Bewegingsapparaat Spier & Bot MK lj1 Module 5 24-25 PDF

Document Details

CourtlyBrazilNutTree7358

Uploaded by CourtlyBrazilNutTree7358

Open University of the Netherlands

Tags

anatomy human body skeletal system biology

Summary

This document provides an overview of the skeletal and muscular systems. It covers various topics such as types of bones, functions, and connections within the body. This information is ideal for students studying biology and human anatomy in secondary school.

Full Transcript

HET BEWEGINGSAPPARA A T Skelet + Spieren DOEL NA DEZE LES KUNNEN JULLIE: De functies van het skelet opnoemen Verschillende beenderen herkennen Én verschillende gewrichten herkennen FUNCTIES VAN HET SKELET  Ondersteuning: de botten bieden steun...

HET BEWEGINGSAPPARA A T Skelet + Spieren DOEL NA DEZE LES KUNNEN JULLIE: De functies van het skelet opnoemen Verschillende beenderen herkennen Én verschillende gewrichten herkennen FUNCTIES VAN HET SKELET  Ondersteuning: de botten bieden steun aan het hele lichaam.​  Bescherming: Bescherming van inwendige organen.  Aanhechting: Het skelet vormt de aanhechtingsplaats voor spieren  Beweging: bewegen mogelijk maken door botten, botverbindingen, en samentrekkingen van spieren.  Vorming bloedcellen in het rode beenmerg.​  Opslag van calcium SOORTEN BEENDEREN PIJPBEENDEREN OPBOUW PIJPBEENDEREN Epifyse/Uiteinde bot Diafyse/Lang gedeelte bot Mergholte Periost/Beenvlies Compact botweefsel Spongiosa PIJPBEENDEREN Voorbeelden: Opperarmbeen (humerus) Ellepijp (ulna) Spaakbeen (radius) Dijbeen (femur) PL ATTE BEENDEREN Voorbeelden: Schedel(beenderen) (cranium) Schouderbladen (scapula) Heupbeenderen Ribben Borstbeen (sternum) ONREGELMATIGE BEENDEREN Voorbeelden: Bovenkaak (maxilla) Onderkaak (mandibula) Gebitselementen Wervels Pak pen/potloden en papier We gaan de doorsnede van een pijpbeen tekenen BOTVERBINDINGEN Naadverbinding Bindweefselverbinding Kraakbeenverbinding Gewrichtsverbinding Geef per begrip een voorbeeld SUTUREN (NA ADVERBINDINGEN) SUTUREN SYNDESMOSE ( B I N D W E E FS E LV E R B I N D I N G ) Botten die met elkaar verbonden zijn door een stevig netwerk van collagene vezels en elastische vezels. Beweging tussen beide botten is vrijwel onmogelijk. Stevige en stabiele verbinding SYNCHONDROSE (KRA AKBEENVERBINDING) Hierbij zit er kraakbeen tussen de botten. Is drukvast en enigszins vervormbaar, maar niet beweeglijk. Voorbeelden Verbinding tussen ribben en borstbeen (sternum) Verbinding tussen schaambeenderen (symfyse) GEWRICHTSVERBINDING Een botverbinding die een grote beweeglijkheid tussen de botten mogelijk maakt. De twee op elkaar aansluitende botten maken deel uit van het gewricht. (gewrichtsvlakken). Vaak is er 1 gewrichtsvlak hol, en 1 gewrichtsvlak bol. Een ‘kop’ en een ‘kom’. VERSCHILLEND E GEWRICHTEN OPDRACHT GA BIJ JEZELF ZOEK NAAR 5 MIN NADENKEN + WELKE SOORTEN OPSCHRIJVEN GEWRICHTEN ER ZIJN, GEEF VAN ELK EEN VOORBEELD! VERSCHILLENDE GEWRICHTEN Scharniergewricht Rolgewricht Strafgewricht Zadelgewricht Kogelgewricht Ellipsgewricht Vlakgewricht SCHARNIERGEWRICHT ROLGEWRICHT Voorbeeld:  Spaakbeen/ radius  en ellepijp/Ulna STRAF GEWRICHT ZADELGEWRICHT Bijvoorbeeld: Gewricht aan de basis van de duim.  