Bewegingsapparaat: Skelet en Spieren

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to Lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Wat is een van de primaire functies van het skelet?

  • Het bieden van ondersteuning en bescherming aan het lichaam. (correct)
  • Het opslaan van vetweefsel.
  • Het reguleren van de lichaamstemperatuur.
  • Het produceren van spierweefsel.

Welk type been is de opperarmbeen (humerus)?

  • Kraakbeen
  • Pijpbeen (correct)
  • Plat been
  • Onregelmatig been

Waar bevindt zich de beenmergholte in een pijpbeen?

  • In het periost (beenvlies)
  • In de epifyse (uiteinde van het bot)
  • In de diafyse (het lange gedeelte van het bot) (correct)
  • In het compacte botweefsel

Welke van de volgende is een voorbeeld van een plat been?

<p>Schouderblad (scapula) (A)</p> Signup and view all the answers

Wat kenmerkt een naadverbinding (sutuur)?

<p>Vrijwel geen beweeglijkheid tussen de botten (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is een synchondrose?

<p>Een kraakbeenverbinding die enigszins vervormbaar is (D)</p> Signup and view all the answers

Welke botverbinding staat bekend om de grote beweeglijkheid tussen botten?

<p>Gewrichtsverbinding (A)</p> Signup and view all the answers

Een voorbeeld van een onregelmatig been is:

<p>Wervels (D)</p> Signup and view all the answers

Welk type gewricht maakt bewegingen in één vlak mogelijk, vergelijkbaar met een deur?

<p>Scharniergewricht (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is de primaire functie van osteoclasten binnen het bot?

<p>Het afbreken van botweefsel en vrijmaken van calcium. (C)</p> Signup and view all the answers

Welk type botweefsel is het meest compact en vormt de buitenste laag van het bot?

<p>Substantia compacta (C)</p> Signup and view all the answers

Een gewricht waarbij het ene botuiteinde de vorm heeft van een ei en de kom op een eierdop lijkt, is een:

<p>Ellipsgewricht (A)</p> Signup and view all the answers

Het botvlies, ook wel periost genoemd, is een taai vlies dat rondom alle botten ligt. Wat is een belangrijke functie ervan?

<p>Het voorzien van het bot van bloed. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat wordt bedoeld met 'substantia spongiosa'?

<p>Het sponsachtig botweefsel met beenbalkjes en holten. (D)</p> Signup and view all the answers

Bij welke van deze gewrichten is een schuifbeweging mogelijk?

<p>Vlakgewricht (D)</p> Signup and view all the answers

Welke cellen zijn primair verantwoordelijk voor het opbouwen van botweefsel?

<p>Osteoblasten (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is geen functie van spieren in het menselijk lichaam?

<p>Het bepalen van de kleur van de huid. (A)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende opties beschrijft de spierstructuur, van groot naar klein, correct?

<p>Spier met fascie, spierbundels, spiervezels, myofibrillen (B)</p> Signup and view all the answers

Wat wordt bedoeld met 'pronatie' in de context van lichaamsbewegingen?

<p>Het naar binnen draaien van de onderarm, met de handpalm naar beneden. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat gebeurt er bij een 'adductie' beweging van de arm?

<p>De arm wordt zijwaarts naar beneden bewogen naar het lichaam. (D)</p> Signup and view all the answers

Welke combinatie van spieren werkt samen om een bepaalde beweging te versterken?

<p>Synergisten (D)</p> Signup and view all the answers

Welke term beschrijft de beweging van het schouderblad naar voren?

<p>Protractie (B)</p> Signup and view all the answers

Waar bevinden zich de zenuwen die de spieren aansturen?

<p>In de hersenen, het ruggenmerg en spieren (A)</p> Signup and view all the answers

Welke beweging beschrijft 'extensie' het best?

<p>Strekkken van een gewricht. (D)</p> Signup and view all the answers

Signup and view all the answers

Flashcards

Functie van het skelet: Ondersteuning

De botten zorgen voor de ondersteuning van ons hele lichaam. Denk aan een skelet dat een gebouw overeind houdt.

Functie van het skelet: Bescherming

De botten beschermen onze inwendige organen. Denk aan de schedel die onze hersenen beschermt.

Functie van het skelet: Aanhechtingsplaats

De botten zorgen voor de aanhechtingsplaats voor spieren. Denk aan een spier die aan een bot vastzit.

Functie van het skelet: Beweging

Het skelet maakt beweging mogelijk door de samenwerking van botten, botverbindingen en spieren. Denk aan je arm die beweegt.

Signup and view all the flashcards

Functie van het skelet: Bloedcelvorming

In het rode beenmerg worden bloedcellen geproduceerd. Denk aan bloedcellen die uit het beenmerg komen.

