Chemische Reacties (5p) - Anorganische Verbindingsklassen PDF

Summary

This document details chemical reactions and processes, explaining the difference between physical and chemical processes. It defines key terms such as reactants, products, and equations. It also includes examples and discusses fundamental laws of chemistry, such as the law of conservation of mass and the law of constant proportions.

Full Transcript

Chemische reactie (5p) ====================== Fysische en chemische processen ------------------------------- ***[Fysisch proces:]*** - Bij zo'n proces veranderen enkel de intermoleculaire krachten - De stoffen blijven behouden, de stofeigenschappen wijzigen niet - Een fysisch proces...

Chemische reactie (5p) ====================== Fysische en chemische processen ------------------------------- ***[Fysisch proces:]*** - Bij zo'n proces veranderen enkel de intermoleculaire krachten - De stoffen blijven behouden, de stofeigenschappen wijzigen niet - Een fysisch proces wordt soms symbolisch voorgesteld i/e vgl waarbij - De begintoestand links geschreven w en de eindtoestand rechts - Tss beide toestanden schrijft men een pijl - *Vb 1: Het verdampen van vloeibaar water schrijft men symbolisch als* - *H~2~O~(vl)~ → H~2~O~(g)~* - *Vb 2: Het opl van natriumchloride in water schrijft men symbolisch als* - *NaCl~(v)~* []{.math.inline} *NaCl~(opl)~ of NaCl~(v)~* []{.math.inline} *Na^+^~(opl)~ + Cl^-^~(opl)~.* ***[Chemisch proces:]*** - Bij zo'n proces w de intramolecularire krachten verbroken en gaan de atomen zich herschikken - Hierdoor ontstaan uit de oorspronkelijke stoffen [nieuwe stoffen] met andere stofeigenschappen - De oorspronkelijke stoffen duidt men aan met de term ***[reagenia]*** - De nieuwe stoffen met de term ***reactieproducten*** - De reactie: - W symbolisch voorgesteld met een ***reactievergelijking*** - Links schrijft men de formules van de reagentia, van elkaar gescheiden door een "+"-teken - rechts deze van de reactieproducten - De onderlinge volgorde waarin de vssde [reagentia] of [reactieproducten] geschreven w is niet belangrijk - Tss de [reagentia] e/d reactieproducten schrijft men [een pijl] - Dit om aan te geven dat de reagentia w omgezet i/d reactieproducten. - Het type pijl geeft een betekenis. - → : een ***[aflopende reactie]***; - De reactie gaat door tot minstens één v/d reagentia volledig is opgebruikt - [⇌]{.math.inline} : een ***[evenwichtsreactie]*** - De reactie gaat onvolledig door - Er blijft altijd een hvkhd van alle [reagentia] en [reactieproducten] aanwezig - *Vb 1: Het verbranden van magnesium met vorming van magnesiumoxide schrijft men symbolisch als* - *2 Mg~(v)~ + O~2(g)~* []{.math.inline} *2 MgO~(v)~ of als O~2~ + 2 Mg → 2 MgO.\ * - *Mg en O~2~ = reagentia, MgO = reactieproduct* - *Aan het type reactiepijl kan men zien dat deze reactie zal doorgaan tot min 1 van beide reagentia opgebruikt is* - *Het weergeven van T↑ boven de pijl toont aan dat de reactie slechts doorgaat bij het verhitten v/d reagentia* - *Vb 2: Elektrolyse van water zet water om in zuurstofgas en waterstofgas.* - *2 H~2~O → O~2~ + 2 H~2~* - *Hierbij is H~2~O het reagens en O~2~ en H~2~ de reactieproducten.* Natuurwetten van een reactie ---------------------------- ***[Wet van behoud van atomen]***/ ***[wet van Dalton]*** - Tijdens de reactie blijven de elementen en hun aantal atomen behouden - Alle atomen die voorkomen i/d reagentia zijn ook terug te vinden i/D reactieproducten - Om een reactievergelijking op te stellen schrijft men drm eerst de juiste formules v/d reagentia + reactieproducten, - beiden van elkaar gescheiden door en reactiepijl - Men plaatst erna de coëfficiënten om te voldoen aan de wet v/beh v/atomen - *Vb: De reactie tussen natrium en chloorgas stelt men symbolisch voor als: 2 Na + Cl~2~ → 2 NaCl.