact in kaart brengen (sommige moeilijker te herkennen vb zondebok) Zorg overnemen is niet altijd de beste oplossing, het kind kan dit dan verborgen geven uit loyaliteit Sociale omgeving die parentificatie opmerkt en zorg (deels) overneemt kan steun bieden aan het kind of de sociale omgeving kan een rustpunt bieden waar het kind kan zijn Als ouders andere hulp(bronnen) toelaten kan dit geruststellend zijn voor het kind Destructieve parentificatie = bron voor psychologische problemen: erkennnig, inzicht en veerkracht bieden. Actieve parentificatie ‘zorgende kinderen’ -> hulpverleners Passieve parentificatie ‘kind dat moet blijven’ -> creativiteit Perfect kind -> plannen, dingen volhouden en langetermijndoelen stellen Zondebok/zwart schaap -> kan tegen een stootje Ieder mens heeft recht op gerechtvaardigde zorg als hij op de wereld komt Soorten onrecht? (Zie 4.1 voor extra uitleg) Verdelend (of toedelend) vb ziekte, overlijden, natuurramp, … Vergeldend vb verkrachting, mishandeling Maatschappelijk onrecht (in en door de samenleving) vb armoede, discriminatie, toegang gezondheidszorg Binnen of buiten gezin? Onrecht van buitenaf Reactie ouders: terugtrekken of net nabijheid en troost zoeken Reactie kind: best doen om niet tot last te zijn of net aandacht door moeilijk gedrag te stellen Onrecht binnen het gezin Tekorten uit verleden, frustraties in partnerschap of werk worden soms op de kinderen afgereageerd Seksueel misbruik, emotionele of fysieke verwaarlozing, getuige zijn van partnergeweld Parentificatie: kinderen kunnen later gevoel hebben dat hun kindertijd ontnomen werd Onrecht = als kind was er geen liefde, erkenning, verzorging -> kind is gerechtigd om verongelijkt te zijn Kind zal opzoek gaan naar herstel of invulling van die tekorten, in de 1e plaats bij de ouders zelf Wanneer de ouders de verantwoordelijkheid om rechtvaardig te handelen niet (kunnen) opnemen bestaat de kans dat het kind compensatie zoekt bij onschuldige derden (vb eigen kind of partner) = niet hersteld onrecht (destructief gerechtigde aanspraak of destructief recht -> kind heeft ‘recht’ op wat hij tekort kwam) Onrecht wordt een drijfveer, recht halen/compenseren, maar niet bij diegene die het veroorzaakt heeft. Vb vader dreigt regelmatig met geweld tegenover zijn kinderen en partner. In zijn ogen stelt deze dreigende houding niets voor in vergelijking met de slagen die hij zelf in zijn kindertijd heeft geïncasseerd. De roulerende rekening -> kind geeft de rekening van onrecht door, hierdoor ontstaat er nieuw onrecht bij de volgende generatie (eigen kind/kleinkinderen) Waar mensen onrecht is aangedaan in verleden, waar ze tekort gedaan zijn. In ieder mens vindt onbewust een proces plaats van bijhouden wat er gegeven en ontvangen wordt. Hierin moet een zeker balans zijn (boekhouding/weegschaal) Verwerven destructief recht/destructief gerechtigde aanspraak Blijven thuisclub gerechtigd om te ontvangen wat ze gemist hebben of in onrecht erkend te worden. Bij onvoldoende hulpbronnen -> destructief recht omzetten in destructieve actie t.a.v. onschuldige derden, hierdoor veroorzaken ze nieuw onrecht Kinderen bij uitstek geschikt zijn om roulerende rekening te vereffenen omwille van verregaande bereidheid om in relatie met ouder te investeren. Kind geeft rekening van onrecht door, hierdoor ontstaat nieuw onrecht bij de volgende generatie Destructief gerechtigde aanspraak ontstaat wanneer Iemand onrecht wordt aangedaan (verdelend of vergeldend) Iemand niet ontvang waar hij recht op heeft Iemand wiens geven stelselmatig wordt miskend