Enkelgewricht KOGELGEWRICHT Voorbeeld: Heup schouder E L L IP S VOR M IG GE W R IC H T ( E I - GE W R IC H T ) Het ene botuiteinde heeft de vorm van een liggend ei, de kom lijkt op een ovaal eierdopje. Het gewricht maakt bewegingen in 2 assen mogelijk. VLAK GEWRICHT Beide botten hebben vlakke gewrichtsvlakken. In dit gewricht zijn enige schuifbewegingen mogelijk. voorbeeld: gewricht tussen de handwortelbeentjes; Even opfrissen van de opbouw van het bot BOT VL IE S / B E E N VL IE S = periost Alle botten zijn bedekt met botvlies. Het is een taai vlies van straf bindweefsel Functie: voorziet het bot van bloed door middel van aanvoerende en afvoerende bloedvaten OP BOU W BOT C OM PAC T BOT W E E FS E L = Substantia compacta Tegen het periost aan ligt een laag compact botweefsel Is vrij massief weefsel, de botbuisjes liggen dicht tegen elkaar aan OP BOU W BOT S P ON S AC H T IG BOT W E E FS E L = substantia spongiosa Ziet eruit als een soort spons De beenbalkjes worden van elkaar gescheiden door holten. In deze holten zit rood beenmerg Hierin worden continu nieuw bloedcellen gevormd Ga opzoek naar onderstaande woorden OSTEOBL ASTEN & OSTEOCL ASTEN  Osteoblasten Cellen die bot opbouwen Maken deeltjes van het botmatrix  Osteoclasten Zorgen voor de afbraak van bot; ze scheiden zure en eiwit oplossende enzymen uit Deze enzymen lossen de botmatrix op Als de matrix oplost -> calciumzouten kunnen naar het bloed stromen. Is belangrijk voor het op peil houden van calciumgehalte in bloed VERGROEIINGEN  WAT ZIE JE HIER?  WAT IS NORMAAL? NORMAAL SCOLIOSE LORDOSE KYFOSE DOEL BEHA ALD? De functies van het skelet opnoemen? Verschillende beenderen herkennen? Én verschillende gewrichten herkennen? VANDA AG SKELET + SPIER = STERK DOEL NA DEZE LES KUNNEN JULLIE: De functies van spieren opnoemen Verschillende bewegingen nadoen En vertellen hoe een spier aan een skelet vastzit SKELETSPIEREN SKELETSPIEREN SOORTEN SPIERWEEFSEL Glad spierweefsel Skeletspierweefsel Hartspierweefsel OPBOUW VAN EEN SKELETSPIER Spier met fascie Spierbundels Spiervezels myofibrillen Pees Pak pen/potloden en papier We gaan de opbouw van de spier tekenen 1.veroorzaken van beweging, zowel buiten als binnenin het lichaam 2.Het geeft vorm aan het lichaam en behoud dat door zich voortdurend aan te passen aan de omgeving TA AK VAN DE SPIEREN 3. De spieren stabiliseren de gewrichten 4. de spieren leveren de warmte voor het lichaam BURSA = SLIJMBEURS BEWEGINGEN Flexie Extensie Adductie Abductie Endorotat Exorotati Pronatie Supinatie ie e Oppositie Protractie Retractie Oefening bewegingen BEWEGINGEN Anteflexie Voorwaarts heffen Retroflexie Achterwaarts heffen Endorotatie Naar binnen draaien Exorotatie Naar buiten draaien Abductie Zijwaarts heffen Adductie Armzijwaarts naar beneden bewegen Flexie buigen Extensie strekken VOORBEELD Pronatie: naar binnen draaien, Draaien van de onderarm, waarbij de handpalm naar beneden draait. (Proosten!) Supinatie:Het draaien van de onderarm, waarbij de handpalm naar boven draait.(Soep eten!) Oppositie; bewegelijke duim tov andere vingers Protractie: beweging van de schouderblad naar voren Retractie: bewegen van het schouderblad naar achteren S Y N E R GIS T E N (V E R S T E R K E N E L KA AR S W E R K IN G) ANTAGONISTE N DE A ANSTURING Hoe worden onze spieren aangestuurd? 5 min bedenktijd HERSENZENUWE N 3 1 PA A R RUGGENMERGSZENUWE N MOTORISCHE SCHORS LINKS

Use Quizgecko on...
Browser
Browser