Signup and view all the flashcards

Functie van het skelet: Opslag

Het skelet slaat calcium op wat belangrijk is voor de botsterkte. Denk aan kalk voor sterke botten.

Signup and view all the flashcards

Wat zijn Pijpbeenderen?

Pijpbeenderen zijn lange en dunne beenderen die voornamelijk in de ledematen zitten. Denk aan je bovenarm of dijbeen.

Signup and view all the flashcards

Wat zijn Platte beenderen?

Platte beenderen zijn platte, dunne en brede beenderen die bescherming bieden. Denk aan je schedel of ribben.

Signup and view all the flashcards

Scharniergewricht

Een scharniergewricht is een gewricht dat alleen in één vlak kan bewegen, zoals het ellebooggewricht. Het lijkt op een deur die opent en sluit.

Signup and view all the flashcards

Rolgewricht

Een rolgewricht is een gewricht dat alleen draaiende bewegingen toelaat, zoals het gewricht tussen het spaakbeen en ellepijp.

Signup and view all the flashcards

Strafgewricht

Een strafgewricht is een gewricht dat geen beweging mogelijk maakt, zoals de verbinding tussen de schedelbeenderen.

Signup and view all the flashcards

Zadelgewricht

Een zadelgewricht is een gewricht dat bewegingen in twee vlakken mogelijk maakt, zoals het gewricht aan de basis van de duim.

Signup and view all the flashcards

Kogelgewricht

Een kogelgewricht is een gewricht dat bewegingen in alle richtingen mogelijk maakt, zoals het schouder- en heupgewricht.

Signup and view all the flashcards

Ellipsgewricht

Een ellipsgewricht (of ei-gewricht) is een gewricht dat bewegingen in twee vlakken mogelijk maakt, maar niet in alle richtingen. Bijvoorbeeld het gewricht tussen de elleboog en pols.

Signup and view all the flashcards

Vlakgewricht

Een vlakgewricht is een gewricht met vlakke gewrichtsvlakken. Hierin zijn kleine schuifbewegingen mogelijk, zoals tussen de handwortelbeentjes.

Signup and view all the flashcards

Botvlies

Botvlies (periost) is een taai vlies van bindweefsel dat alle botten bedekt. Het zorgt voor de bloedtoevoer naar het bot.

Signup and view all the flashcards

Skeletspier

Skeletspieren zijn spieren die aan het skelet vastzitten en verantwoordelijk zijn voor onze bewegingen.

Signup and view all the flashcards

Fascie

De spiervezels die samen een spier vormen, zijn omgeven door bindweefsel.

Signup and view all the flashcards

Pees

Een pees is een taai, witachtig weefsel dat de spier met een bot verbindt.

Signup and view all the flashcards

Flexie

Een beweging waarbij een gewricht wordt gebogen.

Signup and view all the flashcards

Extensie

Een beweging waarbij een gewricht wordt gestrekt.

Signup and view all the flashcards

Adductie

Een beweging waarbij een lichaamsdeel naar het midden van het lichaam wordt gebracht.

Signup and view all the flashcards

Abductie

Een beweging waarbij een lichaamsdeel van het lichaam wordt weggebracht.

Signup and view all the flashcards

Synergisten

Twee spieren die samenwerken om een beweging te maken.

Signup and view all the flashcards

Study Notes

Bewegingsapparaat: Skelet en Spieren

  • Het bewegingsapparaat bestaat uit het skelet en spieren.
  • De presentatie behandelt de functies, verschillende soorten beenderen (pijpbeenderen, platte beenderen, onregelmatige beenderen), de opbouw van pijpbeenderen (epifyse, diafyse, mergholte, periost, compact botweefsel, spongiosa), voorbeelden van verschillende soorten beenderen, botverbindingen (naadverbindingen, bindweefselverbinding, kraakbeenverbinding, gewrichtsverbindingen), gewrichten (scharniergewricht, rolgewricht, strafgewricht, zadelgewricht, kogelgewricht, ellipsvormig gewricht, vlak gewricht), de opbouw van een skeletspier (spier met fascie, spierbundels, spiervezels, myofibrillen, pees), de taak van spieren (veroorzaken beweging, vorm geven aan het lichaam, stabiliseren van gewrichten, leveren warmte), de slijmbeurs (bursa), bewegingen van het lichaam (flexie, extensie, adductie, abductie, endorotatie, exorotatie, pronatie, supinatie, oppositie, protractie, retractie), het versterken van de spieren (synergisten), tegelijkerwerken van spieren (antagonisten), de aansturing van spieren, de hersenzenuwen (craniale en ruggenmergzenuwen) en de motorische schors.
  • Verschillende soorten beenmerg (rood en geel).
  • Verschillende soorten gewrichten en hun functies zijn besproken.
  • Botverbindingen (suturen, syndesmosen, synchondrosen) worden beschreven.