Iemand die niet de kans krijgt om te geven Iemand teveel had zonder daar iets voor terug te krijgen Iedereen is in meerdere of mindere mate destructief gerechtigd. Mensen hebben recht om boos, verdrietig, … te zijn omdat ze niet hebben ontvangen waar ze recht op hebben. Dit houdt dus in dat het recht blijft bestaan om te ontvangen wat niet geven is. Dit is een intrinsiek recht, dit is evenredig met de mate waarin volgende factoren zich opstapelen Kind krijgt geen adequate zorg Behoeften van kind aan vertrouwen, toewijding en liefdes worden uitgebuit Kind ontvangt wantrouwen, oneerlijkheid en misleiding in ruil voor zijn vertrouwen en toewijding Het kind krijt uiteindelijk de schuld van het mislukken van relaties van volwassenen Op wie neemt men wraak? Door vergelding creëert men zelf nieuw onrecht, destructie ten opzichte van anderen en zichzelf. De blinde vlek ten aanzien van eigen aandeel maakt dat men zich opnieuw slachtoffer voelt en nieuwe bewijzen zoekt voor de onbetrouwbare wereld. Dit heeft een geldig en ongeldig component. Geldig component heeft zijn wortels in het verleden en verschaft het recht tot compensatie van het onrecht Het ongeldige component is het gebrek aan rechtaardigheid en het nemen van wraak op onschuldige derden. Men mist de kans om vertrouwen te winnen Uit bescherming voor de veroorzaker van het onrecht (vaak de ouders) zal men de rekening aan het onjuiste adres met name de derden (-> horizontale of verticale relaties), de maatschappij of zichzelf presenteren. Destructief recht kan niet verminderen of verdwijnen, men kan wel de keuze maken er niet langer op te leunen. De cirkel (van roulerende rekening) doorbreken -> Destructief recht omzetten in constructief gedrag Veerkrachtig zijn: Vermogen om zich aan te passen aan stress en tegenslag en er zelfs sterker uit te komen Blinde vlek van destructief recht blootleggen Onrecht erkennen Ruimte creëren om verdriet van slachtoffer-zijn te uiten Balans geven en ontvangen uitklaren en benoemen (bewustwording) Hulpbronnen aanspreken Dialoog aangaan (wederkerige behartiging van belangen) Consequenties van gedrag op derden erkennen Afstand doen van recht op compensatie Naar de toekomst kijken ipv in het verleden blijven hangen (eerst erkennnig nodig) Er komt energie vrij die vorm geeft aan eigen leven (een zekere lichtheid – maken van eigen keuzes) = door op te geven (op een passende wijze) men gerechtigde aanspraak verwerft, merkt namen het recht op erkenning en zorg van de ander. Dit is de verdienste die men verworven geeft in een relatie door zorge en aandacht te geven aan een ander en zijn verantwoordelijkheden is nagekomen. Het doet er niet echt toe of degene naar wie de zorg gericht is deze waardeert/erkend, het nakomen van verplichtingen opzelf is al een verdienste. Het effect hiervan is het verwerven van persoonlijke vrijheid: de vrijheid om te mogen kiezen. Gerechtigde aanspraak is de brug tussen winst voor zichzelf en het bieden van passende zorg aan de ander, dit is een Enrique synthese uit dialectiek van egoïsme en altruïsme. Een hulpbron is iemand die vanuit de context van de client in wie de client vertrouwen heeft. Een hulpbron kan een belangrijke bron van Erkenning zijn. Alles wat helpend is, was, kan en kon zijn in relaties tussen mensen of situaties. Dit vertaald zich in momenten van inzet, betrouwbaarheid en verbondenheid. Op deze wijze worden balansen van geven en ontvangen in beweging gebracht. Restanten van betroiuwbaarheid worden geactualiseerd. Achter de breuken liggen onvermoede, doch wezenlijke hulpbronnen. Ook