Fysische en Chemische Processen

Fysische processen

• Fysische processen veranderen enkel de intermoleculaire krachten.
• De stoffen blijven hetzelfde en de eigenschappen veranderen niet.
• Voorbeeld: Verdampen van water (H₂O(l) → H₂O(g)).
• Een fysische proces wordt symbolisch weergegeven met een pijl tussen begin- en eindtoestand.

Chemische processen

• Chemische processen breken intermoleculaire krachten af en herrangschikken atomen.
• Dit leidt tot nieuwe stoffen met andere eigenschappen.
• Reagentia zijn de oorspronkelijke stoffen.
• Reactieproducten zijn de nieuwe stoffen.
• Een chemisch proces wordt weergegeven met een reactievergelijking (formules van reagentia gevolgd door pijl, dan producten).

Wet van behoud van atomen/Dalton

• Tijdens een chemische reactie blijven de elementen en hun atoom aantal hetzelfde.
• Alle atomen in reagentia zijn terug te vinden in de reactieproducten.
• Men schrijft dus eerst de juiste formules voor reagentia en producten, gevolgd door de pijl.
• Dan plaatst men coëfficiënten om de wet van behoud van atomen te respecteren (Voorbeeld: 2Na + Cl₂ → 2NaCl).

Wet van behoud van massa/Lavoisier

• Tijdens een reactie in een afgesloten systeem blijft de massa gelijk.
• Reagentia en producten hebben dezelfde massa.

Wet van constante massaverhoudingen/Proust

• Wanneer reagentia reageren, doen ze dat in vaste massaverhoudingen.
• Een bepaalde verhouding zal zorgen dat er niet voldoende van één reagens is.
• Dan is dat reagens de limiterende reagens.

Redoxreacties (inleiding)

• Een redoxreactie is een reactie waarbij het oxidatiegetal van een element toeneemt en dat van een ander element afneemt.
• Dit gaat gepaard met een uitwisseling van elektronen.
• Deze reactie kan worden gesplitst in een oxidatie en een reductie.

Oxidatie

• Chemisch proces waarbij het oxidatiegetal van een atoom stijgt en elektronen worden afgestaan.
• Het deeltje dat de elektron afstaat is de reductor.
• De reductor verandert in een geconjugeerde oxidator.

Reductie

• Chemisch proces waarbij het oxidatiegetal van een atoom daalt en er elektronen worden opgenomen.
• De oxidator neemt de elektronen op en verandert in een geconjugeerde reductor.
• Oxidator en geconjugeerde reductor vormen een redoxkoppel.
• Reductor (RED) en geconjugeerde oxidator (OX) vormen redoxkoppel

Opstellen van redoxvergelijkingen

• Oxidatiegetalmethode:
  • Bepaal de oxidatiegetallen van alle elementen.
  • Voeg pijlen toe die de oxidatie en reductie aanduiden.
  • Zorg dat het aantal afgegeven elektronen gelijk is aan het aantal opgenomen elektronen.
• Deelreactiemethode:
  • Schrijf de atomen en ionen in de juiste toestanden
  • Zoek de atomen die worden geoxideerd of gereduceerd.
  • Bepaal de deelreacties.
  • Voeg H+ of OH- toe om de lading te balanceren en water toe om de atomen te balanceren.
• Beide methodes zorgen voor de balans van de redoxreactie.

Test je kennis over de verschillen tussen fysische en chemische processen. Ontdek hoe intermoleculaire krachten werken en leer meer over de wet van behoud van atomen. Dit quiz behandelt belangrijke concepten en voorbeelden uit de chemie.