Doel van de les

  • De leerling kan de functies van het skelet beschrijven.
  • De leerling kan verschillende beenderen herkennen.
  • De leerling kan verschillende gewrichten herkennen.
  • De leerling kan de functies van spieren opnoemen.
  • De leerling kan verschillende bewegingen nadoen en kan beschrijven hoe een spier aan het skelet bevestigd is.

Functies van het Skelet

  • Ondersteuning: Biedt steun aan het hele lichaam.
  • Bescherming: Beschermt inwendige organen.
  • Aanhechtingsplaats: Vormt de aanhechtingsplaats voor spieren.
  • Beweging: Mogelijk maken van bewegingen door botten, botverbindingen en samentrekkingen van spieren.
  • Bloedcelvorming: Vormt bloedcellen in het rode beenmerg.
  • Calciumopslag: Slaat calcium op.

Soorten Beenderen

  • Pijpbeenderen: Lange, holle beenderen (opperarmbeen, spaakbeen, ellepijp, dijbeen).
  • Platte beenderen: Plat en breed, beschermen organen (schedelbeenderen, schouderbladen, heupbeenderen, ribben).
  • Onregelmatige beenderen: Verschillende vormen en groottes, niet lang, breed, of plat (wervels, bovenkaak, onderkaak)

Opbouw van Pijpbeenderen

  • Epifyse: Eind van een pijpbeen; spongieus bot.
  • Diafyse: Lang gedeelte van een pijpbeen; compact bot.
  • Mergholte: Holte in de diafyse; bevat geel beenmerg.
  • Periost: Dunne vlies die het botweefsel omgeeft.
  • Compact botweefsel: Hard en dicht botweefsel.
  • Spongieus botweefsel: Licht en sponsachtig.
  • Groeischijven: Gebieden die zorgen voor botgroei.

Botverbindingen

  • Verkorting naar naadverbinding in samenvatting: Verbindingen die door naadachtige verbindingen zijn verbonden.
  • Kraakbeenverbindingen: Verbindingen door kraakbeen.
  • Bindweefselverbindingen: Botten die door bindweefsel verbonden zijn.
  • Gewrichtsverbindingen: Gemakkelijke, soepele botverbindingen.

Gewrichten

  • Scharniergewricht: Beweging in één vlak (elleboog).
  • Rolgewricht: Beweging rond een as (wervelkolom).
  • Strafgewricht: Weinig beweging (bijv. tussen de wervels).
  • Zadelgewricht:Twee assen van beweging (duim).
  • Kogelgewricht: Beweging in meerdere richtingen (heup, schouder).
  • Ellipsvormig gewricht: Beweging in twee richtingen (pols).
  • Vlak gewricht: Schuifbeweging (handwortelbeentjes).

Spieren

  • Opbouw: Spier, fascie, spierbundels, spiervezels en myofibrillen, pees.
  • Spierweefsel:Glad spierweefsel, hart spierweefsel, skeletspierweefsel.
  • Functies: Veroorzaken beweging, vorm geven aan het lichaam, fixeren van gewrichten, leveren warmte.
  • Aansturing: Via zenuwen; CNS, hersenzenuwen en ruggenmergzenuwen.
  • Motorische schors: Bepaalt de bewegingen.
  • Extra: Slijmbeurs (bursa) helpt om wrijving tijdens beweging te verminderen.

Bewegingen

  • Flexie: Buigen.
  • Extensie: Strekken.
  • Adductie: Naar het midden brengen.
  • Abductie: Van het midden weg brengen.
  • Endorotatie: Draaien naar binnen.
  • Exorotatie: Draaien naar buiten.
  • Pronatie: Draaien van onderarm zodat palm naar beneden wijst.
  • Supinatie: Draaien van onderarm zodat palm naar boven wijst.
  • Oppositie: Duim tegen andere vingers leggen.
  • Protractie: Voort bewegen (van de schouderbladen).
  • Retractie: Terug bewegen (van de schouderbladen).

Vergroeiingen en afwijkingen

  • Aanleg van botten en verstoring van de groei van de wervelkolom (scoliose, lordose, kyphose).

Doel behaald?

  • De student moet de verschillende functies en soorten benoemen, herkenning van de beenderen (pijp, plat, onregelmatig), en gewrichten van het skelet en de spieren.

Extra

  • Hersenzenuwen en ruggenmergzenuwen sturen de bewegingen.

Studying That Suits You

Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

Quiz Team

Related Documents

More Like This

Human Anatomy: Skeletal System Parts Quiz
28 questions
Musculo-Skeletal System Unit 1
13 questions
Use Quizgecko on...
Browser
Browser