de hulpverlener is een, zij het tijdelijke, hulpbron. Het is de taak van de hulpverlener om de hulpbronnen in de context van de cliënt te ontdekken en te mobiliseren. Dialoog of tweespraak in het Grieks is niet gelijk aan monoloog of alleenspraak. De ander kan ons helpen om datgene wat in ons hoofd zit te verwoorden en daardoor dichter bij onze eigen gevoelens te komen of juist andere - innerlijke dialoog. Wanneer de ander dialoog toestaat is er sprake van wederkerige dialoog De opstelling van de ander is van groot belang Ook de ander draagt de ergernis van zijn vroegere relaties met bijbehorend (coping)gedrag Inzicht in het verleden van een ander geeft ook inzicht in ons eigen lot. En kan het een en ander kaderen. De focus ligt dan minder op de fouten en ook op de eventuele verzachtende omstandigheden o = ontschuldiging (niet hetzelfde als vergeving) vanuit erkennnig en gelijkwaardigheid o = opnemen van verantwoordelijkheid voor eigen acties en fouten Dialoog is de ontmoeting met de ander binnen een relatie, het gaat om billijke, wederkerige belangenbehartiging, waaruit zelfafbakening (het besef dat je terecht voor je eigen belangen kan opkomen zonder hierdoor de belangen van anderen te negeren, dit is de eerste fase in het proces van dialoog. 2 of meer mensen helpen elkaar) en zelfrevalidatie (de existentiële waarde van het zelf, ontstaat door in een relatie passend te geven, iemands vermogen om lkrediet te verwerven voor relationele integriteit ipv macht, prestige of eigendunk. 2e fase) ontstaan. In de ontmoeting met de ander ligt de genezing. H3 CONTEXTUELE HULPVERLENING = hulpverlening gebaseerd op het feit dat bilijk rekening houden met iemands relationele verplichtingen kan leiden tot persoonlijke vrijheid om keuzes te maken. De contextuele hulpverlening focust zich op opnieuw investeren in een relatie door de betrokken partijen, om zo het vertrouwen in de relatie te vergroten, door zorg en gepaste verantwoordelijkheid op te nemen. In verticale relatie (ouder-kind) leidt dit, ongeacht of de ouders dit beantwoorden tot volwassenheid tov de ouders. In horizontale relatie , indien beantwoord, tot een verbeterde relatie. Indien niet beantwoord tot de vrijheid om tot scheiding te besluiten. Dit is een model dat zich richt op het individu en relaties: Geschikt voorprobleemsituaties in gezinnen/families en verstoringen in relaties in het algemeen Problemen worden niet los gezien van de context waarbinnen ze zijn ontstaan en van wat generaties lang is doorgegeven Zowel het gezin en/of andere mensen uit de context van de cliënt kunnen worden betrokken Creëren van dialoog tussen familieleden en balans van geven en ontvangen terug in beweging krijgen Iedereen die in het hulpverleningsproces betrokken wordt, krijgt aandacht Principe van gereedschapskist (7delen) Meerzijdige partijdigheid: wordt iedereen gezien? Hulpverlening is gericht op de belangen van alle betrokkenen (ouders, partners, kinderen, toekomstige generatie, afwezigen). De hulpverlening is niet neutraal of bemiddelend maar afwisselen partijdig, het gaat over meer dan alles kunnen begrijpen (in al zijn aspecten). Er is ruimte voor elk individueel verhaal en het verhaal achter het verhaal. Mensen voelen zich gezien. Vanuit ethische overwegingen (4 ethische overwegingen om deze aanpak te verantwoorden) Interventies hulpverlening hebben een impact op meedere betrokken partijen (ook zij die afwezig zijn) bv afgrenzen Mensen zijn hoe dan ook loyaal tov familieleden -> mag niet tegen loyaliteit ingaan vb nee leren zeggen vs deloyaliteit Mensen