* ***[Wet van behoud van massa]*** / ***[wet van Lavoisier]*** - Elk atoom heeft een specifieke massa - Daarom blijft bij een reactie (i/e afgesloten lokaal) de massa gelijk ***[Wet van de constante massaverhouding]*** / ***[wet van Proust]*** - Wanneer 2 of meer reagentia met elkaar reageren, gebeurt dit steeds i/e vaste massaverhouding - I/e andere massaverhouding zal min 1 v/d reagentia overblijven - Men zegt dat deze stof(fen) in ***[overmaat]*** aanwezig is - Het reagens dat het eerst opgebruikt is =***[limiterende]*** reagens - *Vb:* - *7 gram ijzer reageert met 4 gram zwavel tot 11 gram ijzer(II)sulfide* - *3,5 gram ijzer reageert met 2 gram zwavel tot 5,5 gram ijzer(II)sulfide* - *De verhouding tussen ijzer en zwavel is altijd 7:4* Redoxreacties ------------- ### inleiding ***[Redoxreactie of elektronenuitwisselingsreactie]*** - Dit is een reactie waarbij het [OG] v/e element toeneemt en tegelijkertijd het [OG] v/e ander element afneemt - De totale reactie kan opgesplitst w in 2 deelreacties: een ***[reductie]*** en een ***[oxidatie]*** ***[Reductie]*** - = chemisch proces waarbij het OG v/e atoom [daalt] en e- opgenomen w - Het deeltje dat de e- opneemt noem je de ***[oxidator]*** of elektronacceptor - De oxidator (OX~1~) die e- opneemt, zet hierbij om i/e ***[geconjugeerde reductor]*** (RED~1~) - oxidator + n e^−^ [⇌]{.math.inline} geconjugeerde reductor Verkort: oxidator/reductor\ OX~1~ + n e^−^ [⇌]{.math.inline} RED~1~ OX~1~/RED~1~ ***[Oxidator]*** - = chemisch proces waarbij het OG v/e atoom [stijgt] en e- afgestaan w - Het deeltje dat de e- afstaat, noem je de ***reductor*** of elektrondonor - De reductor (RED~2~) die e- opneemt, zet hierbij om i/e geconjugeerde oxidator (OX~2~) - reductor [⇌]{.math.inline} geconjugeerde oxidator + n e^−^ Verkort: oxidator/reductor\ RED~2~ [⇌]{.math.inline} OX~2~ + n e− OX~2~/RED~2~ De oxidator en de geconjugeerde reductor, net als de reductor en de geconjugeerde oxidator vormen een ***[redoxkoppe]***l [Bij iedere redoxreactie kan men 2 redoxkoppels onderscheiden] A diagram of a complex equation Description automatically generated with medium confidence Sommige deeltjes kunnen zowel als oxidator en als reductor optreden ### Regels voor het berekenen van het oxidatiegetal 1. De som v/d oxidatiegetallen van alle elementen i/e molecule of eenheid van kristalrooster = 0 2. Het OG v/e mono-atomisch ion = lading v/h ion 3. De som v/d OG van alle elementen i/e poly-atomisch ion = lading van het ion 4. Het OG van zuurstof in verbinding met andere elementen is steeds [--II] a. uitzondering: peroxiden: OG~O~ = -I en zuurstoffluoride (F~2~O): OG~O~ = +II 5. het OG van waterstof in verbinding met andere nM is steeds [+I] 6. het OG van de M uit groep Ia, IIa en IIIa i/e samengestelde stof = + groepsnummer ### Opstellen van redoxvergelijking M.b.V.D. oxidatiegetalmethode De ***[oxidatiegetalmethode]*** past men toe bij reacties in vaste, gesmolten of gasfase - Stap 1: - Zoek de oxidatiegetallen v/d elementen + duid met pijlen aan waar de\ oxidatie en de reductie optreden - Zet bij de pijlen respectievelijk het aantal afgegeven en opgenomen elektronen - Controleer of er een coëfficiënt nodig is om te voldoen aan de [Wet van Dalton] voor de elementen die van OG veranderen - Schrijf indien nodig de coëfficiënten voor de verbindingen - Vermenigvuldig dan ook het aantal uitgewisselde e- met het aantal atomen v/h element - Stap 2: - Vermenigvuldig tot het aantal afgegeven e- overeenkomt met het aantal opgenomen e- - Pas indien nodig de coëfficiënten aan - Stap 3: - Controleer of je de coëfficiënten moet aanpassen v/d atomen die niet van OG veranderen *Vb: De reactie van ijzer(III)oxide en CO~2~ is een tussenstap bij het winnen van ijzer uit ijzererts.