dragen op hun manier zorg voor hun familiemleden -> voordeel van de twijfel. (Slechte opvoeding -> ouders krijgen voordeel van de twijfel) Wat ‘passend’ is wordt vastgesteld in dialoog tussen betrokkenen, context en belangen van ruimere omgeving (niet de hulpverlener die bepaalt of oordelen velt) Meerzijdige partijdigheid is gericht op herstellen van de dialoog want volgens Nagy ligt genezing in de dialoog. Iedereen wordt gestimuleerd om verantwoordelijkheid op te nemen. Dit is een aan te leren vaardigheden en bewust zijn van eigen waarden en normenkader als hulpverlener -> eigen geschiedenis, …. Erkenning Betekenis hebben en graag gezien worden is meer dan uitdrukken van waardering of complimenten geven. De andere echt zien in al zijn facetten (vb relatie, ouderschap, hobby’s, werk, talenten, onrecht, mentale en fysieke pijn) Gezien worden en erkenning krijgen voor het geven. Als ouders trots zijn en steun geven, krijgen kinderen vleugels. Kinderen schenken veel vertrouwen aan hun ouders: Dat de ouder weet wat goed is en dat de ouder hiernaar zal handelen. Ook volwassen kinderen hebben nood aan bevestiging. Ons zelfwaardegevoel ontstaat door de kijk en het oordeel van anderen, ouders hebben hierbij een bijzonder plaats! Voorbeeld: beroemdheden gaan op zoek naar (anonieme) aandacht van anderen Onderdelen van erkenning Erkenning voor het resultaat (complimenten) Erkenning voor het proces: we zien wat ervoor werd gedaan Erkenning voor de reden van het geven: waarom er werd gegeven Bv. toegefelijke ter compensatie van strenge ouder Erkenning vraag ook oog voor het onrecht uit het verleden Bv. spijt betuigen voor onrecht uit het verleden geeft erkenning over de last en de opgelopen schade Erkennen van schuld bij de ander: (1) iemand de schuld geven of (2) fouten minimaliseren Bv. schuld moet ook erkend en benoemd worden zodat de andere de schuld kan aflossen en bevrijd kan worden van schuld (ook in de hulpverlening) Zowel erkenning voor wat iemand aan onrecht overkwam als voor wat iemand probeert om helpend in verbinding te staan(Erkenning voor geleden onrecht en erkenning voor inspanningen tot zorg). De hulpverlener streeft ernaar om dit geven van erkenning in relatie op gang te brengen. Door onrecht te benoemen maak je het zichtbaar (zichtbaar maken -> zorgt voor in beweging brengen van geblokkeerde balans. Doel = helpen om vrijheid in relaties te verwerven om van het leven te genieten). Zorg die gezien wordt draagt bij aan een positief gevoel van eigenwaarde. De primaire focus ligt op het aandacht geven aan datgene waar de client behoefte aan heeft (meestal zien van onrecht), maar de grootste verandering kan groeien wanneer de hulpverlening kan stilstaan bij het geven van erkenning voor het geven, omdat daar het meeste perspectief ligt (toekomstgericht) Relationele hulpbronnen Getuigenissen van mensen die het lijden gezien hebben -> steunende en aanvullende kijk. Broers/zussen, grootouders, buren, vrienden, …. Hulpverlener is slechte een tijdelijke hulpbron. (Interventie techniek = genogram Verbindende taal: spreken kan verbinden of scheiden Hulpverlener gaat op een verbindende manier in gesprek met de cliënt vb bij opmaak genogram. Het doel is goede zorg in de betekenisvolle relaties van de client activeren, dit met aandacht voor meerzijdige partijdigheid. Zorg dat niemand zich deloyaal moet opstallen -> laat kinderen geen partij kiezen. Timing en moratorium: het juiste moment De grootste uitdaging voor de hulpverlener is geduld: leren verdragen dat dingen tijd nodig zullen hebben. Dikwijls moeten