* - *Bij de reactie ontstaan ijzer en koolstofdioxide.\ Stap 1:* ![A diagram of a chemical reaction Description automatically generated](media/image2.png) A diagram of a chemical reaction Description automatically generated *\ Stap 2:* ![A diagram of a chemical formula Description automatically generated](media/image4.png) *Stap 3: is ok* ### Opstellen van redoxvergelijking met behulp van de deelreactiemethode De ***[deelreactiemethode]*** gebruikt men bij het balanceren van redoxreacties in een waterig milieu. Door de aanwezigheid v/e zuur/base kan men vaak afleiden in welk milieu de reactie verloopt - In andere gevallen vindt men het milieu waarin de reactie optreedt i/d opgave - Stap 1: - Schrijf de werkelijke toestand waarin de deeltjes voorkomen - Zouten en hydroxiden zijn in water in ionen gedissocieerd - Stap 2: - Zoek de atoomsoorten waarvan het OG respectievelijk toeneemt of afneemt - Duid de oxidatiegetallen aan en splits op i/e oxidatie- en een reductiedeelreactie. - Stap 3: - Zorg ervoor dat v/d elementen die van OG veranderen, evenveel atomen voor als na de reactie voorkomen - Bepaal uit de verandering v/d oxidatiegetalen het aantal uitgewisselde e- - Stap 4: - Voeg in zuur milieu indien nodig H^+^-ionen toe om in elke deelreactie te voldoen aan de wet v beh v lading - Voeg in basisch milieu indien nodig OH^−^-ionen toe om in elke deelreactie te voldoen aan de wet v beh v lading - Stap 5: - Voeg indien nodig water toe om in elke deelreactie te voldoen aan de wet v beh v atomen - Stap 6: - Het aantal afgestane elektronen moet gelijk zijn aan het aantal opgenomen elektronen - Vermenigvuldig indien nodig elke deelreactie met een zo klein mogelijk geheel getal om hieraan te voldoen - Tel beide deelreacties op - Na eventuele vereenvoudiging levert dit de uitgebalanceerde essentiële deeltjesvergelijking - Stap 7: - Vorm de stoffenreactievergelijking door de toevoeging van de tegenionen - Controleer de atoombalans - Stap 8: Vereenvoudig indien nodig *Vb: Bij de reactie van kaliumsulfiet met kaliumpermanganaat ontstaat in basisch midden mangaan(IV)oxide en kaliumsulfaat: K~2~SO~3~ + KMnO~4~ ­OH^-^→ MnO~2~ + K~2~SO~4~.* *Stap 1: In de oplossing zitten K^+^ + SO~3~^2-^ + MnO~4~^-^ → MnO~2~ + K^+^ + SO~4~^2-^* Stap 2: OG van elk atoom: ^+I\ +IV\ -II\ +VII\ --II\ +IV\ --II\ +VI\ -II\ ^*K^+^ S O~3~^2-^ Mn O~4~^-^ Mn O~2~ S O~4~^2-\ ^oxidatie: SO~3~^2-^ → SO~4~^2-^\ reductie: MnO~4~^-^ → MnO~2~* *MnO~4~^-^ + **3 e^-^** → MnO~2~* *Stap 4: SO~3~^2-^ + 2 OH^-^ → SO~4~^2-^ + 2 e^-^* *MnO~4~^-^ + 3 e^-^ → MnO~2~ + 4 OH^-^* *Stap 5: SO~3~^2-^ + 2 OH^-^ → SO~4~^2-^ + 2 e^-^ + H~2~O* *MnO~4~^-^ + 3 e^-^ + 2 H~2~O → MnO~2~ + 4 OH^-^* *Stap 6: (SO~3~^2-^ + 2 OH^-^ → SO~4~^2-^ + 2 e^-^ + H~2~O). 3* *~+~ (MnO~4~^-^ + 3 e^-^ + 2 H~2~O → MnO~2~ + 4 OH^-^). 2* *3 SO~3~^2-^ + 6 OH^-^ + 2 MnO~4~^-^ + 6 e^-^ + [4 H~2~O] → 3 SO~4~^2-^ + 6 e^-^ + [3 H~2~O] + 2 MnO~2~ + 8 OH^-^* *na vereenvoudiging: 3 SO~3~^2-^ + 2 MnO~4~^-^ + H~2~O → 3 SO~4~^2-^ + 2 MnO~2~ + 2 OH^-^* *Stap 7: 3 SO~3~^2-^ + 2 MnO~4~^-^ + H~2~O → 3 SO~4~^2-^ + 2 MnO~2~ + 2 OH^-^* *+ 6 K^+^ + 2 K^+^ + 6 K^+^ + 2 K^+^* *↓ ↓ ↓ ↓* *3 K~2~SO~3~ + 2 KMnO~4~ + H~2~O → 3 K~2~SO~4~ + 2 MnO~2~ + 2 KOH* *controle: 8 K, 3 S, 18 O, 2 Mn en 2 H → 8 K, 3 S, 18 O, 2 Mn en 2 H* *Stap 8: is ok*

Use Quizgecko on...
Browser
Browser