er zaken verwerkt worden of geaccepteerd worden vooraleer men tot actie (vb dialoog) kan overgaan (tijd nemen voor proces) = moratorium. Hulpverlener en cliënt zoeken samen naar wat de client nodig heeft. Hernieuwd contact wordt voorbereid zodat de cliënt vanuit een ‘volwassen positie’ kan spreken. Mogelijkheid tot mislukke van contact wordt besproken en voorbereid. Hulpverlener moet ook respect hebben voor de keuze van de client om geen verbinding te maken. De verwachting van actie Doel = mensen en hun relationele balans is beweging brengen. Hulpverlener zal verwachten dat de client actie onderneemt en verantwoordelijkheid opneemt vb als ouder. Dit noemt men de voorwaardelijke empathie van de hulpverlener. Actie op het juiste moment -> als beide partijen er klaar voor zijn. Andere vormen Genogram (familierelaties in kaart brengen), ecogram (potentiële hulpbronnen in kaart brengen), 5 dimensionale duplomethodiek (brengt de dynamiek tussen generaties in beeld dmv duplofiguren) H4 MEERWAARDE VAN HET CONTEXTUEEL WERKEN Meerwaarde voor de hulpvrager en het hulpverleningsproces Blootleggen van hulpbronnen (via eco- en genogram) Zowel in persoonlijke leefomgeving van de client als de professionele hulpbronnen bij dienst- en hulpverleningsorganisaties Erkenning krijgen van je naaste is betekenisvoller dan erkenning krijgen van hulpverlener. Het is de hulpverlener die deze erkenning faciliteert. Vb 18jarige zoon neemt zorg van ouder over -> wanneer de ouder zijn appreciatie uit heeft dit meer effect dan wanneer de hulpverlener dit doet. De client wordt aangemoedigd om actie te ondernemen -> wens om destructieve elementen om te buigen, wens voor volgende generatie ‘het beter willen doen dan mijn ouders’. Dit is niet altijd even makkelijk denk aan roulerende rekening. Het is moeilijker dan gedacht om deze ‘gewoonten/familie tradities’ te doorbreken. Meerwaarde voor de hulpverlener Het hoofdzakelijke doel voor Nagy is ‘mensen in staat stellen om een bevredigend constructief leven met anderen te leiden en hun nakomelingen toe te staan hetzelfde te ervaren, met ook op de overlevingskansen van het nageslacht’. Hetgeen wel goed gaat -> de krachten worden in kaart gebracht en in de schijnwerpers gezet. (Vb multiproblemengezin) Ombuigen van destructieve elementen? Toepasbare methode? Oplossing gericht ipv probleemgericht : zoeken naar positieve krachten Kleine(re) realiseerbare doelen vooropstellen H5 DOELEN VAN CONTEXTUELE HULPVERLENING Het doel van contextuele hulpverlening is het nastreven van een meer persoonlijke vrijheid en autonomie dmv (het herstel van) verbondenheid. Daarbij richt de hulpverlener zich niet in de eerste plaats op het symptoomgedrag, maar deze is gericht op meer diepgaande verandering zoals Het opbouwen van relationeel vertrouwen dmv een open dialoog Het werken aan een evenwichtige balans van geven en ontvangen Het leren verantwoordelijk te zijn voor zelf en anderen In de praktijk betekend dit dat de hulpverlener (waar mogelijk en waar wenselijk) samen de blik zal richten op wat de cliënt gevormd heeft en wat hij daaruit meeneemt zowel ‘positieve erfenis’ waarmee hij verder kan bouwen als ‘negatieve erfenis’. Bij deze negatieve is het belangrijk dat de client onder ogen durft te zien wat er (vaak onbedoeld) mis is gegaan en welke effecten dit heeft/had. Door een soort ‘inventaris’ op te maken van goed en slecht kan de cliënt bewust besluiten hoe hij daar mee wilt omgaan en wat nodig is om verder te groeien. Dit kan leiden tot Meer persoonlijke vrijheid Meer autonomie Grotere verbondenheid